Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

15 ~ (G)een heldin

De koningin der duisternis zat met een brede grijns op haar troon van botten. Haar lange, scherpe nagels tikten op de ellepijpen die de armleuningen vormden. Het was een doodse melodie. Het behoorde toe aan een liedje over iemand die zijn geliefde had doen verdrinken.

Aan iedere muur hielden vier schaduwsoldaten de wacht. Elk van hen ging gehuld in een stevig zwart harnas. Het enige wat hen onderscheidde van andere schaduwsoldaten, was het teken dat in rode verf op hun helm getekend stond. Het was een minimalistisch oog met een zwaard erdoorheen, het teken van Liora's persoonlijke wacht.

Aan de voet van haar troon zat Brenn geknield. Haar hoofd was naar beneden gericht en haar haren hingen voor haar gezicht. Tussen de donkerbruine lokken door viel nog net een stalen kraag te ontwaren, die met een zware ketting was vastgeketend aan de bottentroon. Haar handen waren met magisch verstevigde boeien achter haar rug gebonden.

De vrouw trilde van kop tot teen. Het kostte haar al haar energie om niet in elkaar te zakken en over te geven.

Aan de trappen voor de troon, werd Avélie door twee schaduwsoldaten op haar plaats gehouden. Ze kromp in elkaar toen ze haar ex-vriendin zo op de ijzige vloer zag zitten. Ze voelde het puntige wapen van haar bewaker in haar schouderblad prikken. Meer aanmoediging had ze niet nodig om haar rug weer te rechten.

'Ah, Avélie, we hadden het net over jou.' Liora's stem weergalmde zeemzoet door de troonzaal.

De voormalige heldin deed haar best om te grijnzen. Dat haar handen trilden, verstopte ze door ze weg te stoppen achter haar rug. Gelukkig kon de schaduwkoningin het hameren van haar hart niet horen.

'Niks dan goeds, mag ik hopen.'

Liora schonk haar een scherpe glimlach, vooraleer ze met haar tong klakte.

'Kikkertje zei me dat je iedereen hebt wijsgemaakt dat jij het was die me verslagen heeft. Is het niet, Brennie?'

De heks hield haar hoofd naar beneden. Ze wilde Avélie niet onder ogen komen. Niet op deze manier, niet wanneer Liora er genot uit zou halen. Woede mengde zich met verdriet en onzekerheid, maar geen van allemaal geraakten ze voorbij de pijn die stekend door haar lichaam trok.

Eén van de wachters stapte weg van de muur achter de troon. Hij nam de ketting die verbonden was met Brenns kraag in de hand en trok eraan. Ze kon niet anders meer dan opkijken. De schaduwsoldaat hield haar stevig op haar plek. Ze kokhalsde door de brute beweging, maar slikte het gal in haar mond net op tijd weer weg.

'Ik stelde je een vraag, lieve schat.' Alle zoetigheid was uit Liora's stem verdwenen.

Brenn draaide haar hoofd vermoeid in Avélies richting. Ze keek naar haar neus in plaats van naar haar ogen. 'Je had niet... moeten komen.'

Avélie hield haar blik gefikseerd op de schaduwkoningin. Dat ze niet was gekomen als het niet voor Nesta was, durfde ze niet luidop te zeggen.

'Waar is ze?' vroeg ze met overslaande stem.

Liora gebaarde loom richting Brenn. 'Voor je neus... of bedoel je iemand anders?'

De heldin klemde haar kaken op elkaar. 'Mijn dochter. Waar is ze?' Dit keer sloeg haar stem niet over, hij steeg alleen in luidheid.

De koningin der duisternis haalde nonchalant haar schouders op. 'Die kleine meid die denkt dat ze de wereld kan redden? In ieder geval niet in deze zaal.'

Avélie zette een stap naar voren, maar werd onmiddelijk tegengehouden door het zwaard van een schaduwsoldaat.

'Laat haar gaan, pekelteef.'

'Tut tut. Zo praat je niet tegen iemand die je dochter gevangen houdt.'

'Laat. Haar. Gaan.'

'Of wat?' grijnsde Liora. 'Zonder je zwaard ben je niks, lieve Avélie.'

Avélie wist dat de vrouw gelijk had. Haar zwaard was het eerste wat de schaduwsoldaten van haar afgepakt hadden.

De vrouw hield haar kin dapper geheven. 'Als je niets van me te vrezen hebt, mag ik dan weten hoe je ontsnapt bent?'

De schaduwkoningin tikte geamuseerd met haar nagels tegen haar lippen. 'Toch iemand die het vraagt.' Ze wierp een korte blik op Brenn, maar die had alleen nog aandacht voor haar eigen trillende lichaam.

'Mijn ziel zat misschien wel gevangen, maar dat wilde niet zeggen dat ik niet meer kon nadenken. Weet je hoe dat voelt, Avélie? Om je twintig jaar lang bewust te zijn van de duisternis die zich om je heen bevindt en er niets tegen te kunnen doen?'

Langzaam schudde de heldin haar hoofd. 'Klinkt verschrikkelijk.'

'Dat was het ook.' Liora drukte haar scherpe nagels in de armleuningen van haar troon. 'Jullie waren helaas één ding vergeten. Ik had mijn magie nog. Ik kon er niet mee doen wat ik er nu mee kan,' schaduwen begonnen rond haar armen te dansen, 'maar ik kon het wel voelen sluimeren in mijn binnenste. Een paar van mijn schaduwsoldaten overleefden jullie kunstjes en zij hebben me bevrijd.'

'Hoe?'

'Magie.' Liora draaide met haar hand. De schaduwen begonnen nu ook rond Avélies benen te kronkelen. Ze kropen langzaam langs haar ledematen omhoog.

Avélie zoog haar adem naar binnen. De schaduwen deden haar geen pijn, maar ze vertrouwde er niet op dat dat zo zou blijven.

'Wat ben je van plan, Liora?'

De koningin der duisternis snoof. 'Moet je dat nog vragen? Atarah veroveren, natuurlijk.' Ze glimlachte wreed. 'Niets gaat me dit keer nog in de weg staan. Ik heb Brenn onschadelijk gemaakt.' Ze streek met haar nagels langs Brenns kaak, voor deze haar hoofd kon wegtrekken. 'Mijn schaduwsoldaten zijn al maanden nieuwe mensen aan het verzamelen om mijn leger te versterken. Binnenkort komen er troepen van over de grens. Niemand kan me nog stoppen.'

Avélie slikte. Haar handen werden klam. Ze wist dat de koning zijn leger de laatste jaren niet scherp had gehouden. De eerste vijf jaar nadat ze Liora opgesloten hadden, was iedereen nog alert geweest, maar toen alles kalm bleef, hadden ze de zware trainingen opgegeven. Een kleine aanval zouden ze nog overleven, maar wat de schaduwkoningin gepland had, dat konden ze met hun instabiele legermacht niet tegenhouden.

Haar hart ging wild tekeer. Alles wat ze twintig jaar geleden hadden gedaan om hun koninkrijk te redden, zou voor niets geweest zijn. Twintig jaar van hun leven, dat hadden ze gewonnen. Twintig jaar waarin Avélie niet eens echt gelukkig was geweest.

Eén van de schaduwsoldaten trapte tegen haar knieholte. Ze verloor haar evenwicht en viel met een smak op haar knieën. Ze duwde zich recht. Meteen werd er een zwaard tegen haar keel gehouden. Ze kon niet anders meer dan Liora blijven aankijken. De stormwolken in haar ogen hielden Avélie in hun ban. Ze kon zich niet meer bewegen.

'Wat zou ik met je doen?' Liora rekte haar woorden lang uit, terwijl ze Avélie bestudeerde alsof ze haar avondmaal was. 'Heb jij nog voorstellen, Brennie?'

De heks duwde haar tong tegen haar verhemelte en schudde nauwelijks merkbaar met haar hoofd. Haar ogen vulden zich met tranen, maar ze knipperde ze verwoed weg.

'Ik kan haar ook meteen vermoorden, als je het spelletje nu al beu bent?'

'Wil je niet... wil je niet dat Nesta... dat ze het ziet, als je haar... haar moeder vermoordt?' Brenns gezicht vertrok. Ze wilde naar haar hart grijpen, maar met haar handen in ketens was dat geen mogelijkheid.

'Dat is een uitstekend idee, kikkertje.' Liora's ogen begonnen te schitteren. 'Misschien is het zelfs nog een beter idee om haar dochter te vermoorden voor haar ogen.'

'Nee!' Avélies stem weergalmde schril door de troonzaal. Ze voelde hoe het zwaard bij haar nek haar huid opensneed. Liora gebaarde dat de schaduwsoldaat zijn greep moest verzwakken.

'Ze is nog maar een kind. Ze heeft je niks misdaan.'

De schaduwkoningin lachte. 'Geen zorgen, Avélie, er zijn nog zoveel andere manieren waarop ik haar eerst kan laten lijden.'

Avélie spande haar schouders aan. 'Alsjeblieft,' smeekte ze met tranen in haar ogen. 'Laat haar met rust. Alsjeblieft.'

'Ik dacht het niet.' Liora gebaarde naar haar soldaten dat ze de vrouw mochten meenemen.

Avélie bleef roepen en smeken om haar dochters leven tot ze volledig uit het zicht verdwenen was. De koningin der duisternis grijnsde triomfantelijk. Twee van de drie helden had ze inmiddels waar ze ze wilde hebben, alleen Idris moest ze nog te pakken krijgen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro