Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

8.

Frank Versille liep door de gangen. Het was stil, iets wat niet vaak voorkwam in Het WolvenHart. Normaal klonken er harde schreeuwen, en wanhopige kreten. Nu was er slechts het gezoem van de lampen, en de stemmen van de psychologen, die zich zacht overleggend door de gangen bewogen.

Een frons vormde zich op zijn voorhoofd toen hij Jennifer zag. Ze werd tegengehouden door de bewakers, en uitgebreid gefouilleerd. Té uitgebreid. Hij kon zien hoe ongemakkelijk ze zich voelde.

'Laat haar met rust,' snauwde hij.

De mannen zetten een stap naar achter, maar de sluwe twinkeling was niet uit hun ogen verdwenen. Frank gromde zachtjes, iets wat hij niet vaak deed. Hij snapte niet waarom, maar het maakte hem woedend dat ze haar zo behandelden. Hij wenkte Jennifer, die haastig met hem meeliep.

'Mijn excuses,' zei hij, met zijn blik op de grond gericht. 'De bewakers plagen mensen graag. Ik huur nieuwe in, beloofd. Vertel, waarom ben je hier?'

Ze hield een grote weekendtas omhoog. 'Voor Anna,' legde ze uit. 'Ze heeft haar spullen nodig.'

Frank knikte. Hij staarde naar haar ogen. Ze waren net zo grijs en droevig als die van Anna. Hij kon zien hoe moeilijk ze het had. Ze haalde een hand door haar haar, dat glansde in het witte licht. Ze stopte met lopen en leunde ze tegen de muur aan.

'Wanneer komt ze weer vrij?' vroeg ze zacht. 'Anna verdient dit niet.'

Hij slikte en staarde haar aan. Even wist hij niet wat hij moest antwoorden.

'Anna is een gevaar voor zichzelf. En voor anderen,' hij wierp een blik op haar litteken. 'Ze heeft het hier goed, echt waar.'

De stilte tussen hen knetterde, als een elektrische kabel. Ze wendde haar blik af. Het licht viel op haar gezicht.

Een onbewust deel van hem merkte op hoe mooi ze was.

Hij zette snel een stap naar achter en schraapte zijn keel. Zijn hart bonkte luid.

'Eh...' verward door zijn eigen emoties bleef hij staan. 'Laten we maar naar Anna gaan.'

Ze volgde hem naar zijn kamer. Hij was blij dat ze achter hem liep, anders had ze kunnen zien hoe rood zijn wangen waren. Hij balde zijn vuisten, woedend op zichzelf. Geen emoties. Emoties waren slecht. Hij beet op zijn lip en opende met een harde ruk de deur van Anna's kamer.

'Anna, Jennifer is er. Ze-' Zijn adem stokte in zijn keel. Verbijsterd staarde hij naar de lege kamer, en de witte pil die op de grond lag. Hij draaide zich om. Paniek borrelde in zijn binnenste.

Ze had haar medicatie niet genomen.

~*^*~

Anna haastte zich door de gangen. De stemmen spraken weer tegen haar, maar dit keer vond ze het niet erg. Ze waren zacht, en vriendelijk. De stemmen wilden hetzelfde als zij.

Vrijheid.

De stemmen zwollen aan. Ze schreeuwden. Smeekten haar om frisse buitenlucht in de kunnen ademen.

We moeten terug. Naar huis. Nu.

Thuis.

Ze zag het huis voor zich, waar ze samen met Jennifer was opgegroeid. Ze zag de kleine boerderij, de oude boom en de schommel, die zachtjes heen en weer wiegde in de zachte zomerbries.

Een glimlach verspreidde zich over haar gezicht. Ze was weer thuis.

Ze rende over het grindpad, richting de blauwe voordeur. Haar moeder had altijd van blauw gehouden. Ze had het liefst bij de zee willen wonen, maar die huizen waren duur, en daarom had ze deze boerderij gekozen, met de blauwe verf. In de zomer stonden de velden vol met blauwe bloemen.

"Dan is er toch nog een zee." zei haar moeder dan altijd.

Ze was bijna bij de voordeur van het huis. Reikte met haar hand naar de gouden deurklink. Ze kon de geur van het huis al ruiken. Een warm haardvuur, een pas geplukte bos bloemen.

Plots voelde ze twee handen om haar middel. Alle lucht werd uit haar geperst. Ze schreeuwde en sloeg woest om zich heen.

Waarom lieten ze haar niet naar haar huis gaan?

Waarom snapten ze niet hoe belangrijk het was?

De blauwe voordeur verdween langzaam, net als de oude boom. Ze was weer terug in Het WolvenHart.

Ze gaf de bewaker een harde trap in zijn maag. Hij grauwde dierlijk en liet haar los. Ze viel op de grond. Ze aarzelde niet, en wist overeind te krabbelen. Weer grepen de armen haar vast.

'Nee!' ze krabde en sloeg hem overal waar ze raken kon. 'Ik moet naar huis! Ik moet naar huis! Laat me los!'

Een ander paar armen greep haar vast. Ze hoorde harde stemmen. Ze bleef vechten. Ze kon nu niet ophouden. Niet nu ze zo dichtbij haar vrijheid was.

Een lange naald werd in haar arm gestoken. Haar geschreeuw ging over in een dierlijk gegrom.

'Laat me los,' siste ze.

Ze voelde hoe zwaar haar armen en benen werden. Alle kracht sijpelde uit haar lichaam. Ze schudde haar hoofd, een zwak protest tegen het onrecht dat haar werd aangedaan. Haar ogen vielen dicht.

'Nee,' fluisterde ze. Ze deed een poging om wakker te blijven, maar het lukte niet. 'Ik moet naar huis.'

~*^*~

Jennifer rende achter Frank aan, richting de plek waar het geschreeuw vandaan kwam. Ze herkende het geluid. Het was haar zus. Haar hart klopte panisch. Wat als ze ontsnapt was? Of als ze zichzelf weer wat aan had gedaan?

Ze bleef geschokt staan toen ze Anna zag. Ze lag bewusteloos in de armen van een bewaker. Haar gezicht was altijd al bleek geweest, maar had nu meer een grauwe kleur.

Jennifer strompelde geschokt naar achter. Ze hapte naar adem. Ze had haar zus nog nooit zo gezien.

Frank liep op de bewakers af. Hij mompelde wat instructies, die ze meteen opvolgden. Ze liepen weg, met Anna in haar armen.

Jennifer schudde haar hoofd. Trillend op haar benen stond ze in de hal. Tranen sprongen in haar ogen. Anna had er zo doods uitgezien. Zo kwetsbaar, en klein.

Frank liep op haar af. Zonder iets te zeggen sloeg hij zijn armen om zich heen. Even verstijfde ze. Ze had een stabiele, betrouwbare jeugd gehad, maar liefde was er nooit geweest. De laatste keer dat iemand haar had omhelsd leek eeuwen geleden.

Ze merkte hoe fijn ze het vond. Ze sloot haar ogen en legde haar hoofd tegen zijn borstkas. Luisterde naar het gestage, kalme kloppen van zijn hart.

'Het komt goed,' zei hij. 'Het komt goed.'

Ze herhaalde die woorden in gedachten, als een mantra waar ze zich aan vastklampte.

Hopend dat ze die leugen ooit zou gaan geloven.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro