Hoofdstuk 10
Snel steek ik de straat over. Het is al best donker, maar met mijn ogen zie ik alles nog helemaal helder. Als ik op de stoep aan de overkant stap merk ik dat ik dorst heb. En natuurlijk heb ik er niet over nagedacht om eten of drinken mee te nemen. Ik kijk om me heen en even verderop zie ik een café. Ik loop erheen en ga naar binnen. Het is er best druk en rumoerig, maar ik baan mezelf een weg tussen de veel grotere mensen door en kom dan bij de bar. Ik ga op een hoge stoel zitten en probeer alle blikken te vermijden. 'Wat zal het zijn, mevrouw?' hoor ik dan. Ik kijk op en zie een man staan die een glas afdroogt. 'Ehm...' stamel ik. 'Hebben jullie melk?' vraag ik dan. De man kijkt me raar aan, maar knikt dan. Hij loopt weg. Ik blijf stil zitten. Ineens duwt iemand me van de stoel af. Geschrokken kijk ik achter me en zie ik dat een ouder meisje plaats neemt op de stoel waar ik net zat. 'Hé!' roep ik verontwaardigd. 'Ja, wat nou,' snauwt ze, terwijl ze een slok neemt uit haar glas. 'Daar zat ik,' zeg ik. Het meisje grijnst en vraagt: 'Wat wou je eraan doen, dan?' Op die vraag was ik niet voorbereid, dus staar ik haar stil aan. Ze lacht. Een jongen met zwart haar en helderblauwe ogen tikt op haar schouder en zegt: 'Sorry hoor, maar zij zat daar eerder dan jij.' Het meisje draait zich met een ruk om en kijkt de jongen woedend aan. Zo te zien wil ze hem ook iets toesnauwen, maar als ze ziet dat hij best groot is haalt ze haar neus op en zegt: 'Best.' Het meisje staat op en loopt weg. Ik kijk naar de jongen en ga dan weer terug op mijn stoel zitten. 'Geen dank, hoor,' zegt hij. Ik knik vluchtig en houd mijn hoofd omlaag. Na een tijdje stilte komt de ober terug en zet hij een glas melk voor mijn neus. 'Dat wordt dan €1.20,' zegt hij. Ik wil het gestolen geld pakken, maar de jongen naast me geeft ineens geld aan de man. 'Ik betaal wel voor haar,' zegt hij. De man knikt, pakt het geld en loopt weer weg om iemand anders te gaan helpen. Ik kijk opzij naar de jongen; hij glimlacht naar me. Ik glimlach maar een beetje terug en snap niet waarom hij dat gedaan heeft. Stil drink ik mijn melk. 'Wat is je naam?' vraagt de jongen dan ineens. 'Snow,' antwoord ik zacht. 'Wat een... bijzondere naam,' zegt hij. 'Ik heet Jason,' vervolgt de jongen. Ik knik en drink mijn melk weer, hopend dat deze Jason me nu met rust laat. Maar natuurlijk heeft alles een prijs. 'Je lijkt me nog best wel jong, Snow. Wat doe je in deze kroeg?' vraagt Jason. Het staat me sowieso niet aan dat hij me meteen al bij mijn naam noemt, maar ik ben te verlegen om echt meteen boos te worden. 'Ik had gewoon dorst,' antwoord ik. 'Hoe oud ben je dan?' vraagt hij.
Dat is eigenlijk best een goede vraag. Ik weet zelf niet eens hoelang ik al leef.
Even zit ik daar met mijn mond vol tanden. 'Ehm... Hoe oud ben jij?' ontwijk ik zijn vraag. 'Negentien,' antwoordt hij. 'Ik ben zestien?' vraag ik meer dan dat ik uit leg. 'Ah,' zegt Jason. Hij drinkt het glas dat voor hem staat leeg. 'Wil je met mij mee naar mijn huis?' vraagt hij dan. Ik kijk hem verbaasd aan. Wat bedoelt hij? Is dat wat mensen gewoonlijk doen, iemand mee naar huis nemen? 'H-Het klinkt misschien een beetje raar, maar je ziet er niet uit alsof je een plek om te slapen hebt,' vult Jason aan. Ik denk even na. Ik heb inderdaad geen plek om te slapen. Eten heb ik ook niet. En misschien wil hij me dat wel geven. Ik knik en drink snel mijn melk op. Hij staat op en loopt door de mensenmenigte, terwijl ik hem volg. Als we onze weg naar buiten hebben gevonden lopen we samen over de stoep. Na een tijdje lopen komen we aan bij een flatgebouw. Jason doet de deur voor me open en loopt voor me uit het trappenhuis in. Ik loop achter hem aan. Bij een deur staat hij stil, haalt een sleutel uit zijn zak en steekt die in het slot. Zodra Jason de deur open doet kijk ik nieuwsgierig naar binnen. Jason moet lachen en vraagt: 'Wil je wat eten?' Ik knik weer en loop dan de gang in. Al snel kom ik in de woonkamer uit, zet mijn rugtas op de grond en ga ik op de bank zitten. Even later komt hij weer aangelopen met wat eten voor ons. 'Dankjewel,' zeg ik glunderend. Terwijl ik eet vraagt Jason: 'Waarom heb je nog steeds je capuchon over je hoofd?' Een beetje zenuwachtig antwoord ik: 'Gewoon...' Het blijft even stil. Dan voel ik ineens een hand op mijn hoofd en dan wordt de capuchon van mijn hoofd getrokken. Mijn oren komen tevoorschijn en ik schrik er van. Hij schrikt ook van wat hij ziet en deinst van de bank af. Ik zie dat Jason naar zijn telefoon grijpt die op de tafel ligt. 'Nee, wacht!' roep ik bang uit. Snel spring ik van de bank af en pak ik zijn arm vast. 'Niet doen, alsjeblieft,' smeek ik hem. 'Je mag het echt niet vertellen!' Eerst kijkt Jason me nog ongelovig aan, maar daarna vermant hij zichzelf en knikt dan. 'Dankjewel.' Ik geef hem een knuffel. Als de avond valt vraagt Jason of ik in zijn bed wil liggen. Ik schud mijn hoofd en zeg: 'Ik neem de bank wel.' We wensen elkaar welterusten en gaan dan allebei slapen.
Ik word wakker en rek me uit. Dan zie ik dat ik nog steeds op de bank lig in Jasons woonkamer. Het lijkt net een beetje op thuis. Ik verlang ernaar om in een van mijn witte, kanten jurkjes tegen Alina's warme lichaam aan te liggen en tv te kijken, maar ik weet dat het nog echt even zal duren voordat die droom uitkomt. Ik loop naar de kamer van Jason en maak hem wakker. 'Ik moet weer weg,' zeg ik zacht. Al snel is hij opgestaan en loopt hij naar de keuken. Ik loop hem snel achterna en vraag: 'Wat ga je doen?' Hij zet eten op het aanrecht en daarna pakt hij ook een kleine EHBO-doos. Die stopt hij vervolgens in mijn rugzak. 'I-Is dat echt voor mij?' vraag ik ongelovig. Jason knikt, geeft me een knuffel en zegt: 'Ik weet niet waar je naar op zoek bent, maar ik wil wel dat je een goede reis hebt.' Ik knuffel hem terug. Daarna laat hij me uit. Ik zwaai hem gedag en dan loop ik de flat uit.
Het regent. Ik zucht en pak mijn kaart weer tevoorschijn. Ik zie dat er even verderop een bushalte is en meteen daarna beginnen mijn ogen te glunderen; als ik met de bus ga kan ik een heel eind komen en dan hoef ik op het einde nog maar een klein stukje te lopen. Ik ga op weg naar de bushalte en wacht dan op de bus die ik moet hebben. Na tien minuutjes zie ik hem aankomen en snel vis ik de buskaart uit mijn zak. De bus stopt voor me en ik schrik als de deuren automatisch open gaan. Voorzichtig stap ik naar binnen en kijk naar een scanapparaat. Gelukkig heb ik snel door wat de bedoeling is en haal ik de buskaart voor de scan langs. Ik werp een blik op het apparaat en zie dat er nog een volle 60 euro op staat. Snel loop ik door de bus helemaal naar achteren en zie ik een leeg plekje. Ik doe mijn rugzak af en ga zitten. De deuren gaan dicht en de bus begint weer te rijden. De rit daarna kijk ik uit het raam en verbaas mezelf over het uitzicht. Ik had nooit gedacht dat er zo veel mensen en gebouwen op één plek konden zijn. Bij de volgende halte komt er iemand naast me zitten. Stikzenuwachtig blijf ik doodstil zitten, terwijl ik uit het raam blijf kijken. Gelukkig gebeuren er geen rare dingen en verloopt de rit dan weer goed. Twee bushaltes later moet ik overstappen. Als ik sta te wachten op mijn volgende bus lopen er ineens twee mensen langs me heen; een jongen met zwart haar en een meisje met rode krullen. Snel pak ik het meisje bij haar arm. 'Alina?' vraag ik ongelovig. Ze draait zich om en ik kan de schrik in haar ogen zien. 'Wat is er, lieverd? Ben je verdwaald?' vraagt het meisje lief. Ik kijk haar aan. 'Alina?' zeg ik nog eens. 'Wie is Alina?' vraagt ze aan me. Ik laat haar snel los en wendt mijn blik af. 'Sorry, mevrouw. Ik dacht dat u iemand anders was,' zeg ik zacht. Het meisje en de jongen met het zwarte haar lopen weer door. Ik leun tegen een muur aan en wacht stil op mijn bus.
Na een hele poos ben ik eindelijk bij mijn bestemming aangekomen. Nou ja, niet helemaal. Ik moet zelf nog een stukje lopen. Het is alweer middag, bijna avond. Ik heb de hele dag gereisd, maar nu is dan toch het laatste stukje aangebroken. Opgewonden omdat ik Alina straks weer ga zien huppel ik zowat in de richting van het stadje. Als ik er na drie kwartier eindelijk aankom zie ik dat er politielint om een paar van de huizen zit. Het lijkt hier wel heel erg leeg en verlaten. Waar is iedereen? Hebben de Creepypasta's iedereen al gedood? Ik loop het dorp in en kijk overal om me heen. Er is geen politie te zien en verder zijn er ook geen andere mensen. Dan moet ik maar een poging wagen. 'Alina?' roep ik. 'Jeff? Hoodie?' Ik krijg geen antwoord. Ineens hoor ik een geluid uit een van de huizen komen. Ik draai me met een ruk om en slik. Dan loop ik er zachtjes heen. Als ik bij de open deur van het huis sta steek ik mijn hoofd zachtjes om het hoekje. 'Hallo?' roep ik zacht naar binnen. Weer geen antwoord, maar wel weer een geluid dat ik niet kan prijsgeven. Ik haal even diep adem en loop dan naar binnen. In de hal is niks te zien. Ik loop door en kom in de woonkamer van het huis. Zo te zien is er hier al gemoord; er ligt een lichaam op de bank en er zit bloed op de muren. Angstig waag ik mezelf de woonkamer in, terwijl ik niet naar het lijk probeer te kijken. Ineens valt er achter me iets om. Ik draai me met een gil om, maar zie niks. Nog banger dan dat ik al was loop ik naar de plek waar het geluid vandaan kwam; de keuken. Ik sluip de grote kamer in en zie een tafel met stoelen eraan staan en verder keukenkastjes, een wasbak en een koelkast. Ik ruik eten en mijn maag schreeuwt er meteen daarna ook om. Ik doe de rugzak af en zet die even op de keukentafel. Ik loop naar de koelkast, maar zodra ik die open trek ruik ik vieze geuren; de koelkast staat vol met wat eens lekkere dingen waren, maar alles is beschimmeld. Ik doe hem weer dicht en doe een keukenkastje open. Meteen zie ik dingen staan als rijst en pasta en als ik wat opzij schuif vind ik ook pakken met koekjes. Ik trek een pak met kaneelkoekjes uit het kastje en doe hem dan weer dicht. Ik scheur het pak met een nagel open en stop een koekje in mijn mond. Het smaakt erg lekker en al snel heb ik het halve pakje op. Dan klinken er rennende voetstappen achter me en ineens word ik gevloerd. Er zit een ouder meisje op mijn buik en ze houdt haar hand op mijn mond gedrukt. Ik wil haar krabben en wegduwen, maar net te laat heb ik door dat ze een pan in haar handen heeft. En zoals verwacht krijg ik een harde klap tegen mijn hoofd, waarna mijn ogen dichtvallen.
__________
Henlo!
Sorry, dit deel was best kort en aangezien ik het schrijf eindigt het weer met een cliffhanger.
Maar ik beloof (denk ik) dat het volgende deel wel langer zal zijn.
Voor nu, goodnight!
Bye!
__________
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro