ChΓ o cΓ‘c bαΊ‘n! VΓ¬ nhiều lΓ½ do tα»« nay Truyen2U chΓ­nh thα»©c Δ‘α»•i tΓͺn lΓ  Truyen247.Pro. Mong cΓ‘c bαΊ‘n tiαΊΏp tα»₯c ủng hα»™ truy cαΊ­p tΓͺn miền mα»›i nΓ y nhΓ©! MΓ£i yΓͺu... β™₯

Het Zwarte Meer

Jack zit op zijn knieΓ«n op de vloer met zijn armen kruislings om zijn borst heen geslagen. Zijn rug staat gekromd van de pijn, hij had een ijsstraal vol in zijn borstkas gekregen. Als hij echter de geschokte blikken van zijn vrienden opmerkt, staat hij bevend op.

"Het gaat wel," zegt hij vastbesloten terwijl hij een wuifbeweging maakt met zijn hand. Hij wilt Elsa en de anderen niet ongerust maken, er zijn ergere dingen die hun aandacht nodig hebben.

"Weet je het zeker?" vraagt Hiccup en Jack knikt ferm. Twijfel laait op in Elsa's ogen en in enkele passen staat ze voor Jack en kijkt hem onderzoekend aan. Een beetje ongemakkelijk probeert hij haar blik te ontwijken, maar het is nogal lastig om weg te kijken van haar helderblauwe ogen.

"Nee, je bent niet okΓ©," zegt ze met een stem waar het schuldgevoel van af druipt.

"Wat? Nee, ik voel me prima," liegt Jack maar Merida en Hiccup kijken hem nu ook bezorgd aan. Jack rolt met zijn ogen, goed, hij heeft het een beetje koud maar meer niet.

"Hoe bedoel je?" vraagt Hiccup aan Elsa.

"Lang geleden heb ik per ongeluk mijn zusje ook geraakt met mijn krachten. Zij verloor haar geheugen, ze wist niets meer. Ik weet niet of het een goed teken is dat Jack alles nog weet, of niet. Maar ik ben bang van niet... Ik ben een monster," het laatste fluistert ze bijna en de tranen springen haar bijna in de ogen, maar snel dringt ze ze terug. Dit is niet de tijd om te huilen, vermaant ze zichzelf. Ze moeten Jack terug krijgen naar Zweinstein en wel nu.

"We moeten naar Zweinstein, nu," uit ze haar gedachten en verbaasd kijken de anderen haar aan. "Hij moet naar madame Plijster."

"Ik voel me goed, echt waar," probeert Jack nogmaals maar dan verandert hij van gedachten. Als hij toestemt, dan zou Elsa mee terug gaan naar Zweinstein en daar waren ze immers voor gekomen. "Goed dan," vervolgt hij snel. "Ik denk dat ik de hulp van madame Plijster wel kan gebruiken."

"Laten we gaan dan," zegt ze gehaast en ze knikt naar de anderen dat ze hem moeten ondersteunen. Zelf durft ze hem niet aan te raken, uit angst dat ze hem nog iets ergers aan doet.

Hiccup en Merida pakken Jack bij zijn armen en slaan die om hun schouders heen. Hun vrije hand slaan ze om zijn middel en met Jack strompelend tussen hun in, lopen ze naar buiten toe, terug de kou en sneeuw in.

Uren strijken voorbij terwijl ze door de sneeuw heen ploegen. Elsa loopt voorop en haalt met haar krachten zoveel mogelijk sneeuw voor hun weg. Maar ze heeft geen idee hoe ze het moet laten smelten, dus het enigste wat ze kan doe is de sneeuw verplaatsen. Ze creΓ«ert een pad waar zo min mogelijk sneeuw ligt en verplaatst de sneeuw naar de randen. Helaas komen ze niet snel vooruit, Jack verliest steeds meer van zijn krachten en Hiccup en Merida dragen zowat zijn hele gewicht. Ze puffen van de inspanning en bezorgd kijkt Elsa om de paar passen over haar schouder heen naar het drietal. Olaf trippelt als laatste achter hun aan.

Als de zon bijna ondergaat kan Elsa eindelijk de hoogste torens van Zweinstein zien. Ze zijn er bijna! De helling waar ze van af lopen, wordt steeds minder steil en de sneeuw wordt minder diep. Na enkele minuten staan ze aan de rand van de klif en kijken ze uit over het Zwarte Meer. De zon is ondertussen tot aan de horizon gezakt en verdwijnt langzaamaan. In de verte ligt het kasteel maar Elsa merkt meteen dat er iets aan de hand is...

Achter de ramen branden geen lichten, heel het kasteel is in duisternis gehuld. De anderen zijn te afgeleid om het op te merken en proberen het pad te vinden dat naar beneden leidt voordat het te donker is om ΓΌberhaupt iets te kunnen vinden. Al snel hebben ze het pad gevonden en gelukkig net op tijd. De zon is weg en terwijl ze voetje voor voetje het pad afdalen, merken de anderen het nu ook op. Ze haperen in hun pas en kijken met angstige ogen naar Zweinstein.

"Wat zou er gebeurd zijn?" vraagt Hiccup hardop af. Normaal wordt Zweinstein verlicht door lichten die magisch aan en uit gaan. Dat er nu niets brandt, kan geen goed teken zijn. Elsa haalt haar schouders op, ze zouden er maar op één manier achter komen.

"Merida," fluistert Elsa als ze echt geen hand voor ogen meer zien. Zelfs de maan is verscholen achter donkere wolken en allen durven ze geen stap meer verder te doen. Bang dat ze zullen uitglijden over losse stenen, bedolven onder de sneeuw. "Geef me je toverstok."

Voor haar hoort ze wat beweging en dan wordt er iets in haar hand geplaatst.

"Lumos Maxima," spreekt ze de spreuk uit en het puntje van de toverstok begint licht te geven. Het felle witte licht schijnt hun bij en Merida en Hiccup hebben hun handen vol om Jack veilig beneden te krijgen. Elsa schuifelt voorzichtig achter hun aan en probeert hun zo goed mogelijk bij te lichten.

Eindelijk staan ze aan de oever van het Zwarte Meer en Elsa gaat de anderen weer voor. Ze kunnen het niet riskeren om door het ijs te zakken. Ze bevriest het Meer en gebaart met de lichtgevende toverstok dat de anderen haar kunnen volgen.

Als ze echter het Meer voor de helft over hebben gestoken, steekt er plots een ruige wind op die de sneeuw met zich mee brengt. Een wervelstorm net zoals in het IJspaleis vormt zich om hun heen en drijft hun langzaam uit elkaar.

"Elsa!" schreeuwt Hiccup. "Hou ermee op!"

"Ik doe niks!" schreeuwt ze angstig terug terwijl ze beschermend haar handen voor haar gezicht houdt. De wind slaat pijnlijk in haar gezicht en als ze zich omdraait en door haar vingers gluurt, kan ze de anderen niet meer zien. Paniek laait in haar naar boven, zou het toch haar toedoen zijn? Angstvallig probeert ze zich te beheersen, maar het helpt niet.

"Jongens!" schreeuwt ze maar ze krijgt geen antwoord en ze komt amper boven de huilende wind uit.

Net zo plots als dat de snijdende wind opstak, zo snel verdwijnt die weer. Snel houdt Elsa Merida's toverstok hoog in de lucht, om de omgeving af te speuren met het licht en een paar meter verderop spot ze Olaf, Hiccup en Merida... Maar Jack staat niet meer tussen hun in. Met adrenaline die door haar lichaam heen giert, overbrugt ze de afstand tussen hun zo snel als ze kan.

Met geschokte uitdrukkingen kijken ze elkaar aan, waar is Jack? Met een gejaagde ademhaling kijkt Elsa om haar heen, hij kan niet ver weg zijn. Haar adem stokt echter en haar hart slaat een slag over als ze een donker gat in het ijs ontdekt. Een wak...

"Jack!" schreeuwt ze haar longen uit haar lijf en ze rent naar het wak toe. De anderen volgen haar op de voet. Elsa zou zweren dat het ijs van het Meer zo dik mogelijk had gemaakt, het was onmogelijk dat er nog een wak in zat.

"Jack!" schreeuwt ze nogmaals, hopend dat hij ineens achter hun zou staan en niet zoals hun vermoeden, in het water was gezakt.

Hiccup besluit al snel dat Jack er toch in gevallen moet zijn en maakt aanstalten om zijn kleren uit te trekken, om hem achterna te springen. Plots sluit het wak zich, een nieuwe laag ijs vormt zich over het water heen en dat kan maar door één iemand komen.

"Elsa!" vloekt Hiccup maar zij schudt heftig met haar hoofd.

"Dat was ik niet, echt niet!"

Hiccup trekt snel zijn toverstok tevoorschijn en wijst daar naar waar zojuist nog het gat zat. "Bombarda!" schreeuwt hij maar er gebeurt niets. Het ijs blijft ongeschonden en nu weet Elsa zeker dat het niet door haar kwam. Dit is geen normaal ijs.

"Bombarda Maxima!" probeert Hiccup nogmaals, maar weer niets. Elsa probeert met haar krachten beweging in het ijs te krijgen, maar niets schijnt te helpen.

"Jack..." fluistert Elsa met een gebroken stem en Hiccup en Merida staan er net zo versuft bij als zij. Tranen schieten in hun ogen en verslagen zakt Elsa op haar knieΓ«n op het ijs. Jack is weg... Gevallen in het water door de mysterieuze wervelwind. Verdronken zonder dat iemand er iets aan kon doen.

~

Een duister figuur met pikzwarte haren en gouden ogen staat gniffelend aan de oever van het Zwarte Meer. Met zijn ebbenhouten toverstok voor zich uit gestrekt, gericht op het Meer vervloekt hij het ijs met zwarte magie.

Het is gelukt! Eindelijk is het gelukt! Hij heeft zijn grootste vijand, nogmaals, kunnen uitschakelen voordat hij erachter was gekomen wie hij werkelijk was. Beter bleef hij nu dood en zou zijn geest niet weer reΓ―ncarneren... Maar als dat zou gebeuren, zou Pitch Black hem weer vinden. Zoals hij al eeuwen deed. Het is van groot belang dat de geest van Goderic Griffoendor nooit meer voet op deze wereld zou zetten.

-

A/N: Tja... Aan de ene kant ben ik zeer enthousiast over dit hoofdstuk, maar het was geen vrolijk hoofdstuk :\ Toch hoop ik dat jullie dit hoofdstuk leuk vonden! :D


BαΊ‘n Δ‘ang đọc truyện trΓͺn: Truyen247.Pro