Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

3



Jennifers lichaam bevroor, de woorden van de Capitool vrouw bleven in haar hoofd echoën.  Het bonkten tegen haar hoofd als hamers en zorgden ervoor dat ze een pleitende koppijn kreeg. Haar buik draaide zich om, ze kreeg te neiging om over te geven.

''Jennifer?'' riep Cassandra van Delta door de microfoon. ''Jennifer.''

Jenn luisterde niet, ze hoorde alleen het geroesemoes van de massa voor haar en het bonken van haar hart.

''Jennifer?''

Iemand tikte haar tegen haar arm, het was het meisje van net. Jenn werd terug in de realiteit gezogen, een druk viel tegen haar lichaam aan en zorgde ervoor dat haar traanbuizen volstroomden.

Langzaam kwam ze in beweging, ze moest haar voeten aansturen om iets te doen. ze voelde hoe de vredesbewakers haar arm pakten en haar uit de massa meisjes trokken. Ze duwden haar naar het podium.

Het was een grote waas, een grote wazige plek in haar netvlies. Het zat haar dwars, een raar gevoel belaagde haar. Het leek net een droom, alles was net zo wazig als in een droom.

Misschien was het ook een droom, misschien zal ze zomenteen wakker worden in haar bed en ontdekken dat ze nog steeds naar de boete moest. Maar ze had dit eerder gedroomd, en nooit had de droom er zo duidelijk en onduidelijk uit gezien.

''JENN!'' de schreeuw was angstaanjagend, het leek alsof iemand door een pijl geschoten was en nu probeerde om hulp te roepen. Zijn stem klonk buiten adem en het trilde.

Ze draaide haar hoofd om en zag hoe Finn zich een weg door de vredesbewakers probeerde te maken, zijn vuist raakte een van hun en tien vuisten kwamen terug.

Cassandra hielp haar het podium op, ze pakte haar hand vast en begeleidde haar naar de microfoon. Jenns ogen keken alleen naar Finn, de vredesbewakers hadden hem vastgepakt en droegen hem weg.

Ze bedacht zich wat er met hem ging gebeuren, je kon niet zomaar zo een boete onderbreken. Dat mocht niet en ze zouden hem straffen. Nog een gevoel mengde zich met de druk, het gevoel van spijt en schuldigheid.

''Jij bent Jennifer Odair?'' vroeg Cassandra overdreven. Jenn knikte langzaam, ze keek nu naar de massa kinderen voor haar. Ze keken haar elk met ongeloof aan. Ze was een dochter van twee winnaars, de mensen van district 4 dachten altijd dat de kinderen van winnaars nooit gekozen werden. Maar het tegendeel was bewezen.

''En je bent de dochter van twee winnaars,'' het klonk niet vragend, maar bevestigend. Jenn knikte weer langzaam. ''Fantastisch,'' schaterde Cassandra overdreven. ''Wilt iemand zich aanbieden?''

Het muisstil, niemand durfden en niemand wilden Jenns plaats innemen.

Ze huppelde op haar plaats en ging weer verder, ''dan gaan we nu verder met de tweede vrouwelijk tribuut.'' Cassandra liep waggelend naar dezelfde glazen bol, ze graaide nu sneller erdoor heen en haalde het bovenste briefje eruit. Ze huppelde terug naar de microfoon.

''En de tweede tribuut is..'' ze maakte het briefje open en hield het voor haar gezicht. Jenn kon het net niet lezen... ''Medea Argo,'' las ze voor.

Vele meisjes keken naar de getrokken vijftienjarige, ze wisten allemaal wie ze was en wat ze van Jenn was. Jenn keek ook naar het grauwe blonde meisje. Er was nog maar een ding waar ze nu over dacht.

Finn.

Medea stond aan de andere kant van het plein waar Jenn stond, langzaam liep ze uit de groep kinderen naar het pad in het midden. Ook deze keer pakten de vredesbewakers haar vast en trokken haar liefdadig naar het podium.

Cassandra hielp haar het podium op en zette haar een meter van Jenn. Medea keek even naar haar, haar ogen stonden vol met tranen en Jenn wist zeker dat ze hetzelfde dacht als haar.

Finn.

Jenn merkte niet meer wat Cassandra zei, ze merkte niet hoe de boete werd afgesloten, ze merkte haast niet hoe ze Medea's hand vastpakte en schudde. Ze merkte niet hoe de vredesbewakers haar vastpakten en het gerechtsgebouw in sleepten.

Ze kwam pas bij zinnen toen ze de rode fluwelen stof voelde. Ze zat op een sofa, in de hoek van de kamer stond een spiegel, een grote kast aan de andere kant van de kamer en een blauw tapijt op de grond.

Ze liet haar vingers glijden over de zachte stof van de sofa, het moest haar denken aan haar eigen huis en de warmte die binnen huisde.

Finn.

Ze beet op haar lip om de tranen tegen te houden, maar toch begonnen haar ogen te jeuken. Ze wreef erin, probeerde te glimlachen, maar haar hart liet het niet toe. in haar borstkas lag een verschrikkelijke pijn, het leek wel op een gat, een gat dat zich dieper groef en dieper groef en haar ziel in een duisternis achterliet.

Ze was getrokken.

Ze was een tribuut.

Ze ging naar het Capitool en naar de arena.

Ze zou worden vermoord.

Ze zou Medea moeten vermoorden, Medea, de persoon waar haar broer van hield.

Uit haar mond ontsnapte een snik, een traan ontsnapte uit haar ooghoek. Nog een snik, deze hartiger en luider.

Waarom moest ze huilen? Waarom huilde ze alsof ze dood ging? Ze was hier voor getraind, ze kon vechten, ze kon met wapens omgaan. Ze zal het tot de laatste drie overleven, ze zal het overleven voor Finn en voor haar moeder.

De deur werd opengegooid en haar moeder werd naar binnen geduwd. Ze had tranen in haar ogen en leek tien jaar ouder te zijn.

''Mam,'' fluisterde Jenn toen ze opstond. Haar moeder suste haar om Jenn in haar armen te laten vallen. Jenn drukte haar hoofd tegen haar borst, ze wilde haar hartslag horen, om te weten dat ze niet dood zal gaan.

''Het komt allemaal goed, meisje, je komt er wel uit,'' suste haar moeder haar.

Jenn knikte bijna onzichtbaar, ''Finn,'' mompelde ze, ''waar is Finn?''

''Weet ik niet,'' antwoordde haar moeder. ''Maar het komt wel goed met hem,'' verzekerde ze Jenn.

''Maar Medea?''

''Weet ik- weet ik,'' fluisterde haar moeder, ze legde haar lippen op Jenns voorhoofd en kuste zachtjes haar hoofd. ''Maar het komt wel goed- je moet haar gewoon helpen-''

''Maar wat als ze-'' Jenn stopte- ''wat als we- wat als ze-'' ze kwam niet uit haar woorden, ze wilde niet uit haar woorden komen, de wereld om haar heen drukte op haar als een gebouw dat instortte. De zware stenen vielen op haar lichaam en zogen haar levenskracht uit haar.

Haar moeder suste haar, ze duwde haar meer tegen zich aan, ''Jenn,'' fluisterde ze, ''je moet goed naar me luisteren.'' Jenn knikte zachtjes. ''Toen je vader werd gekozen voor de hongerspelen en hij won gebeurde er niet leuke dingen met hem fysiek-'' legde ze uit- ''toen ik won gebeurde er geen leuke dingen met me mentaal- maar jij hoeft geen beiden te zijn, jij hoeft geen pion te zijn in hun spel, omdat je de beiden kanten van je ouders hebt-ok?''

Jenn snapte niet wat haar moeder haar vertelde, ze hadden het nooit over haar vader of de hongerspelen van haar moeder. ''Ik snap het niet,'' gaf ze uiteindelijk toe.

''Dat hoeft ook nog niet,'' zei haar moeder, ''je begrijpt het pas als je het moet snappen, ok?''

''Ok,'' fluisterde Jenn tegen de stof van haar jurk.

''Ok,'' voegde haar moeder toe, ''je gaat naar het Capitool en je laat de gekken daar zien dat je niet klein te krijgen bent.''

''Ik ben niet klein te krijgen,'' herhaalde Jenn.

Haar moeder zuchtte diep en liet haar los, ze pakte Jenns hand vast en legde er iets in, toen ze keek zag ze wat het was. een speld, er was een vogel met zijn vleugels uitgeklapt uitgebeeld. het was van brons en het glinsterende dof.

''Je district aandenken,'' legde haar moeder uit, ''een Spotgaaispeld.''

''Ze zijn verboden,'' protesteerde Jenn. Haar moeder knikte instemmend. ''Dat klopt en daarom moet je het ook aan niemand laten zien.''

''Makkelijker gezegd dan gedaan,'' mompelde Jenn.

Jenn hoorde de klink van de deur omlaag gaan, ''ik moet gaan,'' zei haar moeder tegen haar. ''Je belooft me terug te komen van je eerste hongerspelen.''

''Beloofd.''

Haar moeder vouwde Jenns vingers samen om de Spotgaaispeld en volgde de vredesbewakers mee naar buiten. Ze keek nog even naar Jenn en knikte. De deur werd dicht geramd en de voetstappen van haar moeder echoënde weg.

Jenns handen begonnen te trillen, ze snikte meer. Haar borst ging lustig omhoog, ze snakte naar lucht en naar rust. Ze bleef op de plek staan waar hij moeder haar had achtergelaten, ze knalde haar vingers tot vuisten. de Spotgaai speld drukte tegen haar huid aan tot het pijn deed.

Ze schrok op van haar gedachten door de naderden voetstappen. De deur werd opengedaan en de jongen met bruine grauwe haren, zijn donkere  zochten die van haar.

''Finn,'' zuchtte ze. Ze viel in zijn armen en deed hetzelfde als ze bij hun moeder had gedaan, ze drukte haar hoofd tegen zijn borst om zijn hartslag te vinden, het was iets van vroeger, het spelletje dat ze speelden. Als je de hartslag vond was alles goed en had je gewonnen, maar ze kon zijn hartslag niet vinden.

''Rustig maar Jenn,'' zei Finn droog tegen haar, ''je verliest niet.'' Jenn trok weg van haar grote broer en keek hem aan. Onder zijn oog was een beetje gezwollen en zijn haar zat meer in de war dan ze voor de boete zaten. Op zijn lippen zat een zuinig glimlachje.

In plaats van op zijn eerdere zinnen te reageren vroeg ze iets anders, ''Medea? Ben je bij Medea geweest.''

''Ja,'' zijn stem stokte. ''Nadat ik me een weg naar buiten heb geknokt ben ik naar haar toe gegaan-'' zijn stem klonk erg anders dan net, het leek nu opgedikt met tranen. Maar in zijn ogen stonden geen tranen, het grijze oppervlakte was helder.

''Wat-''

''Ze verwijt je niets, Jennifer,'' sprak hij haar streng toe, ''en je gaat haar niet vermoorden, er zitten twintig andere moordlustige vrouwen bij je in de arena, er is geen kans dat jij het doet of dat ze jou-''

-''je doet alsof we het niet gaat overleven-''

-''inderdaad-'' onderbrak Finn haar- ''want je kunt beter van het slechtste uitgaan.''

''Je kunt er niet vanuit gaan dat we dood gaan, Finnick!'' schreeuwde ze naar hem.

''Nou en?'' schreeuwde hij terug, ''het is zo! Iedereen gaat ooit dood!''

''Maar niet zo-''

''Precies zo!''

De deur werd woest opengegooid. ''Daar is hij-'' klonk het uit de maskers van de vredesbewakers. Ze pakten Finn bij zijn armen vast, maar Finn liet zich niet zomaar wegvoeren. Hij sloeg de handen weg en rende naar Jenn toe. Hij sloeg zijn armen om haar heen en Jenn voelde hoe hij meteen weg werd getrokken.

''Het spijt me'', zei hij zonder woorden voordat hij uit het zicht verdween.

Jenn liet zich paniekerig op de grond vallen en wachtte tot de vredesbewakers haar mee namen naar de trein. Ze kwamen na een paar minuten, deze keer hielden ze haar niet vast, maar liep ze tussen vier van hen in naar buiten.

Achter het gerechtsgebouw stond een auto, Jenn had nooit in een auto gezeten, zo'n privilege kreeg je ook niet als winnaar. District 4 had vier auto's onder de burgers, eentje voor de arts, eentje voor de burgemeester, eentje voor de bakker en de laatste voor de directeur van het grote visbedrijf.

Jenn stapte in de auto en werd verrast door een niet- huilende Medea, ze had helemaal niet gehuild, haar ogen waren helderder dan die van Jenn. Ze kon zich wel voor haar hoofd slaan, waarom had ze zo veel gehuild? Ze was een beroeps, voor godzijdank, ze moest zich niet zwak voorlaten komen.

Dat plan was dus mislukt. Cassandra ging naast Jenn zitten, ze klapte enthousiast in haar handen en vroeg soms iets aan de twee tributen, zij gaven net antwoord.

Na een kwartier stopte de auto met rijden, ze kwamen aan bij het treinstation, daar stond een cameraploeg en fotografen, Jenn wist niet zeker waarom ze hier waren, ze keek namelijk nooit de boetes terug.

Cassandra hielp hun uit de auto en begeleidde hun glimlachend de trein in. Ze leidde hun naar een wagon met het meeste eten dat Jenn ooit had gezien, voor haar was de armoede niet veel, ze had zichzelf nooit in moeten schrijven voor de bonnen, omdat ze veel geld hadden. maar voor Medea moest dit wel een heel ander zicht zijn. want nu zagen ze ook ander eten, die uit het Capitool kwamen.

Cassandra plantte hen aan twee stoelen. ''Jullie mentor komt zo,'' tetterde ze, daarna verdween ze naar een andere wagon.

''Wat denk je dat met Finn gaat gebeuren?'' vroeg Medea om de stilte te verbreken.

Jenn pijnigde haar hersenen en dacht over wat haar moeder had vertelt over de revolutie, sommige straffen tijdens de revolutie waren namelijk overgenomen door de president en wettig ingevoerd.

''Hij wordt niet geschoten,'' zei Jenn eindelijk. Ze volgde Medea's vingers die om een kleine ring zaten. ''Wellicht zweepslagen.''

Uit Medea's mond kwam een goedkeurend geluidje. Jenn snapte niet dat ze hier ok mee was. Medea bewoog de ring om haar ringvinger, ze haalde eens diep adem en zuchtte.

''Wat is dat?'' floepte Jenn eruit.

Medea keek op, ''een beloftes ring,'' legde ze uit.

Dezelfde deur waar Cassandra in was verdwenen werd opengesmeten. Hun mentor stond in de deuropening, hij keek uiterst nieuwsgierig.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro