Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 12

Warning! Dit hoofdstuk kan als heftig worden ervaren.

Voor ik me goed en wel besef wat hij zegt, wordt mijn kin vastgegrepen. De zware, sterke, vingers geven me geen enkele beweegruimte. Ik kijk in de donkerbruine ogen van mijn man, me beseffend welke fout ik heb begaan. Ik had niet naar Nora moeten gaan. Ik had Christiaans bevel moeten volgen. Het is mijn eigen schuld. De donkere ogen staren me aan, kijken diep. Alsof hij een manier probeert te ontcijferen om me tot het uiterste te krijgen, een manier om me te breken. Mijn kin wordt met een harde beweging aan de kant geduwd en voor ik mijn hoofd kan draaien ontvangt mijn wang een harde klap. In totale schok draai ik mijn hoofd naar Christiaan, mijn hand op de rode bonkende huid. De pijn galmt na, trekt mijn hoofd in. Er speelt een grijns op zijn lippen, een grijns die een verhaal vertelt. Hij geniet hiervan, hij haalt hier plezier uit. 

Het volgzame schaap in mij schreeuwt om weg te kijken, het te ondergaan en niet te vechten. Mijn ware aard vertelt me te vechten als een leeuw. Mijn hoofd is in tweestrijd. Ik kijk hem aan en geef niet toe aan de bonkende pijn in mijn wang. In mijn ooghoek zie ik hem zijn rechtervuist ballen. Ik zie hem zijn hand heffen, de vuist op me afkomen en dat is het moment dat mijn ware aard terrein wint. Ik buk, ontwijk de klap, draai me om en ren naar de deur. Ik ben trots en krijg hoop. Misschien is dit het moment dat het stopt, het moment dat ik win. Ik zie de deur dichterbij komen. Ik rijk naar mijn vrijheid maar ik ben niet snel genoeg. 

Ik word in een snelle beweging vastgegrepen bij de rok van mijn juk, naar achteren getrokken en op de grond gegooid. Mijn hoofd raakt met een klap de houten vloer. Tientallen sterretjes vormen een hemel voor mijn ogen. Mijn hoofd tolt, bonkt en mijn zicht is allesbehalve helder.

'Je wint nooit van mij, trut'. Met die woorden ontvang mijn buik een schop. Ik krimp ineen, grijp naar mijn beurse ingewanden en moet moeite doen mijn maaginhoud binnen te houden. Lang heb ik niet om op adem te komen voordat er een tweede schop mijn buik raakt. Alle lucht lijkt uit mijn longen te zijn gezogen. Ik hap naar adem en begin te hoesten. Met mijn ogen op het hout gericht probeer ik een klein beetje zuurstof te vinden. Langzaam duw ik mezelf tot ik op mijn handen en knieën zit, happend naar lucht. Lang krijg ik niet om mijn longen te vullen. Christiaan grijp me bij mijn haren vast en trekt me omhoog aan mijn bijna scheurende haarwortels. Ik kan niets anders doen dan op zijn commando opstaan. Rechtstaan gaat niet dankzij mijn beurse ingewanden. Ik sta krom met mijn armen om mijn buik geslagen. Mezelf beschermend op de enige manier mogelijk. Christiaan dwingt mijn hoofd omhoog en kijkt me grijnzend aan.

'Je wint nooit', herhaalt hij voor ik een gebalde vuist tegen mijn wang aankrijg. Dat is het moment dat hij mijn haar loslaat en ik opnieuw op de grond beland. Een intense misselijkheid overspoelt me terwijl de sterretjes een feest vieren voor mijn ogen. De pijn in mijn hoofd lijkt nooit meer te stoppen. Het volgzame schaap wint terrein in mijn bonzende hersenen. Als ik top met mezelf te verzetten, zou hij dan stoppen met slaan? Wie houd ik voor de gek, natuurlijk niet. Hij heeft een doel en stopt niet tot hij hem heeft behaald. Ik hef langzaam mijn bonzende hooft en kijk naar de nachtmerrie voor me. Waar heb ik hem aan verdient?

'Ik haat je', zeg ik met een krakende stem. Hij weet dit maar ik heb het nog nooit hardop gezegd. Ik hoop en verwacht een verwarde blik maar ik krijg een grijns, een brede grijns. Langzaam duw ik mezelf op mijn voeten en doe een poging mijn beurse lichaam recht te laten staan.

'Dat weet ik schat', is zijn reactie. Ik wil verbaasd zijn, ik wil hem uitschelden en naar hem schreeuwen maar ik heb er de kracht niet voor. De klappen hebben niet enkel mijn huid getekend maar ook de energie uit mijn lichaam geslagen. Alles gaat langzamer, mijn reactievermogen slechter. Misschien zijn het de tientallen sterretjes die voor mijn ogen blijven dansen, de misselijkheid of de pijn maar ik besef me pas wat er gebeurt zodra mijn rug het matras raakt. De top van mijn jurk wordt ruw vastgegrepen. Het duurt niet lang voor de stof tot zijn max wordt getrokken en de tientallen diamantjes als regen door de ruimte vallen. Het getik galmt na over de houten vloer. Van mijn nek tot mijn buik ligt de jurk open. De mooie zwarte details en stof aan flarden gescheurd. 

Een klap op mijn wang, bloed dat vanuit mijn neus loopt, mijn polsen die worden vastgegrepen en boven mijn hoofd wordt gepind. Alles gaat in een snel vaart aan me voorbij. Mijn hersenen lijken zichzelf te hebben afgesloten van de werkelijkheid, zoekend naar een droomwereld. Mijn bonkende hoofd rust in het kussen terwijl Christiaan is opgestaan en zijn broekriem losmaakt. Mijn ware aard lijkt zijn stem te zijn verloren, mijn lichaam zijn energie. Het volgzame schaap heeft mijn hoofd en lichaam overgenomen maar met vechten ben ik niet klaar. 

Met het kleine beetje energie dat ik in me heb duw ik mezelf omhoog en doe een moeizame poging van het bed af te klimmen. Mijn huid en spieren zijn zodanig beurs dat ik ze amper bewogen krijg. Christiaan hoeft dan ook maar weinig moeite te doen me opnieuw bij mijn polsen vast te pakken. Het besef dat hij mijn polsen vastbindt met zijn broekriem komt een seconde te laat om verzet te tonen. Hij bindt het leer strak om mijn polsen en bevestigt het aan de achterkant van het bed. Nu ben ik weerloos, totaal weerloos. 

Het enige wat ik nog kan is mijn benen bewegen. In een poging dat tot niets leidt schop ik zijn kant op. Intussen heeft hij zijn broek op zijn knieën hangen en komt tussen mijn benen liggen. Ik draai mijn hoofd weg, hem niet aan willen kijkend. Voor ik me besef wat er gebeurt, duwt Christiaan zichzelf met een kracht bij me naar binnen. De pijn op mijn wangen, in mijn buik, mijn haar en nu mijn privégedeelte. Als het beest dat hij is, begint hij zijn heupen als een gek tegen me te bewegen. Ik probeer aan iets anders te denken, mezelf af te lijden of weg te zijn van deze plek. De pijn in mijn lichaam is zodanig aanwezig dat het me niet meer lukt. 

Ik krijg elke klappen, beweging van zijn heupen en de pijn mee. Ik zie geen enkele uitweg in deze situatie, geen enkel lichtpuntje aan het eind van de donkere tunnel. Ik ben een slaaf van dit kasteel en zal dat zijn tot mijn dood. Ik zal niet weten hoe het is om vrij te zijn, hoe respect of liefde voelt. Hij wil me kapot maken en het lukt hem. Ik had deze situatie geaccepteerd en als normaal gekenmerkt. Na Nora haar woorden in de badkamer kreeg ik een sprankje hoop dat het op een dag allemaal beter zal worden, nu realiseer ik me dat ik hier doodga. Al is het niet aan Christiaan zijn hand, dan wel die van mijn vader. 

Christiaans heupen blijven tegen me aan bewegen, de pijn over mijn lichaam verspreiden. Elke beweging is voelbaar door mijn gehele lijf. Ik lig doodstil te kijken naar het plafon, niet wetende wat ik anders moet doen. Christiaan zijn gehijg en gekreun laten me walgen van mezelf. Laten me meer walgen van mijn toelating, van mijn versteende lichaam. Mijn lichaam begint het op te geven, niet wetend wat het anders moet. Christiaan zijn gekreun wordt alsmaar harder, iets wat me vertelt dat het snel voorbij zal zijn. Zijn heupen en mijn armen boven mijn hoofd laten me totaal weerloos voelen, ik kan niets. De pijn heeft mijn lichaam overgenomen, zodanig dat ik amper mijn ogen open kan houden. Een harde kreun, een klap in mijn gezicht, een ruk aan mijn haren en de woorden van Christiaan.

'Dit gebeurt er als je me ongehoorzaamd, je bent van me, niets waard en dat zal je altijd zijn'. Hij heeft me gebroken.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro