Taxus keek niet om. Hij zei enkel nog 'Het spijt me zo...' voor hij terug naar zijn kamp liep. Sasja deinsde ook terug, maar zover ze wist zat Suikerstaart nog op de open plek. Wat Sasja gezien had, had haar verscheurd.
Suikerstaart's partner moest haar verlaten, en ze moest haar toekomstige kittens alleen doen opgroeien. En Taxus zou zijn kittens enkel op vergaderingen en...in gevechten zien. De krijgerscode heeft haar klauwen al ontbloot.
Toen Sasja terug in het kamp kwam was haar Clan enthousiast aan hun eerste dag als Clan bezig.
Das, een katertje ter leeftijd van een leerling kwam naar haar toe. Sasja dropte haar vis. 'Waneer krijgen we krijgersnamen? Wie word de medicijnkat? Ik hoop dat het niet te lang duurt. Ik voel al best een Clankat hoor!' miauwde hij, hij had duidelijk te veel energie. Het werd tijd dat hij een mentor kreeg.
Sasja was onzeker of de rest van de Clan zich al Clankat voelde. Ze betwijfelde het: zelf moest ze er nog aan wennen.
'Sasja!' ze hoorde haar naam, alweer. Ze dacht niet dat ze op een dag haar naam zoveel gehoord had als vandaag. Nu ze erover nadacht, misschien toen ze net haar naam kreeg. 'Ja,' zuchtte ze. Ze keek op. 'Ha die Grijs,' groette ze. Grijs keek even rond. 'Euh...' stamelde ze. Sasja draaide haar kop scheef. 'Nou, euhm...ik had een dagdroom, denk ik...' begon ze. 'Mm-hmm,' knikte Sasja. Ze vond het vreemd. Grijs was nooit echt 'verlegen'. En er was niets vreemd aan een dagdroom.
'Het was z'on sterrenkat!' riep Grijs, om Sasja's aandacht terug naar haar te trekken.
Plotseling was Sasja geïnteresseerd. 'Z'on kat die dood is en...euhm..' Grijs stopte even. 'En wijsheden verteld.' Sasja knikte. 'Wat zei hij?' Grijs keek weer even rond. 'Hij zei waar bepaalde planten voor dienen, en zo. En toen zei hij dat ik mijn wortels moest lossen, en naar haar het licht gaan.' Sasja sprong op. 'Wat het ook is je gaat er niet alleen naar toe.' Grijs knikte. 'Goed,' ze snorde geamuseerd,'maar jij blijft hier.'