
4
Celene hing haar jagerstas aan de kapstok, samen met haar jagersjas. Ze schopte haar modderlaarzen uit en verplaatste zich naar boven, haar moeder schreeuwde nog iets naar haar. Celene luisterde niet.
Op haar bed lag haar jurk al klaar, grijs, saai en oud. Omdat ze in de armoedigste wijk woonde van district 6 hadden ze geen douch, dus liet ze zich zakken in de badkuip, die haar moeder had klaargemaakt en vol had laten lopen met warm water.
Het water omhelsde haar op dezelfde manier als de frisse lucht het deed. Ze waste al het vuil van haar lichaam, haar haren glommen toen ze uit het bad klom. Ze droogde zich en verplaatste zich naar haar kamer. Ze trok de saaie jurk aan, zoals al haar boetekleren zaten ze lekker.
Onder deed ze haar schoenen aan en liep ze naar de keuken. Haar moeder had de kip, die ze eerder die dag voordat ze naar de Dam ging had geschoten, in een pan gedaan en was het nu aan bakken. Haar moeder zal er ook een salade bij doen, waar Celene ook voor had gezorgd.
Het zal een lekkere maaltijd worden als ze terug zouden komen.
Áls ze terug kwam.
Als ze niet terug kwam sloten haar ouders de luiken van het huis en rouwde om haar dood, want er was geen reden dat Celene het kon overleven. Want niemand zou kunnen winnen uit het armoedige deel van district 6.
''Is ie goed?'' vroeg ze aan haar moeder. Haar moeder draaide zich om en liep naar een van de keukenkastjes, ze haalde de kruiden eruit.
''Ja,'' antwoordde haar moeder, ''een heel goede kip. Goed gedaan-'' ze gaf Celene een kus op haar voorhoofd.
Ze aten brood met boter voor het middageten en verplaatsten zich naar het gerechtsgebouw. Haar vader haalde zijn handen door Celene's lange gedroogde rode haren. Ze sloeg zachtjes zijn hand weg en zorgde ervoor dat haar haar weer normaal eruit zag.
Bij het gerechtsgebouw waren veel lui, vooral ouders en familie. De meisjes stonden in lange rijen voor de tafeltjes, Celene zei haar moeder en vader gedag en voegde zich bij de andere meisjes. Verderop in de rij zag ze het meisje dat haar vanochtend had aangesproken.
Ze had nu geen zuinig glimlachje op haar mond, er stond nu alleen argwaan en angst op haar gezicht.
De rij werd steeds korter, Celene keek naar de groep die aan wachten was tot ze mochten kijken naar de boete. De jongen met het zanderige haar ving haar blik, hij knipoogde en glimlachte naar haar. Ze dwong haar zelf terug te glimlachen en ze deed het zonder moeite.
Zod glimlachte alleen maar meer, hij draaide zich om naar een van zijn vrienden en begon met hun te praten.
''Vinger,'' commandeerde de man achter het tafeltje. Celene stak haar vinger uit en ze voelde een klein steekje door het topje van haar wijsvinger trekken. ''Doorlopen.'' Ze volgde zijn commando's en voegde zich bij de andere meisjes van haar leeftijd.
De vakken met leeftijden liepen snel vol, het pad in het middel bleef bewaard door de omleiding. Niemand zei iets tegen Celene, ze had niet veel vrienden op school of niet op school. Ze was het buitenbeentje, de enige vrienden die ze had waren Zod en Haymitch, ze was niet zo trots op haar laatste vriendschap.
Toen iedereen er was stapte de burgemeester op het podium, hij kletste over hoe de revolutie eruit zag, waarom de mensen in opstand kwamen en waarom ze verslagen waren. Daarna over de nieuwe regels. Hij zei nog dat hij blij was om hier te zijn, terwijl iedereen wist dat de burgemeester het district eigenlijk haatte met heel zijn leven.
''Ik wil graag de oude winnaars verwelkomen-'' Celene lette nooit op hun namen, omdat ze die al kende. De bekende klanten kwamen het podium op, Haymitch strompelde een beetje, maar werd geholpen door de enige nuchtere winnaar.
''Dan wil ik graag Rhea MacKinnon naar voren roepen,'' kondigde de burgermeester aan. Hij liep naar de stoelen aan de zijkant van het podium en ging zitten. in plaats van de burgermeester kwam de opgemaakte vrouw van het Capitool naar voren.
Ze had enorm hoge hakken aan, haar jurk was roze met een hoepelrok, haar haar was torenhoog. het zag er belachelijk uit.
''Welkom, welkom, welkom, bij de boete,'' zei ze met een glimlach. ''Fijne 99e hongerspelen! En mogen de kansen ímmer in je voordeel zijn,'' tetterde ze over enthousiast op.
Celene moest aan Zod denken, als hij dit haar toewenste zal het allemaal goed komen.
''Zó fijn om hier weer te zijn,'' zei Rhea met een lach, ''en om weer twee prachtige jonge dames te trekken. Dus ik laat jullie niet meer wachten.''
Ze liep onmogelijk op haar hoge hakken naar de grote glazen bol midden op het podium, ze graaide ertussen om de spanning erin te houden. Celene wilde gewoon dat ze opschoot, dan kon ze naar huis en van het avondeten genieten.
Rhea pakte een van de briefjes eruit. Ze jogde terug naar de microfoon en keek naar de groep voor haar. ''De éérste vrouwelijke tribuut ís-'' ze maakte het briefje open en las het, daarna bleef het even stil- ''ís-'' herhaalde ze.
Celene kon haar wel slaan.
''Aphro Brown.''
Celene's hart voelde een schok. Misschien de schok van de menigte, misschien de schok van haarzelf.
Aphro Brown was de nicht van de winnaar van achttien jaar geleden, wat zo bijzonder was voor deze winnaar was dat hij maanden na zijn winnaarstour gevonden werd in zijn huis, longontsteking hadden ze gezegd. Maar iedereen wist wat er echt aan de hand was geweest. maar niemand durfde het uit te spreken, ze waren te bang voor de gevolgen. De gevolgen hadden ze allemaal gezien op de televisie.
En nu was zijn nicht in district 6, daarom had Celene haar nooit gezien. Ze was nieuw, dat kon, mensen konden met de toestemming van het Capitool verhuizen van het een naar het andere district sinds de revolutie, net als Haymitch.
Celene werd terug gezogen in de realiteit, het meisje van vanmorgen maakte zich een weg door de massa meisjes. De blik op haar gezicht vertelde alles, ze was bang, ze vond het onredelijk, ze wist niet wat ze moest denken.
In haar ogen zaten tranen, het twaalfjarige meisje bereikte het gangpad. Achter haar hoorde Celene iemand schreeuwen om haar naam. Ze keek naar wie het vandaan kwam, een huilende moeder, haar hand op haar buik.
Een mengeling van gevoelens belandde in Celene's lichaam, haar hart en hoofd vertelde haar verschillende dingen. Het speet haar voor de moeder, wiens kind nu recht in haar dood liep, het speet haar voor het lot van haar broer, het speet haar voor alles waar ze nu door heen gingen.
Het leek alsof het haar schuld was, alsof zij het had gedaan.
Aphro Brown werd opgevangen en naar het podium gebracht.
Celene kon tenminste iets doen in de spelen, een meisje dat nog onschuldiger uit zag dan een eekhoorn kon zich niet verdedigen. Kon niet winnen.
En met die vooruit blik stapte ze uit de massa kinderen.
''Ik bied me aan,'' zei ze schor. Maar de vredesbewakers hoorden het niet, Rhea hoorde het niet, niemand hoorden het, alleen de leeftijdsgenoten die dichtbij haar stonden en haar met geschokte gezichten aankeken.
''Ik bied me aan,'' ze verhief haar stem. Een vredebewaker keek om, Rhea keek op, meerdere mensen hoorden het nu. maar de vredesbewakers stopten niet met het begeleidden van het meisje. Het was tegen het protocol.
''Ik bied me aan!'' schreeuwde ze, haar stem echoënde met kracht. Alle vredesbewakers keken om, maar deden niets. Hoe konden ze haar zo negeren? Ze hadden niet meer privilege's als haar.
Ze rende naar de vredesbewakers, iemand trok haar terug. Ze rukte zich uit de vredesbewakers zijn armen, maar werd teruggetrokken door meer vredesbewakers. Ze trokken haar van de voorste vredesbewakers weg en zorgden ervoor dat ze achter hun ging staan.
Het meisje was nu voor het podium, en werd bijna naar de zijkant gebracht. Ze duwde de vredesbewakers woedend en ruw aan de kant, ''ik bied me aan- IK BIED ME AAN ALS TRIBUUT!''
De microfoon piepte, Rhea's ogen werden groot, sommige mensen hapten nu pas naar adem. ''Ik bied me aan!'' herhaalde Celene nog een keer. Daarna viel er een ijzige stilte.
Rhea knikte naar de vredebewakers, ze lieten de armen van het meisje los, Celene rende naar haar toe. Toen het meisje haar zag ontsnapte er een kreetje uit haar mond, ze herkende haar van de Dam.
Celene knielde voor haar neer, ze pakte haar handen vast, ''beloof me dat je grote beesten probeert, je kunt naar mijn ouders gaan, nummer zes in de arme wijk, ok? Je vraagt om de boog en de pijlen, je kunt naar Zod Paige en-''
-''Stop,'' schreeuwde het meisje, ''dit mag niet.''
Blijkbaar vonden de vredebewakers en Rhea het goed dat de twee meisjes even een momentje hadden. ''Jawel, ik kan iets doen in dit spel, jij niet-'' ze stond op en de vredesbewakers wilden haar vastpakken, maar werden onderbroken door het meisje.
Aphro klemde zich vast aan Celene's middel en huilde tegen haar buik aan. Celene probeerde haar weg te duwen, maar het kleine meisje was sterker dan ze dacht.
''Laat me door,'' klonk een zware stem. Zod pakte het meisje vast en trok haar van Celene af, hij knikte even naar haar en gunde haar een glimlachje. Aphro liet het gebeuren, Zod droeg haar van Celene en de vredesbewakers weg.
De vredesbewakers pakten Celene's armen vast en begeleidden haar naar het podium.
Het enige wat ze voelde was het rare gevoel in haar buik en in haar hart, een gapend gevoel, een verwijtend gevoel. Maar het was allemaal haar schuld, ze mocht zich daarom niet laten kennen.
Rhea hielp haar het podium op. ze plantte haar neer naast de microfoon.
''Wat is je naam, meid?'' vroeg Rhea enthousiast.
''Celene Watson,'' mompelde ze.
''Celene Watson,'' herhaalde Rhea in de microfoon, ''wat is Aphro voor jouw?''
Celene vroeg zich af waarom het zo gemakkelijk ging. Maar toen bedacht ze zich dat meestal ze nadat de tribuut op het podium was gekomen vroegen als iemand zich aan wilde bieden, het was iets dat ze vergeten was en nu weer herinnerde.
''Een vriend,'' loog ze, niemand zal geloven dat ze zich had aangeboden voor een vreemde.
''Nou, het was wel een grote entree.. maar lang kunnen we er niet over praten-'' Celene keek naar Aphro en haar moeder, ze stonden bij elkaar, Aphro had haar armen om haar moeders buik geslagen en ze had haar oor erop gelegd.
Zod stond ernaast, zijn blik ernstig en kieskeurig. Alsof hij aan denken was aan de manieren om haar van het podium af te krijgen, wat hij ook aan doen was, wist ze. Het zou haar niet verbazen dat Zod het ook werkelijk deed.
Het begon midden in de groep meisjes, een hand met wijs-ring en middelvinger werd omhoog gestoken. Een teken van respect, het teken voor vaarwel van een geliefde. Het teken van de Spotgaai, het teken dat verboden was.
Al snel volgden de meerderheid van de toeschouwers, de rest van de kinderen deden ook mee. Het was muisstil, het werd doorbroken door het vierklankingen geluid, het geluid van de Spotgaai.
''Laten we de volgende tribuut gaan trekken!'' onderbrak Rhea enthousiast, waarom zou ze het somber verwoorden? ze had een vrijwilliger en een grote entree gekregen, met een fantastisch illegaal vaarwel, niets was beter voor de Capitool bewoners, want dadelijk zagen ze nog meer bloed dan moest vloeien.
Het proces ging opnieuw, Rhea wachtte niet zo lang meer om de naam voor te lezen. Beter ook, want het leek wel alsof Celene al uren in de vakken had gestaan.
''De tweede tribuut van district 6 ís.. Maia Kelly!''
Celene volgde met haar ogen het jonge meisje met de bruine haren en de lichte ogen, ze werd het podium opgeholpen door Rhea. Niemand wilde zich aanbieden voor haar, niemand durfden het als Celene.
Ze schudden elkaar de hand, het jonge meisje had tranen in haar ogen. Ze werden door de vredesbewakers naar binnen gebracht. Celene werd achtergelaten in een kleine kamer, met een grijze beklede bank, een bloempot op een lage kast en een raam met ijzeren stijlen ervoor, als in een gevangenis.
De eerste die afscheid kwamen nemen waren haar ouders, ze vertelden haar de dingen die ze moest doen en dat ze van haar hielden. Maar Celene huilde niet, ze hield haarzelf sterk. Ze vertelde ze dat ze Aphro de boog mee moesten geven. Haar ouders verlieten haar te snel met een knuffel en een kus.
Kort daarna werd de deur weer opengemaakt.
''Het spijt me,'' zei ze tegen Zod, alleen klonk haar stem niet echt alsof ze het meende. Zod nam haar in een omhelzing en trok zich vrij snel terug, hij pakte haar bij haar schouders vast en keek haar recht aan.
''Je weet hoe je moet jagen,'' kalmeerde hij haar.
En dat was het punt, ze wist hoe ze moest jagen.
''Op dieren,'' weerde Celene tegen, ''niet op mensen.''
''Ze zijn niet erg verschillend,'' zei Zod barst. Celene knikte langzaam, ''je moet het me beloven,'' dwong hij haar, ''dat je terug komt.''
Ze knikte langzaam, ''ja,'' mompelde ze gesmoord. ''Beloofd.''
Het duurde even tot het moeizame gesprek weer op de rails werd gezet, ''wat is er gebeurd met het meisje?'' vroeg ze.
''Meegenomen,'' antwoordde hij, ''probeerde ze nog tegen te houden, maar-''
De deur werd opengemaakt, Zod knikte en hij zocht in zijn broekzak naar iets. uiteindelijk haalde hij er een zilveren ketting uit, hij duwde het in Celene's handen, ''het was van mijn moeder,'' legde hij uit, ''maar ze wilde het ooit aan jou geven, omdat je me- je weet wel.''
Celene nam de ketting aan en Zod verliet de kamer. Celene voelde nu pas de impact van haar keuze, het was niet zomaar iets, het besliste haar leven.
Daarna kreeg ze nog bezoek van Aphro en haar moeder, ze bedankten haar, maar Celene kon het niet volgen, ze knikte maar en knuffelde terug. Ze verlieten haar snel en de vredesbewakers kwamen haar al halen.
Ze hielpen haar het gebouw uit. Het treinstation lag achter het gerechtsgebouw, Rhea hielp haar erop en bracht haar naar een wagon vol met eten. Daarna kwam Maia binnenlopen, ze ging bij het raam zitten.
De trein begon te vertrekken, hij trok haar zo naar haar leven óf naar haar dood.
A/N
DAT WAS HET... NEE GRAPJE, HEHEHE. IK HOOP DAT JULLIE EEN BEETJE GENIETEN VAN DE EERSTE HOOFDSTUKJES, ZE ZIJN NU VOORAL EEN BEETJE SAAI EN UITGEBREID, MAAR AL SNEL KOMT ER MEER ACTIE EN GESCHIEDENIS VAN DE PERSONAGE'S BIJ.
EN.. MIJN INSPI VOOR DIT HOOFDSTUK WAS HET LIEDJE WE ARE BULLETPROOF-THE ETERNAL-BTS
DAG, MAGIC
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro