Hoofdstuk 87
Als ze van mening was dat haar uitleg voldoende was, heeft ze het goed mis. Ik ben niet zo onervaren en dom dat ik niet weet hoe je een kamer schoonmaakt. Echter heb ik geen idee waar ik die kamer zou moeten vinden en hoe ik de wensen van Nalu moet vervullen. Ik ben blij met de hoeveelheid vragen die ik aan Alisha stelde over het dorp. Ik ken de naam Nalu uit haar verhalen en kan mijn gedachten niet vouwen om het feit dat het de koning zijn enige echte vrouw is. De enige vrouw die hij echt liefheeft vertrouwt hij aan mij toe. Dat brengt mijn hoofd bij Novak. Meer dan dat hij in het ziekenhuis ligt weet ik niet. Ik weet niet hoe goed of slecht zijn conditie is, of hij nog leeft en of hij ooit nog wakker zal worden. Ik weet niet eens waar het ziekenhuis is. Ik besluit de gedachten aan de kant te zetten. Er moet een manier vinden om meer antwoorden over Novak zijn conditie te vinden tijdens mijn werk.
Ik laat een laatste blik op mijn kleding vallen en loop richting de deur waar de vrouw net uit verdween. Ik open langzaam de deur en kijk direct in een grote open ruimte. De zaal, die vergelijkbaar is met een balzaal, is leeg. De stenen witte vloer weerkaatst het licht dat uit de gekleurde ramen komt. In het midden van de zaal staat een brede witte pilaar, waarvan de functie me ontgaat. De ruimte is rond, heeft op vier plekken een opening waar een gang in verdwijnt. Tussen elke gang staan drie deuren van hout. Er is geen enkele vorm van een naambordje of aanwijzing wat er achter elke deur schuilt.
Alsof de goden me goed gezind zijn lopen er op dit exacte moment twee vrouwen de zaal in. Ik herken ze beide van mijn ontmoeten met de koning. Een witte rok, een witte bh en vol zilveren kettingen. Dat zijn de anderen vrouwen van de koning. Mijn hoop wordt direct te niet gedaan. Aan deze vrouwen vragen wat Nalu haar kamer is is misschien nog wel een slechter idee dan het zelf uit proberen te zoeken. Echter is mijn angst om de kamer van de koning in te lopen groter dan mijn ego. Langzaam loop ik richting de twee druk pratende vrouwen. Hun oog valt al snel op mij en een grijns speelt hun lippen. Ik stop met lopen zodra ik op een meter van de vrouwen vandaan ben en buig.
'Nora vind je het niet grappig? De gevreesde kroonprinses in de kleding van een bediende. Misschien wel het grappigste dat ik deze week gezien heb', zegt de rechter vrouw lachend. Mijn bloed begint langzaam op de warmen van woede, maar ik houd me gedeisd.
'Op zijn zachtst gezegd vermakelijk. Pappie zal trots zijn', zegt de linker vrouw waarvan de naam waarschijnlijk Nora is. De vrouwen beginnen beide te lachen. Ik moet me inhouden geen opmerking te maken over hun blote kleding of het feit dat ze zich enkel uitkleding voor de koning voor macht. Het is niets nieuws, maar ranzig blijft het wel.
'Wat wil je van ons prinsesje?', vraagt de rechter vrouw met een grijns. Ik pak de mand strakker in mijn handen vast en recht mijn rug.
'Excuses voor het storen. Zou u me kunnen vertellen waar ik de kamer van koning Nalu kan vinden?', vraag ik op de zelfverzekerdste toon die ik op kan brengen. Expres gebruik ik Nalu haar titel, wat ik beter niet zou kunnen doen. De vrouwen beginnen opnieuw te lachen.
'Van prinses naar poetsvrouw, hilarisch. Je mag mijn suite ook wel schoonmaken. Mijn dienstmeid snapt echt niet hoe schoonmaken werkt', geeft de rechter vrouw als antwoord, mijn vraag negerend. Ik weet niet of en wat ik hierop zou moeten antwoorden. Ik houd mijn mond dicht en kijk de vrouwen zonder emotie aan.
'Rechterdeur, derde gang. Ik zou maar weg zijn voor ze komt. Nalu heeft het niet zo op dienstmeisjes', beantwoord de andere vrouw gelukkig mijn vraag. Ik maak opnieuw een kleine buiging en loop dan zo vlug mogelijk de andere kant op. Op deze manier wordt dit een zware maand. Ik loop richting de deur die de vrouw me aanwees. Ik twijfel even of ik zou moeten kloppen of in stilte naar binnen moet gaan. Ik kies de laatste optie.
Ik pak de deurknop vast en laat de deur langzaam openen. Ik verwacht een slaapkamer in de stappen maar het is veel meer dan dat. De deur opent in een gang. De vloer en muur hetzelfde als de rest van het gebouw. Op een schilderij van een groen landschap na is de gang leeg. Ik trek de deur zachtjes achter me dicht en zet de mand op de vloer. Langzaam en zo stil mogelijk loop ik verder de gang in. De gang lijdt me naar een woonkamer met een groende bank, houten tafel en wat decoratie. Ik ben blij te zien dat er niemand in de suite lijkt te zijn. Aan de achterzijde van de woonkamer brengt een kleine gang me naar een riante slaapkamer. Er staat een groot tweepersoonsbed met rommelige lakens, twee houten nachtkastjes en een grote spiegel. De laatste ruimte is een badkamer met een bad en een wasbak. Alles is gedecoreerd met houten producten, spiegels, schilderijen van groene landschappen en vloerkleden van schapenvachten.
Ik zucht diep. De ruimte is groot en heeft veel spullen. Het zal nog een lange taak worden om dit alles schoon te krijgen. Als ik me iets herinner van de dienstmeiden in het kasteel weet ik dat ze achteraan beginnen. Dat is in mijn geval bij de badkamer. Ik loop terug naar de gang en pak de mand van de vloer. Ik breng de mand naar de badkamer en begin met het enige logische dat ik kan bedenken, een doek over alles heen halen om het stof te verwijderen.
-
Mijn sympathie voor alle dienstmeiden groeit met het uur. Ze lieten het altijd zo simpel lijken, het is allesbehalve dat. Het schoonmaken van de enorme suite is een gigantische klus. Met de badkamer alleen was ik een uur zoet. Alles van zijn plek halen, schoonmaken en terugzetten kost me het meeste tijd. Een bed afhalen en opnieuw opmaken ging me verrassend goed af. Het zweet staat op mijn rug, wat mijn wonden geen goed doet. Mijn rug doet pijn van het vele bukken en de honger is onaangenaam.
Zodra ik mijn oog op de klok in de woonkamer laat vallen, de plek waar ik nu aan het schoonmaken ben, zie ik dat het al half een is. Ik ben zo opgegaan in mijn werk dat ik mijn pauze over het hoofd heb gezien. Even twijfel ik of ik alsnog mijn pauze zal houden. De vrouw leek stellig in haar regels en liet niet doorschijnen dat er een mogelijkheid tot discussie was. Ik besluit mijn honger aan de kant te zetten en verder te gaan met mijn werk.
Mijn maag knort en mijn energielevel is een stuk gedaald zodra ik bijna klaar ben met de woonkamer. Op dat moment open ik de kast in de woonkamer om tijdelijk spullen op te slaan. Mijn oog valt op een schaal fruit. Bananen, appels en sinaasappels liggen in een piramide op elkaar. Een gevaarlijke en uiterst domme gedachte bekruipt me.
Zou iemand het doorhebben als ik een banaan van de schaal pak? Het valt onder de noemer stelen en is absoluut een regel die ik niet wil breken, maar mijn werkdag is nog lang. Als ik het komende uur niets eet zal mijn lichaam bezwijken onder de honger. Ik laat mijn hand met het beeldje wat ik van de salontafel heb gepakt naast mijn lichaam hangen. Ze kunnen toch niet boos worden om een banaan? Wie weet nou precies hoeveel bananen er op de schaal lagen voor ze vertrokken? De afgelopen uren is niemand binnengekomen en er lijkt ook geen aanstalten te zijn tot bezoekers.
Ik zucht diep, kijk om me heen en pak voorzichtig een banaan van de schaal. Mijn hart bonst in mijn keel, mijn handen zweten van angst. Dit is zo'n dom idee. Toch wint mijn honger het van mijn verstand. Ik open de banaan en neem een hap. Direct vervalt al mijn angst totdat ik de deur open hoor gaan.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro