Hoofdstuk 4
'Laat alle katten die oud genoeg zijn om te jagen zich verzamelen om mij aan te horen!' Rookkit keek vol blijdschap naar de clan. Ambersters blik bleef rusten op Zonnegloed. De kater gaf de kitten een scheef glimlachje. 'Vanaf nu zal je bekend staan als Rookpoot en je mentor wordt Zonnegloed. Train hem goed, net zoals je je andere leerlingen hebt getraind.' zei de leider eerbiedig, ze knikte en boog haar kop. Rookpoot liep naar zijn nieuwe mentor toe en gaf hem een neusje.
Rookpoot rende enthousiast naar zijn nestgenoten die ook tot leerling waren benoemd. 'Rookpoot! Zebrapoot! Paarspoot! Webpoot!' scandeerde de katten van de Zonneclan de namen van de nieuwe leerlingen. Bij zijn eigen naam hoorde hij Regenpoot het hardst juichen. Hij begon te spinnen, nu was jij eindelijk een leerling! Rookpoots moeder Bloemenstroom kwam aangerend. 'Oh wat ben ik toch trots op jullie!' snorde ze en keek snel om, om te kijken of ze Klauwstaart zag. Paarspoot glimlachte zelfverzekerd. De zwart-witte kater begon te grijnzen en zwiepte met zijn staart. 'Ik denk dat ik maar eens ga slapen.' gaapte hij en liep met vermoeide ogen naar het leerlingenhol. Dit zou zijn eerste nacht worden in het hol! Hopelijk zou het mos lekker zacht zijn en misschien zou het ook wel fijn zijn om is een keer zonder zijn moeder te slapen! Rustig sloot Rookpoot zijn ogen.
Geschrokken werd Rookpoot wakker. Er liepen rillingen over zijn rug toen hij zijn blik liet wennen aan de duisternis. Mist wervelde rond om zijn poten en voor hem doemden allerlei donkere bomen met een gladde boomstam voor hem op. 'W-waar ben ik?' vroeg hij stamelend, zij haren stonden overeind. 'Welkom jonkie.' fluisterde een stem in zijn oor. Rookpoot keek schichtig om zich heen. Daar. Achter hem stond een rood-bruine poes met een wit oor. Ze had een beetje bloed op haar rechtervoorpoot. 'Wie ben jij?' vroeg Rookpoot voorzichtig. 'Eekhoorngrauw.' antwoordde de poes simpelweg en keek hem aandachtig aan met haar groene ogen met blauwe spikkeltjes erin. 'Wat doe ik hier?' vroeg hij verbaasd en een tikkeltje angstig. 'Ik kom je een voorspelling vertellen.' antwoordde de poes, ze keek hem mysterieus aan. 'En dat is?' Rookpoot keek ongeduldig om zich heen. 'Wanneer je een poes met een grijs-witte vacht spot, moet je partners met haar worden en van haar houden, dus al je liefde geven. Dan word je onsterfelijk.' mauwde Eekhoorngrauw met een serieuze blik. 'Wat? Maar- Hoe kan ik partners worden met iemand die ik nog nooit heb gezien en ik nu van iemand anders hou?' ratelde de kater en keek de poes verward aan. Eekhoorngrauw negeerde hem en vervaagde langzaam weg. Vol verbazing zag Rookpoot dat het donkere bos ook vervaagde.
Fel zonlicht scheen door een kiertje van het leerlingenhol, Rookpoot knipperde met zijn ogen tegen het felle licht. Eindelijk scheen het zonnetje in plaats van regen. Naast hem gaapte Regenpoot en keek hem met een glimlachje aan. 'Goedemorgen slaapkop!' grapte ze snorrend, ze kroop naar hem toe en gaf hem een lik over zijn zachte vacht tussen zijn oren. Rookpoot sloot snorrend zijn ogen. Toen ze was gestopt opende de kater uit protest zijn ogen. 'Hé, love birds, kan het wat zachter?' vroeg Paarspoot geïrriteerd en Zebrapoot naast haar grinnikte. Webpoot probeerde zijn grijns te verbergen. Regenpoot gaf een verlegen en lief lachje. 'We zijn niet-.' begon ze, maar Rookpoot onderbrak haar: 'Het gaat jullie nog niks aan.' Grommend draaide hij zijn kop en gaf de grijs gestreepte poes naast hem een kopje. 'Ik denk dat Zonnegloed me zoekt.' miauwde hij en glipte het hol uit. Buiten het hol stond inderdaad zijn mentor op hem te wachten. 'Hee Rookpoot.' miauwde hij opgewekt, zijn staart zwiepte zachtjes heen en weer. 'Wat gaan we als eerste doen?' vroeg de kater nieuwsgierig. 'Het territorium verkennen en morgen ga je de nesten van de oudsten verschonen.' antwoordde de goud-rode kater en draaide zich om, om vervolgens het kamp uit de lopen. Rookpoot volgde hem en keek even naar de mooie grond. Het was groen en af en toe lagen er bladeren die uit de bomen waren gevallen. Hij dacht weer terug aan de voorspelling van Eekhoorngrauw. Zou hij niet voorbestemd zijn samen met Regenpoot?
'Hallo? Rookpoot? Ben je daar nog?' Zonnegloed liet hem ontwaken uit zijn gedachten. 'Oh sorry, ik uh-.' stamelde de kater. 'Ach laat maar, het geeft al niet. Nou ja, kijk: we zijn nu bij de grens met de Maanclan.' legde de goud-rode uit, hij zwiepte met zijn staart en wees naar de grens met de Maanclan. 'Wow, cool en mooi!' miauwde Rookpoot opgewonden. 'Ja, het kan er misschien mooi en cool uitzien, maar het zijn wel onze vijanden.' legde Zonnegloed rustig uit. 'Ja, dat weet ik!' zei de zwart-witte kater. Zijn mentor gaf hem een stoot tegen zijn linkerschouder. 'Wil je nog verder naar de Vuurclan en de Nachtclan?' vroeg de kater weer gefocust.
'Ja hoor!'
'Nou, oké dan. Kom maar mee dan!' glimlachte zijn mentor en liep langs de grens naar een andere plek. Rookpoot volgde hem braaf.
'Pff! Dat was leuk!' snorde de zwart-witte kater uitgeput en enthousiast. 'Morgen gaan we de nesten verschonen van de oudsten, dus het is niet altijd een feestje hè.' Zonnegloed gaf hem een knipoog en draaide zich om. 'Ik ga vast naar m'n nest.' miauwde zijn mentor en liep richting het krijgershol. 'Doei, tot morgen!' riep Rookpoot hem nog na, hij draaide zich ook om en liep naar de prooihoop toe. Er lag een muisje op, de kater keek hem aandachtig aan en herinnerde zich toen dat hij zijn muis was vergeten te pakken toen hij ging jagen met Regenpoot. Hij ging liggen en legde zijn poot tegen zijn kop aan. 'Wauw, wauw. Wat ben ik weer slim geweest.' bromde hij in zichzelf. Rookpoot pakte uiteindelijk toch het muisje van de prooihoop en begon er aan te knabbelen.
Yay! Weer een hoofdstukje af XD Ik had gewoon erg zin om lekker te gaan schrijven en om dus een hoofdstuk te schrijven/publiceren :3 1015 woorden!
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro