Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Taal-tolerantie

"OE!", zei de eerste mens tegen de tweede. Toen de tweede mens reageerde, was de taal uitgevonden en daarmee was de mensheid geboren.

De mens onderscheidt zich van andere diersoorten door ons unieke (aangeleerde) vermogen om klanken een betekenis te geven. Het succes van "OE!" zorgde er voor dat er meer klanken kwamen en indirect ook dat meer dingen om ons heen een betekenis kregen. De eerste stamelende klanken van een pas geboren kind werden door iedere moeder in de hele wereld op dezelfde wijze geïnterpreteerd; haar kind had zijn moeder herkend en haar een naam gegeven: mama, een van de vier woorden die in nagenoeg elke taal ter wereld hetzelfde zijn (de andere drie zijn: hotel, bar en taxi).

De ontwikkeling van de taal was een dynamisch proces: iedere groep maakte zelf uit wat de betekenis van elke klank was. Dat zorgde er voor dat "OE!" in het zuiden veranderde in "tu", in het oosten in "du", in het wilde westen in "you" en de Hobbits in Midden Aarde hielden het op "u", maar dat werd dan wel een beetje bekakter uitgesproken. Die ontwikkeling ging heel democratisch: als iedereen begrijpt wat je bedoelt, dan is het goed.

Taal werd zo, naast een communicatiemiddel, ook een identificatiemiddel, voor jezelf en de voor groep waarvan je deel uitmaakte. Mensen die begrepen wat je bedoelde waren «je vrienden» terwijl anderen, die «anders» spraken, werden gezien als «andere stammen» en daardoor soms ook als «vijanden». Toen Nederland zich niet had gekwalificeerd voor het EK 2016, kozen de Nederlanders massaal om België aan te moedigen: de gemeenschappelijke taal gaf de doorslag. De Duitsers waren dan wel favoriet, maar hun arrogante taaltje maakte ze bij ons minder populair.

In het oude Europa waren de twee belangrijkste talen het Germaans en het Latijn. Ten noorden van de Alpen worden nog steeds talen gesproken die het Germaans in hun wortels hebben (Nederlands, Duits, Noors en Deens), terwijl de talen in het zuiden van het Latijn afstammen, zoals Frans, Italiaans, Spaans, Portugees en Catalaans. Het woord Roemeens komt van 'Romeins' en de taal is dan ook sterk verwant aan het Italiaans. Het Engels is een mengelmoesje van beide talen: de oorspronkelijke taal kwam van de Angelen en de Saksen (Germaanse stammen), waarna de Romeinen (Latijnen) en Normandiërs (1066 - Battle of Hastings, William de Kankeraar Conquerer) die het eiland later veroverden ook hun literaire invloed in de taal hebben gehad.

Wat ik mooi vind is dat in het Engels het woord «friend» is afgeleid van het oude Germaans (DE: Freund, NL: vriend, FR: ami, ES: amigo) terwijl het woord «enemy» (DE: Feind, NL: vijand, FR: ennemi, ES: enemigo) uit een latere periode van de geschiedenis stamt. De mens is blijkbaar van nature goed en heeft het vechten pas later geleerd.

Dan zijn we met dat bruggetje aangekomen bij degenen die de volgende stap in de ontwikkeling van de taal voor hun rekening hebben genomen: de Romeinen. Een Romein bedacht dat het wel handig zou zijn als je het gesproken woord zou kunnen bewaren, bijvoorbeeld door het op te schrijven. Hij koppelde elke klank aan een symbool, een letter. Hij pikte de letters «alfa» en «beta» van de Grieken en vond het alfabet uit, dat naast pizza en belastingen een belangrijk exportproduct werd van de Romeinse cultuur.

De eerste problemen kwamen direct: die klanken waar elke letter voor stond, dat waren Latijnse klanken. In het Latijn zijn er maar vijf klinkers (a, e, i, o en u die als oe wordt uitgesproken). In het noorden hadden we voor elk van die vijf klinkers een korte en een lange uitvoering (bal / baal, vis / vies, kop / koop). In Nederland hadden we daarnaast nog klanken als de eu, de ui en de uu, terwijl Noren, Engelsen en Duitsers weer hele andere geluiden lieten horen. Iedere stam loste het, net als met het gesproken woord, weer simpel en democratisch op: als iedereen het begrijpt dan is het goed.

Het werd alleen nu wel tijd dat we wat regels gingen uitvinden voor de taal, immers, een regel is veel gemakkelijker te onthouden dan al die verschillende voorbeelden. Zo kwam er een regel dat de tweede en derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd een 't' krijgt (ik loop, hij loopt) en Het Kofschip werd te water gelaten (hooP: hoopTE, vaaR: vaarDE).

Die regels maakten de taal begrijpelijker en daardoor ook toegankelijker voor iedereen. Dat was belangrijk. Taal was van iedereen. Iedereen die deel uitmaakte van een bepaalde groep moest kunnen begrijpen wat de andere leden van die groep bedoelden. Alleen... als er regels komen, dan komt er ook een regelaar, een Taal-dictator die de democratie van de taal onderwerpt aan zijn eigen wetten.

Onze Taal-dictator baseerde zich op het economisch principe: hij was de producent van woordenboeken, spellingscontroles en andere hulpmiddelen. Hij had er een belang bij, een economisch belang, dat de taal zo ingewikkeld mogelijk zou worden, zodat mensen meer geld uit moesten geven en meer tijd moesten besteden om de taal foutloos te schrijven. De Taal-dictator deed fantastisch werk: dankzij hem staat het Nederlands in de top 30 van meest ingewikkelde talen ter wereld.

Een paar voorbeeldjes: In het Engels komen geen «mannelijk», «vrouwelijk» en «onzijdig» voor, en er zijn slechts vier werkwoordsvormen die je moet leren om alle verschillende «tijden» foutloos te kunnen gebruiken. Als je een tekst in het Spaans leest, dan weet een kind van vier (dat kan lezen) hoe je die gesproken tekst uitspreekt; omgekeerd, bij het foutloos opschrijven van een gesproken tekst, zijn er alleen de dilemma's van de «ll of y» en «b of v», verschillende letters die dezelfde klank dragen. Het Nederlands hangt aan elkaar van uitzonderingen: hopen – ik hoopte, lopen – ik liep, kopen – ik kocht, / de meid (die...) maar het meisje (dat...), en er zijn onzinnige regels voor van alles en nog wat. Al dat moois danken we aan onze Taal-dictator die de democratie van «als het duidelijk is, dan is het goed» afschafte en verving door zijn eigen Bijbel (die bij elke nieuwe uitgave weer dikker en dikker werd, totdat hij zelfs bekend werd als «de dikke»).

De Taal-dictator was meedogenloos. Hij verzon de ene regel na de andere. Als je een fout maakte, dan kreeg je een onvoldoende en dan hoorde je er niet meer bij. In de tijd dat het democratisch werd opgelost, was de regel «zoals je het zegt, zo schrijf je het ook», maar de Taal-dictator begon dingen te verzinnen als de lange ij en de korte ei, de ch en de g en de au of ou, botte willekeur om het leven van de schrijvende mens zo moeilijk mogelijk te maken. Hij kwam echter met een verklaring: zij is niet hetzelfde als zei, lach is niet hetzelfde als lag, en vroeger werd kous anders uitgesproken dan saus. Dat klonk logisch, dus we leerden alle uitzonderingen en accepteerden de wet van de Taal-dictator.

Maar de Taal-dictator begon een beetje door te draaien, zoals iedere dictator met onbeperkte macht. De k van factuur werd een c terwijl de cc in akkoord opeens kk werd (maar wel: accorderen). Fax moest met een x maar seks weer met ks (en, om het nog duidelijker te maken: taxi en sexy). Elektriciteit is goed, electrisiteit niet. Zuid-Afrika is een eigennaam, dus dat moet met hoofdletters, maar midden Frankrijk is een regio dus dan moet midden met een kleine letter alleen... Noord-Frankrijk is ook een regio, maar daar moet het dus weer wel met een hoofdletter en een streepje. Een geboortefeest vier je zonder n, maar pannenkoeken bevatten naast meel en melk ook een extra n als ingrediënt. Café is een Frans woord, dus met een é, en puree is ook Frans maar dat moet met ee. Een kroket was vroeger een croquet en de krant was een courant. De lijst van regels en uitzonderingen werd eindeloos. Zelfs de spellingscontrole kwam er niet meer uit.

Is het een cheque of een check? Als je hem uitschrijft is het een cheque, als je hem verifieert is het een check en als je hem rolt is het shag. In British English is alles een check en in American English is het allemaal weer een cheque. De regel voor het Nederlands is simpel: in Amerika draait alles om geld en de Britten vinden het belangrijker dat iets goed gecontroleerd is, dus in het Nederlands hebben beide fenomenen een andere schrijfwijze. De Taal-dictator snapt niet dat er mensen zijn die dat niet begrijpen.

Ik wilde ooit een bestseller schrijven, maar ik twijfel nu wel heel erg of dat een bestseller of een best seller of een best-seller zou moeten worden. Weet jij, zonder spellingscontrole, welke de juiste is? Het is bestseller, omdat het volgens van Daale in het Engels best-seller is. Klinkt dat logisch? In het Engels zijn bestseller, best seller en best-seller alle drie correct. Dat klinkt pas logisch. Je kunt heel duidelijk zijn over hoe iets moet worden uitgesproken (het is «mijn fiets» en niet «me fiets»), je kunt prima leren wanneer je ei schrijft of ij, au of ou, g of ch, maar je kunt het ook te gek maken.

Als iemand twijfelt tussen karnaval of carnaval, tussen factuur of faktuur, en hij heeft geen spellingscontrole bij de hand, geen woordenboek op zijn mobiele telefoon en geen dikke vanDaale in zijn binnenzak, heeft de Taal-dictator dan het recht om die persoon te veroordelen als minderwaardig? Dat is discriminatie. Dat is het onderscheid maken tussen mensen die allemaal dezelfde taal spreken, maar de ene vindt zichzelf beter dan de andere omdat hij meer tijd heeft gestoken in het leren van de regels van onlogische willekeur die de Taal-dictator heeft verzonnen. Discriminatie mag niet. Als we ons druk lopen te maken over wat verkleedde buurvrouwen die rond 5 december een kinderfeest wat kleur willen geven (dat mag niet van de FIFA, want dat is racistisch), dan zouden we eens flink achter onze oren moeten krabben als we mensen met hetzelfde paspoort regels op gaan leggen die het hen vrijwel onmogelijk maken om onze taal goed te schrijven, zelfs als ze hem zonder fouten spreken. Dan heb ik het niet alleen over buitenlanders, maar ook over ouderen, lager opgeleiden, mensen met aangeboren beperkingen als dislectie dyslexie (mensen die dyslectisch zijn) en mensen die gewoon soms andere dingen belangrijker vinden dan willekeurige taalverordeningen uit hun hoofd leren. Schrijffouten maken is geen misdaad, dus dan moet je een ander er ook niet om veroordelen. Als je wilt dat mensen integreren, als je vindt dat anderen een bijdrage moeten leveren aan het deelnemen aan onze maatschappij, dan mag je ook best zelf iets doen om de taaldrempel te verlagen: ik pleit voor Taal-tolerantie.

Taal-tolerantie betekent dat je iets mag schrijven zoals je het uitspreekt, met de voorwaarde dat het wel voor iedereen duidelijk moet zijn. Lach en lag zijn twee verschillende dingen, maar een faktuur en een factuur bevatten allebei hetzelfde eindbedrag en als de ene vrouw seksie is en de andere sexy, dan kijk ik naar allebei. Als de Taal-dictator beslist dat er van elk woord (om wat voor onlogische reden dan ook) een voorkeurspelling is, dan is dat prima, maar als we anderen gaan veroordelen omdat ze de andere spelling gebruiken, dan vind ik dat de rechter schuldig is en niet de beklaagde.

Taal is van iedereen. Communicatie is belangrijk. Integratie en jezelf identificeren is belangrijk. Tolerantie is een goede eigenschap. Democratie betekent dat we samen uitmaken hoe onze taal er uit ziet en hoe we hem willen gebruiken. Daar hebben we geen goedkeuring voor nodig, niet van de overheid en ook niet van de Taal-dictator: zelf achter je eigen mening staan is voldoende. De meerderheid beslist.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro