drieëntwintig
Inmiddels woonde Paul al een paar maanden in bij Vincent, maar Vincent voelde zich de laatste paar weken steeds minder goed. Ze zaten samen in Vincent's kamer. Hij zat te schetsen. Over zijn doek heen kon hij de ogen van Paul in zijn doek zien priemen. Paul stond langzaam op en kwam achter hem staan, met zijn ogen over Vincent's schouder naar het doek kijkend.
'Zou je dat niet anders doen?'
-'Die vaas?'
'Ja, die linker.'
-'Nee, waarom?'
'Dan is de compositie mooier.'
-'Paul, ik weet dat jij meer ervaring hebt dan ik...maar dit is mijn schets.'
'Hé! Ik probeer je alleen te helpen! Je zult zien dat ik gelijk had.'
Vincent's hoofd begon te tollen. Hij stond op en liep wankelend naar de badkamer. Hij greep zich vast aan de wasbak, maar hij kon nog steeds geen vormen van elkaar onderscheiden. Hij wankelde langzaam terug naar de woonkamer waar hij Paul bij zijn beide schouders vastgreep. Plotseling haalde hij een scheermes tevoorschijn en duwde het tegen Paul's nek aan. Verschrikt duwde Paul hem weg. Vincent viel op de grond, tegen zijn ezel aan. Het doek viel op de grond, samen met de glazen potten. Er klonk gerinkel van glas.
'Je bent gek geworden!'
-'Gek? Wie is er hier gek?'
Paul pakte met haast zijn koffer in en ging de deur uit, om vervolgens nooit meer terug te komen. Vincent krabbelde overeind en liep weer naar de badkamer. Hij keek in de spiegel, maar herkende zichzelf niet. Het scheermes zette hij tegen zijn linkerslaap aan en haalde het langzaam naar beneden. Hij was verdoofd, voelde niets. Hij keek naar hoe het bloed langs zijn hoofd sijpelde maar hij had geen idee wat hij deed. Zijn hoofd tolde nog meer en hij viel op de grond.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro