Hoofdstuk 17.
Wendy rende door het bos en negeerde alle takken die tegen haar blote armen en benen knalde. Ook negeerde ze de pijn in haar voeten door de kleine steentjes op de grond. Daar was zo nu wel gewend aan, maar dat betekende nog steeds niet dat het op een magische wijze niet meer pijn deed.
Op een moment voelde ze toch een scherpe pijn in haar voet. Een kleine gil ontsnapte uit haar mond door de schrik en de pijn.
Ze hinkte naar de dichtstbijzijnde rots en ging erop zitten. Voorzichtig tilde ze haar voet op en zag meteen wat haar dwars zat. Een stuk glas stak uit de onderkant van haar voet.
Voorzichtig trok ze het uit haar voet wat alleen maar voor meer pijn zorgde. Dat kon er nu ook nog lekker bij.
Een klein stemmetje in haar hoofd begon meteen conclusies te trekken. Glas midden in het bos kan maar één ding betekenen. Namelijk dat Haak of een van zijn stomme volgelingen in de buurt moest zijn. Wie drinkt er dan anders uit een glazen fles?
Het kleine stemmetje begon te piepen. Dat ze hier weg moest, anders wordt ze straks nog gepakt. Ze weten nu wie ze is, wat alleen maar foute boel kan betekenen.
Maar Wendy negeerde het. Het kon haar niets schelen op dit moment. Ze was nu eindelijk uitgehuild en ze voelde zich gevoelloos. Ze kon nu alleen de pijn in haar voet voelen en de rest van haar emoties leken voor nu even verdwenen.
In haar hoofd moest ze nog even nagaan wat er net allemaal gebeurd was. En daarom zat ze voor een lange tijd met haar hoofd in haar handen terwijl er nog steeds bloed uit haar voet bleef druppen.
Ze was zelfs zo in gedachte dat ze niet het geritsel van de struiken hoorde. Pas toen het geluid van nog maar een paar meter van Wendy verwijderd was, hoorde ze het.
Ze ging geschrokken rechtop zitten en keek snel om zich heen.
'Hallo?' zei ze. Daarna kon ze zichzelf wel voor de kop slaan door haar domme actie. Straks was het Haak of één van zijn maatjes en heeft ze net haar schuilplaats verraden.
Weer geritsel en weer zag Wendy niks. Uit zelfverdediging raapte ze een stevige kei op van de grond en hield hem in de aanslag.
Toen ze daarna weer geritsel hoorde zag ze dat het achter haar gebeurde. Wendy ging aan de andere kant van de rots zitten en wachtte totdat er iets gebeurde.
Het geritsel klonk harder en ze zag nu ook beweging in de bosjes. Daarom aarzelde ze ook niet toen ze een menslijk lichaam zag en gooide haar kei richting de indringer.
Door Wendy's indrukwekkende richtingsgevoel hier in Neverland, kwam de kei met een harde snelheid tegen het hoofd van de indringer aan en door de plotselinge kracht viel hij op de grond. Al snel zag Wendy dat ze geen van Haaks bemanning had geraakt, maar een jongen. Het was zeker geen Lost Boy dus een indiaan bleef als enige over.
Wendy was in shock en kwam even niet uit haar woorden. Toen de jongen begon te bewegen was Wendy uit haar korte trance en hupte naar hem toe.
'Het spijt me zo erg!' zei ze. 'Ik dacht dat je een van Haaks mannen was!'
De jongen kwam snel op zijn benen en hij begon boos tegen Wendy te praten. Ze verstond er alleen niks van, want hij sprak de taal die Wendy nu al een aantal keer had gehoord namelijk 'Ugh.'
Zo noemde Peter het, zei het kleine stemmetje weer. Dit zorgde voor een steek in haar zij, maar Wendy besloot het te negeren.
'Sorry!' zei Wendy met haar handen hulpeloos omhoog. 'Ik. Dacht. Dat. Je. Slecht. Was.' zei ze daarna langzaam, woord voor woord dat ze met haar handen probeerde uit te beelden.
'Het is al goed', mompelde de jongen, waardoor Wendy geschrokken een paar stappen naar achteren tuimelde. Door de schrik was Wendy de snee in haar voet vergeten en door de plotselinge pijn, viel ze op haar stuitje. Nu was zij degene die op de grond lag.
'Gaat het?' vroeg de jongen met een accent bezorgd. Zo'n accent die je krijgt als je niet gewend bent om een bepaalde taal te spreken.
Wendy knikte en ze schoof zichzelf naar achteren totdat ze iets hard in haar rug voelde. Met haar handen tilde ze zichzelf op en ging weer op haar oude plek op de rots zitten.
Ze tilde haar voet weer op en er druppelde nog steeds bloed uit en er zat nu ook vuil bij.
Geweldig.
De jongen deed verward een paar stappen naar voren om te kijken wat het vreemde meisje aan het doen was en het eerste wat hij zag waren de bebloede bladeren onder Wendy's voeten.
'Wow', zei hij. 'Dat is niet goed.'
'H-Het gaat wel', zei Wendy, maar het was niet overtuigend.
De jongen liep naar haar toe en knielde bij haar neer.
'Mag ik?' vroeg hij terwijl hij naar haar voet wees. Wendy knikte als antwoord en de jongen pakte voorzichtig haar voet beet en begon de wond te bestuderen.
Nu de jongen zo dichtbij was, bekeek Wendy de jongen nog wat beter.
Ze schatte hem ongeveer 16, maar ze kon moeilijk zeggen hoe oud hij écht is. Verder had hij zwart kruljaar en een licht getinte huid zoals Tigerlily heeft. De hele stam eigenlijk.
Ook al kon Wendy het niet zeggen door jaar jonge leeftijd, maar ze vond hem... niet lelijk om het maar zo te zeggen.
'Dat ziet er niet al te best uit', zei de jongen waardoor Wendy uit haar gedachte werd gehaald. Daarna scheurde hij opeens een stuk van zijn shirt af.
'Wat doe je?' vroeg Wendy verbaasd. 'Je kent me niet eens!'
'Dat betekend niet dat ik een mooi meisje niet kan helpen', zei hij terwijl hij opkeek waardoor Wendy in zijn bruine ogen keek. Hij gaf haar een knipoog en ging daarna weer verder. Wendy was zo verward dat ze even niet wist wat ze moest zeggen.
'Oké, dit kan even pijn doen', zei de jongen en hij depte op de wond op het vuil het de wond te krijgen.
Wendy's gezicht vertrok van de pijn en de jongen gaf het ook snel op toen hij besefte dat dit niet ging helpen.
'We moeten het schoonmaken met water, maar voor nu', hij begon voorzichtig haar voet mijn het stuk textiel te verbinden.
'We?' vroeg Wendy. 'Waarom help je me? Ik ken je niet eens!' zei ze weer met hetzelfde argument als net.
'Nou dat is makkelijk opgelost', zei de jongen. Hij keek glimlachend op en stak zijn hand uit. 'Mijn naam is Kotori', zei hij. 'en die van jouw?'
Wendy schudde zijn uitgestrekte. 'Mijn naam is Wendy. Wendy Darling.'
'Darling', mompelde Kotori. 'Dat past wel bij je.' Hij ging rechtop staan en boot zijn hand weer aan. 'Kom, dan breng ik je naar de waterval.'
**
Het was geen lange weg naar de waterval van Neverland en Kotori en Wendy brachten het in stilte door. Wendy half hupsend en Kotori paste zijn snelheid voor haar aan.
Hij had aangeboden of Wendy op hem te leunen, maar dat had Wendy afgewezen. Ze vond het... raar dat hij zo behulpzaam was. Eerst kreeg hij een flinke klap van een steen waardoor hij een uitbarsting kreeg en daarna doet hij opeens poeslief en is behulpzaam alsof hij niks te doen had. Je loopt niet zomaar het bos in, dus hij was er voor een reden. Dus waarom helpt hij haar nu dan als hij iets anders te doen had?
Het kleine stemmetje in Wendy's hoofd zorgde ervoor dat ze bijna gek werd. Zonder Kotori zat ze nog te jammeren op de rotsblok en was ze misschien wel te veel bloed verloren...
Ze schudde de gedachte van zich af. Ze moest zich niet ergens druk over maken wat niet zal gebeuren.
Nu ze van die gedachte af was kreeg ze er allemaal vragen voor in de plaats. En één van de vragen bleef er bovenuit staan.
'Hoe komt het eigenlijk dat je Engels spreekt?' vroeg Wendy en verbrak meteen de stilte. Kotori keek haar vragend aan, dus lichtte ze snel haar vraag toe.
'Nou, Tigerlily had me verteld dat alleen zij en het stamhoofd Engels konden praten. En omdat je daarbij hoort vroeg ik me af waarom je Engels praat en zo...' ze dwaalde een beetje af en keek naar de grond.
Ze hoorde Kotori naast zich lachen. 'Ik heb het hier en daar geleerd.'
Nu was het Wendy's beurt op vragend op te kijken en Kotori's beurt om het beter uit te leggen.
'Het stamhoofd heeft het aan mij en een paar andere jongens geleerd, zodat we... konden communiceren met de vijand', hij struikelde een beetje over zijn woorden, maar dat bleek hem niks uit te maken.
'Wacht, ben je dan een soort soldaat of zo?' vroeg Wendy.
Een kleine grijns verscheen op Kotori's gezicht. 'Zo kan je het noemen.'
Het geluid van vallend water kwam nu dichterbij en niet veel later was de waterval in het zicht. Het enige probleem was dat ze een paar rotsblokken naar beneden moesten klimmen.
Kotori bood weer aan om Wendy te helpen en dit keer zei ze ja. Het zou niet handig zijn als ze tijdens het hupsen uitgleed en met haar hoofd een rotsblok raakte.
Erg charmant ook nog.
Daarom pakte ze zijn hand vast en klommen ze samen voorzichtig naar beneden toe.
Kotori begeleidde Wendy naar een rotsblok dichtbij de waterval en Wendy ging er maar al te graag op zitten.
Daarna knielde Kotori bij haar neer en knoopte het stuk textiel, wat behoorlijk rood was geworden, los.
Wendy wist niet hoe erg het was, maar door het moeilijk kijkende gezicht van Kotori stelde haar niet gerust. Niet veel later scheurde hij weer een stuk van zijn mouwen af.
'Daar moet je echt mee stoppen', zei Wendy waardoor de stilte ook ophield. Kotori negeerde haar en liep naar het water toe op het nat te maken. Even later kwam hij terug en knielde weer bij haar neer.
'Dit kan misschien even pijn doen dus... ik stel je wel een paar vragen zodat je afgeleid blijft, oké?'
Wendy knikte, niet wetende wat er zou gebeuren.
'Oké dan... waar kom je eigenlijk vandaan?' Daarna legde Kotori meteen het natte doekje op Wendy's gezicht vertrok weer van de pijn.
'London', zei ze knarsetandend.
'En hoe kom je dan hier in Neverland?'
'Peter heeft mij en mijn broertjes meegenomen.' Ze dacht even na over de zin die ze net zei. 'Oké, dat klonk best raar.'
'Valt wel mee, het gebeurd vaker hier.' Wendy dacht aan de Lost Boys. Die had Peter ook meegnomen toen hun ouders hen in de steek hadden gelaten.
Maar ze verloor de gedachte weer toen Kotori weer met het natte doekje tegen haar open wond ging.
'Maar je moet vast bijzonder zijn omdat je het enige meisje bent die Peter heeft meegenomen', zei Kotori.
'Misschien wel.'
'Zijn jij en Peter goed bevriend?'
Wendy zuchtte diep en dacht aan de gebeurtenissen eerder op de dag. 'Kunnen we misschien ergens ander over praten?'
Kotori keek even op en stak vragend zijn wenkbrauwen omhoog. 'Is er iets gebeurd tussen jullie twee?'
'We hadden ruzie...' weer zuchtte Wendy. 'Alsjeblieft ik wil het er niet over hebben.'
Kotori knikte en begon haar voet in te pakken. Na een korte stilte zei hij: 'Misschien fijn om te weten, maar ik weet hoe je voelt.' Hij keek even op en zag dat Wendy hem vragend aankeek.
'Ik had een keer een... vreselijke ruzie met mijn vader. En toen bleek dat mijn zusje ook nog alles had gezien', hij aarzelde even. 'Ik ehm... heb ze sindsdien niet meer gezien.'
Wendy was even sprakeloos. 'H-Het spijt me zo erg. Wat erg voor je.'
'Je hoeft geen medelijden te hebben. Het gebeurde lang geleden.' Kotori knoopte net de laatste knoop vast. 'Zo, nu kan je wel even op weg.'
Wendy bedankte hem en bedacht zich dat ze er nu waarschijnlijk verschrikkelijk uitzag met haar ingepakte voet, ingepakte pols en snee op haar voorhoofd.
'Kom dan kijken we even of je kan staan', zei Kotori. Hij hielp Wendy overeind en ze begon heen en weer te lopen. Ze liep een beetje mank, maar dat maakte haar niet uit.
'Nou, nu dat is geregeld kan je weer terug naar Peters kamp', zei Kotori. 'Dan scheiden hier onze wegen.'
Wendy knikte automatisch en keek goed om zich heen.
'Je hebt geen idee waar je heen moet hè?' vroeg Kotori geamuseerd.
'Valt het zo erg op?'
Kotori moest lachen. 'Waar moet je precies heen?'
'Het is dichtbij het meer waar de zeemeerminnen wonen. Vanaf daar ken ik het waarschijnlijk wel.'
'O, dat is hier niet heel ver vandaan. Zou ik je anders brengen?'
Wendy knikte weer en liep lachend Kotori achteraan.
**
'Dit is het', zei Wendy toen ze waren aangekomen. Kotori keek verbaasd voor zich uit.
'Dat is een boom', zei hij terwijl hij wees naar de boom voor zich.
'Grappig dat ik dezelfde reactie had.' Het werd alweer langzaam donker en Kotori stond erop dat hij helemaal meeliep naar Wendy's onderkomen. Maar dít had hij echt niet verwacht.
'Ja, het is een soort van huis onder de grond', zei Wendy. Ze liep naar het touw toe en trok eraan waardoor er weer een opening ontstond. Ze keek achterom en zag Kotori met open mond kijken.
Hij had dit echt niet verwacht.
'Nou, nogmaals bedankt voor alles', zei Wendy ongemakkelijk.
'Alles voor jou, Darling', hij maakte een overdreven buiging waardoor Wendy moest lachen.
'Dan ga ik nu maar', ze draaide zich om, klaar om weg te lopen maar Kotori hield haar tegen.
'Wendy wacht!' zei hij en Wendy keek vragend om.
'Ik wilde alleen maar zeggen... dat ik morgenavond terug naar de zogenoemde ''echte wereld'' ga.'
'Oh', zei ze. 'Heeft het te maken met je vader?'
'Misschien', zei Kotori. 'Maar mijn punt is... als je wilt kunnen jij en je broertjes mee gaan. Ikke... heb een van de elfjes gevraagd of ze me wilt hebben. Ze vind het vast niet erg om er in plaats van één er vier mee te nemen.'
'Ehm... ik weet niet wat ik moet zeggen...' zei ze. Ze had Kotori verteld dat ze zich zorgde maakte over haar ouders, maar om nu meteen terug te gaan...
'Denk er tenminste over na... Ik ben hier morgen rond dezelfde tijd weer en als je dan meewilt dan wacht ik hier, oké?'
Wendy knikte. 'Dan ga ik nu maar', zei ze weer ongemakkelijk. 'Dag Kotori.'
'Dag Darling.'
Toen Wendy zich dit keer omdraaide en naar binnen ging, werd ze niet tegengehouden.
Kotori keek haar glimlachend na en toen ze helemaal uit het zicht was, veranderde de glimlach in een gemene grijns.
Achter hem hoorde hij geritsel en niet veel later voelde hij een hand op zijn schouder.
'Goed gedaan jongen. Goed gedaan.'
___________________
Not edited
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro