Voorzichtig pakt Rapunzel de Viavia op. Hopelijk werkt 'ie niet meer, en tot haar grote opluchting gebeurt er niets en ze loopt de winkel binnen. De warmte stroomt haar tegemoet en ze zet koers richting de balie.
"Hoi. Ik moest deze Viavia hier afgeven?" De vrouw achter de balie richt haar ogen op haar en knikt vriendelijk. "Dat is goed, meisje." En Rapunzel legt de klomp op het oppervlak. De vrouw trekt even verbaasd haar wenkbrauwen op, maar goed. Viavia's zijn meestal alledaagse voorwerpen, al is een klomp niet helemaal alledaags. Niet hier, in ieder geval.
"Dus, enig idee waarom alles ondergesneeuwd is?" vraagt Rapunzel, maar de vrouw haalt haar schouders op. "Geen idee. Opwarming van de aarde?"
"Zou het dan niet warmer moeten zijn?"
"Of juist niet. De aarde probeert alles weer recht te zetten."
"Nah, dat geloof ik niet. Is er geen nieuws geweest van Zweinstein?" Maar de vrouw schudt met haar hoofd en Rapunzel rimpelt nadenkend haar voorhoofd. Als het Elsa was geweest, dan zouden ze dat toch wel hebben medegedeeld aan de mensen van Zweinsveld?
"Goed dan, bedankt voor uw tijd," zegt Rapunzel en ze loopt de kou weer in. Ze had er niet op gerekend en draagt gewoon een dun jasje. Gelijk begint ze weer te rillen en de enigste manier om het zo snel mogelijk warm te krijgen, is om te gaan lopen. Ze vist haar toverstok uit haar jaszak en mompelt: "Lumos," en het puntje van haar toverstok licht op. Het is al schemerig en de volle maan schijnt in al haar glorie boven haar hoog in de lucht. Met een zucht begint ze aan de tocht richting Zweinstein. Met deze dikke laag sneeuw zou het vast wat langer duren om er te komen.
Har vermoeden was juist, het duurde haar zeker twee uur voordat ze eindelijk voor de poort van het kasteel staat. Ze kijkt er even verbaasd naar, normaal ziet 'ie nooit op slot. Maar als ze dichterbij komt komt er beweging in en met een luid gepiep gaat die open. Dat is raar... Argwanend loopt ze onder het ijzeren hek door, maar er gebeurt niets. Niets raars in ieder geval, de poort sluit zich gewoon weer achter haar. Misschien is het een nieuw soort beveiliging? Het opent alleen als er een heks of tovenaar in wilt? Ja, dat zou het kunnen zijn.
Plotseling trekt iets boven haar haar aandacht en geschrokken werpt ze er licht op. Hoog boven haar zweeft iemand door de lucht...
Rapunzel hapt geschrokken naar adem als ze het silhouet herkent. "Jack!?"
Hij stopt met door de lucht heen schieten als hij haar geroep hoort. Rapunzel weet niet wat, maar iets is er anders aan hem. "Lumos Maxima," zegt ze om meer licht te krijgen.
"Jack!" roept ze geschrokken. "Wat is er met je haar gebeurd?"
Jack landt met een diepe frons voor haar. In zijn handen houdt hij een gekromde staf en zijn witte haren deinzen voor zijn blauwe ogen. Wacht, blauw!?
"En je ogen! Ze zijn blauw!" voegt ze toe.
"Sorry... Ken ik jou?" vraagt Jack oprecht verbaasd en Rapunzel weet niet wat ze moet zeggen. Wat is er allemaal gebeurd terwijl ze weg was?
"Jack... Ik ben het: Rapunzel."
"Jack? Is dat mijn naam? Ik kon hem al niet meer herinneren." Hij blijft even stil en kantelt zijn hoofd, alsof hij ergens naar luistert. "Jack Frost, ja, dat is een goeie."
Rapunzel is het helemaal kwijt, net zoals Jack blijkbaar. "Jouw naam is Jackson Overland."
"Echt? Ik vind Jack Frost wel leuk klinken, precies zoals de maan voorstelde."
De maan? Waar heeft Jack het over!? Ze klapt haar mond dicht en dan weer open, niet wetend hoe ze moet reageren. Het is duidelijk dat hij niets meer weet. Fijn, nog een probleem dat ze moeten oplossen.
"Volg mij. Professor Anderling kan je vast wel helpen," zegt ze dan maar uiteindelijk. Hopelijk luistert Jack naar haar. Hij is even stil en draait zijn staf nadenkend om in zijn hand.
"Of je haalt me in de war met iemand anders, of je kent me werkelijk," mompelt hij voor zich uit.
"Ik ken je, Jack. We zitten al drie jaar samen op Zweinstein," probeert ze hem te overtuigen. Al weet hij waarschijnlijk ook niet meer wat Zweinstein is... Ze wijst op de grote toegangspoort van het kasteel. "Dat is Zweinstein, een school voor heksen en tovenaars. Ik weet niet wat er gebeurd is met je Jack, maar ik beloof je dat het Schoolhoofd je kan helpen." Natuurlijk is dat helemaal niet met zekerheid te zeggen, maar Rapunzel moet niet vergeten waarom ze hier is in eerste instantie. Ze moet Anderling overtuigen van Gothel's kwaadaardigheid en ze moet Elsa's reputatie zuiveren. Elsa beoefent geen zwarte magie en haar speciale krachten zijn niet duister, net zomin als Rapunzel's krachten dat waren. Vastbesloten zet ze koers naar de grote, houten toegangsdeur. Wat Jack doet moet hij zelf maar weten, maar als zijn herinneringloze hij verstandig is, dan volgt hij haar. Gelukkig doet hij dat en Rapunzel duwt de deur open. Erachter bevindt zich de Grote Hal en ze werpt een blik op haar horloge. Zeven uur, etenstijd. Iedereen is vast in de Grote Zaal, perfect. Ze heeft altijd al een dramatische entree willen maken. Ze kan zichzelf al de Zaal zien betreden, de dubbele deuren openzwaaiend zoals Aragorn in The Lord of the Rings. Ze grijnst en loopt de Grote Hal uit, richting de Grote Zaal, maar als ze de hoek om loopt komt ze iemand tegen die ze liever niet was tegengekomen. Gothel...
-
"Rapunzel is hier!" schreeuwt Elsa en ze wijst op de Sluipwegwijzer. Het naamplaatje van Rapunzel verplaatst zich geleidelijk aan door de Grote Hal heen. En vanaf de Grote Trap komen nu juist Pitch en Gothel aanzetten. Ze gaan elkaar kruizen.
"Is dit het teken dat er iets raars gebeurt?" schertst James en Elsa vliegt overeind. James heeft gelijk, ten aanval! Ze kunnen Rapunzel niet in Gothel's handen laten belanden. Rapunzel heeft geen idee van wat er is gebeurd en alles zal heel erg onverwachts zijn voor haar. Ze moeten haar helpen. Elsa balt haar vuisten en wenste dat ze haar toverstok nog had, maar haar ijskrachten, die zouden ook wel voldoen. Alles zolang Gothel Rapunzel maar niets kon aan doen.
De anderen springen nu ook op en halen hun toverstokken tevoorschijn.
"Emma," zegt Elsa en ze richt haar blik op Jack's zusje. "Jij haalt iedereen uit de Kamer van Hoge Nood." Emma knikt en gezamenlijk rennen ze met zijn allen in de richting van de Grote Zaal. Hopelijk zijn ze nog op tijd en kunnen ze, Elsa telt even snel, met z'n dertigen Gothel lang genoeg bezig houden totdat de andere leerlingen zouden komen.
Met twee treden tegelijk rent Elsa de Grote Trap op. De anderen volgen haar en dan zijn ze op de begane grond. Ze trekken een sprintje als stemmen hun oren bereiken. Ze hebben elkaar al gekruist...
BαΊ‘n Δang Δα»c truyα»n trΓͺn: Truyen247.Pro