Hoofdstuk 11
Aankomen bij spierwitte gebouw is bijna thuiskomen, in de hel. De eik die op het plein staat doet mijn herinnering terugkeren. Het is niet dat ik het ooit vergeten ben, ik heb het enkel weggestopt. Het is niet dat ik het Walmoet ooit vergeven heb, ik heb het onthouden.
De wachter laat ons stoppen op het plein voor de tempel. De nieuwsgierige elven maken hun weg de huizen uit. Sommige gezichten herken ik, anderen zijn onbekend.
'De koning wilt u eerst ontvangen', zegt de wachter. Hij omschrijft het hoffelijk maar we weten beide dat we hier niet zijn voor een ontvangst. We zijn hier voor een keuring. Novak heeft het door, ik heb het door en Elenor heeft geen enkel idee.
We stappen van onze paarden af, geven de teugels aan de wachter en lopen met de twee wachters, die voor de ingang van de tempel stonden, naar binnen. Al het witte pracht en praal komt ons te gemoed. Het eerste wat me opvalt, is de drukte in de grote zaal. Tientallen elfen staan met een glas in hun handen met elkaar te praten. Het lijkt wel alsof we een feest zijn binnengestapt. Ik kijk direct om me heen om te zien of er een glimp van Alisha te vinden is. Op het eerste gezicht is er geen teken van haar te zien.
'Volg mij', zegt een van de wachters die met ons meeliep. Hij duwt zichzelf door de menigte heen terwijl de andere wachter ons de goede richting induwt. Sommige groepen kijken op van hun gesprek, kijkend naar de vreemdelingen.
Langzaam komt de verhoging met Walmoet en zijn vrouwen ons beeld in. De schoft heeft een dame op zijn schoot zitten. De anderen dames op de verhoging zitten rond een baby gebogen. Ze zijn net als bij mijn vorige bezoek schaars gekleed in witte kledij. Er wordt bijna niets aan de fantasie overgehouden. Het aanzicht is niet iets wat ik verlang, eerder wat me oncomfortabel maakt.
Je zou het cultuur kunnen noemen, al weet ik niet exact welke. Culturen verschillen van elkaar, dat is iets wat ik de afgelopen maanden geleerd heb. Magiërs zijn competitief, hebben weinig rituele en individueel ingesteld. Weerwolven zijn meer groepsgericht, hebben veel rituele en een duidelijke rangorde die wordt gerespecteerd. De elvencultuur is nog altijd vaag voor me. De koning en het volk lijken een hele andere omgang met elkaar te hebben onderling. Wat wel duidelijk is dat Walmoet niet monogaam is en dat is exact wat zijn dood gaat worden.
Het duurt een seconde voor mijn oog op Nalu valt. Ze is een van de vrouwen die over de baby heen gebogen zit. Ze is de enige die wel redelijke bedekkende kledij draagt en een gouden kroon op haar hoofd heeft staan. Zodra ik haar richting opkijk, gaat haar hoofd omhoog en verschijnt er een verbaasde blik op haar gezicht.
Ze staat op en begint mijn richting in te lopen. Haar witte jurk houdt ze in haar handen. Dat is ook het moment dat Walmoet onze aanwezigheid opmerkt. Hij duwt de vrouw op zijn schoot van zich af en kijkt me met dezelfde vuile grijns aan als de vorige keer.
'Het kon niet anders, ik wist het. Je leeft nog', zegt Nalu glimlachend zodra ze voor ons staat. Ik maak een kleine buiging en stuur haar een glimlach.
'Vraag me niet hoe', antwoord ik. Nalu haat blik glijdt van mij naar Novak en Elenor. Beide maken ze een buiging.
'Goed je te zien Novak', zegt ze glimlachend.
'Eens gelijks'.
'Wie hebben jullie bij je?', vraagt Nalu doelend op Elenor. De blonde jongedame staat er wat ongemakkelijk bij.
'Elenor Monte hoogheid', antwoord ze zelf.
'Welkom Elenor. Jullie hebben jullie aankomst goed gepland. De koning heeft net een nieuwe zoon ontvangen'. De blik in Nalu haar ogen verteld iets anders dan haar opgewekte woorden. Het is niet haar kind, dat is me direct duidelijk. Haar opgewekte toon en worden zijn een dekmantel voor de pijn die haar ogen dragen. Elenor wilt Nalu net gaan feliciteren, maar ik ben haar voor.
'Wat fijn voor de moeder en de koning. Moge de goden het kind zegenen', antwoord ik. Nalu glimlacht om mijn worden en geeft een kleine knik.
'Celeste. Ik moet je teleurstellen, we hebben al een ander kamermeisje in dienst. We hebben nog wel plek in de keuken'. Walmoet zijn woorden galmen door de hoge ruimte. Het gelach van de elven galmend erachteraan. Ik voel Elenor haar blik in mijn zij hangen.
Ik zet mijn vrolijkste glimlach op en maak een buiging naar de koning. Het volgende dat ik ga zeggen gaat me meer moeilijkheden opleveren dan me lief is, ruzie en tientallen verbaasde blikken. Ik zou kunnen wachten, mijn plan kunnen bespreken met Novak maar ik doe het niet. Dit is mijn enige kans om het geloofwaardig te maken. Ik had gehoopt minder aanwezige te hebben, maar misschien werkt dat juist in mijn voordeel.
'Ik moet u teleurstellen hoogheid. Mijn kookkunsten zijn uw keukens niet waardig en ik ben van mening dat ik ergens anders beter van dienst ben', antwoord ik. Ik zie Novak naast me opkijken met een niet begrijpende blik. Ook Nalu en Elenor lijken mijn antwoord niet te begrijpen.
'En waar mag dat zijn?', vraagt de koning met een grijns op zijn lippen. Ik vouw mijn handen achter mijn rug en zet een stap dichter naar de verhoging.
'Als uw vrouw'. De blikken die ik na die woorden ontvang en de stilte die in de ruimte slaat laten zien dat mijn woorden allesbehalve onopgemerkt bleven.
'Wat?', galmt Novak zijn stem achter het mijne aan. Ik negeer Novak zijn reactie en kijk Walmoet recht aan. Hoewel hij zijn best doet het te verbergen is de verbazing van zijn gezicht af te lezen.
Mijn keuze mag misschien wat radicaal zijn en allesbehalve wat je zou verwachten na mijn vorige bezoek, het is wel degelijk doordacht. Er zijn niet veel manieren om bij de man alleen te zijn. Hij wordt goed bewaakt en zomaar zijn slaapkamer instappen is zeker niet onopvallend.
Mezelf als zijn vrouw bieden geeft me meer kansen om met hem alleen te zijn. De kans dat hij op mijn aanbod in zal gaan is groot. Hij heeft al meerderen vrouwen en mijn naam is macht. Een huwelijk is voor mij al lang niet meer iets heiligs, voor hem evenmin.
'Mijn vrouw? Celeste von Dira biedt zich aan als mijn vrouw?', vraagt Walmoet met de breedste grijns op zijn lippen. Ik blijf de verbaasde en enigszins boze blikken van Novak en Nalu negeren terwijl ik nog een stap dichter bij zet.
'Absoluut', antwoord ik. Walmoet zet een stap dichter mijn richting in, trekt zijn witte open blouse recht en bekijkt me van top tot teen.
'Van waar dit aanbod?'. Deze vraag viel te verwachten. Na de geseling zou hij kunnen begrijpen dat hij niet mijn favoriete persoon is, en dat klopt. Het is een onverwacht aanbod, maar met een doordachte uitleg.
'Ik begrijp dat mijn aanbod wat onverwacht is. We delen geen affectie of band. We delen wel een haat voor mijn vader en Christiaan. Uw krijgers zijn goed getraind en met velen. Hoewel ik een prijs op mijn hoofd heb, bied mijn naam nog altijd macht. Er zijn meer volkoren met een haat voor mijn familie dan een bewondering, voor mijn moeder ligt dat anders. Mijn moeder was geliefd, welbekend en draagt nog altijd een goede naam. Mijn slechte band met het koningshuis is welbekend, dus zullen mensen me niet snel meer linken aan mijn vaders idealen en ideeën, eerder die van mijn moeder. Daarnaast gaat er een oud volksverhaal rond over de zwarte heks, die u vast en zeker zal kennen. Sommige denken dat ik dat ben, de vredesbrenger. Deze opstapeling maakt dat we elkaar kunnen versterken in het verslaan van mijn vader. Het brengt u macht, aanzien en een nieuwe dame in uw bed'.
Ik heb dagen kunnen denken over mijn uitleg en het lijkt zijn vruchten af te werpen. De twijfel in de man zijn ogen begint te vervagen. De vrouwen die naast hem zitten lijken het niet eens te zijn met mijn voorstel. Als blikken konden doden was ik nu in de hel. Walmoet kijkt me een tijdje bedenkelijk aan, hij twijfelt. Toch heft hij uiteindelijk zijn glas.
'Dames en heren, we hebben nog iets te vieren vandaag. Celeste von Dira zal deze week worden benoemd tot mijn vrouw'. Met die woorden is het eerste deel van mijn plan geslaagd. De elfen beginnen langzaam te klappen, alle verward door de situatie. De huidige vrouwen kijken me nog giftiger aan dan eerst. Nalu lijkt mijn hoofd eraf te willen hebben en Novak is nergens meer te bekennen.
Walmoet steekt zijn hand mijn richting in terwijl het geklap langs mijn oren galmt. Glimlachend neem ik zijn hand gaan, kom ik bij hem op de verhoging staan. Zijn blauwgroene ogen kijken me diep aan voor hij zonder aanleiding zijn lippen op de mijne duwt.
De ruwe lippen glijden met een grote hoeveelheid speeksel over de mijne. De smaak van alcohol glijdt door mijn mond. Zijn handen glijden ongegeneerd naar mijn billen en houden daar stil. Alles aan deze kus is smerig, maar dat laat ik niet blijken.
Het brengt me even terug naar Christiaan, maar al snel besef ik me dat de situatie anders is. Dit is mijn keuze, mijn plan. De kus gaat naar mijn zin veel te lang door voor hij zich terugtrekt, grijnst en de menigte in kijkt. Ik zet een glimlach op en ontvang het laatste beetje applaus.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro