Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

17



Slaap is een raar begrip. Ze wist nog goed hoe het in de woordenboeken in haar district beschreven was.

''Slaap is de periode van inactiviteit en afwezigheid van wakend bewustzijn, waarbij het lichaam tot rust komt. De slaap-waakritmiek wordt bij mensen en dieren geregeld door gebieden in de hersenstam en de hypothalamus''.

Het grappige aan deze beschrijving en aan hoe ze sliep was dat alles dat in deze definitie niet klopte voor haar in deze nacht. Ten eerste waren haar hersenen tijdens haar slaap teveel bezig, ten tweede riep haar hersenstam geen slaap aan, alleen maar zorgen en kletspraatjes.

Ze draaide haarzelf steeds om in haar bed, de dekens raakten door elkaar en zagen er na twee uur uit als een rups die kapot was getrokken door een schoen. Celene blees haar adem uit en dacht na over alles wat ze wel niet en wel kon doen. ze kon boogschieten, ze kon slaan met een katana, ze kon vallen zetten, ze kon klimmen, ze kon gooien met scherpe voorwerpen.

Ze zal het heus wel overleven tot het bloedbad, ze moest gewoon Haymitch advies volgen. Ren meteen weg van de Hoorn, probeer zelfs niet eens in de buurt te komen van de hoorn. Dat wordt je dood, want de beroeps staan op je te wachten.

Ze moest gewoon wegrennen, maar de andere woorden van Haymitch begonnen ook mee te doen aan de dans; er ligt een boog, maar pak hem niet.. pak hem niet.

Dus ze moest wegrennen zonder wapens, zonder voedsel, zonder een rugzak die haar iets van overleving kon leveren? Of moest ze het erop wagen en gaan rennen, naar de Hoorn, de boog pakken en weggaan? Maar ze kon aangevallen worden in haar rug, iemand kon een mes gooien in haar rug en dan zou ze een pijnlijke dood beleven. Of iemand kon de boog voordat zij erbij was overmeesteren en haar met haar eigen wapen vermoorden.

En als ze het overleefde, als ze het bloedbad overleefde. Wat deed ze erna? Zal ze wachten tot de avond, zodat ze kon kijken wie er nog in leven was van haar trainingsmaatjes. Of zal ze meteen naar hun opzoek gaan zonder te weten waar ze waren. Of zou ze voor het bloedbad seinen dat ze naar dezelfde kant zouden rennen. Maar niet iedereen zal haar kunnen zien, bedacht ze zich.

En als ze haar nieuwe vrienden gevonden had, wat deed ze dan? Een van hen had vast een zeker een tas weten te bemachtigen, de tassen lagen namelijk verspreid over de grond voor de hoorn. Of zouden ze gewoon meteen wegrennen.

En waar zouden ze naartoe gaan? zouden ze zich ergens verstoppen, of zich verplaatsten? Of liepen ze zo ver ze konden, tot zover de arena rijkte? Of bleven ze dicht bij de hoorn om de beroeps in de gaten te houden?

Maar zouden ze elkaar wel vinden? Als het niet zo was moest Celene alleen verder gaan of ze zoeken. Maar wat als ze het bloedbad wel helemaal niet zou overleven? Dan zouden haar ouders een houten simpele kist krijgen met haar lichaam erin. Er zou een kleine begrafenis zijn met haar grootmoeder en Zod. Wellicht Haymitch. Haar district geschenk zou naar haar ouders gaan, haar ouders zouden het aan Zod geven en dan was alles weer normaal.

Als ze nu dood zou gaan zal Zod verder gaan met zijn leven. Hij zal iemand ontmoette, hij zal met haar trouwen, wellicht twee kinderen krijgen. Hij zou zijn kinderen leren hoe ze moesten jagen, hij zal zijn hart vast moeten houden als ze naar de trekking gingen en hopen dat ze heelhuids terugkwamen van waaraan hij zijn beste vriendin kwijt raakte. En op een of andere manier wilde ze dat niet. ze wilde absoluut niet dat Zod zoiets mee moest maken, alweer. Ze wilde niet dat Zod trouwde en kinderen kreeg die hij wanneer ze twaalf waren elk jaar los moest laten en moest bidden dat ze heelhuids terugkwamen.

Uiteindelijk besloot ze over iets anders te denken.

Na een lange tijd leek alles rustiger te worden, haar hersenen deden bijna niets meer, alleen haar ogen waren open. Het geluid van gefeest werd zachter.

Ze stond op en liep haar kamer uit, het was als een magisch touw haar ergens naar toe trok. Naar iemand, of naar iets. De woonkamer van district 6 had grote ramen, een van deze ramen was opengemaakt en er vloog een zacht briesje naar binnen. Het geluid van gefeest werd harder.

Het ding dat haar verbaasde was dat er iemand zat, op de vensterbank, met zijn knieën opgetrokken, zijn ogen gericht naar de duisternis van de nacht. Het maakte niet zoveel uit waarom hij hier eigenlijk was, hij moest in zijn district zijn, maar Celene maakte het niet uit. Het leek alsof het zo hoorde.

Ze liep naar hem toe, ''jij ook?'' vroeg ze.

De jongen keek om naar haar, in zijn ogen vormde de lichtjes die ze zo vaak al had gezien. ''O,'' sputterde hij, ''hey.''

''Kun je ook niet slapen?'' vroeg ze, ergens in haar achterhoofd fluisterde een stemmetje dat dit verkeerd was, er klopte iets niet. Maar alles voelde zo echt.

De jongen knikte van nee, ''natuurlijk niet,'' voegde hij eraan toe. ze liep naar het raam toe en ging op de vensterbank zitten.

Ze sorteerde al haar woorden die ze kende en sprak na een poos, ''het spijt me- dat ik wegrende van-'' haar stem stokte.

''Ik bedoelde het als een compliment, weet je,'' fluisterde hij zachtjes.

''Weet ik,'' antwoordde Celene met een glimlach. Ze ging in dezelfde positie zitten als de jongen voor haar. ''Hoor je dat-'' het gejuich van de mensen werd steeds harder.

''Ja-'' zijn mond vormde een woord, ze kon het bijna niet horen- ''ik wil niet dat ze me veranderen.'' Ze zou het raar moeten hebben gevonden, maar het was niet raar. Ze snapte hem meteen, maar ook weer niet.

''Hoe bedoel je?'' vroeg ze.

De jongen keek haar recht aan, in zijn ogen vond ze alleen een raar soort passie, een raar soort medeleven. Hij schudde zijn hoofd zachtjes, ''weet ik niet.. dat ze iets van me maken wat ik niet ben-''

Nu begon haar geweten haar te vertellen dat dit niet de echte jongen was die ze wilde zien, hij zou nooit zoiets zeggen. Zoiets intiems. Maar ze wilde niet luisteren, ze vond het fijn dat hij hier was en ze wilde zich verontschuldigen voor wat ze hem aan had gedaan.

-''ik wil geen pion zijn in hun spel.''

''Omdat je niemand wilt doden?''

''Nee, dat doe ik heus wel als de tijd komt,'' antwoordde hij. ''maar ik wil ze laten zien dat ik niet van hun ben-'' ze keek weg- ''als ik dood gaan wil ik nog steeds... wil ik mezelf zijn.'' het was even stil, het leek alsof Celene's hoofd honderden uren maakte, maar het was leeg als een bakje lucht. ''Kun je dat volgen?'' vroeg hij na.

''Ja,'' antwoordde ze, ''maar ik kan niet zo denken, snap je,'' legde ze uit, ''ik heb- jou.''

En hij deed net alsof ze het nooit had gezegd, hij knikte alleen maar en mompelde iets. ''Dan zie ik je morgen maar,'' zei hij zachtjes.

''Tot morgen,'' fluisterde Celene. De jongen boog zich voorover, naar haar toe. maar op het moment dat hij te dicht bij kwam schoot ze omhoog.

Ze was in haar bed. Alleen.

^&^&^&^

Ze hoopte dat de lift vast bleef hangen. Haymitch stond naast haar. ''Ik herhaal alles nog een keer, omdat je soms dingen vergeet,'' legde hij aan haar uit.

Celene knikte.

''Ze leggen allerlei wapens klaar, vooraan in de hoorn- ook een pijlen en een boog-'' Celene's dillema's begonnen weer te spelen- ''maar daar ga je niet voor, je draait je om en rent weg van de hoorn. Je gaat opzoek naar hoog grond en naar water- water is je nieuwe vriend. Ok?''

''Begrepen.''

''Goed zo, en wat ik je nog niet vertelt heb. Stap niet te vroeg van je voetstuk, dan blazen ze je op.''

''ja,'' antwoordde ze nu een beetje verveeld.

De liftdeuren gingen open, Haymitch begeleidde haar vriendelijk naar buiten. De hovercraft stond al klaar, zijn motoren waren aan brommen en de twee bewakers stonden ongeduldig te wachten. Celene wilde naar de hovercraft lopen, maar Haymitch hield haar tegen.

''Celene,'' zei hij rustig, Celene knikte. Haymitch pakte haar bij haar schouders vast en keek haar diep in de ogen aan. ''Ik vertrouw op je en je kunt dit winnen, lieverd."

'''Ja,'' zei Celene met een erge kraak in haar stem. ''Dank je.'' Hij gaf haar een klopje op haar schouders en liet haar gaan. de vredesbewakers begeleidden haar de hovercraft in, het feestmaal dat ze die morgen had gegeten wilde eruit springen. Maar ze hield het tegen.

Ze begeleidden haar naar een kamer in de hovercraft en plaatsten haar in een stoel tussen de tributen van 5 en 7. District 7 was het meisje dat ze geholpen had en district 5 was Hera, Hera en Celene deelden een medelijdende blik. 

Het viel haar op dat er maar twaalf mensen in de hovercraft waren, elk van een district. Zo zag ze het kleine meisje van 12, de bruinharige van 4, de zwartharige 2, de bruinharige van 2, de mede-tribuut van Lucretia, de jongste van 8, de oudste van 9, de oudste van 10, de jongste van 11.

De tributen zeiden niets, het hoefde ook niet.

Celene volgde met haar ogen de twee mensen die rond gingen met rare grote spuiten, het jaagde haar niet echt angst aan. Maar de pijnlijke gezichten van de tributen vertelde haar wel dat het pijn ging doen.

Een vrouw kwam bij haar uit, ''arm,'' beval ze.

Celene stak haar arm uit, ''wat is dat?'' vroeg ze.

''Je volg-vloeistof,'' legde ze vriendelijk uit, ondertussen spoot ze het pijnlijke serum in haar arm. Celene beet op haar lip, de vloeistof leek door haar aderen te gieren in haar onderarm. De vloeistof bleef alleen daar, maar probeerde zich wel naar de andere lichaamsdelen te wringen. Maar haar bloedbuizen lieten dat niet gebeuren. Zo voelde de pijn tenminste.

Ze gaf geen krimp toen de hovercraft opsteeg, ze gaf geen krimp toen de bewakers haar naar haar voorbereidingskamer brachten, ze gaf geen krimp toen ze Jeans bezorgde ogen zag.

''alles goed?'' vroeg hij.

''Ja,'' antwoordde ze dichtgeknepen.

Jean haalde uit een kledinghoes de kleding van de arena, ze zag dat het een jumpsuit van strakke stof was, de stof was blauw bij de buik en grijs op de rug, er waren op de zijen ruitjes afgebeeld. Het soort van zwempak had pijpen tot boven de knie, strakke mouwen tot boven de ellenboog.

Jean hielp haar erin, Celene keek steeds naar zijn roze haren en probeerde niet naar buiten te rennen.

''Waarschijnlijk krijg je heftige tempraturen, ongeveer warm én koud weer,'' vertrouwde Jean haar toe. Weer voelde Celene zich naar hem toegetrokken op een vaderlijke manier, ze had hem eerst een grote klootzak gevonden, maar nu de arena steeds dichterbij kwam vond ze hem wel fijn gezelschap- misschien omdat hij haar niet aan de arena of aan district 6 liet denken.

''Dank je,'' fluisterde Celene.

''Geen probleem,'' glimlachte Jean. Hij zorgde ervoor dat haar in een hoge staart vast werd gebonden. Uiteindelijk haalde hij uit zijn zak haar zilveren ketting. Hij hing het om haar nek en zorgde ervoor dat het bedekt werd door de stof van de jumpsuit. ''Ik heb het slotje zo gemaakt dat hij nooit van je hals kan vallen,'' verzekerde hij haar, ''dat was het minste dat ik voor je kon doen.''

''Dank je,'' bedankte Celene hem nog een keer. Jean knikte een beetje treurig, ''heel erg bedankt,'' verzekerde Celene. ''Je bent de beste,'' en met die woorden loog ze niet. ze was hem heel dankbaar dat hij Zods ketting erbij had gevoegd en ervoor had gezorgd dat het altijd bij haar zal blijven.

''Nog vijftig seconden.''

Jean begeleidde haar naar de buis, ze stapte op het plateau en fluisterde nog een keer bedankt. Wellicht was dit haar laatste woord.

''Nog dertig seconden.''

De twee luisterden hoe de seconden voorbij gingen, tot één. Jean zwaaide, Celene zwaaide terug. De buis sloot en ze werd omhoog gestuurd. Eerst vloog er paniek in haar hoofd voorbij, het was zover, ze ging dood of bleef leven.

Het licht verblindde haar niet zoveel als het bij de anderen tributen zal doen, ze was namelijk dit soort licht gewend bij de rivier- daar was altijd teveel licht om te zien. Maar dit licht voelde ook onnatuurlijk aan.

De frisse lucht bereikte haar neus, het maakte haar hoofd leeg en legde voor haar neus de enige reden om door te gaan en niet in paniek te raken.

Het voetstuk onder haar stopte met bewegen, ze stond stil in de meest extravagante arena ooit. De hoorn was omringd met marmer, een ronde rivier stroomde achter hun, een tropisch bos omzeilde de ronde openplaats. En daarachter, achter het niet-dikke bos, waren torenhoge bergen- sneeuw bedekte bergen. Ze zag niet wat erachter was, maar haar gevoel vertelde haar dat de arena daar niet stopte en ook dat ze daar naartoe moesten.

Het aftellen begon, langzaam- per seconde. Ze voelde hartslag zakken. Haar hoofd werd blank. Ze zocht met haar ogen af naar de hoorn. Ze zag dat tassen overal en nergens verspreid waren, ze zag niet ver van haar Delphi- ze moest Delphi grijpen. Haar blik ving de zilveren metalen boog, pijlenkoker ernaast. Ze moest daar niet naartoe.

Ze keek weer naar Delphi, Delphi knikte naar een van de tassen... als ze die tas pakten konden ze weg voordat het echte bloedbad begon.. maar de boog. Ze was snel en ze kon hem pakken en weer terug. Maar Haymitch had gezegd dat ze het niet moest doen en dan deed ze het niet.

Nog tien seconden.

Ze zag een speer liggen op de grond, niet ver van haar vandaan. Ze zal die speer pakken en naar Delphi gaan. ja, dat was het plan.

Nog vijf seconden.

Ze ging klaarstaan, ze ademde in en uit. Ze dacht aan Zod en aan haar ouders, ze dacht zelfs aan Haymitch en al zijn woorden- van voor de boete en van na de boete.

De zinnen werden gezegd, de zinnen die Zod tegen haar had verteld bijna een week geleden, de zinnen die haar ooit hoop hadden moeten geven en nu haar herinnerde van alle pijn die ze mee had gemaakt. Het kanon ging.

Ze begon te rennen, in haar ooghoek zag ze de andere tributen ook naar voren sprintten- maar sommige renden juist weg van de hoorn, ze waagden zich meteen een weg door de snelstromende rivier- maar dit waren er ook maar twee aan haar kant van de hoorn.

Celene bereikte de speer, ze raapte het van de grond, pakte een tas die ze nog gezien had en rende naar Delphi. Ze had net de tas opgepakt en rende terug naar de rivier. Celene had haar bijna in gehaald toen ze iets naast haar oor voelde vliegen. Ze struikelde en viel, ze draaide zich om naar haar belager.

Het oudste meisje van 3 wilde nog een mes naar haar gooien, toen ze neerviel. In Celene's netvlies kwam het bruinharige meisje van 1, ze wilde iets naar haar gooien. Celene hield de tas als bescherming tegen haar hoofd. Een botste iets in haar rugzak, ze keek naar de boosdoener.

Een mes.

Gratis mes.

Dit gebeurden allemaal in een paar seconden. Celene krabbelde overeind en rende zo hard ze kon naar Delphi, het meisje van 1 ging niet achter hun aan. Ze werd door iemand tegen gehouden. Celene greep Delphi 's arm en trok haar de rivier in.

De rivier was snelstromend en dus gevaarlijk, Celene hield met haar ene hand Delphi vast en met de andere de speer en de tas- met het mes er nog steeds in. Er vloog een pijl in het water niet ver van hun vandaan en het raakte een meisje in haar hoofd.

Delphi liet een kreet horen, uit Celene's mond kwam meteen een sussend geluid. Het bloed verspreidde zich razendsnel door het water, het raakte hun lichamen, maar stopte niet daar. Delphi slaakte nog een kreetje en het werd steeds moeilijker om de dertienjarige mee te slepen door het razende water.

Celene wist niet meer als ze iets tegen Delphi schreeuwde, ze wist niet als de woorden steunend waren of dat ze haar juist uitschold. Maar het leek te werken, Delphi werkte mee.

De rivier was ongeveer vijf meter breed, ze hadden al meer dan de helft overgestoken. Celene en Delphi zwommen zover het kon naar de kant, Celene legde eerst haar tas en speer erop en trok dan Delphi er pas uit.

Ze hadden geen tijd om uit te rusten, ze moesten verder. Ze kropen overeind, Celene pakte al haar spullen en pakte Delphi ook weer vast.

Ze verlieten het bloedbad zonder om te kijken.


A/N

I'M BACK OF ZOIETS.
HOOFDSTUKKEN ZULLEN WEER GAAN VLOEIEN. MAAR OK, IEDEREEN IS NU IN DE ARENA EN IIII IK HEB ER ZIN IN.

MAGIC

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro