Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 47

De pijn in mijn hoofd op het moment dat ik mijn ogen open voelt alsof mijn hoofd meerdere keren tegen de grond is geslagen. Ik hoef mijn ogen niet te openen om te weten waar ik me bevind. De rottende watergeur, de kou en het geschreeuw klinken inmiddels als thuis.

Met moeite open ik mijn ogen. De bekende tralies zijn terug in mijn zicht alsof mijn mislukte ontsnapping een droom was. Een droom die zichzelf omzet in een nachtmerrie.

'Leuk geprobeerd prinses,' klinkt er vanaf de overkant.

Mijn armen voelen als stenen terwijl ik me van de vloer probeer te duwen. Opnieuw achter mijn rug gebonden, strakker deze keer. Daarnaast vonden ze het een beter idee deze keer ook mijn benen vast te binden. Om mijn enkels zitten twee dikke kettingen die aan de andere kant van de muur zijn verbonden.

'Bedankt,' mompel ik terwijl ik mezelf zittend tegen de muur duw. De wereld draait voor mijn ogen, sterren dansen aan de hemel. Ik sluit mijn oogleden en leg mijn hoofd tegen de natte stenen.

'Ze hadden je goed te pakken, nietwaar?' vraagt de man vanaf de overkant.

'Dat kun je zeggen,' mompel ik. De misselijkheid begint intussen ook mijn lichaam over te nemen.

'Je sliep een hele dag. Zonde.' Dan open ik mijn ogen zodra het besef indaalt.

'Welke dag is het?'

'Brandstapeldag.'

Mijn hoofd is te moe om geheel te beseffen wat dat inhoudt. Het enige dat mijn hoofd zich al te duidelijk beseft is dat mijn kansen op overleven op zijn.

Dit kasteel ga ik niet levend uitkomen. Elien komt niet meer, Novak is te laat als hij al komt, en ik maak geen kans.

Een diepe zucht rolt over mijn lippen.

Ergens kan ik me verzoenen met het idee van de dood. De last van de onderwereld zal niet langer op mijn schouders rusten, de pijn zal verdwijnen, en ik zal de mensen die ik liefhad weer terugzien. Tenminste, als de goden me vergeven voor mijn daden, wat ze hoogstwaarschijnlijk niet zullen doen.

'Leuke poging.' Verbaasd kijk ik op in de duistere bruine ogen. Christiaan staat, met zijn handen achter zijn rug gevouwen, volledig gekleed in een donkerblauw pak vol borduurwerk en edelstenen, voor de tralies.

Ongeïnteresseerd leg ik mijn hoofd terug tegen de koude muur.

'Weet je, ik zou je met alle liefde willen martelen voor die ontsnappingspoging. Helaas heeft je vader nog ergens sympathie voor je kunnen vinden, of misschien is Elien een betere onderhandelaar dan we denken, of je hebt een mysterieuze aanbidder bij de Dageraad. Weten doe ik het niet,' begint hij. Langzaam zet hij een stap naar voren zodat ik precies kan zien hoe uitgedost zijn kleding is.

'Ik moet zeggen dat het me verbaast dat we je vriendje nog niet hebben kunnen ontmoeten. Novak? Was het niet?' Mijn hart slaat een slag over bij die vraag. Het was onwaarschijnlijk dat hij er geen weet van had, echter had ik ergens hoop.

'Misschien was hij net zo verveeld van je manieren in bed, het geschreeuw en gejank.'

Mijn mes zou perfect passen tussen zijn ribben, precies door dat dure jasje, het zwarte blouse en door zijn huid zo zijn hart in. Het vermaak dat me dat zou geven.

Ik blijf hem recht aankijken terwijl hij in stilte door zijn knieën gaat.

Een grijns verschijnt op zijn lippen voordat hij zijn hand in zijn jaszak steekt en er een klein flesje uithaalt. De donkergroene vloeistof glimt in de duistere gang.

'Ken je dit? Mitlar?' vraagt hij terwijl hij de groene vloeistof langs het glas laat glijden. Ik antwoord niet.

'Een prachtige groene plant met donkerrode bloemen, een geur die men verwart met rozen en als plant volledig onschuldig. Echter is het sap van de stengels extreem giftig.' Er komt een onderbuikgevoel bij me op dat ik het liefst zo snel mogelijk wil wegduwen.

'Deze prachtige groene kleur verandert naar zwart bij aanraking met warmte.' Hij duwt zichzelf van de vloer, loopt beheerst naar de andere kant van de cel en houdt het flesje bij een van de fakkels. Het glimmende groen verandert voor mijn ogen in pikzwart. Geen licht laat het door, geen weerkaatsing te zien.

'In een kleine dosis zorgt het voor extreme pijn die vergelijkbaar is met het staan op een brandstapel. Het bijt zich vast in de huid en verspreidt zich als een ziekte. Daarnaast ga je er van hallucineren, zo erg dat je niet meer kunt onderscheiden wat echt of nep is.' Met beheersing loopt hij terug naar het midden van de tralies, zijn bruine ogen gericht op de weer groene vloeistof.

'In een zwaardere dosis heeft het dezelfde symptomen als riosis, alleen versneld. Het slachtoffer is binnen twee uur dood. Het is een geliefd vergif voor mensen die ongezien iemand willen doden, vooral iemand met macht.' Ongewild vergroten mijn ogen. Met alle macht probeer ik mijn gezicht emotieloos te houden terwijl de puzzelstukjes op hun plek vallen.

'Kende je toevallig iemand die buiten een riosis uitbraak zeer snel is overleden aan symptomen die lijken op riosis?' Zijn ogen kijken een seconde omhoog terwijl hij doet alsof hij het antwoord niet weet. Dan schiet zijn hoofd mijn richting weer in, zijn ogen verweven in de mijne en een grijns op zijn lippen.

'Ooh ja, je moeder was het niet? Zij overleed buiten een riosis uitbraak aan dezelfde soort symptomen. Dat zal wel toeval zijn, toch?'

Mijn handen zijn opnieuw om de kettingen gewikkeld. Alle agressie en emoties uit ik op het ijzer. De grip is zo stevig dat de kettingen in vuur en vlam lijken te staan. Het ijzer brandend tegen mijn huid.

Met een grijns stopt Christiaan het flesje terug in zijn jaszak. Zijn zelfvoldane houding vertelt me opnieuw dat hij geniet van de pijnigingen.

'Misschien kun je het op je lijstje zetten. Ooh wacht, helaas.' Hij wil zich omdraaien en met een zelfvoldane grijns de kerkers verlaten, maar ik ben hem voor.

'Het was een leuk vergif geweest voor een jong meisje, misschien een met bruine ogen en roodbruin haar, een jaar of negen misschien,' is het eerste dat ik in twee jaar tegen mijn "man" zeg. Ik spuug de woorden uit met mijn ogen in de zijne vastgegrepen.

Christiaan houdt halt en draait zich met een ijzige stilte om. Verbazing, agressie en verwarring spelen in het vervloekte bruin. Zijn gezicht verder koud en kil.

'Geniet van je laatste paar uren,' is het laatste dat hij met op elkaar gedrukte kiezen zegt voordat hij de kerkers verlaat. Ik blijf achter met een zelfvoldane grijns.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro