Hoofdstuk 10
Eva pov
De volgende ochtend word ik al vroeg wakker. Ik heb echt heel slecht geslapen. Ik ben zenuwachtig voor vandaag. Misschien kunnen we Esmee daar eindelijk weghalen. Als ik beneden kom zie ik dat Wolfs al bezig is met zich klaar maken voor het werk. Ik heb helemaal geen honger en trek mijn jas en schoenen aan en loop achter Wolfs aan naar de auto. We rijden snel naar het bureau en lopen naar binnen.
'Van Dongen, Wolfs. Mijn kantoor!' word er geroepen door Flamand en we lopen naar haar kantoor toe en lopen het kantoor in.
'Het AT staat voor je klaar Wolfs. Je krijgt straks een oortje in en dan ga je naar het adres toe waar jullie hebben afgesproken,' zegt Flamand. Vanochtend heeft Wolfs blijkbaar al gebeld naar het nummer dat Maarten ons had gegeven.
'Is goed.' Wolfs en ik lopen haar kantoor uit. Wolfs krijgt een oortje in van een agent en gaat daarna naar zijn auto toe. Ik kijk hem na. Ik mocht niet mee van Flamand omdat ik zogenaamd persoonlijk betrokken ben bij de zaak vanwege mijn verleden. Ik loop terug naar Flamand's kantoor en loop naar binnen en doe de deur achter me dicht. Ik ga weer op de stoel tegenover haar bureau zitten.
'Wat gaat er met Esmee gebeuren als we haar hebben gevonden?' vraag ik zacht en Flamand kijkt op.
'Ze moet eerst een verklaring afleggen en word daarna naar het ziekenhuis gebracht waar ze onderzocht zal worden,' zegt Flamand en ik slik.
'Ik wil haar helpen. Ze heeft hetzelfde meegemaakt als ik...' zeg ik zacht en wend mijn blik af. Dit had ik misschien niet moeten zeggen.
'We zien nog wel hoe ze reageert als we haar daar weg hebben gehaald. Misschien kan je haar dan alsnog helpen,' glimlacht Flamand en ik knik langzaam. Ze heeft gelijk. Ik kan haar helpen, maar ik moet eerst weten hoe ze zal reageren. Ik sta op en loop haar kantoor uit en ga aan mijn bureau zitten. Ongeduldig wacht ik op nieuws.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro