Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 24

|Authors note: een kleine gore warning, ik weet niet of het nodig is maar ik zet het er maar bij! Maar sommige mensen kunnen hier niet tegen, dus ik dacht ik zet het er maar bij.|

De rode poes drukte zich snorrend tegen hem aan. 'Hoe ben je in het Nachtclan kamp gekomen zonder dat ze het doorhadden?' vroeg de zwart-witte kater met een scherpe ondertoon en keek haar ongemakkelijk aan toen ze zich tegen hem aandrukte. 'Niemand kan mij ervan weerhouden om naar jou te gaan!' Ze plofte naast hem neer en Rookstorm schoof een stukje op. Weet je, misschien moet je het maar gewoon laten en voor Kersenvacht gaan. miauwde een stem in zijn kop. Nee ik word geen partners met een slijmbal. Trouwens ik zie niet eens wat in haar. gromde Rookstorm in zichzelf en wierp een blik op het mos onder zijn poten, het was deels verbrokkeld en hij zag het als een goed excuus om weg te gaan bij Kersenvacht.

Hij stond op, pakte het mos met zijn tanden beet en liep zonder iets te zeggen zo snel mogelijk het krijgershol uit. Buiten was het al licht en Rookstorm vroeg zich af hoe lang hij wel niet had geslapen. Ik kan er niks aan doen, zo neem ik toch nog dingen in me op die handig zijn voor gevechten. hield de kater zich voor en gaf onderweg naar de extra mos voorraad een knikje aan zijn oude mentor Pluisdoorn. Rookstorm hoorde achter zich het geluid van Kersenvacht die hem op een wat langzamer tempo aan het volgen was. Met een geïrriteerde zucht liet hij het oude mos vallen en pakte hij wat nieuw mos op toen hij bij de voorraad kwam. Hij liep zonder de rode poes een blik waardig te keuren weer terug naar het hol.

Hij legde het mos netjes neer en pakte een paar kleine veertjes van Webscheurs nest die vlak naast de zijne lag. Tevreden liep hij naar buiten en botste tegen Kersenvacht op. 'Waarom zei je niks.' vroeg ze en haar snorharen trilden. 'Moet ik jou alles vertellen wat ik ga doen dan?' beet Rookstorm haar toe en zwiepte met zijn staart. 'N-nee.' mompelde de rode poes en sloeg haar ogen beschaamd neer. 'Dat dacht ik nou ook.' bromde de zwart-witte kater en liep naar de prooihoop om er vervolgens een kleine woelmuis vanaf te pakken. De poes volgde zijn voorbeeld en ging naast hem zitten. Zou ze nou echt elke pootstap volgen die hij zou zetten? dacht Rookstorm geërgerd, hij nam een hap uit zijn woelmuis en slikte het door. Het had een best taaie smaak en de zwart-witte kater moest het met een vieze blik opeten.

Kersenvacht keek hem grinnikend aan en leunde tegen de kater aan. Ongemakkelijk probeerde Rookstorm nog meer opzij te schuiven. De oudste Kastanjelicht keek de twee met een grijns aan. Hoe kom ik nu dan weer van haar af? Hij dacht terug aan het gevecht dat zich laatst in het kamp afspeelde. Zijn moeder en Klauwstaart hadden hem en zijn nestgenoten aangevallen. Ook kwamen ze erachter dat ze nog een halfbroer hadden, Ravenstorm, die tijdelijk in hun kamp verbleef. De krijger lag nu samen met Zebravacht in het medicijnhol terwijl ze werden behandeld door Paarslicht, hij zou hun straks maar eens moeten bezoeken en van Kersenvacht af zien te krijgen door haar gewoon weer terug te sturen naar haar eigen clan waar ze thuishoorde. 'Wordt het niet tijd dat jij naar huis gaat?' vroeg hij met een emotieloze blik. 'Waarom Rookje?' miauwde de rode poes en knipperde onschuldig met haar ogen. 'Wat als dit mijn nieuwe thuis wordt?' Ze keek enthousiast om zich heen en Rookstorm keek haar vol afrijzen aan. 'Hm je clan zou je te veel missen.' verzon hij snel. 'Nee die kijken niet naar mij om.' gromde ze zacht.

'Ze hebben alleen oog voor Regenhart.'

Verbaasd trok Rookstorm met zijn oren toen hij de naam van de poes hoorde. 'Ja?' vroeg hij hoopvol. 'Serieus? Ik ben veel belangrijker dan haar hoor!' siste ze jaloers. 'Dat zal wel.' mompelde de zwart-witte kater zacht in zichzelf. 'Wat zei je?' vroeg Kersenvacht en leek op haar hoede. 'Niks, ik eh had het over de woelmuis, hij is niet bepaald lekker.' bedacht Rookstorm en schoof hem aan de kant. De rode poes gaf hem een knikje en nam een laatste hap van haar muis die ze had gepakt. Schaduwmist kwam aangetrippeld en gaf Kersenvacht een arrogante blik. 'Wat doet zij hier?' Rookstorm bedankte haar in stilte en miauwde toen: 'Ze wilde net gaan.' Hij gaf de poes die nog rustig lag een por en ze stond tegenstribbelend op. 'Maar ik ben er nog niet eens zolang, Rookje ik wil hier bij jou blijven!' jammerde ze, waarop de zwart-witte kater niet reageerde hij ging haar voor en wenkte dat ze hem moest volgen.


Het duurde enorm lang voordat ze uiteindelijk bij de grens aangekomen waren. Kersenvacht had niet meegewerkt en stopte steeds om het territorium te bekijken. Rookstorm had haar dan weer meegesleurd. Eindelijk bij de grens had hij de poes met zijn poot over de grens geduwd. 'Niet meer over de grens gaan.' had de zwart-witte kater gezegd, met een zielige blik had de rode poes nog gesmeekt of ze mee terug mocht maar Rookstorm had hem geïrriteerd geweigerd.

Zuchtend wachtte de krijger totdat de poes eindelijk uit het zicht was en ging zitten. Hij keek bedachtzaam naar zijn poten. Had haar aangevallen. gromde een stem hongerig naar bloed in zijn kop. Waarom zou ik? Hij spitste zijn oren toen hij pootstappen hoorde. Straks was het Kersenvacht weer... Hij stond op en keek in het rond. 'Wie is daar?' grauwde hij. 'Kom tevoorschijn.' beval Rookstorm en trok verbaasd met zijn oren toen een witte poes, met een grijze vlek rondom haar oog uit de struiken kwam gelopen. Ze had ijsblauwe ogen die hem droog aankeken. 'Ik bepaal zelf wel wanneer ik tevoorschijn kom.' beet ze hem toe en zwiepte met haar staart. 'Ik ben Ijs.' stelde zichzelf voor, Rookstorm schatte haar rond de 13 manen. 'Ik wil me bij jullie clan aansluiten.' miauwde ze en en liep het pad op wat de zwart-witte kater net vanaf het kamp had gelopen. Snel haastte hij zich achter de nieuwkomer aan. 'Ik had je nu eigenlijk moeten aanvallen hè.' gromde de krijger en Ijs keek hem koud aan. 'Je doet je best maar.' grauwde ze en liep door.

Rookstorm was benieuwd hoe Donkerster op de eenling zou reageren. Zou hij haar toelaten tot de clan? Alsof Ijs het kamp al kende, bukte ze bij de doornstruiken en kroop er doorheen. De zwart-witte volgde haar. De eerste paar ogen die hem ontmoette waren die van zijn broer Webscheur. 'Wie is dit?' beet hij hem toe. 'Ijs.' antwoordde Ijs voor zichzelf en rolde met haar ogen. 'Een indringer.' Webscheurs ogen gloeiden vol haat en een kleine duistere grijns vormde zich op zijn lippen. Alsof iets anders dan hij zelf zich in zijn macht had. Ijs keek hem niet begrijpend aan en zette onzeker nog een stap, niet wetende wat nu te doen.

De witte kater zette zichzelf af van de grond en sprong op de eenling die een verbaasde kreet uitte. Lucht werd uit haar longen gezogen toen de zwaardere krijger op haar landde. Rookstorm keek aan de grond vastgenageld en bekeek het tafereel. Webscheur had de poes op haar rug gekregen met zware pootslagen en bewerkte nu de buik van Ijs. Meerdere katten voegden zich erbij en deden niks toen de eenling een pijnlijke schreeuw uitte. Webscheur scheurde haar buik open met zijn nagels en bloed spatte op Rookstorms gezicht die vol afschuw stond. Ijs krijste het uit toen de krijger haar bij haar keel greep en haar heen en weer schudde. Een gorgelend geluid kwam uit haar keel wat nog een woordje vormde: 'Wraak.' Haar ogen veranderden van de eerst heldere kleur, naar een doffe kleur met ogen die naar de hemel staarden. Webscheur beet nog even door in haar keel en liet haar toen los. Hij likte hongerig zijn lippen af die helemaal onder het bloed zaten. Het gras onder hem was doordrenkt met rood, vers bloed en de kater ging er met zijn poot doorheen. Hij keek tevreden op de poes neer. Ijs had een grote buikwond die gemaakt was met zijn vlijmscherpe nagels en een grote keelwond die maar bleef stromen. Inmiddels was het gras van rood naar donkerrood gekleurd, net zoals de ooit zo witte vacht van de poes. Webscheur besnuffelde zijn werk met een triomfantelijke blik in zijn ogen en likte toen een beetje bloed eraf. Snel verving nieuw bloed het weg gelikte bloed.

Vol afschuw keek Rookstorm en stond nog steeds vastgevroren aan de grond, maar hij was niet de enigste. Al zijn clangenoten stonden ondertussen om Webscheur en de dode poes heen en leken niet te geloven wat ze net gezien hadden. De enigste die leek te kunnen bewegen was Paarslicht die waarschijnlijk het geschreeuw van Ijs had gehoord en drong tussen de katten door. 'Webscheur, wat heb je gedaan?' kon ze nog net uitbrengen voor haar adem stokte. Ze rende op de vermoordde poes af en besnuffelde haar wonden. Geschrokken trok ze haar neus weg toen Webscheur Ijs een por gaf. 'Ja die is dood.' miauwde hij en ging zitten, de kater begon zijn poten zorgvuldig schoon te likken. Rookstorm walgde toen de geur van de dood zijn neus in kwam die met door de wind was meegenomen.

Hij keek naar de poes en kreeg een steek in zijn buik. Ijs... Met een blik vol schuld trok hij met zijn snorharen, ze had zich nog geprobeerd te verdedigen maar tevergeefs...

Hey! Sorry voor dit hoofdstuk maar 1628 woorden!

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro