1. Over wat ik n̲i̲e̲t̲ heb gedaan
Vrijdag 1 augustus 16:12
Het eerste teken dat het goed gaat aflopen, komt als ze me in een kamer met een raam laten wachten. Niet een met tralies, of met mat folie ervoor, maar echt raam met uitzicht op de parkeerplaats en de grote kastanje boom die zijn takken over de politieauto's uitstrekt. Het raam staat op een kleine kier, in een mislukte poging om wat frisse lucht naar binnen te laten.
Ik laat mijn bezwete handen op de tafel rusten en kijk verveeld om me heen. Op het raam na, is dit de typische verhoorkamer. De muren zijn op wat taperesten en een klein kabelgootje na helemaal leeg. Bovenin de hoek is een camera weggestopt. Zijn zwarte lens kijkt als een soort oog mijn richting uit. Ik kijk snel een andere richting uit. Het is beter om niet te lang in de camera te kijken. Ik wil niet de verkeerde indruk geven, ik heb Mason Sortens immers niet vermoord.
Toch klopt mijn hart een paar slagen sneller wanneer er voetstappen op de gang klinken. Twee paar stemmen hebben een kort gesprek, voordat de deur met een zachte piep open gaat. Maar een van het tweetal komt naar binnen, een lange man met rood haar en een grote verzameling sproeten. Hij is nog jong, hooguit een jaar of dertig, toch heeft hij zichzelf al veroordeeld tot het dragen van een ouderwetse beige blouse en een stropdas.
'Goedemiddag, fijn dat u zo snel kom komen.' Hij steekt zijn hand naar me uit. 'Felix Pauls.'
'Victoria Anderssen, maar noem me gewoon Vic.' Ik schenk hem een glimlach.
'Natuurlijk, heeft mijn collega je je rechten al voorgelezen?'
'Ja, ik weet dat ik de gang op mag rennen wanneer ik wil.'
Hij lacht zacht, maar zijn wenkbrauwen blijven in een frons vastgevroren. 'Het is goed dat je op de hoogte bent. Ik weet dat het heel serieus kan voelen, maar die rechten zijn er om jou als getuige te beschermen.'
Ik geef hem een klein knikje. Het voelt meer alsof ze er zijn om mij als verdachte te beschermen en het liefst zou ik bij dit gesprek vandaan lopen. Maar gezien de speculatie die er over me rondgaat, lijkt het me beter om hem te woord te staan. Dit is waarschijnlijk de enige kans die ik krijg om mijn verhaal te doen.
Felix Pauls vouwt zijn notitieboekje open en legt het op de tafel voor hem neer. Er staat een kleine tekeningetjes van bloemen in de kantlijn. Grappig, ik had hem niet voor het artistieke type aangezien. 'Zullen we gewoon bij het begin beginnen?'
'Dat lijkt me een goed plan.' Mijn mondhoeken krullen een klein stukje omhoog. Dat is nog een goed teken. Hij wil niet over koetjes en kalfjes praten om mijn vertrouwen te winnen.
'Wanneer heb je Mason Sortens ontmoet?'
'Het was begin vorige maand. Nadat ik erachter kwam dat mijn vriend al een poos een relatie had met een of andere blonde dame, raakte ik gestrand op Miriad. Ik probeerde thuis te komen toen hij naar me toe kwam.'
'Benaderde hij jou?' De frons van de detective wordt dieper, alsof hij niet helemaal kan geloven dat iemand als Mason mij zomaar op een wildvreemde zou afstappen.
'Inderdaad.' Alhoewel, ik moet toegeven dat hij niet helemaal om mij heen kon. Ik was lastig te missen en hij had een reputatie hoog te houden.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro