Hoofdstuk 47
Tot mijn verbazing staat de Alfa op van de bank, zijn ogen nog steeds op mij gericht. 'Welkom Maria'. Ik weet zeker dat de verbazing van mijn gezicht te lezen is. Hij weet het, hij moet het weten. De man liegt tegen zichzelf of tegen de gene om hem heen. Mijn naam is gehaat over de gehele wereld, er zijn geen uitzonderingen. Er is iets dat me is opgevallen sinds ons vertrek. De jongere generatie lijkt mijn gezicht niet te herkennen, de oudere generatie wel. Ik weet niet of dit in mijn voordeel of in mijn nadeel werkt. Het zal de tijd moeten leren.
'Dus vanavond is je inhuldiging Asa?', vraagt Novak tegen de zwartharige jongen. 'Klopt, alsof je je bezoek gepland had', lacht Asa. De huidige Luna staat ook op van de bank. 'Hebben jullie andere kleding bij je?'. Zowel haar woorden als haar houding is statig. Haar blonde haar hangt langs haar schouders en haar blauwe ogen vertellen mijdat ze zich niet door iets kleins van haar stuk zal laten brengen. De vrouw dwingt respect af, op elke manier mogelijk.
'Niet voor de gelegenheid', antwoord Novak op een meer formele toon dan dat hij tegen Asa sprak. De vrouw knikt langzaam haar hoofd. 'Alexander wil jij Flora opdracht geven kleding gereed te maken voor onze gasten?'. Alexander, oftewel Alex. Ik verbaas mij over de toon van de Luna. De toon is netjes, uitgesproken en statisch. Ze vraagt het netjes maar je hoort de ondertoon van een commando. Ik begin mij af te vragen wie hier echt de leiding heeft, de Luna of de Alfa.
'Ja Luna', antwoord Alex op het commando. 'Zora zal jullie naar een kamer brengen'. Een jonge dame van een iets jongere leeftijd dan mij staat op van een naastgelegen stoel. 'Als u mij zou willen volgen', zegt de jonge dame op een nette toon. Ik maak nog een kleine buiging naar de Alfa en Luna voor ik, samen met Novak, Zora begin te volgen. Haar lange blonde haar hangt over haar schouders naar beneden, ze draagt een nette blauwe jurk en platte schoenen.
We worden geleidt door de gangen van het grote gebouw. Ik kijk mijn ogen uit naar de houten bekleding, de versieringen in het hout en de schilderijen die hier en daar op de muur hangen. We lopen een trap op, gaan nog een gang door en komen uiteindelijk aan bij een deur. Op de deur hangt een bordje met gastenverblijf 133. Zora opent de deur voor ons. Met een licht gekraak van het hout opent de deur tot er een prachtige kamer tevoorschijn komt.
'Dit is uw kamer voor de nachten dat u wenst te verblijven'. Mijn ogen gaan over de riante slaapkamer. De vloer is, zoals alles hier, van hout. De gordijnen en lakens zijn blauw, het bed zwart en hier en daar hangen er schilderijen van het bos. Deze kamer is exact wat ik in gedachte had toen ik hoorde dat we in een weerwolven pack gingen overnachten. Het is netjes toch gezellig, statisch toch casual. 'Bedankt Zora', zeg ik vriendelijk tegen de dame.
Ik kijk de dame aan en zie dat ze totaal niet op mij is gefocust. Ik volg haar ogen en zie dat ze op Novak, die al de gehele tijd achter mij staat, zijn gevestigd. Novak heeft een ongemakkelijke blik op zijn gezicht en probeert zijn ogen op de kamer te houden. 'Bedankt, Zora', zegt Novak langzaam. De dame glimlacht en knikt haar hoofd. 'Flora zal u zo de kleding komen brengen', zegt ze voor ze zichzelf omdraait en de kamer verlaat.
Verward kijk ik Novak aan. Wat was dat voor een situatie? Zijn blauwe ogen staan in een ongemakkelijke blik en hij heeft niet bewogen sinds Zora is vertrokken. 'Ken je haar?', vraag ik Novak aan beetje verbaast. Zijn ogen lijken los te komen uit zijn gestaar en hij kijkt mij zuchtend aan. 'Ja, lang verhaal', is zijn antwoord. Aan zijn woordkeuze is hoorbaar dat hij het er niet over wilt hebben. Hij wuift het onderwerp weg en loopt naar het bed.
Nu ik Novak naar het bed zie lopen komt bij me binnen dat we samen een kamer delen. Ondanks dat we de afgelopen nachten samen in een kleine tent hebben doorgebracht blijft er een ongemakkelijkheid zitten. Ik vertrouw Novak inmiddels tot een bepaald punt maar dat betekend niet dat ik het idee prettig vind om me bij hem om te kleden. Novak lijkt er zelf geen reactie aan te hebben aangezien hij op het bed gaat liggen zonder er iets over te zeggen.
Zodra ik Novak zijn richting inloop valt me iets aan hem op wat ik nog niet eerder had gezien. Hij is witter geworden, zijn wangen zijn meer ingevallen en zijn ogen lijken donkerder dan eerst. Het was de afgelopen dag wel opgevallen dat hij wat minder te vertellen had en wat afweziger leek. Ik hoop dat Novak geen ziekte heeft opgevat tijdens onze reis, zowel voor mezelf als voor hem. Ik loop dichter naar het bed toe en ga dan op het voeteneinde zitten.
Novak heeft zijn ogen gesloten, ligt met al zijn kleding, behalve zijn schoenen, op het bed en heeft zijn armen achter zijn hoofd gevouwen. 'Gaat het goed?', vraag ik zacht. Ik ben de laatste dagen wat losser geworden in vragen stellen maar de woorden van Christiaan zullen me altijd op een bepaalde manier blijven achtervolgen. Vrouwen vragen niet, ze luisteren. Novak opent langzaam zijn ogen en kijkt me al liggend aan. 'Ja, hoezo?', vraag hij nonchalant.
'Je ziet wat bleek, je bent afweziger en je lijkt moe', is mijn eerlijke antwoord. Novak zucht op een geïrriteerde toon, iets dat me laat afvragen of ik iets fout doe. 'Ik heb gewoon niet mijn dag', antwoord hij en sluit opnieuw zijn ogen. Iets in mij vertelt dat hij tegen me liegt en als ik ergens een hekel aan begin te krijgen is het mensen die tegen me liegen. Zijn nonchalante houden doet ook niet goed aan de situatie, het irriteert me.
'Komt het door Zora?'. De woorden verlaten mijn mond voor ik er erg in heb. Novak zijn ogen springen op en hij duwt zichzelf zittend. 'Jezus Celeste, stop met die stomme vragen'. Hij verheft zijn stem en zijn spieren spannen aan terwijl hij de woorden bijna naar me uitspuugt. Ik deins automatisch naar achter van de luide toon en de vijandige houding. Ik had mijn mond moeten houden, exact wat Christiaan me altijd vertelde.
'S-sorry', komt er hakkelige uit dan dat ik zou willen. Ik zit nog steeds naar achter geleund om de afstand tussen mij en Novak te vergroten. Novak zijn ogen staan een aantal seconden boos tot ze lijken te verzachten. Zijn spieren lijken te ontspannen en zijn houding wordt minder kwaad. Hij haalt zuchtend een hand door zijn haar. 'Nee ik moet sorry zeggen, ik had niet naar je mogen schreeuwen. Het is gewoon..'. Exact op dat moment klinkt er een klop op de deur.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro