Hoofdstuk 70
Totaal verbijsterd draai ik me om naar de jongen achter me. Novak kijkt me aan met zijn sprekende glimlach en vonkelende ogen. De enige reactie die ik op dit ontzettend lieve gebaar kan geven is hem om de hals te vliegen. Ik sla mijn armen om zijn nek, trek hem dicht tegen me aan. Hij slaat zijn armen om mijn middel. Door Novak zijn vanpierkant geeft hij niet veel lichaamswarmte af, maar het kleine beetje is genoeg om me warm te laten voelen.
De afgelopen maanden waren zodanig heftig en hectisch dat ik niet meer stil heb gestaan bij de datum waarop we leven. Ik zou je niet kunnen vertellen welke dag het vandaag is. Dat het vandaag mijn twintigste verjaardag is, besefte ik me vanochtend pas. De kalender van Nelly lag open open op de toonbank toen ik er vanochtend heenliep. Zodra ik 21 februari zag staan viel het kwartje, maar verder heb ik er niet bij stilgestaan.
Mijn verjaardag werd al jaren niet meer groots gevierd. Mijn moeder hield de traditie van het vieren van verjaardagen hoog maar die ging, met vele andere, samen met haar de grond in. Mijn achttiende verjaardag werd gevierd met mijn huwelijk, mijn negentiende geheel genegeerd. Als ik er eerder bij stil had gestaan had ik de bedoeling om het te vieren ook niet gehad. Het is voor mij een dag als vele andere, een dag zonder betekenis.
Toch is Novak zijn gebaar welkom en waardeer ik het zeer. Het feit dat hij zonder iets van me te hebben gehoord er is achtergekomen en er werk van heeft gemaakt betekend veel voor me. Dat zijn gebaar dan ook op deze manier is maakt me vele malen warmer van binnen dan ik ooit had gedacht. Mijn eerste reactie is puur, oprecht gemeend.
Novak is de eerste die terugtrekt. Zijn roze lippen hebben een glimlach gevormd. 'Betekend dit dat je het leuk vind?', vraagt hij. Ik laat een kleine lach en knik mijn hoofd. Ik draai me terug naar het bed. 'Natuurlijk vind ik het leuk dat matras lag alles behalve prettig', zeg ik terwijl ik richting het bed begin te lopen. Ik laat mijn hand over het witte laken glijden. Het voelt zacht en glad onder mijn handpalm. ' Ik snap alleen niet hoe je het hier hebt gekregen zonder dat ik er iets van heb gemerkt', zeg ik voor ik plaatsneem op het bed.
Novak loopt langzaam mijn richting in, zijn handen in zijn broekzakken weggestopt. Hij komt voor me staan. Zijn handen plaatst hij op het bed aan wederzijds van mijn benen. Hij buigt naar voren tot er nog geen vijf centimeter tussen onze neuzen rust. 'Ik zal eerlijk zijn, het was een gehele onderneming, maar met wat hulp van Nelly lukt alles', zegt hij met een grijns. Ik verwacht dat hij naar voren buigt om me een kus te geven, maar in tegendeel, hij gaat recht staan.
'Dat doet me eraan denken dat Nelly een cadeau voor je heeft'. Hij loopt richting de enige kast die nog in de ruimte is geplaatst. De houten kast heeft verschillende schappen, gemaakt van planken die boven elkaar zijn gevestigd. Hij pakt een klein wit doosje van de derde plak. Het doosje was me niet opgevallen tot nu. Novak loopt terug mijn richting in en reikt me het doosje aan.
Ik pak het doosje aan en bekijk de verpakking aandachtig. Met mijn verjaardag die nooit in het kasteel werd gevierd kreeg ik ook geen cadeaus. Dit is het eerste cadeau dat ik krijg in misschien drie jaar. Op de bovenkant van het witte doosje zit een wit lint die gebonden is in de vorm van een strik. De rest van het doosje is dezelfde spierwitte kleur. Mijn vingers pakken het uiteinde van het lint en trekken de strik uit elkaar.
Het lint valt open waardoor ik het doosje kan openen. Zodra ik de deksel van het doosje haal valt mijn oog op een ketting. De zilveren ketting heeft een subtiele vorm. Aan de ketting is een hanger bevestigd met een zwart kleurige steen in de vorm van een regendruppel. Verbijsterd kijk ik naar het cadeau, niet wetend hoe ik moet reageren.
'Nelly vertelde me dat de steen een Onyx is. Hij komt uit de Andes en brengt steun, doorzettingsvermogen en kracht. Daarnaast trekt hij krachten aan. Veel meer weet ik er niet over', vertelt Novak. Voorzichtig pak ik de zwarte steen tussen mijn vingers en haal hem uit het doosje. Ik heb niets gezegd, puur omdat ik niet weet wat. Ik ben zo overdonderd over het prachtige cadeau. Het is doordacht, lief en persoonlijk, alles wat ik heb gemist de laatste jaren.
'Laat mij maar', zegt Novak zacht. Hij heeft zijn hand mijn richting ingestoken, zijn handpalm wijzend naar boven. Voorzichtig leg ik de ketting in zijn hand. 'Draai je om', instrueert hij me. Ik doe wat me word gezegd en ga in kleermakerszit op het matras zitten. Novak brengt zijn handen naar voren, de ketting hangend voor mijn borst.
Ik haal mijn haren uit mijn nek om Novak meer speling te geven. Hij legt de ketting om mijn nek, sluit de sluiting en legt mijn haar terug in mijn hals. Mijn vingers glijden naar de zwarte steen die om mijn nek bungelt. Ik kan niet dankbaarder zijn dan ik nu ben. Het geeft me een klein sprankje hoop in de mensheid, een die lang geleden was gedoofd. Dat een vrouw, die ik amper een week kende voor we hier onderdoken, dit alles voor ons wil doen lijkt bijna te mooi om waar te zijn.
Ik draai me terug zodat ik Novak weer in zijn blauwe ogen kan aankijken. 'Hij staat je prachtig', zegt hij met een glimlach. De ketting en Novak zijn cadeau laten me dankbaarder voelen dan ooit. Ik wil iets voor hen terugdoen, maar weet niet wat. Wat geef je iemand terwijl je niets te geven hebt? Niets materieels in elk geval.
Zodra die gedachtes mijn hoofd passeert, krijg ik een idee. Ik weet een manier om mannen een plezier te doen. Het enige dat me tijdens mijn jeugd over mannen werd verteld tijdens was hoe je hen kon plezieren, nooit had ik gedacht dat die kennis van pas zou komen. Als ik eerlijk naar mezelf ben, weet ik niet of ik zelf een voorstander ben van dit cadeau. Echter kan ik niets anders bedenken en wil ik iets terugdoen.
'Waar denk je aan?', vraagt Novak. Hij is niet bewogen sinds ik me heb omgedraaid. Ik duw mezelf van het bed af en kom tegenover hem te staan. Ik beantwoord zijn vraag niet, zet mijn angsten en trots aan de kant. Mijn armen slaan zich om Novak zijn nek heen. De twee blauwe ogen kijken me verbaasd aan. Voor hij iets kan zeggen duw ik mijn lippen op de zijne.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro