Hoofdstuk 3
Kiezelpoot gaapte en rekte zich uit, ze was gisteravond vroeg naar bed gegaan omdat ze moe was van haar eerste training. Ze liep naar het poeltje om wat te drinken en daarna naar de hoop verse prooi om wat te eten. Maar op dat moment rook ze Nachtclan, maar één kat. Daarna begonnen de struiken de schudden en een gehavende Vogelpoot kwam eruit rennen. Hij ademde snel, meteen kwamen er krijgers uit hun holen om te kijken waarom ze Nachtclan roken. "Wat is er gebeurt?" Vroeg Kiezelpoot. "De Nachtclan wordt aangevallen, alsjeblieft. Kom ons helpen." Smeekte hij toen hij Bladster aan zag komen. Bladster sprong op de overhangende rots en slaakte een luide kreet om iedereen uit hun holen te krijgen. "We sturen een patrouille om de Nachtclan te helpen. De katten die meegaan zijn Uilklauw, Panterpoot, Rotspoot, Moetasvoet, Lynxhart, Golfslag, Stekelklauw, Echostem, Tijgerstorm, Mistelstaart en ik. We vertrekken nu!" Riep Bladster. Daarna sprong ze van de overhangende rots en stond nu vooraan de patrouille. Vogelpoot stond er ook bij. Na een sein van Bladster stoven ze de struiktunnel door. 'Laat ze allemaal ongedeerd terugkomen.' Dacht Kiezelpoot. Kiezelpoot herrinerde zich pas net hoe Vogelpoot en de patrouille van gisteren eruit had gezien: Ze waren broodmager. Daarom hadden ze hulp nodig met zichzelf verdedigen. Ze herrinerde zich ook weer hoe droog de planten aan de Nachtclankant, er was waarschijnlijk weinig water en daardoor was alle prooi ook weggetrokken naar gebieden met wel genoeg water. Toen hoorde Kiezelpoot haar maag knorren. "Dan ga ik maar wat eten." Murmelde Kiezelpoot.
De patrouille die gestuurd was om de Nachtclan te helpen was zonder al te grote schade teruggekomen. Maar ze hadden Vogelpoot wel weer meegebracht, hij kwam vragen aan Steenblad of ze misschien wat kruiden had die ze mochten hebben. Ze had Kiezelpoot en Flitspoot meegestuurd om de kruiden af te leveren. Ze had Kruidpoots ervaring in het kamp nodig. Toen ze aankwamen in het Nachtclankamp zag ze pas echt hoe slecht de Nachtclan eruit zag. Ze waren broodmager, er was weinig tot geen water en de hoop verse prooi was bestond uit een schriele muis en een ekster. Zij voelde zich een beetje raar tussen al die ondervoede katten, zij had een volle maag en een glanzende vacht. "Dit is het medicijnhol." Zij Vogelpoot toen ze stopten voor een kluit bruine droge varens. "Mistelbloem, we komen kruiden brengen." Zij Flitspoot. "Oh echt, heel erg bedankt." Antwoorde Mistelbloem dankbaar. "Ik hoop dat dit genoeg is, Steenblad zij dat als je nog meer nodig hebt je maar even langs moet komen, wij hebben genoeg." Zij Flitspoot. "O, jullie weten niet hoe dankbaar ik ben." Zij Mistelbloem. "Ik ben leerlingmededcijnkat, ik kan misschien wel helpen." Bood Flitspoot aan. "En ik weet ook wel wat van kruiden, ik kan ook helpen." Bood Kiezelpoot ook aan. "Graag, ik kan niet vaak genoeg dankjewel zeggen." Zij Mistelbloem dankbaar. Ze droegen wat kruiden naar buiten, Kiezelpoot onderzocht eerst Vogelpoot, hij had wel een paar diepe krabben en die moesten niet gaan ontsteken. Ze had zo het gevoel dat de Nachtclan niet ook nog zieke katten kon hebben. Ze maakte een kompres van Klitwortel en goudsbloem zoals ze Kruidpoot wel eens had zien doen. Ze smeerde het op de wonden en plakte het vast met kleefkruid. "Niet aanzitten tot Mistelbloem het eraf haalt, en eet hier wat van." Zij Kiezelpoot en schoof twee papaverzaadjes naar hem toe. Hij at ze braaf op, hij was te moe om te protesteren tegen de slaap die de papaverzaadjes opwekten. Ze behandelden met zijn drieën alle Nachtclankatten. En daarna escorteerden Wezelstaart en Motklauw hen naar de grens. Ineens kreeg Kiezelpoot een idee. "Kunnen jullie heel even hier wachten, ik ben zo terug beloofd." Zij Kiezelpoot. Even later kwam ze terug met een dik konijn, een sappige muis en een uitzonderlijk grote ekster en schoof ze over de Nachtclangrens. "Voor jullie." Zij ze. Ze keken naar de prooi, naar Kiezelpoot en weer terug naar de prooi. "Maar dat is tegen de krijgscode." Zij Wezelstaart bezwarend. "Zolang jullie niks tegen de andere clans zeggen en wij ook niet dan blijft het ons geheim." Zij Kiezelpoot. "Maar..." Begon Wezelstaart. "Neem nou maar gewoon mee." Zij Flitspoot. Kiezelpoot zag dat het water hen in de mond liep bij alleen de gedachte aan iets fatsoenlijks te eten. "Vooruit dan maar." Zij Wezelstaart. En pakte het konijn en Motklauw pakte de muis en de ekster. "Wij bedanken jullie voor deze royale gift." Zij Wezelstaart door de vacht van het konijn heen. "Kom, we gaan weer terug." Zij Flitspoot. Ze liepen weer terug naar het kamp.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro