Het was avond. Panterlicht trippelde naar de open plek. Groenvacht zat al te wachten. Panterlicht ging naast Groenvacht zitten. Ze keken even naar de sterren. "Kijkt mijn moeder mee denk je?" Vroeg Groenvacht. "Hoe heet je moeder dan?" Vroeg Panterlicht. "Stippenvacht, ze leek heel veel op jou." Zei Groenvacht verdrietig. Uiteindelijk duwde Groenvacht Panterlicht om en ze stoeide eventjes. "We moeten terug naar het kamp, ik hoorde iemand!" Fluisterde Panterlicht. "Aha daar ben je Panterlicht." Zei een bekende stem. "Appelvacht?" Vroeg Panterlicht. "Ja dat ben ik, zo te zien heb jij ook een partner." Zei Appelvacht. "Nu ga ik jou ook plagen." Zei hij boos. Groenvacht ging beschermend voor Panterlicht staan. "Rustig Groenvacht, hij doet ons toch geen pijn." Panterlicht trippelde gewoon naar het krijgershol. Groenvacht rende haar achter na. "Morgen weer oké?" Vroeg hij. Panterlicht antwoordde niet, ze rolde zich op en ze viel in slaap.

Panterlicht deed haar ogen open en ze zat op een vreemde plek. "Waar ben ik?" Vroeg ze. Opeens liep er een kat op haar af. Panterlicht dacht heel even dat ze dat zelf was maar toen begon de vreemde kat te spreken. "Hallo, ik ben Stippenvacht, ik ben de moeder van Groenvacht. Er dreigt gevaar. Een kat uit de Donderclan die mij heeft vermoord gaat weer iemand vermoorden." Zei Stippenvacht ernstig. "Wie dan?" Vroeg Panterlicht nieuwsgierig. "Dat mag ik je niet vertellen." Zei Stippenvacht. "Asjeblieft vertel het me!" Maar de poes was al weg. Panterlicht opende haar ogen en ze zag dat ze gewoon in het krijgershol lag. Het moest een kat zijn die wat ouder is, dacht Panterlicht. "Laat alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te vangen verzamelen onder de hogerichel, voor een clanvergadering!" Alle katten verzamelden zich. "Hondkit kom naar voren, Jij hebt je 6 maanden in de kraamkamer voltooid en je zal tot dat je je krijgersnaam hebt verdiend bekend staan als Hondpoot jou mentor word Appelvacht. Ijskit kom naar voren, je hebt je 6 maanden in de kraamkamer voltooid en je zal tot dat je je krijgersnaam hebt verdiend bekend staan als Ijspoot jou mentor word Kwiklicht. Vlamkit kom naar voren, je hebt je 6 maanden in de kraamkamer voltooid en je zal tot dat je je krijgersnaam hebt verdiend bekend staan als Vlampoot jou mentor word Waterstorm. En dan als laatste Netelkit kom ook naar voren je hebt je 6 maanden in de kraamkamer voltooid en je zal tot dat je je krijgersnaam hebt verdiend bekend staan als Netelpoot jou mentor word Panterlicht." Alle katten riepen hun namen: "Netelpoot, Ijspoot, Vlampoot, Hondpoot!" Panterlicht trippelde op haar leerling af. "Hoi." Antwoordde Netelpoot opgewonden. "Wat gaan we als eerste doen?" Vroeg het katertje. "Het territorium verkennen." Zei Panterlicht.

Panterlicht en Netelpoot liepen het bos in. "Wat is dit voor een stank." Netelpoot trok zijn neus op. "Dit is het Schaduwclanterritorium. Hier zijn ook heel veel tweebenen." Zei Panterlicht. "Daar,-" Ze wees met haar staart in de richting van de heide. "-Is het Windclanterritorium." Miauwde Panterlicht. "Cool!" Riep Netelpoot en hij was weg. Wat heeft Netelpoot gezien wat hem cool leek? Dacht Panterlicht. Ze rende achter Netelpoot aan. "Kijk!" Netelpoot wees met zijn staart naar iets zwart-wits. Nee dit kan niet waar zijn! Hulstloof had haar vroeger laten weten hoe dassen eruit zagen en nu zag ze er een in het echt! Oh help. Dacht Panterlicht. "Kijk uit Netelpoot dat is een das. Die zijn heel gevaarlijk, want ze doden katten!" Fluisterde Panterlicht. "Ren terug naar het kamp en vertel ze dat ze een patrouille moeten leiden om de das te verslaan. Ik kom met je mee." Zei Panterlicht. Ze rende naar het kamp. "Help! Er is een das!!" Riep Panterlicht. "Ja een hele grote." Riep Netelpoot daarna. Vuurster organiseerde gelijk een gevechtspattrouille. "Wolkhart, Amandelhart, Snoekstorm en Leeuwvlam." Riep Vuurster door het kamp. De katten verzamelden zich. Panterlicht ging naar het krijgershol, ze moest goed slapen voor vanavond. Panterlicht opende haar ogen, ze zat bij een mooie waterval. "Waar ben ik nu weer." Zuchtte Panterlicht. "Ik laat je een visioen zien van de moordenaar goed?" Zei een vreemde stem. Maar Panterlicht herkende die stem wel. "Stippenvacht?" Vroeg Panterlicht. "Ja zo heet ik, hier komt het visioen." Zei Stippenvacht. Het werd even helemaal zwart maar toen zag Panterlicht een gevecht tussen katten. Ze herkende de Donderclan en de Schaduwclan. Ze hoorde de stem van Stippenvacht. Ze vocht met een bruine kater. "Je gaat eraan!" Zei de vreemde kat. Die stem kwam Panterlicht heel erg bekend voor. De kat gaf Stippenvacht een harde klap en Stippenvacht verslapte. Ze was dood! Het visioen slokte op en Panterlicht opende snel haar ogen. Ze was gewoon in het krijgershol. Oh oeps, het wordt avond. Panterlicht rende naar het vuilplaatstunneltje. "Waar ga je heen?" Vroeg een kat. Oh jee. Appelvacht. "Uh ik moet eh mijn behoefte doen. Loog Panterlicht. Appelvacht keek haar wantrouwig aan. "O oké." Hij haalde zijn schouders op en liep weg. Panterlicht rende naar de Windclangrens, ze zag Kraaiveder al staan. "Ah daar ben je, volg me." Zei Kraaiveder. Ze kwamen aan bij de plek waar ze twee dagen geleden ook zaten. Panterlicht likte Kraaiveder over zijn oor. Ze stoeide zachtjes met elkaar. Uiteindelijk gingen ze naast elkaar zitten. "Hoe gaat het bij de Windclan?" Vroeg Panterlicht liefdevol. "Goed, we hebben twee nieuwe krijgers: Heidestaart en Grasvlek. Heidestaart is verliefd op mij." Kraaiveder  zuchtte. "Maar ik vind jou leuk!" Zei Kraaiveder liefdevol. "Ik jou ook." Zei Panterlicht, ze likte Kraaiveder weer over zijn oor. "Hoe gaat het bij de Donderclan?" Vroeg Kraaiveder. "Ook goed we hebben nieuwe leerlingen: Hondpoot, Ijspoot, Vlampoot en Netelpoot. Netelpoot is mijn leerling. Liefhart is zwanger." Zei Panterlicht. Kraaiveder duwde Panterlicht omver hij rolde over haar heen. "We moeten naar onze eigen clan, Doei." Kraaiveder gaf Panterlicht nog een lik. "Morgen weer!" Riep de grijze poes hem na. Panterlicht was in het kamp aangekomen. Ze liep door het vuilplaats tunneltje weer naar binnen. "Aha daar ben je." Riep Groenvacht. "Nee Groenvacht niet nu. Ik voel me niet lekker." Riep Panterlicht terug. Ze rolde zich op in het krijgershol maar ze werd wakker gemaakt door een kat. "Opstaan luilak." Zei de kat. "Appelvacht, wat nu weer?" Zei Panterlicht moe. "Kom naar maar mee." Zei Appelvacht. Panterlicht volgde hem. Ze gingen zitten op mos. "Ik moet je wat vertellen. Waterstorm krijgt kittens!" Zei Appelvacht blij. "Gefeliciteerd Appelvacht!" Fluisterde Panterlicht. "Mag ik nu weer naar mijn zachte mos?" Vroeg Panterlicht. "Ja ja ga maar." Zei Appelvacht. Panterlicht rende naar het krijgershol. Ze rolde zich op en ze viel in slaap.

1095 woorden! :D