XXI
Fuck de fuck met hoe fucked up dit was. Tony merkte amper op hoe hij van de grond werd gelicht – dat Steve in staat was hem zonder problemen uit de ster te halen.
'Het monster is weg,' meldde Bucky na een vlugge blik naar buiten te hebben geworpen. Niemand leek te luisteren; alle ogen waren op de uitvinder gericht die in vleermuisgedaante futloos in de handen van Rogers lag.
'Als dit geen Freaky Friday is. . .' Barton stak zijn arm uit naar Romanoff, 'Nat, knijp me. Dit moet een droom zijn.'
De spionne verkocht haar collega een trap, was niet gesteld op Clints neiging grappig te zijn wanneer een serieuze blik het enige was waar ze behoeften aan hadden. 'Waarom zou het monster plots weg zijn?' vroeg ze, 'Hij heeft dit alles toch niet bekokstoofd om daarna te verdwijnen?' Ze gebaarde naar de vijfster op de grond en de artefacten die nu verspreid door de vervallen salon lagen.
'Loki?'
Wilson schudde zijn hoofd, 'Thor heeft gezworen dat zijn broer op het rechte pad is beland.'
'Jongens,' Steve's ogen waren groot als schoteltjes, 'hij ademt niet.'
'Dan moet je mij niet aankijken!' gilde Barton geschrokken, 'Geef hem mond-op-mond!'
Rogers schudde zijn hoofd, liet zo weten dat zoiets toch niet ging werken. 'Strange.'
De dokter werd gebeld. Na een paar angstvallige ogenblikken opende zich een portaal achter de bar. De magiër stond aan de andere kant, keek niet geamuseerd. Zijn mantel bewoog onrustig rond zijn schouders, wapperde in het schemerduister dat rondhing in Stephens woning in New York.
Steve probeerde als een van de eersten door het knetterende portaal te stappen, maar hij werd tegengehouden door een onzichtbare kracht. Verbaasd keek hij naar zijn handen, zag hoe de vleermuis plat werd gedrukt tegen een onzichtbare wand. Geschrokken trok hij het beestje terug, vroeg zich af wat er in godsnaam gaande was.
'Wat heb je daar?' vroeg Dr. Strange, gebaarde lichtjes naar het levenloze diertje.
'Ik-ik denk Tony,' stamelde de soldaat onzeker.
'Oké, kom binnen.' Stephen wenkte de leider een nieuwe poging te doen door het portaal te stappen en warempel; Rogers ondervond geen enkele hinder toen hij wederom probeerde het Sanctum Sanctorum van de dokter binnen te gaan. Niet-begrijpend keek hij naar het beestje dat wellicht zijn Tony was, het diertje dat nog altijd futloos in zijn handen lag, maar zich nu wel in Strange's huis bevond.
'Geef hier.' Dr. Strange nam de vleermuis van de Avenger over, bestudeerde het enkele tellen nauwgezet. Hij zwiepte een keer met zijn handen. Plots zat Steve in een andere kamer onderuitgezakt in een oude leunstoel. Gedesoriënteerd als hij was door de vlugge switch, hield hij zijn ogen op de tovenaar gericht die met de vleermuis balancerend op een puntje van zijn cape langs immense boekenkasten zweefde.
'Hij-hij ademt niet!' haastte de soldaat zich te zeggen.
'Dat is niet erg,' wuifde Strange het weg, die voor het gemak de rest van het team leek te hebben achtergelaten in de woestijn. 'Hij heeft geen zuurstof nodig.'
'Hier.' Stephen legde een oud boek met een klap op de tafel waar ze overheen stonden gebogen. Steve probeerde geen aandacht te besteden aan het feit dat hij zonet nog om zich heen had zitten kijken in een stoffige bibliotheek en nu voorovergebogen aan een donkerhouten tafel stond in een studeerkamer vol relikwieën waar hij ook liever niet naar wilde vragen. 'Diabolus Lamia,' wees Strange aan op een vergeelde pagina, 'In sommige werken ook wel Lucifer Lamia genoemd.'
'Lucifer?' De soldaat had er geen moeite mee die naam te herkennen. 'De Duivel?' Hij sloeg zijn hand plat op tafel, geïrriteerd dat de magiër niet duidelijker was in zijn verhaal, 'Waar gaat dit over?'
De dokter knipte in zijn vingers. Plots stond de man bij het raam, een ander boek in zijn hand. 'Lucifer Lamia, de wetenschappelijke naam voor een kind van de duivel.' Dr. Strange's vinger gleed over de pagina: 'Antonius, Arnos en Natasha zijn Lucifers enige kinderen, voor zover bekend.'
'Antonius, Arno-'
'Interessant.' Stephen was van de ene kant van de kamer naar de andere geteleporteerd, stond met de vleermuis in zijn handen. Hij legde het diertje op een metalen tafel. Nu stonden ze in de keuken met een grote spot op het arme beestje gericht. Steve knipperde tegen het felle licht dat de plek had ingenomen van het duister dat in het Sanctum zweefde.
'Laat hem je niet bijten,' waarschuwde de dokter. De man stak zijn arm door een kleiner portaal, trok er een zakje donorbloed uit. Hij legde het neer naast de vleermuis, mompelde haast onverstaanbaar: 'Christine zal het niet missen.' Met een pen gaf hij het diertje een paar duwtjes, probeerde het zo te verleiden om weer in beweging te komen.
'Laat dat,' zei Rogers, greep de hand van de dokter. 'Hij ademt niet en alles wat je hebt gedaan is in die boeken van je kijken. Tony prikken met een pen gaat hem echt niet helpen.'
Stephen trok met een ruk zijn hand los, zond de man een beledigde blik toe. 'Ik ben hier de dokter, Captain,' zei hij rustig. Hij porde het beestje opnieuw, hoopte diep van binnen dat hij geen verkeerde aannames had gedaan.
De vleermuis bewoog, geen ademhaling hoorbaar terwijl het opkrabbelde met dichtgeknepen oogjes. Het probeerde naar de rand van de felle lichtcirkel te kruipen, viel daarbij uitgeput weer neer op het glanzende tafelblad.
'Hier.' Stephen prikte een gaatje in de bloedzak zodat de geuren de neus van het beestje zouden bereiken. De vleermuis keek met een ruk om, schoot toen pijlsnel op de zak af. Het zette zijn tandjes in het plastic, begon gulzig te drinken.
Rogers nam de zak over van Strange, hield het verbaasd omhoog en keek naar het diertje. Dat kon zijn Tony niet zijn. On-mo-ge-lijk.
'Ik had gelijk.' De tovenaar had weer een nieuw boek vast, maar deze keer was daarmee niet meteen de volledige kamer veranderd. Steve keek traag op naar de man, benieuwd waar hij op doelde.
'Hoe kom je aan de vleermuis, Captain?'
De soldaat vertelde over wat zich had afgespeeld in de salon, over de ster en hoe Tony plots was verdwenen en alleen een vleermuis was achtergebleven. De magiër leek genoeg te hebben gehoord, want hij stak gewichtig zijn hand op en wees er daarna mee naar het beestje dat hongerig aan de bloedzak hing. 'Dat daar, is een vampier.'
Rogers ogen werden groot, 'Een wat?'
'Lucifer Lamia,' Stephen leek niet van plan het nieuws voorzichtig uit de doeken te doen. 'Mijn gok is Lucifer Lamia Primis.'
'"Primis"?'
'Eerste generatie vampier,' lichtte de dokter toe, 'wat betekent dat de naam waaronder Tony Stark geboren is Antonius is. Arnos' dood staat beschreven in Lamia Inventa.'
'Ik-'
'Tony Stark is Antonius Satanzoon.' Dr. Strange haalde zijn schouders op. Hij zou verbaasd moeten zijn, maar na Tony's opvallend specifieke verzoek eerder die ochtend, was de grote plottwist er voor hem wel vanaf. 'Geef hem twee keer per dag vijf milliliter bloed. Daar zal hij van opkikkeren.'
Voordat de soldaat nog een woord kon toevoegen, stond hij in de woonkamer van de Compound. Stephen staarde hem aan door het sluitende portaal. 'Wat kan ik zeggen?' zei de man, zijn wijs- en middelvinger tegen zijn slaap gedrukt alsof hij doodmoe was geworden van deze interventie, 'De dood heeft al die tijd aan je zijde gevochten, Captain. Je zou je gezegend moeten voelen in plaats van bang te worden van je teamgenoot.'
De bloedzak scheurde en de vleermuis viel als een baksteen naar beneden, werd overspoeld door het resterende bloed. Kuchend en hoestend richtte het diertje zich op. Het leek voor Rogers verdacht veel op ademhalen, alsof Tony wel degelijk zuurstof nodig had.
Hij slikte.
Hij had geen idee wat het betekende dat zijn beste vriend een vampier was, een Lucifer Lamia Primis.
Moest hij zich zorgen maken?
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro