Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 42


'H-het gaat heel goed, hoor.' Michiel zegt het als een stotterende rijinstructeur.

Hij zit op de passagiersstoel te beven met zijn knieën opgetrokken. Zijn gezicht is grauw en hij heeft tranen met tuiten gehuild. Alleen maar omdat hij de godverdomme politie zag. Het was geen controle, geen aanhouding, ze reden gewoon langs.

Toen heeft hij bij de eerste de beste vluchtstrook op de rem gedrukt en heeft geweigerd om een stuur vast te houden, laat staan het gas in te drukken.

'Kut!' Een auto scheert rakelings langs me.

Dit is al de zoveelste keer dat ik vergeet dat knipperlicht aan te zetten. Ik kan dit helemaal niet! Volgens Craig kan ik niet eens fietsen! Hoe moet ik dan deze godvergeten auto besturen zonder iemand aan te rijden? En ik snap Michiels logica echt niet. Hij is super bang dat we een ongeluk krijgen, maar als je mij achter het stuur zet, wordt die kans wel erg groot.

Als ik dan toch dood ga, wil ik wel iets op mijn grafsteen​ hebben staan van waarde. Niet dat ik zo dom was om tegen iets aan te rijden zonder rijbewijs. Dan lachen zelfs die andere kerkhofbezoekers mijn lijk uit. Ik weet niet eens of Mike een grafsteen kan betalen, eigenlijk. Ik wil niet dood.

Michiel krimpt ineen.

'I-ik zag blauwe zwaailichten', piept hij en pakt nieuwe zakdoekjes van het dashboard.

'Ja ja, ik doe mijn best', mompel ik.

Op de rijbaan naast ons is een ongeluk gebeurd. Waarom voelt dat zo herkenbaar nu? Er staat politie bij. Daar komt zijn stomme waarschuwing vandaan. Met een rotvaart ga ik de politiewagen voorbij. Er gebeurt niks, misschien keken ze niet eens naar mij.

Ik heb zin om het Foute Uur aan te zetten van Q-Music en zo slecht als het kan mee te zingen. Misschien luisteren mensen dan naar mijn kutgezang in plaats van mijn rijstijl. Mijn moedertaal is niet eens Nederlands, dus het klinkt vast verschrikkelijk.

Michiel is wel van oorsprong een kaaskop en hij vond dat ik bekakt praat, alsof ik in een villa in Amsterdam woon en elk weekend ga golfen. Nou, was dat maar zo. Ik zou hem slaan met die golfstick als we ooit zo dom zijn om ons geld uit te geven aan een spel met vlaggetjes, een wit balletje en een gemaaid grasveld.

'Kijk es' naar je rijgedrag, joh!' Een auto naast me heeft zijn raampje open geschoven.

'Ga toch weg', roep ik naar hem.

'Dat gas dat uit je auto komt, da's toch niet normaal?!'

'Nou en. Dat zijn mijn problemen.'

Michiels hand gaat trillend naar de koppeling. Hij draait de pook naar de zesde versnelling. De man schudt zijn hoofd en rijdt me voorbij. Jezus, als dat een politieman was geweest waren we echt fucked met al die wapens in de achterbak. En ik moet nog 30 kilometer. Elke kilometer is één teveel voor mij. Waarom doe ik dit nog?!

Het plaatselijke tankstation doemt op aan de zijkant van de snelweg. Michiel gaat maar lekker jankend achter het stuur zitten. Ik rij met een scherpe bocht het station op en ga veel te snel over de hobbel in de weg.

'Godverdomme, Michiel. Nu ga jij echt rijden.'

'Nee, ik wil niet!' jammert hij.

'Je moet.'

'Het is te eng.'

'Met mij is het pas eng.'

Ik geef hem een duw richting de klink van de deur.

Als een blik tonijn valt hij tegen de deur aan.

'Toe dan!'

Koppig blijft hij zitten waar hij zit. Hij kijkt me aan met van die ogen alsof ik hem dood wil hebben voor geld of zo. Zo'n onbenullige blik waarin hij me smeekt om zijn aanstellerij nog langer serieus te nemen.

In mijn spiegel doemt een andere auto op. Ik heb geen zin in gezeik van andere bestuurders die dit 'autorijden' wel allemaal snappen.

De versnelling gooi ik op goede gok op z'n twee en we pruttelen naar voren. Langs het station is er altijd zo'n grote parkeerplaats, daar rij ik heen.

De witte parkeervakken zijn me een doorn in het oog. Ik krijg deze kar toch niet tussen die lijntjes. Buiten het zicht van de snelweg parkeer ik de auto dwars over twee plekken. Het duurt toch niet lang voordat we weer weg zijn.

'Ga je verder?' stamelt Michiel.

'Michiel,' begin ik. Ik bal mijn hand tot een vuist en sla hem tegen het glas aan. Dan pak ik zijn groene kikker-haar vast.

'Wil je dood?!' schreeuw ik in zijn gezicht.

Hij krimpt ineen. 'Nee.'

'Mooi. Alleen met jou achter het stuur kunnen we het overleven, dus rij ons nou maar naar die deal en hou op met krijsen.'

Ik stap uit en ga er bij de bijrijdersstoel weer in. Michiel kruipt bang achter het stuur.

'Gassen maar.'

Het gaat meteen een stuk beter. We worden niet meer vies aangekeken op de snelweg en er komt geen rook meer door de achterbank. Dat Michiel wel een wrak is, maakt me geen reet uit. Hij stelt zich gewoon de hele tijd aan. Nou en dat hij een ongeluk gehad heeft of zo. Je moet niet naar het verleden kijken, daar zit je anderen alleen maar mee in de weg.

'Niks aan het handje, toch?' zeg ik tegen hem.

'Hou je bek. Ik heb-', probeert hij.

'Nee, hou jij op met zeuren! Ik hoef niet te horen hoe zielig je bent.'

Met een verbitterde blik wil hij iets terugzeggen. Gelukkig lukt het hem niet.

Het duurt veel te fokking lang voordat we in het stadje komen. We lijken wel op een of andere loopband te rijden.

'Waarom doe je nou zo, Nico?' vraagt Michiel uit het niets.

Ik kijk hem boos aan.

'Wat bedoel je?'

'Je hoeft niet zo stoer te doen als je broer weg is.'

'Dit heeft niks met Mike te maken.'

'En die gesprekken dan? Die we voerden toen we dronken waren?'

'Dat is niks. Concentreer je op de weg.'

Die idioot gaat daar nu over beginnen om me te treiteren of zo. Ik hoef zijn gelul niet over onze dronken verhalen.

Ik weet niet eens meer wat me bezielde om iets aan hem te vertellen, maar met drank gaat dat vanzelf. Mijn verhaal over onze moeder lag op tafel zonder dat ik er erg in had.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro