Beste kandidaten,

Dit hoofdstuk is voornamelijk bedoeld voor de wiskundigen, dan kunnen deze al vast aan de slag met het oplossen van de 13 sommen. De wiskundigen en de taalliefhebbers zullen samen een gecodeerd alfabet moeten oplossen. De letters A tot en met M worden gedaan door de wiskundigen. De taalliefhebbers zullen iets met de taal moeten doen en winnen zo letters.

De uitkomst van de som is vaak de waarde van de letter. Zo hoort bij A = 2 + 3 = 5 = E. De vijfde letter van het alfabet is namelijk de E. De eerste letter staat voor de letter uit het gewone alfabet en de tweede letter is de letter in het gecodeerde alfabet.

Hierbij uitleg over de wat onbekendere tekens om verwarring te voorkomen.

x = de variabele x

× = het keer teken, hiermee vermenigvuldig je

÷ = het gedeeld door teken, hier deel je mee

Alleen bij F is x een negatief getal. Bij de andere letters is x een positief getal.

A = 4x, x los je op met de formule: x² - 2x = 8 en x² - 3x = 4.

B tot D los je op met de formule: x(8x-8) = 0 en per waarde tel je daar steeds 1 bij op. Dus C = waarde B + 1 en D = waarde C + 1.

E = x² - 2x, x los je op met de formule: x² × x² × 1/2 - (15² - 0,5x²) = 75

F = -x + 4, x los je op met de formule: -2x + x² - 3 = 0. x is hier een negatief getal, dus een getal onder de 0.

G = 3x, x los je op met de formule: 18² - 6x² = 30.

H = -17 × -14 ÷ 2 -108

I = (5/3 + 3/5 - 8/30) × 3²

J = (x + 4) (2x - 6) = 0

K = waarde van D in het gecodeerde alfabet + 9

L = 11x + 1/3x, x los je op met de formule: 2 × 1/2²+ 7x = 11.

M = 100x, x los je op met de formule: (0,2x × 4) ÷ 2 = 0,4

De wiskundigen mogen absoluut niet gebruik maken van internet, rekenmachine, overige manieren om iets digitaal te berekenen. Je mag wel gebruikmaken van een kladblaadje en je zet je antwoord in de reacties. Alleen het antwoord is al genoeg, als je het makkelijker vind met berekeningen, mag dat uiteraard.

De taalkundigen krijgen de opdracht morgen.