Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

1

Toen ik klein was zeiden mensen vaak dat ik leek op mijn vader. Hetzelfde dunne, donkere haar. Dezelfde grijsgroene ogen. Dezelfde smalle neus.

Iedere keer dat ik zijn hoofd zie in de straten, op de muur geplakt en af en toe besmeurd met graffiti, draai ik me om. Iedere keer, behalve vandaag.

Het is een grote gezocht poster. Groter dan ik van ze gewend ben. Het lijkt haast niet echt, maar na al die jaren ken ik het lettertype van de politiezone en de woorden die de letters vormen bijna uit mijn hoofd.

Khalys Luminis.
Laatst gezien op 15 november 2020.

De datum klopt niet meer. Dat is vreemd want de poster ziet er niet zo oud uit. In werkelijkheid werd hij het laatst gezien op 23 december 2021. Toen hij ergens een kerstcadeautje voor me ging halen. Hij heeft er beleefd voor betaald, voor de kassierster de politie belde en hij het weer op een lopen zette. Hij had het cadeautje naar het huis van mijn beste vriendin gebracht. Bij mij zouden ze komen zoeken. Dat hebben ze gedaan ook.

Ik kan niet meer op mijn vingers tellen hoe vaak de politie al voor mijn deur heeft gestaan. 'Hebt u nog contact gehad met uw vader?', 'Heeft hij contact gezocht?', 'Weet u waar hij verblijft?'. Nee, nee, nee.

Ik hoor een auto te snel optrekken achter me. Met een blik over mijn schouder verzeker ik me ervan dat ik niet overreden ga worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand het probeert.

Wanneer ik mijn blik weer op de poster richt, zucht ik en til ik mijn hand op, zodat ik hem tegen mijn vaders gefotografeerde wang kan leggen. 'Waarom ben je toch zo koppig,' fluister ik.

Waarom kon je het niet opgeven na de eerste keer, even de bak in gaan en dan weer een degelijke vader zijn?

Na nog een laatste blik op het gezicht van mijn vader - dat steeds meer en meer begint te verwateren in mijn geheugen - laat ik de poster achter en vervolg ik mijn weg naar de winkel. Het was niet de bedoeling dat ik vandaag gecronfonteerd zou worden met het verleden. Dat is op geen enkele dag mijn plan.

Wanneer ik mijn telefoon voel trillen in mijn broekzak, verlies ik even mijn aandacht voor het verkeer en de andere mensen op het voetpad. Een berichtje van Tiana. Kan je ook koffie meebrengen? De pot is leeg.

Ik kijk snel of de weg vrij is, voor ik terugstuur dat dat geen probleem is. Ik heb niet de kans om op "verzenden" te drukken, voor een zwaar gewicht tegen mijn rug me de grond op duwt.

Mijn handen raken de grond eerst, maar het zijn mijn knieën die het grootste deel van de impact opvangen. Een stevige pijnscheut schiet door mijn linkerbeen. Mijn telefoon ligt met een op drie plaatsen gebarsten scherm voor me in de goot.

Er scheurt een auto achter me weg. Naast me zie ik iemand landen, die hun hand op mijn schouder legt.

'Alles oké?'

Mijn blik blijft eerst hangen bij haar gespierde benen in een spannende sportbroek, voor hij omhoog glijdt naar het bijbehorende bovenlijf en haar hoofd.

'Sorry dat ik je geduwd heb. Ik wilde je eerst optillen en neerzetten, maar ik denk dat we dan nog steeds geraakt waren door de auto, dus...'

'Dan duw je me maar in de goot?' Ik trek mijn wenkbrauwen op, maar ik hou het niet lang vol. Eén blik van haar die zegt dat ze niet onder de indruk is is genoeg om ervoor te zorgen dat ik me op mijn kapotte telefoon richt. Ik pak hem van de grond en kijk ernaar, terwijl ik rechtkrabbel en ik de laatste centimeters naar het volgende voetpad overbrug.

Mijn linkerknie steekt bij zo goed als iedere stap die ik zet en mijn broek is gescheurd aan mijn andere knie. Gelukkig zijn het alleen mijn handen die openliggen en een beetje aan het bloeden zijn.

'Je leeft ten minste nog.'

'Ja, sorry, juist. Dank je wel.' Ik schenk haar een poging tot een glimlach, maar ik weet dat het mijn ogen niet bereikt.

'Allemaal zo dankbaar,' hoor ik haar mompelen.

Ik begin te begrijpen waarom mijn vader haar zo graag wilde vermoorden.

Met een pruillip bekijk ik de barsten in mijn telefoon wat beter. Ik krijg het ding niet meer aan en er boos naar kijken maakt daar geen verschil in. Met een zucht steek ik hem terug in mijn zak. Tiana zal dan maar moeten wachten tot ik terug ben om te zien dat ik koffie mee heb gebracht.

Ik had verwacht dat de vrouw nu wel weg zou zijn, maar wanneer ik opkijk, zie ik haar nog steeds naast me staan. Ze heeft haar armen over elkaar geslagen en haar donkere ogen houden me nauw in de gaten.

'Wat is er?' vraag ik.

'Moet ik je volgen tot je bent waar je wil zijn, zodat je niet alsnog overreden wordt?'

Ik rol met mijn ogen. 'Nee bedankt, mijn telefoon is nu toch naar de haaien.'

'Sorry.'

'Geen probleem.'

Ik geef haar nog een hoofdknik, voor ik me verder naar de winkel begin te begeven. Ik ben nog geen twee stappen verder, wanneer ik aarzel en blijf staan. Ik ben beter dan mijn vader. Ik draai me om. Ze staat er nog steeds, met haar blik nog steeds op me gericht.

'Dank je wel. Ik meen het.' Ik lach, dit keer meer oprecht.

Ze schenkt me nog een hoofdknik, voor ze haar hand naar me opsteekt.

Superhelden. Ik weet nog steeds niet wat ik ervan moet vinden.

~

Het duurt een tijdje voor ik met een boodschappentas aan elk van mijn armen terug bij mijn appartement ben geraakt. Ik ga de twee verdiepingen omhoog met de trap, want ik heb geen vertrouwen in de veiligheid van de oude lift. Het is volgens mijn medebewoners al jaren geleden dat het ding nog heeft vastgezeten, maar toch.

Ik klop op de deur van het appartement, maar Tiana komt niet opendoen. Misschien is ze niet in de buurt. Met de nodige moeite krijg ik mijn sleutel in het slot en de deur geopend. Wanneer ik de sleutel uit het slot haal, zakt één van de boodschappentassen naar beneden over mijn bovenarm, helemaal tot aan mijn pols.

Ik vloek en druk mijn tanden in mijn onderlip, terwijl de band in mijn huid snijdt. Snel loop ik naar binnen en dump ik de zware boodschappentassen op de eettafel. Het moet er heel elegant uitgezien hebben, maar zoals ik al had voorspeld is Tiana nergens te zien.

Ik zucht en wrijf met mijn vingers over mijn slapen. Nu pas laat ik het mijn hoofd toe om te verwerken wat er deze voormiddag allemaal gebeurd is.

Ik heb mijn vaders hoofd bestudeerd. Ik ben bijna overreden - mijn eigen schuld, maar dat neemt niet weg dat het een impact had. Ik ben door niemand minder dan de held van de stad in de goot geduwd. En mijn telefoon is kapot.

'Dat duurde lang.'

Tiana kijkt me met een geïrriteerde blik aan, leunend tegen de deurpost tussen de woonkamer en onze slaapkamer.

'Niet langer dan anders,' antwoord ik.

Ik probeer mijn stem kalm te houden, maar ik voel mijn bloed al beginnen koken. Ruzie is het laatste waar ik op dit moment behoefte aan heb.

'Het minste wat je kon doen was antwoorden op mijn berichtje.'

Ik haal mijn telefoon uit mijn zak en laat haar het scherm zien. 'Kapot.'

Ze kijkt me niet onder de indruk aan. 'Ik zag je typen.'

Ik zucht en wrijf opnieuw langs mijn slapen. Ziet ze niet dat mijn broek gescheurd is en mijn handen open liggen? Gaat ze niet vragen wat er gebeurd is?

'Waarom zit je nu te zuchten?'

'Het was een vermoeiende voormiddag. Ik had iets getypt. Ik heb koffie gekocht. Oké? Mijn telefoon is uit mijn handen gevallen voor ik het kon verzenden.'

Tiana mompelt nog wat dat ik niet kan verstaan, voor ze zich omdraait en ze de slaapkamer weer in verdwijnt.

Ik weet niet waarom ze de laatste tijd zo knorrig is, maar als het nog lang blijft duren dan... ik wil zeggen "gooi ik haar op straat", maar zo simpel is het niet. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik ermee dreig het uit te maken en dat ze me dan toch weer overtuigd met haar zielige blik en zoete woorden.

Ze heeft niet eens alsjeblieft gezegd toen ze vroeg om nieuwe koffie. Ik heb haar net ook geen dank je wel horen zeggen. Ook niet voor de rest van de boodschappen die ik heb gedaan.

Ik bal mijn handen tot vuisten - de prikkende schaafwonden zo goed mogelijk negerend - en klem mijn kaken op elkaar. Ik registreer niets, terwijl ik op mijn ademhaling probeer te focussen, zodat ik mijn gedachten kan verzetten.

Adem in.

En... uit.

Alles komt goed.

Mijn blik valt op mijn gebarsten telefoon. Terwijl ik begin met het uitpakken van de boodschappen, gaan mijn gedachten terug naar de superheld die me in de goot duwde. Ik heb haar al vaker op het nieuws gezien de afgelopen jaren. Ik heb haar zelfs eens van dichtbij gezien toen mijn vader iets van plan was en hij dacht dat het een goed idee was om mij mee te pakken. Dat zou subtieler zijn ofzoiets. Dan zou het niet zo opvallen dat hij een moordpoging van plan was.

Zou ze me herkend hebben toen ze mijn gezicht zag? Ze liet er in ieder geval niets van merken. Beter zo. Ik ben mijn vader niet. Hoewel ik hem wel eens geholpen heb met het in elkaar steken van een bom - voor de lol, ik wilde het niet gebruiken - zie ik mezelf niet als iemand die kwaad in de zin heeft.

Alhoewel ik Tiana zomaar eens zou kunnen vermoorden als ze nog één keer commentaar geeft op mijn - nee.

Ik adem opnieuw diep in. Ik hou van haar. Van de manier waarop ze lacht als ze iets aan het eten is dat ze echt lekker vindt. Van haar interesse in criminologie en de hulp die ze me heeft geboden in mijn zoektocht naar mijn vader, vijf jaar geleden. Toen hij nog niet zo zwaar gezocht was als nu en ik nog dacht dat hij wel te vergeven viel. Van de manier waarop ze haar armen om mijn middel legt en ze mijn hoofd op haar schouder trekt wanneer ze me wil troosten.

De dingen zoals het snauwen en het kortaf zijn moet ik er dan maar bij nemen. Ze heeft stress. Het gaat wel weer door.

Ik hou van haar.

Wanneer alles uitgepakt is, neem ik de tijd om de wonden op mijn handpalmen te ontsmetten en haal ik een ijspak uit de diepvries dat ik met een handdoek rond mijn knie bindt. Daarna vul ik de koffiepot met het nieuwe pakje koffie en zoek ik ergens in de kast met hobbymateriaal een lintje om rond de pot te binden. Ik maak er een strik in en doe zelfs de moeite om de loshangende eindjes te doen krullen met een schaar. Daarna haal ik mijn laptop uit de kast en zet ik me ermee aan de eettafel.

Eens kijken of ik ergens een goedkope nieuwe telefoon kan kopen.

Zodra mijn internetbrowser opengaat valt mijn blik op alle artikels die onder de zoekbalk gepresenteerd staan. Nieuw spoor gevonden in zaak Gillis? en Kim scoort opnieuw punten in Late Verjaardag Quiz springen meteen in het oog. Ik scrol wat naar beneden, al helemaal vergeten dat ik iets anders ging opzoeken.

Ik verstijf zodra ik mijn eigen ogen op mijn scherm naar me terug zie kijken. Ik zit op mijn knieën op straat, één hand op de grond en de andere gebarend naar de vrouw die me gered heeft. Ik kijk net boven de lens door, de frustratie leesbaar op mijn gezicht.

Naast me staat de vrouw die zichzelf een superheld noemt. Zoals in alle stripboeken is haar "echte" identiteit niet bekend. Ze luistert naar de naam Regenstorm wanneer ze zich in een donkerblauwe outfit en met een paars masker de straten op begeeft.

Het is ook niet haar beste foto. Haar zwarte wenkbrauwen staan in een frons en haar afrokapsel staat een beetje de verkeerde kant op door de wind. Het lijkt me niet het ideale kapsel om regelmatig mee door de lucht te vliegen, maar daar krijg je helaas geen zeg in bij je geboorte.

Regenstorm verliest geduld met dochter aartsvijand luidt de titel.

Fantastisch. Net wat ik nodig had.

Ik zou het niet mogen openklikken. Ik weet beter dan dat. Maar heb ik de zelfbeheersing om mijn vinger tegen te houden wanneer mijn hand de muis toch naar het artikel brengt?

Honderd mieren kruipen door mijn buik wanneer ik door het artikel scrol tot ik helemaal beneden bij de opmerkingen aanbeland ben. Het doornemen van de reacties maakt het kriebelen van mijn lichaam en de mist in mijn hoofd niet beter.

Wim N. - De appel valt niet ver van de boom. Heeft Khalys' dochter niet ooit een bank overvallen?

Denise T. - was het geen winkeldiefstal die ze gepleegd had

Jonas V.D. - Volgens mij was het een fiets die ze "geleend" had

Kate A. - Nee, het was een winkeldiefstal. Als je haar opzoekt vind je het artikel nog. Ze had een doosje kauwgom gestolen.

Ik rol met mijn ogen. Dat was een misverstand. Iets met de zelfscan waar iets mee scheelde waardoor de kauwgom de beveiliging liet piepen toen ik de winkel uitliep. De kassierster van dienst wilde me niet geloven, zelfs niet toen ik haar het ticket liet zien, puur omdat mijn vader toen een hot topic was in het nieuws. Ze haalde de politie erbij en dat leidde tot het nodige internetdrama.

Mijn vader was ongetwijfeld trots op me toen hij het nieuws die dag zag. Een echte Luminis. Zijn dochter, de toekomstige schurk.

Een rilling trekt door mijn ruggengraat en kippenvel vormt zich op mijn armen. Ik ben niet zoals mijn vader. Ik wil het niet.

Ik scrol naar de volgende opmerking.

Guan D. - Dit bevestigt alleen maar dat Regenstorm geen echte held is

Daar volgen een hoop haatreacties tegenover Guan op, evenals een hele reeks verheerlijkingsberichten van Regenstorms daden.

Tim T. - Dat meisje lokte het ongetwijfeld uit. Zo vader zo dochter.

Ik klap mijn laptop dicht. Mijn ogen prikken, dus sluit ik ze. Ik vouw mijn handen samen voor mijn neus en laat mijn hoofd er tegen rusten. Het is prima. Wat ze van me denken is klaarblijkelijk niet iets waar ik invloed op heb. Ik zou de heiligste persoon op aarde kunnen zijn en toch zouden ze alleen maar kijken naar wat mijn vader heeft gedaan.

Ze moesten eens weten wat mijn halfzus heeft gedaan voor ze naar Portugal verhuisde. Die is niet mijn vaders dochter en toch...

Wanneer ik twee handen op mijn schouders voel, laat ik de gedachten uit mijn hoofd waaien. Of doe ik toch een poging tot. Ik open mijn ogen weer en draai mijn hoofd wat, zodat ik Tiana aan kan kijken. Ik doe een poging om een lachje te faken, maar ver brengt het me niet.

'Alles oké?' vraagt ze, terwijl ze zachtjes in mijn schouders knijpt. 'Het spijt me voor mijn reactie daarstraks. Dat was... niet lief.'

Ik laat mijn hoofd tegen haar aan zakken en kijk zo omhoog naar haar hoofd. 'Ja. Ik zat weer nieuwsberichten te lezen.' Ik gebaar wat met mijn hand. 'Ik zou er ver van weg moeten blijven, maar dan heb ik het gevoel dat ik iets mis.'

Ik bijt op mijn tong, voor ik mijn woorden kan vervolgen met: "Het is niet erg. Je hebt stress." Dan zou ik het weer wegblazen alsof het geen impact op me heeft. Dan gaat ze misschien denken dat ze ermee weg komt en dat wil ik ook niet.

Wanneer is het zo gecompliceerd geworden tussen ons? Vroeger was het allemaal zo simpel. Onze relatie ging haast vanzelf. Nu zijn het niet eens meer lopende werkzaamheden, eerder permanente file.

Tiana's vingers sluiten zich teder rond mijn pols. Ze bekijkt de schaafwonden, voor ze me een paar kusjes op mijn vingertoppen geeft. 'Zei je daarstraks dat je gevallen was?'

Ik knik en leg haar in het kort uit wat er gebeurd is. Alleen het stuk waarin ik aan het typen was tijdens het wandelen en Regenstorm me in de goot duwde om ervoor te zorgen dat ik geen tragische dood zou sterven.

'Alsof ze niet snel genoeg kan vliegen of niet getalenteerd genoeg is als superheld, om je op te pakken en rustig aan de kant te zetten.' Mijn vriendin rolt met haar ogen. 'Ongelofelijk.'

'Inderdaad. Het deed geen deugd aan mijn humeur.' Ik gebaar naar mijn laptop. 'Daar ging ook het artikel over, waarvan ik de opmerkingen heb gelezen net. De media die zei dat Regenstorm me met opzet in de goot heeft geduwd. Ze hebben niet eens vermeld dat ik bijna overreden werd.'

Tiana masseert mijn schouders wat. 'Media is media. Ze maken ervan wat ze willen. Zeker die populaire artikels waarin jij altijd zoek raakt.'

Een steek gaat door mijn hart. Ze bedoelt het niet als een belediging.

'Ja. Ja, daar heb je wel gelijk in. Ik moet het eens leren loslaten.'

Ze knikt. 'Klopt.'

Met een vermoeide zucht, druk ik mijn hoofd wat meer tegen haar aan. Ik pak haar handen in de mijne en zwaai ze wat heen en weer.

'Kunnen we iets gaan eten vanavond? Of misschien iets laten leveren?' vraag ik.

Het schuldgevoel dat te zien is in Tiana's uitdrukking zorgt ervoor dat mijn maag zich al in een knoop legt voor ze me een antwoord heeft gegeven.

'Sorry,' zegt ze, met een vertrokken gezicht. 'Ik heb vanavond afgesproken met Jim en Tini, weet je nog? Om naar die ene theatervoorstelling te gaan kijken?'

Mijn uitdrukking blijft vlak en leeg, terwijl ik de radartjes in mijn hoofd laat draaien. Ik kan me niet herinneren dat ze gezegd heeft dat ze iets ging doen. Met een blik op de kalender op de koelkast bevestig ik dat ze het ook niet heeft opgeschreven.

'Ik hou ook wel eens van theatervoorstellingen.' Er zit een brok in mijn keel en van zodra ik mijn mond opentrek voel ik de tranen ook weer in mijn ooghoeken prikken.

Mijn vriendin kijkt me aan alsof ze me niet gelooft. Terecht, want mijn woorden waren niet waar, maar dat is niet waarom ik ze gezegd heb.

'We kunnen morgen wel iets doen samen. Of op een ander moment. Oké?'

Ik klem mijn kaken op elkaar en weet te knikken zonder in huilen uit te barsten. Wanneer ik mijn hoofd van haar wegdraai en ik mijn laptop weer openklap - puur om mijn gedachten ergens anders bij te kunnen leggen - geeft Tiana me nog een kneepje in mijn schouders, waarna ze me loslaat en ze zich in de zetel zet.

Wanneer ze 's avonds vertrekt, krijgt ze niet meer van me dan een 'tot straks', maar het feit dat ik haar geen plezier wenste lijkt niet eens tot haar door te dringen.

Zeggen dat mijn bloed kookt zou nog een onderschatting zijn.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro