
21
Medea liet haar lichaam kreunend in het water zakken. De beek was gevuld met kiezelstenen en hier en der vlogen er ook een paar visjes langs, dezelfde vissen als in de poel waar Delphi en Celene overnacht hadden. Medea vertelde niets toen ze in het water was, ze waste haarzelf alleen en dronk uit het schone water.
Delphi probeerde twee waterflessen te maken van het leer dat Medea in haar bezit had, Celene stond op wacht. Het was gevaarlijk om in de open ruimte zo onbeschermd te rustten. Maar ze wist ook dat áls de beroeps kwamen ze hen niet zouden bereiken als ze hier waren. Zelfs beroeps zouden de klim door het regenwoud lastig vinden.
Het was nu nog allemaal goed en rustig, er was geen tribuut en ook geen spoor van anderen wilde beesten. Maar Celene wist dat het ergste nog moest komen, ze wist niet hoe ze van de beroeps af moesten komen en hoe ze überhaupt zich moesten verstoppen deze dag. De bergen waren namelijk niet binnen een paar uur beklommen en de beroeps zouden hen op een gegeven moment toch inhalen of vinden.
''Delphi,'' zei Celene uiteindelijk, Delphi stopte met haar bezigheid en knikte. ''Denk je dat je de mijnen onder de voetstukken kan deactiveren?''
''Ja, denk het'' antwoordde ze, ''hoezo?''
''Weet ik niet,'' antwoordde Celene eerlijk, ''misschien hebben we er iets aan.''
Delphi knikte kennend, ''we kunnen het gebruiken als val, we graven rond de mijnen, deactiveren de mijnen, halen ze eruit, begraven ze ergens anders en activeren ze weer..'' ze leek de situatie te peilen.. ''maar dan moeten er geen beroeps- of tributen bij de hoorn zijn natuurlijk.''
Celene knikte kennend, ''we zien wel.''
Medea klom uit het water en zakte op de grond, ze pakte de enigste waterfles van de grond en begon er weer aan te drinken. ''Sorry,'' mompelde ze toen ze klaar was, ''ik heb geen water meer gezien toen ik dat bos in verdween.''
''Maakt niet uit,'' verzekerde Celene haar, ''wij hadden hetzelfde probleem.''
''Maar jullie vonden wel water.''
''Op het nippertje,'' bemoeide Delphi haar ermee, ''als we die bril niet hadden gebruikt hadden we niets gevonden— en natuurlijk Celene's klimtalenten-'' Celene glimlachte onschuldig.
Medea nam nog een slok van haar water. ''Hoe ben jij levend aan de rand van het bos gekomen?'' vroeg Celene, ''zonder water ben je meteen al de klos.''
''Geen idee,'' gaf Medea toe, ''toen je me gevonden had ging ik al bijna dood,'' grapte ze met een klein glimlachje, ze pakte uit de tas het blad met zalmblokjes, ze haalde een van de zalmblokjes eruit en begon te eten ''maar ik kwam wel nog 8 tegen.'' Zei met volle mond.
''Welke?'' vroeg Delphi.
''Vrijwilliger,'' kauwde Medea. Ze slikte de zalm door, ''botste tegen haar aan, ze rende meteen weg toen we overeind kwamen.. Nog iets gehoord van de anderen?'' vroeg ze na een tijdje.
''Nee,'' antwoordde Celene, ''niets. Het beste is dat we naar het hoogste punt gaan dat we kunnen bereiken, want daar zitten we veilig, misschien hebben de anderen ook hetzelfde idee.''
Medea knikte instemmend, Delphi ging door met haar waterzakjes.
Toen Delphi haar waterzakjes klaar had- met een beetje hulp van Medea. Vertrokken ze naar de bergen. ze pakten alles in, Medea droeg haar eigen tas en wapens, Celene droeg de speer en de andere rugzak en Delphi pakte het mes.
Het grasland lag er stil bij, het gras waaide niet door de wind en er waren geen bijen of andere dieren. De natuur was hier weer helemaal anders dan in het eerdere bos en bij de hoorn. De spelmakers hadden van de meeste klimaten verschillende landschapen in de arena verwerkt, iets dat in het echt leven niet mogelijk was.
De helling werd steeds steiler, de grond was glad en ze moesten uitkijken om niet uit te glijden. Ze bereikten de loofbomengordel toen de zon helemaal bovenaan aan de hemel stond, ze scheen nu ook feller dan normaal en het was even weer net zo heet als in het regenwoud. De warmte daalde in de loofbomengordel, er hing tussen de bomen een klein middelmatig tempratuur en was goed te doen.
De helling ging hier weer een beetje flakker, ze stopte nadat ze vijftig meter afgelegd hadden. Ze dronken water, Celene vond een wildspoor en zette met behulp van Medea een val op. Ze verborgen het door er bladeren op te leggen. Ze besloten om een uur te wachten tot er een dier kwam.
Ze klommen in een van de loofbomen, twee meter van het wildspoor vandaan, Celene wikkelde het touw om hun middels heen zodat ze niet zouden vallen. Ze wachtten lang, Medea leek op de verg van slaap, net zoals Delphi toen er voetstappen klonken.
Celene schudde Delphi en Medea wakker, de twee keken nu ook nieuwsgierig naar beneden. Ze wisten allemaal dat het een tribuut moest zijn, dieren hadden niet zulke zware voetstappen. Al snel konden ze het bruine haar van een tribuut zien, Celene herkende haar als het meisje van 12, Alliara.
Ze had de neiging om naar beneden te springen en haar naar boven te slepen, Medea kon haar gedachten voelen en legde haar hand op Celene's schouder en schudde haar hoofd. Celene knikte, ze moest haar ervan weerhouden om het toch te doen.
Alliara had niets door en liep verder, Celene zag dat ze geen wapens had, maar wel een rugzak. Hoe zou ze overleven als Celene niet ingreep? Maar ze kon ook niet haar niets aantrekken van Medea's waarschuwing, en ja, ze wist zelf ook wel dat Alliara niet helemaal te vertrouwen was en ze zouden alleen bondgenoten toevoegen als ze elkaar vertrouwde.
Ze bleven zitten en keken hoe Alliara net naast hun val liep en verder liep, naar links.
Na een kwartier kwam er een konijn aanlopen over het wildspoor, hij snoof eerst omhoog en naar links en rechts. Celene wist dat hij hen rijden rook en ze wist dat hij wist dat ze ergens in de buurt waren, maar toch huppelde het konijn zo de val in.
De houten stok viel hard op zijn nek en zijn nek brak doormidden.
Celene klom nadat ze alles gecheckt hadden uit de boom, ze haalde het konijn vanonder de stok vandaan en stopte het in haar oranje rugzak. Delphi klom snel uit de boom, gevolgd door Medea. Ze liepen verder.
Na een tijdje veranderden het loofbos regelmatig in het dennenbos. Delphi besloot vast en zeker om over iets leuks te praten. ''Dus,'' begon ze grijnzend, ''is het waar tussen jouw en die jongen?'' vroeg ze niet aan Celene, nee, ze vroeg het aan Medea.
Medea lachte even, ''waarschijnlijk,'' grijnsde ze. Celene herinnerde Medea's interview, ja, ze hadden het over een jongen gehad en over degene die haar de ring had gegeven. Celene wreef even over haar nek, haar vingers maakte contact met het harde ijzer van Zods ketting.
''Is ie niet een beetje oud?'' vroeg Delphi serieus. Celene moest van deze woorden lachen.
''Twee jaar is niet-''
-''dat is veel, Medea,'' onderbrak Celene haar. ''Dat is heel veel, het is bijna illegaal.''
Nu lachte Medea, ''sinds wanneer is dat een regel?''
''Het stond in de oude wetboeken,'' legde Celene uit. ''Maar ik denk dat je ze niet hebt gelezen.''
Medea lachte hartelijker, het gaf een soort van plezier in Celene's hart, ''moet ik dat zien als een belediging?'' vroeg ze lachend..
''Nee hoor,'' gaf Celene toe, ''misschien wel als een compliment, die oude wetboeken zijn saai.''
''Dus je vindt geschoten worden omdat je zegt dat je een eigen mening hebt leuker?'' vroeg Medea nu, iets serieuzer. Er leek haar iets over het lever gelopen te hebben.
''Nee,'' weerde Celene tegen, ''ik bedoel dat het niet zo saai is zeg maar. '' Medea knikte en zuchtte even. ''Waarschijnlijk wel ja,'' gaf ze toe.
''Maar ook al is het bijna illegaal-'' onderbrak Delphi hun gesprek, Celene was bijna vergeten dat de dertienjarige er ook was— '' maar jullie gaan wel trouwen als je wint.''
''Natuurlijk,'' zei Medea met een glimlach, ''zal niets liever willen..''
Celene dacht aan Zod en aan de gedoemde geliefden van district 12. Als het waar was wat Haymitch zei, dat Katniss niet echt van Peeta hield en het alleen maar voor de schijnwerpers was, had ze dus moeten trouwen zonder dat ze het echt wilde. Zal zoiets ook met Zod en haar gebeuren? Zouden ze moeten trouwen als ze hieruit kwam en wanneer ze Zod opnieuw zag?
''En wij worden ook uitgenodigd?'' vroeg Delphi voor de zekerheid. ''Als we winnen natuurlijk.''
'''Ja, waarschijnlijk,'' verzekerde Medea haar. Een klein sneeuwvlokje viel op Celene's hoofd, nog meer volgden. ''Maar Finn moet er wel mee eens zijn natuurlijk.''
Celene voelde een soort nostalgie toen ze dit hoorde, ze praatten alsof ze een normale wandeling door het bos maakte, terwijl ze zich in een moordlustige arena begaven. Celene wist dat de twee naast haar ook zo dachten, maar het blijkbaar niet leken te laten zien.
''En jij dan?'' vroeg Delphi aan Celene, ''vind je die jongen ook echt leuk?''
Celene keek haar even geschrokken aan, ''ja,'' zei ze daarna met een trilling in haar stem, ze wilde nu niet over Zod praatte alsof ze echt van elkaar hielden, wat niet zo was.
''Dus als we hieruit komen gaan jullie ook trouwen?'' vroeg Delphi.
''Denk 't,'' zei Celene, minder enthousiast dan ze wilde dat ze klonk, ''en dan wordt jij ook uitgenodigd..'' sprak ze enthousiaster.. ''en jij ook Medea.''
''Ik voel me vereerd,'' antwoordde Medea met een lieflijke grimas. De sneeuw begon steeds meer te vallen, de takken van de bomen raakte besneeuwd en op de grond ontstond een klein sneeuwlaagje. Het maakte het moeilijker om omhoog te klimmen op de steile heuvel.
Uiteindelijk behaalden ze de rotsengordel, de sneeuw was gestopt en er lag op de sterke grond net zo veel sneeuw als bij de dennenbomen. Al snel begon het sneeuw echter te smelten, wat eigenlijk niet mogelijk kon zijn. Het was kouder bij de rotsen dan in het bos en de zon scheen hier minder- hij was al bijna verdwenen achter de dennen- en loofbomen. Dus smelten zat er eigenlijk niet in.
Ze hielden pauze op een van de rotsen, de vis begon in Celene's mond viezer te smaken, maar ze hadden geen tijd om het konijn te vellen en te koken. Ze moesten wachtten tot ze bij een beschutte plaats waren, ergens op hoger oppervlakte en op een betere verstopplek.
Ze pakten na vijf minuten pauze hun spullen in. Celene zwaaide de rugzak om haar rug en pakte de speer stevig vast, Medea stopte haar dolk weg en pakte de andere rugzak- maar ze leek te twijfelen. Delphi stond al klaar om te vertrekken.
''Wat is er?'' Celene had Medea's twijfel gezien.
''Jullie moeten je verstoppen,'' siste ze naar haar. Celene 's ogen knepen zich samen, ''hoezo?''
''Ze komen eraan- de beroeps waarschijnlijk.''
Celene keek naar Delphi, daarna weer naar Medea, ''waar verstop jij je?''
''Ik verstop me niet,'' zei ze serieus tegen haar, ''ik hou ze tegen, zodat jullie-''
Celene liet haar niet uitpraatten, ''daar gaat niets van in,'' zei ze stug, ''jij gaat met ons mee of niemand gaat ergens naartoe.''
''Ze zijn er bijna,'' siste Medea, ''hoor je ze dan niet?''
Celene had geen tijd om te luisteren en haar adrenaline gierde door haar lichaam zodat ze zich niet kon focussen op geluiden, maar Delphi had het wel gehoord. Ze greep Celene's pols vast en trok haar weg van Medea. Celene zei niets tegen het meisje, ze wist dat Delphi alleen probeerde te doen wat Medea van ze wilde. Maar zij zelf liet Medea hier niet achter, ze verstopte haar met hen en anders helemaal niet.
Ze staarde Medea zielloos aan en probeerde iets te bedenken om hier te blijven. Medea sloeg haar met haar vlakke hand woedend tegen haar wang, ''ga,'' dreigde ze, ''of ik snij je keel door.''
Delphi kreeg Celene zover om met haar mee te lopen, ''snel!'' jaagde Medea ze aan. Ze haalde de rugzak van haar rug vandaan en gooide het met al haar kracht achter een rots. Delphi begon te rennen en Celene rende met haar mee. Ze zakte neer achter de rots met de rugzak, Delphi pakte de gevallen rugtas vast en klemde het tegen haar borst, haar mes in haar andere hand.
Celene duwde de ijzeren stok van haar speer tegen haar gezicht, het koude metaal zorgde ervoor dat haar hoofd weer begon te werken. Maar als ze íets wilde doen was het al te laat.
''Hey,'' zei Medea rustig tegen iemand ''hoe gaat het?'' Celene vroeg zich af hoe Medea zó rustig kon zijn, zo relax om deze situatie. Ze haalde diep adem en deed haar ogen dicht.
''Je bent een verrader,'' sprak waarschijnlijk de tribuut van 1, maar het kon ook 2 zijn, ''dat is er aan de hand.''
''Een verrader,'' Medea sprak de woorden nonchalant uit. ''Zijn we niet allemaal verraders?'' nu beet Celene op haar lip.
Het was even stil, ''jij sl-'' klonk het, maar iets verbrak het. -''STIL!'' barstte een andere tribuut ertussen. ''We geven je een kans,'' zei ze tegen Medea, ''je verontschuldigd je en je gaat met ons mee. Als je dat niet doet moeten we je doden.''
Raar, dacht Celene, ze had niet verwacht dat de beroeps er zo over dachten.
''Waarom geef je haar een keuze?'' vroeg een ander. ''Ze heeft tijd genoeg gehad om haar bij ons aan te sluiten en ze deed het niet, dus ze doet het nu ook niet.''
''Nee,'' zei ze. Celene opende haar ogen, ze sloeg haar hand voor Delphi 's mond en keek haar met dwingende ogen aan. Er was een klein kreetje uit haar mond ontsnapt, maar de beroeps hadden het gelukkig niet kunnen opmerken als ze niet op de rots aan het letten waren.
''Jennifer,'' zei een beroeps dwingend. ''Doe jij het- ze is jou districts maat.''
Celene bedacht haar in deze stille seconden hoe het meisje uit 4 naar Medea toe liep, haar zonder moeite tot de grond hielp en het blad tegen haar keel legde. Ze zou nu uithalen, om het niet te lang te laten duren.
Iemand viel kermend op de grond, Delphi naast haar hapte naar adem en kreeg tranen in haar ogen. Celene keek haar nog dringender aan. Ze mocht geen geluid maken, ze mocht ook niet ademhalen.
Meteen daarna klonken er rennende voetstappen en een harde kling van ijzer op ijzer, slepende voeten en zwaar gehijg waren de enige geluiden die zich te dichtbij bij de rots afspeelden. Celene hield haar adem in, ze besefte dat Medea nog niet dood was en dat ze aan het vechten was. Wat had ze gedaan zodat 4 haar niet vermoordden?
Celene bleef Delphi aankijken in de tijd dat de tributen aan vechten waren, een snijdend geluid echoënde door de rotsengordel. Iemand viel op de grond, iemand hapte naar adem, iemand zei ''klaar'', iemand gaf de ander een schouderklopje, iemand droeg een slepend iets met hem mee en de voetstappen verdwenen.
Celene wachtte nog even voordat ze achter de rots vandaan kwam, haar ogen sprongen open terwijl ze naast Medea neerzakte.
A/N
HAHA IK WAS VERGETEN DAT DIT HOOFDSTUK DIT HOOFDSTUK WAS EN NIET HET ANDERE HOOFDSTUK HIERNA.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro