Hoofdstuk 27
Kalm zette Rookstorm een aantal pootstappen vooruit. Eigenlijk wist hij niet of hij het wel mocht horen, maar hij probeerde toch dichterbij te komen. Donkerster gaf een koel knikje richting de Maanclankatten. 'Wat brengt jullie hier.' vroeg hij en keek Haverstaart vragend aan. De poes boog eerbiedig haar kop. 'Een Maanclan patrouille rook Nachtclan op ons gebied, wij zouden graag willen weten hoe dit zit.' miauwde ze en zwiepte met haar staart.
'Zo ver ik weet, is geen enkele Nachtclan kat op Maanclan territorium geweest.' Donkerster knipperde met zijn ogen en keek naar Zilverstorm. 'En wie heeft dit gerapporteerd?'
'Scherpkeel.' antwoordde de zilveren kater en blikte naar de bruine kater naast hem. De krijger knikte en stapte naar voren. 'Ik zag zelfs pootafdrukken in de aarde staan.' Rookstorm kneep zijn ogen tot spleetjes. Die haarbal loog.
'Nadat hij terug kwam van de patrouille heeft hij het mij laten zien.' mompelde Narciswolk en haar blik schoot van Rookstorm naar Donkerster. Fijn, zij heeft dus waarschijnlijk al door dat ik mee luister. dacht de zwart-witte kater.
'En je weet zeker dat hij het zelf niet heeft gedaan?' Donkerster fronste zijn wenkbrauwen en zuchtte. 'Dat zal vast.' fluisterde Rookstorm met een grijns. Narciswolk spitste haar oren en haalde haar schouders op.
'Geen idee.' zei ze en gaf Haverstaart een zachte por. 'We willen gewoon weten wie over onze grens zou zijn gegaan, tenzij Scherpkeel dit zelf heeft gedaan voor onrust.' miauwde de lichtbruine poes en gaf de bruine kater een waarschuwende blik.
'Dat heeft hij waarschijnlijk wel gedaan ja.' miauwde Rookstorm en mengde zich in het gesprek. 'Waar bemoei jij je nou weer mee?' blies Scherpkeel en zette zijn haren overeind. 'Het is wel zo, geef nou maar toe!' siste de Nachtclan kat en dook ineen voordat hij een poot op zich kreeg. 'Oké, misschien wilde ik dat wel doen?' gromde Scherpkeel en sloop op Rookstorm af. 'Dat heb je al gedaan.' verbeterde de zwart-witte kater de krijger.
'Rustig aan.' gromde Zilverstorm tegen zijn clangenoot en stapte tussen de twee krijgers in. 'Het spijt me dat we jullie kamp in zijn gekomen en zomaar katten vals begonnen te beschuldigen.' verontschuldigde de zilveren kater zich tegen de Nachtclan leider.
'Het is al goed.' miauwde Donkerster en blikte naar Scherpkeel. 'Nu we de dader hebben gevonden die onrust wilde veroorzaken... zouden jullie Maanclankatten nu terug naar jullie eigen kamp willen gaan?' vroeg hij netjes. Haverstaart knikte meteen en draaide zich om. 'Je moet je schamen, Scherpkeel.'
'Nogmaals, het spijt ons. Kom we gaan.' miauwde de lichtbruine poes en wenkte met haar staart dat haar clangenoten haar moesten volgen. Zilverstorm keek nog een keer om en zwaaide samen met Haverstaart gedag.
'Soms vind ik hem echt een muizenbrein, wist je dat?' gromde Rookstorm en zwiepte met zijn staart. 'Begin er nou maar niet over.' mompelde Donkerster die blijkbaar even geen zin had om te praten. 'Organiseer maar een patrouille.' miauwde de Nachtclan leider en Rookstorm keek verbaasd op. Wat? Ik ben nog geen commandant? 'Maar-' begon de zwart-witte kater, maar werd onderbroken door zijn leider. 'Zou je het gewoon willen doen asjeblieft?'
De zwart-witte kater knikte enkel en trippelde naar zijn oude mentor. 'Pluisdoorn, zou je mee op patrouille willen? Ik haal Schaduwmist en Klauwpoot met Steenhart.' zei Rookstorm en wachtte niet op het antwoord van de kater. Hij liep door naar het krijgershol en riep Steenhart en zijn zus.
'Moest je nou precies mij meenemen? Ik ben net wakker!' gromde Schaduwmist en geeuwde. 'Daarom juist.' miauwde Rookstorm en grijnsde. Steenhart kwam de ingang van het krijgershol uitgelopen en rolde met zijn ogen. 'Haal jij Klauwpoot?' vroeg de zwart-witte kater en de grijze Nachtclan kater zwiepte met zijn staart als antwoord.
*
'Wat een brompot.' fluisterde Rookstorm tegen Schaduwmist. De twee liepen samen achter Steenhart en Klauwpoot aan. Pluisdoorn sloot de rij. 'Kijk naar jezelf.' De leerling voor hen draaide zijn kop om en gaf de twee een grijns.
De zwart-witte kater spitste zijn oren en keek geïrriteerd. 'Houd je snuit.' siste hij naar Klauwpoot en keek weg. Naast hem barstte Schaduwmist in gegrinnik uit. 'Jij ook Schaduwmist.' snauwde hij. De Nachtclan katten trippelden door naar de grens met de Zonneclan.
'Waarom zou ik, broertje?' vroeg ze onschuldig en stapte door. 'Of wil je anders dat ik aan Donkerster vertel dat je niet meewerkt met de patrouilles. Straks is er iemand over de grens gegaan en dan heb jij niks gedaan!'
'Je doet maar.' gromde Schaduwmist, maar in haar ogen was wel een sprankje spijt te zien. 'Zoals je wenst.' zei Rookstorm met een kleine glimlach.
'Hou nou eens op jullie twee!' grauwde Pluisdoorn achter hun. 'Niemand gaat naar Donkerster om deze onnodige reden, oké?' Steenhart keek naar Klauwpoot en haalde zijn schouders op.
'We zijn er.' mompelde de leerling die de geur van de Zonneclan rook. 'Goed gedaan.' prees Steenhart Klauwpoot. De Nachtclan leerling begon de grond te besnuffelen.
Rookstorm zuchtte zacht en trippelde naar de grens toe. Hij besnuffelde net zoals Klauwpoot de grond, alleen hij rook niks aan de kant van de Nachtclan. Hopelijk zou er geen patrouille langskomen waar Regenhart in zou kunnen zitten. Nog steeds was hij een beetje geschokt dat ze in verwachting was van kittens. Maar dit was het beste voor haar.
'Zijn we bijna klaar?' klaagde Schaduwmist en zat te wachten op de rest van de patrouille. 'Ik denk het wel, want er is hier volgens mij niks.' miauwde Pluisdoorn en knikte naar de poes.
Rookstorm zuchtte zacht en draaide weg van de grens. Blauw... zei de stem weer. Hij keek om zich heen. Zou hij moeten zoeken naar de blauwe ogen? Of niet?
Ja, hij zou rond zonsondergang op zoek gaan. In z'n eentje, niet met een andere kat erbij, zodat hij alle tijd had. Schaduwmist kwam naast hem lopen. 'Hey, sorry kleintje.' mompelde ze en knipperde met haar ogen.
'Het geeft niet, zusje.' miauwde Rookstorm en spitste zijn oren. De rest van de patrouille volgde. 'Laten we maar gauw teruggaan.' zei hij en liep voorop. Al snel kwam de leerling van Steenhart naar de zwart-witte kater gelopen. 'Deed ik het goed vandaag?' vroeg hij en keek op naar de Rookstorm. 'Ja, heel goed.' snorde de zwart-witte kater. 'Wanneer word ik krijger dan?' klaagde hij en zijn mentor haalde hem in. 'Dat bepaald Donkerster wel, hij is ook gewoon een krijger.' gromde hij en gaf zijn leerling een zachte por. Hij liep naar voren en Klauwpoot volgde, nu liepen zij voorop.
'We zijn er bijna!' riep Pluisdoorn die de rij sloot. De kater rende langs de andere katten heen en ging het kamp in. Schaduwmist gaf Rookstorm een knikje. 'Laten we maar gewoon gaan.' Hij knikte terug en rende samen met zijn zus het kamp in.
Webscheur zat op de open plek zich te wassen en keek op toen de twee aankwamen gerend. 'Ook hallo.' zei hij grijnzend en schoof een muis richting de twee. 'Hebben jullie niet een beetje honger?' vroeg hij en Rookstorm keek hem onderzoekend aan. 'Wat heb je hier in gestopt? Vergif?' Webscheur barstte in lachen uit. 'Nee hoor.'
De zwart-witte kater gaf zijn broer een voorzichtige blik en schoof het naar Steenhart toe. 'Hier, na al dat lange werken.' miauwde hij met een vriendelijke glimlach. Klauwpoot kwam aangerend en pakte de muis. 'Kom, dan kunnen we hem delen!' zei hij enthousiast en koos een plekje in de schaduw, al snel volgde zijn mentor.
'Waarom at je hem niet gewoon zelf op?' vroeg Webscheur en fronste met zijn wenkbrauwen. 'Oh gewoon, puur omdat je zo eng deed.' miauwde Rookstorm en keek naar Schaduwmist. 'Weet je, wij gaan rusten, oké Webscheur?' Rookstorm knikte zijn broer gedag en liep naar het krijgershol. Vanavond zou hij op zoek gaan naar de blauwe ogen. Hopelijk zou hij ze vinden.
1320 woorden! Ik weet niet precies wat ik van het hoofdstuk moet vinden, maar hier is ie dan! :) veel leesplezier!
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro