ChΓ o cΓ‘c bαΊ‘n! VΓ¬ nhiều lΓ½ do tα»« nay Truyen2U chΓ­nh thα»©c Δ‘α»•i tΓͺn lΓ  Truyen247.Pro. Mong cΓ‘c bαΊ‘n tiαΊΏp tα»₯c ủng hα»™ truy cαΊ­p tΓͺn miền mα»›i nΓ y nhΓ©! MΓ£i yΓͺu... β™₯

Leugens

Ze zijn de klos, Anderling gelooft Gothel. Elsa's kijkt venijnig naar de nieuwe professor Toverdranken. Allerlei verwensingen schieten door haar hoofd heen en ze ademt een paar keer diep in en uit. Gaan schelden zou niet veel goeds doen, weet ze. Ze kijkt weer naar het schoolhoofd die haar met een strenge blik bekijkt en Elsa negeert de zelfgenoegzame glimlach van Gothel.

"Professor," begint Elsa op een lage toon, "ik weet niet wat professor Zonneschijn u verteld heeft, maar ik zweer dat er niets van waar is." Ze beseft dat ze hier een grote gok maakt, maar wat Gothel verteld zou kunnen hebben, zou vast niet in het voordeel van Elsa zijn geweest en al helemaal niet de waarheid.

"Is dat zo?" vraagt het schoolhoofd en de anderen naast Elsa knikken heftig van 'ja'.

"Professor Anderling, als u wist wat er werkelijk gisteren is gebeurd dan had u nooit professor Zonneschijn aangenomen als nieuwe leraar voor Toverdranken of als nieuw afdelingshoofd," gaat Elsa snel verder.

"U ziet toch dat ze overduidelijk liegt. Moet u zien hoe ze staat te trillen op haar benen," zegt Gothel terwijl ze een stap dichterbij het schoolhoofd doet en Elsa beschuldigend aanwijst.

"Ik lieg niet!" zegt Elsa met een harde stem en ze voelt hoe de Grote Zaal in temperatuur een paar graden daalt. Ze balt gefrustreerd haar handen tot vuisten en probeert om niet alles te laten bevriezen. Op de een of andere manier lukt het haar ook nog om het sneeuwen boven haar hoofd te stoppen. Ze moest ervoor zorgen dat Rapunzel nooit meer terug hoeft naar Gothel.

"Zonneschijn, jij hebt je verhaal gisteren al gedaan. Nu wil ik het van Elsa en haar vrienden horen," zegt Anderling. "Het is jammer dat Rapunzel hier zelf niet is," gaat ze verder, "waar is Rapunzel?"

"Bij mijn oom en tante, professor. Rapunzel's echte ouders," en Elsa legt de nadruk op 'echte'. Anderling's wenkbrauwen schieten verbaasd omhoog. Gothel wil weer wat zeggen maar het schoolhoofd steekt haar hand op om haar het zwijgen op te leggen. Met een boze frons klapt Gothel haar mond weer dicht.

"Gisteren kwamen mijn zusje Anna en ik in het huis van mijn oom en tante een schilderij tegen van een peuter," Elsa besluit om het verhaal zo kort mogelijk te houden, "Het schilderij deed mij heel erg aan iemand denken. Eerst kon ik er maar niet op komen wie maar toen bedacht ik me dat het heel erg op Rapunzel leek. Toen mijn oom en tante net hun eerste kindje hadden, verloren ze haar in het centrum van Londen. Het kindje is nooit meer terug gevonden en het bleef een raadsel wat er met haar was gebeurd. Maar afgelopen zomervakantie zag ik dus dat schilderij en ik besefte dat Rapunzel misschien wel de verloren dochter zou kunnen zijn!"

Anderling wil Elsa onderbreken maar ze gaat snel verder. "Ik heb niets tegen Rapunzel gezegd, ik heb alleen een foto van het schilderij naar haar gestuurd. Ze vroeg zich zelf af waarom er een schilderij van haar als peuter bij mijn oom en tante thuis hing. Pas toen heb ik gezegd dat mijn oom en tante hun dochter lang geleden zijn kwijtgeraakt en dat het schilderij hun dochter afbeeld. Rapunzel heeft zelf de eindjes aan elkaar geknoopt dat Gothel haar ontvoerd heeft."

Professor Anderling is een paar minuten stil en Gothel's ogen schieten nerveus van Elsa naar Anderling en weer terug. Ook de anderen professors zijn doodsstil en Elsa's hart bonkt luid.

"Waarom zou professor Zonneschijn Rapunzel hebben ontvoerd? Zonneschijn is een hoogstaand iemand in de tovernaarswereld. Zoiets zou ze nooit doen," vraagt Anderling na een paar minuten van helse stilte.

"Ha, precies!" schreeuwt Gothel triomfantelijk uit en Elsa werpt haar een dodelijke blik toe.

"Rapunzel had magisch haar," antwoordt ze en ze beseft ineens hoe ongeloofwaardig dit overkomt. Gothel rolt met haar ogen en zelfs Anderling slaakt een diepe zucht.

"Nee, wacht!" roept Elsa. Ze vertelt de waarheid, waarom wilt het schoolhoofd haar nou niet geloven?! "Het is waar! U weet toch hoe lang Rapunzel's haar was en hoe zuinig ze erop was! Als ze zong dan begon haar haar te gloeien en kon ze iedereen genezen wie ze maar wilde."

"Hoe bedoel je? Zoiets is onmogelijk," zegt Anderling hoofdschuddend.

"Maar het is waar!" schreeuwt Elsa terwijl de tranen in haar ogen springen. Smekend kijkt ze naar haar vrienden maar die staan er ook een beetje verbluft bij. Elsa beseft dat ze dit nog aan niemand had verteld, haar vrienden horen de bijzondere krachten van Rapunzel ook pas voor het eerst.

"Het is wel mogelijk," herhaalt Elsa op een wat zachtere toon en ze kijkt professor Anderling diep in haar ogen.

"Zoiets bestaat niet, Elsa."

"Ik zei toch dat het meisje liegt," doet Gothel weer een poging om ertussen te komen en tot Elsa's afschuw knikt Anderling langzaam.

"Nee!" Vastberaden trekt ze met haar linkerhand aan de vingertoppen van haar rechterhandschoen. Vloeiend trekt ze haar handschoen uit. "Zoiets bestaat wel, kijk maar naar mij!" Ze strekt haar rechterhand naar het plafond en een ijsblauwe straal schiet uit haar hand. Het betoverde plafond wordt op slag een winters schouwspel en de sneeuwvlokken dwarrelen naar beneden. Een glimlach vormt zich om Elsa's lippen, nu moesten ze haar wel geloven!

Haar vrienden springen echter met een geschrokken kreet achteruit en kijken haar angstig aan. De professors springen verschrikt op van hun stoel en kijken ook naar Elsa met grote ogen.

"Wat...?" brengt Anderling moeizaam uit terwijl ze lijkbleek van Elsa naar het plafond staart.

O nee... Wat had ze gedaan? Al die jaren geheimhouding voor niets! En iedereen is nu bang voor haar! O nee, o nee, o nee... Ze duwt haar rechterhand onder haar oksel en loopt verdrietig en bang achteruit. Verschikt springen haar vrienden van haar vandaan als Elsa dichterbij komt. Met een snik draait Elsa zich om, duizenden gedachten tuimelen door haar hoofd en ze rent naar de andere kant van de Grote Zaal richting de deur. 

"Elsa wacht!" beveelt Anderling als ze bijna bij de deur is. Ze voelt hoe een onzichtbare kracht haar tegenhoudt en met een woedende schreeuw slaat Elsa om haar heen. Uit haar rechterhand schieten allerlei ijsstralen en een halve cirkel van ijsspijlen verschijnt om haar heen. De onzichtbare kracht laat haar los en met een klap valt Elsa op de grond, als ze heel even over haar schouder kijkt ziet ze hoe het schoolhoofd geschrokken een paar stappen terug doet. De spijlen hadden haar bijna geraakt! Elsa's wereld stort in, ze zou nu nooit meer terug kunnen. Ze had bijna Anderling verwond of erger, gedood! Haar ogen vullen zich met tranen en zo snel als ze kan krabbelt ze overeind en rent ze door de Hal heen naar buiten.

Ze rent en rent en rent totdat ze niet meer kan. Haar adem schuurt door haar keel en met haar handen op haar knieΓ«n probeert ze tot adem te komen. Ze neemt de omgeving in haar op en ziet dat ze aan de rand van het Zwarte Meer staat.

"Elsa!" hoort ze opeens heel in de verte en snel veert ze weer overeind. Nee, ze mochten haar niet vinden. Ze wil nooit meer terug, niet na alles wat er is gebeurd. Hoofdschuddend doet ze een stap achteruit richting het meer. Ze verwacht natte voeten te krijgen, maar dat gebeurt niet. Ze kijkt naar beneden en ziet dat het water rondom haar voet bevroren is. Vastbesloten richt ze haar blik in de verte, naar de bergen. Ze zet nog een stap met hetzelfde resultaat, het water bevriest rondom haar voet.

"Elsa!"

Het geroep klinkt steeds dichterbij en Elsa besluit om te rennen, over het meer richting de bergen. Ze zouden haar nooit kunnen vinden!

Ze heeft echter niet in de gaten dat zowel het hele meer bevriest als de gehele omgeving. Zomer is over en de winter breekt aan.

-

En...? Wat vonden jullie van het hoofdstuk? Had je het verwacht dat Elsa uit haarzelf haar krachten zou laten zien ;) (Ik niet, ik verzin het ook pas net hahaha)

Ik hoor graag jullie reacties en bedankt voor de vele views! Al 2K!! :O Jullie zijn geweldig!

BαΊ‘n Δ‘ang đọc truyện trΓͺn: Truyen247.Pro