Hoofdstuk 21
'Wacht!' riep Mistschaduw. 'Ik...' Ze slikte. 'Ga met je mee.' Plots leek ze weer vol zelfvertrouwen...net als in het gevecht. Lichtrivier huiverde. 'Goed.'
Ze kon haar versterken. Zij kon nog negen levens verspillen, dacht Lichtrivier. 'Snel.' De twee legden de weg af zonder een woord tegen elkaar te zeggen.
Lichtrivier voelde het verraadgevoel toen ze haar aanviel nog vers. Al hadden ze een gemeenschappelijke vijand...dat maakte hen geen vrienden. Verre van.
Lichtrivier rook de lucht. Ze waren dichterbij. Wirwarren van kattengeuren vlogen samen op een een plek. En daar stond Aarendvleugel. Maar hij was niet alleen. Naast hem lag een poes, met haar kop verslagen omlaag, krassen langs alle kanten en platte oren. Het Lichtrivier een paar ogenblikken maar als ze het goed begreep was de poes een gijzelaar. Wreed, dacht ze.
'Tong verloren?' grijnsde Aarendvleugel. 'Ik..jij...eh..' brabbelde Lichtrivier.
Ze sloot haar ogen en hijgde. 'Moordenaar!' gromde ze uiteindelijk. Aarendvleugel kwam dichterbij, kalmte straalde uit zijn fysiek. 'Hoe gaat het met Rag?' vroeg hij traagjes en hij rekte zich uit. Lichtrivier huiverde van de woede. 'Geweldig,' snauwde ze. 'Jouw doodskonijn is gefaald.'
'Ik?' zei hij valselijk verrast. 'Och, nee.' Hij zette zijn misvormde poot neer. De bruin-witte kater schudde zijn kop. 'Natuurlijk,' begon hij weer. 'Zou ik mijn partner niet vergiftigen.'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro