XXVI
Kronso vinden was onmogelijk. Het wezen kwam als het hem uitkwam, werd niet gevonden op andermans voorwaarden. Hoe ging Tony zijn einde vinden als het monster dat op aarde was gezet met Starks dood als enige doel, niet opgespoord kon worden?
Zo lang had hij ervoor weggerend, de dood. Hij had haar gezien en naar haar gelachen en een enkele keer van haar gehouden. Ze was de enige constante in zijn bewogen bestaan, een lang leven dat strekte voorbij de horizon van anderen. Ging hij zich eindelijk aan haar overgeven? Kon hij straks opstaan en tegen haar zeggen: 'Ik heb op je gewacht.'
Wilde hij het echt opgeven? Hij had de geschiedenis overleefd, was alleen verder getrokken na John Watsons dood. Ging hij zijn vele overwinningen, alle mokerslagen van Kronso die hij had ontweken, opgeven? Kon hij dat? Kon hij zijn bestaan aan de wilgen hangen en gedwee op zijn knieën neervallen voor Kronso's bijl?
Wilde hij alles opgeven omdat The Avengers nog geen zinnig woorden hadden gerept over wie hij was? De angst sprak nu voor de helden. Liet Tony zich door hun angstige woorden leiden?
'Soms wens ik dat ik een gewoon bestaan had kunnen hebben, maar dan herinner ik me dat ik in dat geval jou nooit zou hebben ontmoet, John Watson.'
Eeuwen had hij zich door niets en niemand laten pakken, was hij de dans ontsprongen. Hij had gelachen en gehuild en gevloekt. Hij had God voor gek gezet en Satan vereerd. Hij was een trouw lid geweest van barbaarse groeperingen, was met Noormannen de wereld over gevaren. Hij had voor piraat gespeeld in de Caribbean en veel later over zijn avonturen verhaald tegen de directeur van Disney. Zijn piratenbestaan was uitgegroeid tot een heuse attractie en een succesvolle filmfranchise. Hij was Sherlock Holmes geweest for God's sake; kinderen lazen over zijn leven tijdens de Engelse les.
Wilde hij dat alles van de hand doen, opgeven?
'Wie had ik moeten wezen als ik jou niet had leren kennen?'
Hij schudde zijn hoofd, onzeker. Hij was Iron Man en Sherlock Holmes en Marcel Watson en zoveel meer. Hij was iedereen die verdwenen was. Hij was de dood die wel kon blijven spelen, die grijnzend en jagend op de aarde rondzwierf en aanpapte met stervelingen. Hij was de zoon van Satan, de broer van Arnos en Natasha. Hij was de kleinzoon van God.
Zich simpelweg overgeven aan Kronso zou geen recht doen aan zijn bestaan, zijn afkomst. Hij was een krijger, een rebel net als zijn vader. The Avengers zouden daar geen verandering in brengen.
Hij trok zijn hand terug. Dit was het. Weer een leven geleefd, een identiteit verkend. Hij draaide zich om, geërgerd. Hij had willen gaan, had zich laten terugroepen door Cap, en nu ging hij alsnog.
Opnieuw was hij weggejaagd. De tijd had hem ingehaald, dit keer door zijn geheimen bloot te geven. Geen onverklaarbare jeugdigheid die zijn identiteit dit keer de strop om deed. Alleen de rauwe waarheid was genoeg geweest.
Peter zal het wel begrijpen. The Avengers zullen hem de waarheid vertellen en hij kan vast niet anders dan met ze instemmen dat zijn verdwijning de enige logische stap was.
Dood zou hij zijn geweest, gestorven door toedoen van zijn teamgenoten. Ze konden geen moordenaar sparen. Ze waren helden, moesten de mensen beschermen.
Een. Vampier. Kon. Niet. Gespaard. Worden.
Tony begreep het. Hij begreep het al duizenden jaren.
Achter zijn oogleden rolde Arno's hoofd over de keien en Natasha's kreten verscheurden zijn geest. Hij balde zijn vuist, boos op de wereld. God had ze niet moeten straffen door ze naar de aarde te verbannen. Lucifer had niet aan de haal moeten gaan met Eva.
Maar waar het eigenlijk op neerkwam, was dat hij, Arnos en Natasha nooit hadden moeten bestaan.
'Ik ben een teleurstelling, jongens,' mompelde hij tegen de schaduwen, 'Ik heb gefaald.'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro