Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

XXVII

Met een kreet spreidde hij zijn vleugels. Hij had het wezen horen aankomen. Bomen werden omver gedrukt door een machtig groot beest. Tony sprong van de grond, klapwiekte wanhopig tussen de laaghangende takken door. Hij had de staat niet eens weten te verlaten na de ontdekking van het team en nu had Kronso hem gevonden en de jacht weer geopend.

Hese krijsen kwamen uit zijn bek naar buiten. Stark probeerde zich stil te houden, maar dit keer was de angst te groot, de strijd binnenin hem te heftig. Hij vocht tegen de verleiding, bleef wild met zijn vleugels slaan. Hij ging zich niet gewonnen geven, niet na zolang te hebben geleefd.

Als hij het niet voor zichzelf deed, dan maar voor Arno en Natasha, of desnoods voor zijn vader.

'Dit keer heb ik je, Antonius!'

De uitvinder had zo lang in vrede kunnen leven. In de moderne wereld was er geen plek voor wezens als Kronso, er was geen ruimte voor het creatuur om te jagen. Tony had met een gerust hart kunnen rondwaren over de aarde, had mensen leren kennen en levens geleefd zonder de angst. Er had geen opgejaagd gevoel bestaan in de 20e eeuw en voor lange tijd had dat zich voortgezet in de 21e eeuw. Nu was die periode van vrede en rust voorbij en leek Kronso sterker terug te zijn gekomen.

'Nooit!' Hij lachte, dwong zichzelf te lachen. Een pleziertje zou hij ervan maken, ook deze keer. Zelfs nu zijn bestaan echt bedreigd werd, ging hij er een spel van maken, zou de jacht beschouwen als een game.

Zijn vleugelslagen waren krachtig, zelfverzekerd. Hij sloeg zich een weg omhoog, tussen de takken door, naar de donkere nacht toe. Hij ging het halen. Ook deze nacht zou niet zijn laatste zijn.

'Dom van je om 's nachts toe te slaan!' riep hij uitdagend.

Een hand schoot uit de bomen omhoog, miste hem op een haar na. Tony liet zich geschrokken vallen, draaide zich onderweg om. Hij landde op vier poten op de bosgrond, zette het op een lopen. Kronso's logge gestalte schoof achter hem aan het woud door.

Stark versnelde. Hij was in het voordeel door zijn omvang. Kronso nam bomen mee in de achtervolging; Tony ontweek ze zigzaggend.

Hij was niet ver gekomen sinds de aanval op Miranda; de Compound lag vlakbij. Het voelde alsof die plek zijn enige hoop ging zijn, zijn enige kans op een overwinning. De ceremonie die hem in zijn midden gevangen had in dat spookstadje had een inbreuk gedaan op zijn krachten, zijn gezondheid. Miranda's bloed ging hem daar niet van genezen - dat zou te makkelijk zijn geweest. Eeuwen rondzwerven op de aarde in ballingschap had Tony dat wel geleerd.

Het leven deed niet aan shortcuts.

The Avengers zouden te druk zijn met de dreiging van Kronso om Tony op te merken, en als ze hem al zouden zien dan zouden ze Kronso als een prioriteit stellen. Tegen de tijd dat het creatuur was afgeschrikt, zou Stark de benen hebben genomen.

Hij ging dit overleven. Hij moest wel. Hij was de laatste van zijn soort.

'Zij kunnen je niet redden, knul!' brulde Kronso. Het beest probeerde op demonische wijze zich een weg bij hem naar binnen te praten, twijfel te planten in dat koppie van hem.

'Maar jou ook niet!' De billionaire vloog het bos uit, gleed met maaiende poten over het grasveld achter de Compound. Hij had zijn team eerlijk gezegd niet buiten verwacht. Geschrokken door hij weg voor een pijl van Barton, maakte zich uit de voeten voor Falcons glazen veren.

Het genie richtte zich op van de grond, veranderde in zijn normale gedaante. Hij draaide zich om, voelde hoe zijn pantser zich rond zijn lichaam sloot. Waar zijn team op hem richtte, hield Tony zijn wapens gericht op Kronso die in al zijn woeste glorie door de rand van het woud brak.

'Richt je op de vampier! Dat beest is hier alleen voor Stark!' schreeuwde Wilson na het zien van Kronso. De Avenger dook op Iron Man af.

'Maar weet dat beest dat ook?' riep Barton terug.

Met een woeste zwaai stormde Kronso's enorme gestalte het gras op.

'Nope!' Hawkeye wist maar ternauwernood voor het creatuur opzij te springen.

Tony negeerde zijn teamgenoten, richtte zijn volle concentratie op Kronso. Hij moest het beest verslaan, hem hard genoeg raken om hem terug onder de grond te jagen. Alleen dan zou hij weer in relatieve rust kunnen leven.

'Avengers, richt je op het beest!' commandeerde Steve, 'Laat Tony voor wat het is!'

Stark schoot een eerste energiestraal op het monster af. Het haalde niks uit, berokkende geen schade. Maar de filantroop was niet van plan het daarbij te laten. Hij steeg op, overstelpte Kronso met een vuurregen. Woedend krijste het ding het uit. De uitvinder zag het als een kleine overwinning, viel tevreden opnieuw aan – en opnieuw. . . en opnieuw.

Kronso gaf niet in.

'Hoe moeten we dat creatuur verslaan als onze wapens niks uithalen?'

Tony richtte zijn palm op de kop van het wezen, schoot er een krachtige puls op af. Kronso schreeuwde het uit. Hij sloeg zijn hand uit naar de vampier, zwiepte hem uit de lucht.

Stark kwam hard neer op de aarde, schoof meters weg over het gras. Het monster lachte. Met zijn enorme duim en wijsvinger tilde hij de playboy op, trok diens helm van zijn hoofd. Hij kneep het hulsel fijn, liet Tony terug op de grond vallen. De uitvinder hield zijn hand boven zijn ogen, keek op naar het beest dat meters boven hem uittorende, dreigend, bulderend.

'Je bent er geweest!'

De uitvinder slikte. Nog nooit – nooit – was hij gegrepen door Kronso. Altijd was hij lachend en rennend tussen de vingers van het beest door geglipt. Maar nu lag zijn helm verpulverd in het natte gras en had zijn harnas hem vaarwel gezegd. Weerloos zat hij op zijn knieën, had de kracht niet om nog een laatste keer op te staan, weg te rennen. Hij probeerde zichzelf aan te sporen ­– Kom op, Tony. . . Starks zijn gemaakt van ijzer. . . Als Lucifers zoon weet je toch zeker wel weg te komen? – maar zijn lichaam zei dat het genoeg was geweest, dat hij nog verzwakt was en nu echt moest gaan luisteren naar zijn ledematen die hem smeekten te stoppen, op te geven. Even maar, even liggen en we kunnen wel weer, héél even maar.

Hij liet zijn hoofd hangen, verslagen. Een lang leven had hem bijgebracht dat je moest weten wanneer de strijd gestreden was.

Kronso's enorme bijl kwam tevoorschijn, het wapen dat zijn broer had geveild, het stuk ijzer waaraan zijn zus uiteindelijk ten prooi was gevallen. Nu was het Tony's beurt. Dit keer zou de dood voor hem komen.

Hij zou het haar vragen, die ene vraag die brandde op het puntje van zijn tong, wanhopig om uitgesproken te worden: 'Waar is John?'

'NEE!'

Met een klap kwam de bijl neer op Captain America's schild. Stark keek met een ruk op. Ongelovig staarde hij naar de soldaat, de man die naast hem op zijn knieën was neergevallen in een laatste wanhopige reddingspoging. Tony spoorde zijn lichaam aan het nog één keer te proberen, nog niet op te geven. Hij kreunde, zette zijn handen tegen Rogers' schild. Verwoed drukte hij het ding omhoog, tegen Kronso's brandende bijl aan.

'Waarom?'

Steve zei niets, verzette zich met samengeknepen ogen tegen Kronso's brute kracht. Tony zag de inspanning getekend in het gelaat van de Captain. Hij zette zelf meer kracht, duwde uit alle macht tegen het vibraniumschild.

'Deze bijl is gesmeed in de vuren van de Hel!' brulde het monster, 'Niets kan tegen haar kracht op!'

Stark gaf een laatste harde duw tegen het schild. Voor een moment verloor Kronso's bijl contact met Caps wapen. Tony duwde zijn leider weg van de impact zone, struikelde bevreesd achter hem aan.

'Luister, Shithead!' De vampier gooide een kluit aarde naar het beest toe. Het was alles wat hij had om zich mee te verdedigen. Zijn harnas had er de brui aan gegeven, vormde nu een doodskist rond zijn toch al dode lichaam. 'God voorzag ons van de materialen om ons te beschermen tegen het goddelijke en het ongoddelijke!' Hij wierp een nieuwe kluit op het monster af, stommelde toen snel wat passen terug. 'Zelfs jouw bijl kan niet tegen ons Vibranium op!'

Kronso brulde woest, woedend. Speeksel vloog in grote klodders alle kanten op.

'Ik zou nu toch wel graag willen weten waar we het tegen opnemen,' fluisterde Barton. Hij had zich bij de rest verzameld. Samen vormden de Avengers een indrukwekkend front tegen het barbaarse beest.

'Dat is Kronso, kind van de engelen en leerling van de demonen!'

In de schaduwen van de Compound had zich een vonkend portaal geopend. Dr. Strange verscheen, keek op naar Kronso. Hij vouwde zijn handen in die rare vormen van hem. Tony onderdrukte de neiging om zijn hoofd in de richting van de dokter te draaien. Er was geen tijd om belangstellend toe te kijken. Dat hij de man nooit in actie had gezien was een probleem voor later – als hij een later zou krijgen.

'Ach, we hebben al eens een god verslagen en toen waren we maar met zes.'

'Kronso kan niet verslagen worden,' sprak Stark, 'Ik kan het weten. Ik heb het pas een triljard keer geprobeerd.'

'Oké, mooi!' Romanoff verstevigde de greep op haar wapens. 'Plan?'

Stephen stapte naar voren. Groene banden zweefden rond zijn onderarmen. Hij hield goudkleurige energieschilden voor zijn handen. Vastberaden keek hij op naar het nachtmerriewezen, zette zich schrap, 'We vechten.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro