Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 63

De Moonwater Lake wordt weinig bezocht om meerdere redenen. Wat die redenen zijn, verschilt afhankelijk van wie je het vraagt.

Na Yin en Yang bleef iedereen weg bij de nimfen, niet wetend wat de spreuken met hen hadden gedaan. Destijds deden er verhalen de ronde dat de ooit prachtige vrouwen hun gezichten hadden verloren, veranderd waren in geesten of geheel verslonden waren door de magie.

Men dacht lang dat Yin en Yang opgesloten waren in de Moonwater Lake, maar ook dat bleek onwaar. Waar de twee vissen exact zijn, weten alleen de nimfen zelf.

Men weet alleen dat de Moonwater Lake een belangrijke rol heeft gespeeld bij het vangen van de duistere geesten, maar niemand had de moed om uit te zoeken wat dat dan precies was. Zwart water, geesten of monsters, allemaal loze verhalen waarvan je weet dat ze onzin zijn zodra je het water ziet.

Of beter gezegd: ijs.

Het honderden meters brede meer is bedekt met een enorme laag ijs. Het lichtblauwe ijs schittert in de zon maar vertoont geen spoor van smeltwater. Het blauwgroene gras rondom het meer laat ook geen teken van kou zien.

Elien landt voor het begin van het meer en verandert terug naar zijn menselijke vorm. Langzaam hurkt hij voor het ijs en raakt het aan.

'Het is niet koud,' merkt hij verbaasd op en staat recht.

'Schaduwijs.' Alle ogen zijn direct op Alisha gericht.

'Wat is schaduwijs?' vraagt Novak voordat iemand anders de kans krijgt.

'Een hele oude spreuk die vroeger werd gebruikt door magiërs om spullen of mensen onderwater gevangen te houden zonder dat iemand er twijfels bij had. Vooral in de winter begroef men spullen in het water en toverde er schaduwijs op. Het zogenaamde ijs smelt niet omdat het wordt aangedreven door magie, niet door kou. Er doorheen komen is zo goed als onmogelijk zonder de spreuk of de bron van de magie die de spreuk aandrijft te vernietigen. Daarnaast is het, vooral in de winter, bijna onmogelijk om het verschil tussen echt ijs en schaduwijs te zien.'

Opnieuw buigt Eliën naar het blauwe ijs en raakt het verbaasd aan.

'Dus hieronder zit iets, iets dat de nimfen graag verborgen willen houden?' denk ik eerder hardop dan dat ik het als vraag stel.

'Dat is de meest logische verklaring. Een meer als dit bedekken kost een hoop magie en er is ook weinig reden om iets kleins in zo'n grote gevangenis op te sluiten.'

'Kunnen we eroverheen?' vraagt Novak. Elien lijkt dat wel uit te willen zoeken, staat op en zet zijn voet op het meer. Voorzichtig probeert hij zijn andere voet erbij te zetten en loopt een meter over het ijs.

'Zo te zien wel,' concludeert Elien.

Hoe paarden normaal gesproken weigeren ijs te betreden, lopen ze op dit ijs wel. Het gebrek aan kou scheelt ons honderden meters verder lopen.

Het kaatsende licht van het blauwe ijs doet pijn aan mijn ogen terwijl we verder het ijs op gaan. De felheid is Elien ook snel zat. Hij verandert naar zijn ravenvorm en vliegt ver voor ons het meer af. Met mijn pols probeer ik het felle licht uit mijn ogen te houden en een route te volgen naar de overkant.

Het stuk op het ijs lijkt eindeloos door het felle licht en het zou me niet verbazen als ik de komende dagen witte vlekken in mijn zicht blijf houden.

Een diepe zucht van opluchting verlaat mijn mond op het moment dat de benen van mijn paard aan de andere kant van het meer het gras betreden.

Een dicht dennenbos is het volgende obstakel dat we tegenkomen. De donkere naalden lijken op het eerste gezicht zo normaal als elke dennenboom. Echter, zodra onze paarden langzaam tussen de honderden bomen lopen, lijken de naalden in het zonlicht te glinsteren. Alsof een witte mist over de bomen hangt en enkel zichtbaar is in het zonlicht.

Hoe verder we in stilte en met moeite door de hoeveelheid takken het dichte bos doorkruisen, hoe duidelijker de witte waas op de bomen wordt.

'Kijk,' zegt Novak, wijzend verder het bos in. In de verte is de witte mist niet meer alleen een waas die door de zon wordt verlicht op de bomen. De witte mist hangt op de grond als een deken op het gras. Het donkergroene gras is nog net zichtbaar.

'Heb je hier ook een naam voor?' vraag ik Alisha, die met verbazing naar de vreemde natuur kijkt.

'Nee.'

Onze steeds onrustiger wordende paarden stappen langzaam verder het bos in, terwijl de hoeveelheid mist blijft toenemen. Waar het eerst enkel een deken op de grond lag, heeft de waas zich inmiddels uitgebreid tot aan onze voeten.

Het moment dat het mijn huid raakt, voel ik een intense kou. Alsof ik met mijn blote voeten op ijs sta, verspreidt zich kippenvel over mijn hele lichaam.

Met elke stap verspreidt de mist zich verder tot het zo hoog komt dat we geheel omringd zijn door de witte waas. Geen hand voor ogen is meer te zien door de koude mist, en de kou dringt onverminderd door in mijn huid.

Ik begin me af te vragen of we de nimfen in dit dichte bos kunnen vinden. We weten dat ze ergens in dit bos te vinden zijn, maar hun locatie lijkt moeilijker te achterhalen dan we dachten.

'We zijn verdwaald,' merkt Alisha op na wat lijkt op uren ronddwalen in dit bos.

'Vind je dat gek? Ik zie geen hand voor ogen,' zucht Novak voordat hij zijn paard tot stilstand brengt.

'Waar is Elien?' vraagt Alisha, terwijl ze probeert rond te kijken.

Pas dan besef ik me dat ik me niet kan herinneren waar Elien is gebleven nadat de mist tot onze hoofden reikte. De raaf vloog eerst hoog boven het bos, maar lijkt nu in meters te zijn gezakt.

Mijn hartslag versnelt, en mijn handen beginnen te zweten.

'Hebben jullie hem voor het laatst gezien nadat de mist verscheen?' vraag ik, terwijl mijn hoofd heen en weer beweegt op zoek naar een teken van mijn broertje.

'Nee,' zeggen Alisha en Novak tegelijkertijd.

'Elien!,' schreeuw ik door het dichte bos terwijl ik mijn paard verder tussen de bomen leid.

'Elien!' probeer ik opnieuw, tevergeefs. De paniek neemt verder toe, terwijl ik zonder na te denken mijn paard rondjes laat draaien tussen de bomen.

'Elien!'

'Kunnen jullie iets zien?' vraag ik wanhopig, besefte dat er niemand is om de vraag aan te stellen. In verwarring kijk ik om me heen, terwijl Alisha en Novak nergens meer te bekennen lijken.

'Novak!' roep ik nu meer in paniek dan eerder.

'Novak!' probeer ik weer wanhopig.

Nogmaals laat ik mijn paard rondjes draaien, terwijl het huilen me meer nader staat dan het lachen.

Ik wil opnieuw gaan roepen tot er in de verte door de dichte mist iets lijkt te glinsteren. In paniek dwing ik mij paard erheen te rijden in de hoop dat er een spoor van Alisha, Novak of Elien te vinden is.

Het glinsterende object komt steeds dichterbij, totdat ik er vlak voor sta en net door de mist kan zien wat er op een standaard voor me ligt. Verbaasd kijk ik naar het object dat lijkt op een exacte replica van de kroon van mijn vader, de kroon van Eleria.

In totale verwarring kijk ik om me heen terwijl het zilver voor me glinstert met dezelfde blauwe glinsteringen als de bomen in het begin deden.

Het domste wat ik zou kunnen doen, is het object oppakken, wetende dat dit niet de echte kroon is maar een val. Echter besef ik me ook dat als ik dit zie, de kans groot is dat Alisha, Novak en Elien in dezelfde val zijn gelokt.

Mijn beste optie is dan ook om tegen beter weten in het object op te pakken in de hoop dat het me terugbrengt naar hen, dus dat doe ik, en de wereld wordt zwart.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro