Hoofdstuk 95
De toppen van de Andes steken in de verte boven de heuvels uit. Het moeraslandschap heeft plaatsgemaakt voor heuvels. Hier en daar liggen grote witte keien die boven het gras uitsteken. De paden zijn veranderd naar witte stenen bergpaden. De bomen hebben we achter ons gelaten. Het enigste wat zichtbaar is zijn lange groene vlaktes vol steen en water. De vogels en steenbokken hebben hier hun huizen. Dat kunnen we wel concluderen na de grote hoeveelheden die we al hebben gezien.
De dag is langer en lijkt met elke stap langer te worden. De zon begint zijn weg achter de horizon te maken en een koude wind is opgestoken. We hebben geluk dat de regen uitbleef, tot nu. De lucht is grijs en het water valt met bakken uit de hemel. Mijn jurk is doorweekt en hangt als beton aan mijn lichaam. Mijn haar hangt als natte handdoeken langs mijn gezicht en de koud is amper uit te houden.
De gesprekken tussen mij en Novak zijn gestaagd. We zijn stil, kijken voor ons uit en proberen onze ogen open te houden door het deken van regen. Het zal niet lang meer duren voor we bij onze overnachtingsplek aankomen.
Het duurt nog een goed half uur rijden in de stromende regen voor onze overnachtingsplek achter de heuvels verschijnt. Aan de voet van een groot blauw meer staat een klein hout huisje. Het meer is gigantisch, de overkant is amper zichtbaar. Aan alle zijdes van het meer steken de heuvels erboven uit. Alsof het een kommetje is die je als kind met je handen maakte om water uit de rivier te pakken. In de verte loopt een kudde geiten die helpen om het gras kort te houden.
Novak zet zijn paard in galop en rijd richting het huisje. Ik volg zijn voorbeeld en ben blij dat het huisje eindelijk zichtbaar is. Met Rave zou deze reis zoveel makkelijker zijn geweest. Rave. Ik mis hem vreselijk. Er waren langere tijden dat ik hem niet zag, maar het idee dat ik hem ook nooit meer zal zien is dat wat dat me opvreet. Het is de beste beslissing voor ons beide, dat is wat ik mezelf probeer te vertellen.
Novak stopt bij de deur, stapt van zijn paard af en bind de teugels vast aan de hekjes die in een reeks om het huisje staan. Ik volg zijn voorbeeld en loop samen met Novak naar de deur. Het duurt niet lang voor de houten deur krakend opengaat. Een oudere vrouw met kort grijs haar en een bruine jurk staat in de deuropening. Haar gezichtsuitdrukking is zo neutraal dat ik niet kan aflezen of ze blij is om ons te zien.
'Jullie zijn laat', is het eerste en enige begroeting die we krijgen.
'Excuus. We hadden wat onverwachte moeilijkheden tijdens de reis'. Novak verwijst naar de regen, het oversteken van een grote rivier en ons vertrek dat later was dan gepland. De vrouw knikt en zet een stap opzij. Samen met Novak loop ik het huisje binnen. Het is klein en alles wat je ziet is gemaakt van hout, zelfs al het meubilair. De keuken en het woongedeelte staan samen op nog geen tien vierkantenmeter. In het midden van de ruimte staat een gedekte eettafel. Er staan tientallen kaarsen te branden die het huisje verlichten. Zowel op de meubels als op de grond liggen tientallen dierenvellen. Aan de zijkant staat een openhaard te branden. Het is warm binnen en het gehele huis ruikt naar stoofpot.
'Het eten staat op het vuur en kunnen jullie pakken. Jullie kamer is de rechterdeur naast de keuken. Ik ben er vannacht niet. Er is een geit die op het punt staat een lam te werpen dus daar moet ik bij zijn. Ik mag aannemen dat jullie je gedragen. Ik heb enkele huisregels waar ik jullie op wil wijzen. Er word niet gestolen of spullen kapot gemaakt, gebeurt dit wel dan betaal je de prijs. Het gasfornuis moet 's nachts uit. De deur gaat 's nachts op het slot. Ik heb zelf de sleutel dus ik kan gewoon naar binnen. Zijn er nog vragen?'. Ik weet niet in hoeverre je dit een warm welkom kan noemen, maar alles is beter dan buitenslapen. Ze heeft voor ons gekookt en bied ons een warm bed, meer mag en kan ik niet vragen. Het huis is gezellig, het eten ruikt goed en het is warm. Ik overleef het hier wel een nacht.
'Nee ik heb geen vragen. Hartelijk dank voor uw ontvangst en het eten', antwoord ik. De vrouw knikt en loopt naar de kapstok. Ergens ben ik blij met haar komende afwezigheid. De vrouw heeft een bepaalde stugheid rond zich heen hangen, een autoriteit. Alsof ze me elk moment een preek kan geven over wat ik fout doe.
'Hoe laat denken jullie morgen te vertrekken?', vraagt de vrouw terwijl ze haar lange zwarte jas omslaat.
'Acht uur in de ochtend', antwoord Novak. Hij is inmiddels naar het fornuis gelopen en heeft al meerderen pannendeksels opgetild.
'Ik zal het ontbijt klaar hebben staan. Zorg dat je bent aangekleed voor je de slaapkamer verlaat. Ik ben niet gediend van vreemde naakte personen'. Ik ben verbaasd over de directheid van deze vrouw en ik word er toch wel ongemakkelijk van. Novak daarentegen begint te lachen.
'Dank u dat wordt geregeld'. De vrouw knikt een laatste keer voor ze de deur opent en het huis verlaat. Mijn hoofd probeert te verwerken wat er zojuist is gebeurd. We zijn nog geen tien minuten binnen en de gastvrouw is al weg. Ze heeft zich niet eens voorgesteld.
'Bijzondere vrouw', zegt Novak terwijl hij in een pan staat te roeren.
'Zeg dat wel', zeg ik terwijl ik naar de deur van onze slaapkamer loop. Ik loop nog altijd in een zeiknatte jurk die tientallen kilo's zwaarder lijkt dan eerder. Ik open de slaapkamer deur en kom in een slaapkamer terecht die perfect bij het huis past. Alles is van hout behalve de dierenvachten op de vloer en op het bed. Het bed is netjes opgemaakt met witte lakens en meerdere kussens. Daarnaast ligt er op het bed een stapeltje opgevouwen kleding. Zodra ik het bovenste kledingstuk van de stapel haal zie ik dat het een nachtjapon is. Ik glimlach en begin de loodzware jurk los te maken. Ik laat de natte jurk op de grond vallen en stap eruit. De jurk die ik aanhad, heb ik van Alisha geleend. Hij is blauw met groene borduursels. Het is lang geleden dat ik een jurk droeg die ik in mijn eigen bezit had. Soms voel ik me een bedelaar die iedereen zijn hulp nodig heeft en eerlijk is eerlijk, ik haat dat gevoel. Ik haat het om afhankelijk te zijn van anderen. Wat tegenstrijdig is met de laatste paar maarden waarin ik niets meer ben dat afhankelijk.
'Het eten staat klaar', roept Novak. Ik trek de nachtjapon over mijn hoofd en loop terug naar de keuken. Novak zet net de laatste pan op tafel en draait zich naar me om. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht.
'Dat roept herinneringen op', zegt hij terwijl hij mijn kant oploopt. Hij verwijst naar de maand dat we bij Nelly ondergedoken zaten. We zaten daar niet om een positieve rede, toch heb ik veel positieve herinneringen aan die tijd. Het heeft Novak en mij duidelijk hechter gemaakt. Novak pakt me zachtjes bij mijn middel en trekt me dichter tegen hem aan. Zonder iets te zeggen drukt hij een kus op mijn lippen en laat me eer los. Het is een lief en intiem gebaar. Er hoeft ook geen woord aan vuil te worden gemaakt.
'Laten we eten voor het koud wordt'. Met die woorden gaan we beide aan de tafel zitten. Er staan drie pannen voor mijn neus. In de ene zit iets wat op een stoofpot lijkt. De ander is gevuld met gekookte aardappelen en de laatste bevat sperziebonen. Het ruikt en ziet er goed uit.
'Mag ik?', vraagt Novak terwijl hij zijn hand naar me uitgestoken houd. Even begrijp ik hem niet tot ik begrijp dat hij mijn bord wil. Ik geef hem mijn bord aan en laat hem mijn eten opscheppen. Hij geeft me het bord terug en begint voor zichzelf op te scheppen. Dit is de eerste keer in een lange tijd dat we met zijn tweeën aan een tafel zitten en niet hoeven na te denken over een gevaar die ieder moment de deur opent. Het voelt onwerkelijk om even niet na te hoeven denken over of ik morgen wel haal.
'Eetsmakelijk', zegt hij voor hij zijn vork in een aardappel zet.
'Eetsmakelijk', zeg ik voor ik de eerste hap van de stoofpot neem. Het is misschien voorspelbaar, maar het eten is heerlijk. Alisha kon goed koken, maar met deze gehele ambiance erbij lijkt het tien keer beter dan Alisha haar kookkunsten. Het knisperende haardvuur, de warmte, de rust, de stilte en het lekker eten maken dit de beste dag in tijden. Er is zoveel gebeurd de afgelopen maanden, zoveel waar we eigenlijk over zouden moeten praten, maar het kan wachten. Op dit moment wil ik niet denken aan wat was of komt. Ik wil in dit moment zijn met Novak.
Novak lijkt die mening te delen want onze gehele maaltijd is in stilte. Geen ongemakkelijke of zware stilte maar een stilte die vertelt dat we de afgelopen tijd een plek geven en genieten hoe we hier nu zitten. Ik kan mijn dankbaarheid voor de jongen tegenover me niet in woorden beschrijven. Hij heeft me laten zien hoe een normaal leven eruit hoort te zien, dat intimiteit leuk kan zijn en dat niet alle mannen zoals Christiaan zijn. Hij gaf me een leven waarvan ik niet wist dat ik het miste.
Het is dan ook Novak die opstaat zodra we zijn uitgegeten. Hij begint de tafel af te ruimen terwijl ik hem met mijn ogen volg. Dat is het moment dat een gedachte die ik maanden terug als onbeschrijfbaar en vreselijk had beschouwd mijn hersenen inkomt. Die gedachte die ik ver in mijn hoofd had weggestopt en bestempeld als "niet voor mij", is nu een gedachte die me een stuk minder bang maakt en misschien wel enthousiasmeert.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro