Hoofdstuk 11
'Wat is je naam?' vroeg Donkerster, de leider van de Nachtclan. 'Rookpoot, dat is mijn naam. U bent zeker Donkerster?' knikte de zwart-witte kater en likte een paar keer over zijn schouder. 'Ja zeker, leerling.' miauwde de leider en zwiepte als welkom met zijn staart. 'Ik moet eigenlijk al bijna krijger worden.' corrigeerde Rookpoot Donkerster. 'Oh ja? Laat eerst maar eens zien wat je allemaal kan.' gromde de leider, hij keek naar Steenhart en knikte hem vervolgens toe. 'Hij zal met je vechten. Verlies je, dan ga je weg uit mijn clan- of je bent al dood-. Win je, dan blijf je in mijn clan en krijg je een tijdelijke mentor die je een tijdje traint, train je goed en je mentor vindt het goed dat je krijger wordt, dan word je krijger met je broertje en zusjes.' legde Donkerster uit. 'Prima! Ik zal hem verslaan, kosten wat het kost.' De leider grinnikte. 'Wat? Je gelooft me niet?' siste Rookpoot en legde zijn oren plat. 'Ga nou maar.' bemoedigde hij de leerling en gaf de zwart-witte kater een duwtje van de steen af. Steenhart stond klaar en een aantal katten vormden een kring om de katten.
'Ben je klaar?' hoonde Steenhart en ontblootte zijn klauwen. 'Meer dan klaar, vraag eerder jezelf maar af of je wel klaar bent.' miauwde Rookpoot en blies op zijn nagels. De grijze kater keek even verward naar de leerling en keek vervolgens om zich heen. De zwart-witte leerling sprong op de kater en plantte zijn nagels in de vacht van zijn tegenstander. Steenhart probeerde zich los te worstelen, maar tevergeefs. De kater werd zowat platgedrukt door de kleinere kat boven zich. Donkerster keek geamuseerd toe. Nevelmist stond klaar met kruiden en keek even hoofdschuddend om naar haar leider.
'Stop!' gilde een katten stem.
Zebrapoot sleurde Rookpoot van Steenhart af die de oudere kater al aardig had toegetakeld. 'Wat in SterrenClansnaam doe je?' blies Webpoot. 'Zo ben je niet!' miauwde Paarspoot en keek naar de gewonde kater. 'Nee, inderdaad! Zo ben je niet!' was Zebrapoot het met haar zus eens. 'Toch wel, liefje.' miauwde Rookpoot hees en schudde met zijn vacht. 'Kom maar Steenhart.' suste Nevelmist- die ondertussen aan was komen trippelen- de gewonde Steenhart. 'Je mag blijven met je nestgenoten, Rookpoot.' zei Donkerster en de zwart-witte kater zag een sprankje teleurstelling in zijn ogen. 'Bedankt.' Vervolgens boog hij zijn kop eerbiedig. 'Zoek maar een plekje in het leerlingenhol en rond Zonhoog geef ik jullie een tijdelijke mentor.' miauwde de leider en draaide zich om, om vervolgens zijn hol in te lopen.
Zebrapoot zuchtte diep. 'Laten we dan maar gaan.' Ze trok Rookpoot voorzichtig mee naar het leerlingenhol waarvan Donkerster zei dat ze daarheen moesten. 'Ik denk dat Donkerster niet goed is voor de clan.' miauwde Rookpoot opeens uit het niets. 'En waarom niet dan?' vroeg Paarspoot en maakte zich het gemakkelijk in het hol. 'Hij was teleurgesteld toen jullie me van Steenhart afsleurden, volgens mij.' legde de zwart-witte kater uit en sloeg met zijn staart tegen de bemoste grond. 'Oh?' vroeg Webpoot verbaasd en begon zijn broer te wassen. 'Tja...' mompelde Rookpoot en begon te spinnen. Opeens viel er een schaduw over het leerlingenhol en er kwam een poes naar binnen. 'Wie zijn jullie nou weer? En wat doen jullie in míjn hol?' vroeg ze met een grauw in haar stem. Een soort flits ging door Rookpoot's ogen, toen hij de andere leerling zag, hij zag dat dat ook bij haar gebeurde. 'Ik ben Rookpoot en dit zijn mijn nestgenoten Webpoot, Zebrapoot en Paarspoot. Wij komen in de Clan wonen.' miauwde de zwart-witte kater en likte over zijn poot. 'Jij...?' mompelde de poes zowat onverstaanbaar. 'Ik ben Schaduwpoot.' stelde de poes zich uiteindelijk dan toch maar voor. 'Je komt me bekend voor.' voegde ze nog toe aan haar zin. 'Oh...?' stamelde Rookpoot en knipperde een paar keer met zijn ogen. 'Uhm, ik ga maar even rusten.' zuchtte Schaduwpoot en ging liggen.
'Laat alle katten die oud genoeg zijn om te jagen, zich onder het Grote Rotsblok verzamelen!' klonk Donkersters stem luid. Rookpoot ging per ongeluk met zijn nagel over zijn schouder en kreunde zacht van de pijn. Zebrapoot gaf hem een duwtje zodat hij naar buiten ging. De zwart-witte kater bekeek het mooie NachtClankamp, de bomen die rondom het kamp stonden, waren een beetje donker van kleur. 'Ah, daar zijn mijn nieuwe, sterke leerlingen.' miauwde Donkerster en zwiepte met zijn staart. 'Goedemiddag iedereen! Vandaag wil ik de nieuwe leerlingen een nieuwe, tijdelijke mentor geven.' mauwde de kater en begon hard te spinnen. 'Rookpoot, Pluisdoorn word je tijdelijke mentor.' miauwde hij en de twee katten raakten elkaars neuzen aan. 'Waarom krijg ik een kat uit een andere clan als leerling?' hoorde Rookpoot zijn nieuwe mentor zeggen. Ik mis je wel hoor, Zonnegloed... dacht de zwart-witte kater. 'Dauwwolk, ik wil dat jij Zebrapoot- als ik het goed heb- gaat trainen.' De zwartgestreepte poes likte een paar keer over haar zwart-witte donzige vacht. 'Welkom Zebrapoot! Ik ga je deze dagen goed trainen! Je wordt een prima krijger!' snorde Dauwwolk vriendelijk, ze zwiepte laag over de grond met haar pluizige staart en raakte haar neus aan met haar nieuwe, tijdelijke leerling. 'Paarspoot, jij wordt tijdelijk getraind door Panterhart.' zei Donkerster en wees met zijn staart naar een zwarte poes. Paarspoot trippelde op haar af en raakte haar neus met de hare aan. 'Distelstorm, ik wil dat je Webpoot gaat trainen.' miauwde de leider en knikte naar de krijger. De leerling en mentor raakten elkaars neuzen aan. 'Oké, we zijn klaar!' riep Donkerster vervolgens en draaide zich om, om zijn hol in te lopen.
'Kom, we gaan trainen, laat maar eens zien wat je allemaal kan.' miauwde Pluisdoorn vlak nadat Donkerster had gemiauwd dat het klaar was en zijn hol in was getrippeld. 'Ik kan echt súper veel.' schepte Rookpoot op en blies op zijn nagels, hij had namelijk al zijn klauwen uitgeslagen. 'Kan je ook al jagen dan?' vroeg Pluisdoorn nors. 'Dat kon ik al toen ik een kitten was.' zei de zwart-witte leerling en dacht terug aan die ene keer dat Regenpoot hem had leren jagen toen hij nog een kitten was. 'Oké...' mompelde de kater en knikte maar. 'Laat dan maar je vechttechnieken zien.' Rookpoot knikte en ging in een aanvalshouding staan. 'Val jij maar als eerste aan.' miauwde de leerling en bereidde zich voor op de staart zwiepende Pluisdoorn. De kater schoot naar voren en haalde de wat kleinere kat onderuit met ingetrokken klauwen. De zwart-witte kater stond snel weer op en sprong op zijn mentor. De grotere kat gooide de leerling van zich af en sprong op hem, om hem vervolgens tegen de grond gedrukt te houden. Doe de rol! zei een stemmetje in Rookpoots kop. De kater pakte Pluisdoorn vast en rolde hem om, zodat hij nu onder lag. Goed gedaan! hoorde hij Eekhoorngrauw spinnend zeggen in zijn kop. En nu: ga met je klauwen over hem heen. beval de poes hem, maar Rookpoot schudde zijn kop bij die gedachte. Ik ga mijn eigen mentor niet verwonden! 'Je doet het goed, knul!' miauwde zijn mentor tevreden en worstelde zich los om onder zijn leerling vandaan te komen.
Hey hey!
Nog een nieuw hoofdstuk XD Tja, het hoofdstuk is niet super goed, maar veel leesplezier! 1216 woorden! :D XD
Xx Vuur
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro