Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3: De deal met de duivel

Het voelde goed om de winnaar te zijn, zelfs als deze winnaar door vijf soldaten naar de uitgang geëscorteerd werd. De verwarring op de gezichten van de soldaten, maar ook op die van de bediendes in de winnaarslounge, was goud waard. Het leek erop alsof men niet zo goed wist wat ze met mij aan moesten.

Ik greep dit moment van verwarring met beide handen aan, wendde mij tot een vrouwelijke bediende met een blik van een bang hert in haar ogen, en knipte in mijn vingers. 'Ga mijn mantel even halen, wil je?'

Ze knikte vlug en vloog de ruimte uit. 

Mijn blik gleed door de winnaarslounge. Ze hadden duidelijk geen kosten bespaard, mits de vachten echt en de tapijten Perzisch waren. Wat zeker echt was, was mijn eetlust bij het zien van al het uitgestalde eten op de lange tafel. 

Toen ik net twee druiven achter mijn kiezen had, kwam er een nieuw iemand de ruimte in banjeren. Nou ja, nieuw was een groot woord. Mijn bloed begon te koken bij het zien van de moordenaar van mijn jeugdliefde en een trouwe kameraad. Hij had twee van mijn mannen vermoord en hij zou er vanaf komen met een gebroken neus? Niet in mijn leven. 

Mijn zwaard stond buiten handbereik, maar ik had het voordeel van een verrassingsaanval. Ik dook op de man, die duidelijk verbaasd was mij te zien, af en probeerde hem onderuit te halen. Tien seconden was alles wat ik nodig zou hebben.

Hoewel een man op man gevecht zeker niet buiten mijn straatje lag, had ik zijn grote spiermassa niet meegerekend. Daardoor liep ik vol op hem in, met als enig effect dat hij een stap naar achteren zette om zijn evenwicht te bewaren.

'Wat de...' begon hij, terwijl hij zich defensief opstelde. 

Oké, misschien kon ik hem niet uitschakelen voordat de soldaten mij van hem af hadden getrokken, maar ik kon hem op zijn minst nog wat meer schade toebrengen. Daarom haalde ik met mijn vuist uit naar zijn gebroken neus.

Ik werd door een soldaat van de bruut af gerukt en gebruikte die steun om nog een keer met mijn benen in de lucht te maaien. 

Vloekend en tierend deinsde de bruut achteruit. 'Verdomme, vuile... Die zet ik je betaald!' Maar voordat hij überhaupt een stap naar mij kon zetten, kwam er een andere soldaat tussen ons in staan. 

Met een opgetrokken wenkbrauw stopte ik met het tegenwerken van de soldaat die mij vast hield en keek ik naar deze nieuwe soldaat. Nee, geen soldaat. Hij moest hoger in rank zijn. Hij had enkele medailles op zijn jas gespeld.

'Genoeg!' bulderde de vermoedelijke generaal. Zijn blik gleed van de bruut naar mij, waar hij bleef hangen. 'De koning nodigt jullie beiden uit voor de overwinningsmaaltijd. Apart.' Hij wenkte met zijn hoofd naar de gang die zwaar bewaakt werd. De uitgang, waarschijnlijk. 'Jij eerst.' 

Ik volgde zijn blik en rukte mij los uit de greep van de soldaat. Voordat deze kon protesteren, gaf de generaal het bevel van zwijgen. 

Geamuseerd wierp ik een blik over mijn schouder naar de soldaat die straf voor zich uit bleef kijken. Daarna liep ik met de generaal mee naar de uitgang, waarbij ik in het voorbijgaan mijn mantel van de herten-ogen bediende overnam en mijn zwaard mee griste. 

Het eerste spel was gespeeld, maar nu zou ik echt op het randje van leven en dood bungelen.


De koning keek mij zwijgend aan. Hij leek zo ontspannen en vriendelijk wanneer er een tafel van ongeveer tien meter tussen ons in stond. Inmiddels had hij afstand gedaan van zijn mantel en zijn medailles en zat hij, nog altijd onderuit gezakt, in een los shirtje tegenover mij. Hij liet zijn wijn rustig in zijn glas ronddraaien. 

'Ik moet zeggen dat het een verrassing voor mij was om met jou aan deze tafel te zitten,' merkte hij op een gegeven moment op. Hij haalde een hand door zijn haar en leek daarmee op de gewone, jonge prutser die hij was. Hij mocht dan een kroon hebben, hij was absoluut geen koning.

Losjes haalde ik mijn schouders op. Hoewel ik nog steeds gehuld ging in mijn strijdkleding, waar zelfs nog bloed in zat, had ik gelukkig het gewicht van mijn mantel om mijn schouders liggen. Zelfs mijn zwaard mocht ik bij mij houden, wat ik enigszins verdacht vond. 

'Heb je geen wensen? Eisen?' vroeg hij met een opgetrokken wenkbrauw. 

Rustig sloeg ik mijn benen over elkaar. Er klopte iets niet. Het was niet dat hij mijn belangen zou behartigen, want dan zou ik op de eerste de beste paard zitten en terug naar huis reizen. Nee, er was iets anders wat hij wilde. 

'Nee,' antwoordde ik resoluut. Ieder beetje informatie dat ik hem gaf, zou tegen mij gebruikt worden. Ik moest op mijn woorden letten. 'En jij?' 

Zijn mond verstrakte. Oh, hij had er een hekel aan om informeel aangesproken te worden, dat was mij allang duidelijk geworden. Daar kon ik eerlijk gezegd dan ook vreselijk van genieten. 

De koning herstelde zich. 'Geld en macht.' Hij nam een slok van zijn wijn. 'Dat is het enige waar het om draait in deze wereld.' 

Langzaam liet ik nu mijn eigen wijn in mijn glas ronddraaien. Sinds ik hier was gaan zitten had ik nog niets gegeten of gedronken, hoe verleidelijk het er ook uit zag. Ik mocht mijn aandacht niet laten verslappen. 

'Daar verschillen de meningen over... Wacht, hoe heet je ook al weer?' 

Hij zette zijn glas abrupt neer. 'Dat onbeleefde zit ongetwijfeld in de familienaam.' 

'Oh, wij noemen dat eigenlijk directheid. Respect is iets waardevols.' Ik liet mijn glas weer los en zakte iets onderuit. 

Zijn schouders ontspanden zich weer. 'Caden.' 

'Wat?' 

Er gleed een glimlach over zijn gezicht. 'Caden Ritza. Dat is mijn naam.' 

Nu was het aan mij om te glimlachen, al bereikte deze lach mijn ogen niet. 'Vertel mij eens, Caden, geniet je ervan om mensen te vermoorden met slechts een knip van je vingers?' 

Hij haalde zijn schouders op. 'Dat ligt aan de situatie. Over het algemeen is het niet mijn favoriete bezigheid.' 

Maak dat de kat wijs. Dat was het domste gelul dat ik ooit had gehoord. Koningen zagen mensen enkel als pionnen, deze Caden was geen haar anders. Maar ik zou zijn spel spelen.

Langzaam knikte ik. 'Heel begrijpelijk. Vertel mij dan ook eens, Caden, als mensen vermoorden niet je favoriete bezigheid is, waarom probeer je mij dan te vergiftigen?' 

Er viel een veelbetekenende stilte. 

Natuurlijk had ik door gehad dat er iets niet klopte op het moment dat ik de ruimte had betreden. Het ontbreken aan een noemenswaardige hoeveel soldaten die de wacht moesten houden, terwijl ik nog niet heel lang geleden een van hun strijders in koele bloeden had afgemaakt. Het feit dat de koning zo ontspannen was, waarmee hij de indruk gaf dat hij de strijd had gewonnen. De penetrante geur van een van de meest standaard giffen die voortkwam wanneer ik mijn wijn liet dansen in het glas. Kom zeg, ik was in Zania, hun specialiteit was het uitroeien van mensen met gif.

Hij begon te lachen. 'Chapeau. De leeghoofdigheid heb je in ieder geval niet van je ouders geërfd.' 

'Beledig mijn familienaam zoveel je wilt, het is niet dat ik daar veel om geef.' 

Caden hield zijn hoofd schuin. 'Ik wil een deal sluiten met jou, Ragna.' 

Met dat gaf hij mij de machtspositie, of hij het nou door had of niet. 'Ik ben niet vies van een goede deal, maar wat heb jij mij te bieden?' 

'Je leven. Je vrijheid.' 

Voorzichtig nu. Heel voorzichtig moest ik dit aanpakken. Welk spel zou ik spelen? Welke strategie zou ik aanhouden? 

'Ik luister,' leek mij op dat moment het enige, gepaste antwoord.

'Dit jaar is de tiende editie van de arena gevechten tussen Zania en Tiberion,' vertelde hij.

Daar had ik ooit wel eens iets over gehad. Een vriendschappelijke strijd tussen de koningshuizen van beide huizen, waarbij ieder land een handjevol krijgers inzette tijdens gevechten. Het waren geen gevechten tot de dood, maar vaak scheelde het niet veel. Gedurende die gevechten werd er om veel geld gespeeld.

'Dit jaar is het anders. Dit jaar stellen beide landen een stuk land beschikbaar als hoofdprijs.' Hij tikte met zijn vingers op de tafel. 'Ik heb nu twee edities meegemaakt en ze beide verloren. Ik wil dat jij het verschil gaat maken.' 

'Je wilt mij inzetten in een of ander spel om een stukje land te winnen?' 

'Ja, dat is precies wat ik wil doen, Ragna,' grijnsde hij, waarna hij zij wijn opdronk. 

Mijn bloed begon te koken. Waarom zou ik in vredesnaam mijn eigen leven in de waagschaal stellen voor deze mislukte koning? Daarvoor had ik mijn thuisland niet achtergelaten. Natuurlijk had ik een wil om te leven, wenste ik mijn vrijheid, maar ik zou dat niet verkrijgen door mijzelf als een marionet te laten bespelen. 

Tenzij... 

'Dus als ik win, krijg ik mijn vrijheid terug?' 

Hij knikte. 'Ja, dat is de deal die ik met je wil sluiten. Ik geef je de kans om te trainen met de beste leermeesters van het continent als jij over twee weken voor mij vecht in de arena.' 

Ik deed alsof ik de mogelijkheid overwoog, alsof het een laatste redmiddel voor mij was. Hij dacht dat ik een pion in zijn spel was, maar had niet door dat ik prima mijn eigen spelregels wist te schrijven. Macht was een gevaarlijk, onvoorspelbaar spel, maar gelukkig hield ik wel van een spelletje. 

'Oh, en nog één ding,' zei hij, waarna hij met zijn vingers knipte zodat zijn glas weer bijgevuld werd. 'Je gaat openlijk verkondigen dat je als mijn kampioen gaat strijden en vertelt Neomon zich terug te trekken.' 

Natuurlijk zaten er voorwaarden aan zijn aanbod. Hij bleef de demonische koning. Dat betekende dat er wel een addertje onder het gras moest zitten. Dat zou mij echter niet dwarsbomen. In mijn geest ontstond een plan, een strategie waarmee ik niet alleen mijn familienaam zou eren, maar ook mijn koning mee zou dienen. Het stond nog wankel, zonder garantie voor succes, maar het was niet onmogelijk.

'Hoe denk je dat ik hen ervan kan overtuigen om niet meer aan te vallen?' vroeg ik hem.

Hij haalde zijn schouders op. 'Dat mag je zelf uitvogelen, maar als ik jou was zou ik er goed over nadenken. Anders ligt je hoofd alsnog naast het hakblok, Ragna.' 

Zijn dreigementen lieten mij koud. 'Prima, Caden. Ik zal voor je strijden.' 


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro