Hoofdstuk 6: De harde waarheid
Waarin ik nog meer controverses ontdek tussen de Naties, en eindelijk ontdek wat Kyo's doel is
Ik keek tevreden maar doodvermoeid naar ons werk. De gaten in de romp van het scheepje waren gerepareerd met planken en spijkers. Onmiddellijk daarna had ik met sterke lijm en gesmolten amber de laatste kleine spleetjes dichtgesmeerd. De mast was nog het lastigst geweest. Uiteindelijk was Kyo met een smalle rechte den aan komen zeulen. Met messen hadden we alle bast eraf gestript en het witte hout geschuurd tot het glansde. We hadden wat er nog over was van de oude mast weggehaald en de den in het gat geplaatst. Na een goed passende koker te maken en de mast stevig staand te krijgen, schrijnden mijn armen en rug en had ik ongelooflijk veel honger.
Nu zaten ik en Kyo op het dek, op de warme houten planken, en aten het voedsel dat niet onder water was komen te staan - rijstcrackers en norivellen. Er was maar één ton zoet water die niet was gebarsten, dus we moesten heel snel een beekje vinden of een plek waar mensen woonden. Zoet water was cruciaal op zee.
De zon begon net onder te gaan en de lucht kleurde roze. Het was vreemd, normaal zag ik dit slechts twee keer per jaar - op die momenten tussen zomer en winter, de momenten waarop dag nacht werd of andersom. Ik besefte hoezeer mijn leven zou veranderen. Nu zou ik dit elke ochtend en avond zien. Het maakte het fenomeen ineens een stuk minder bijzonder. Toch genoot ik ervan.
Plotseling schoot het me weer te binnen. "Het is avond. Je ging me iets vertellen, toch?"
Kyo schoof ongemakkelijk heen en weer. "Ja."
Ik wachtte en keek hem geduldig aan. Hij haalde diep adem. "Je weet toch wie de avatar is?"
"Ja?"
"En je weet wat er gebeurt als hij wordt gedood in de avatar state?"
"Dan reïncarneert hij niet meer. En hij is iets meer dan tien jaar geleden verdwenen, toch? Tien jaar geleden werden we eindelijk verlost van hem."
"Verlost?" Kyo's stem schoot omhoog. "Verlost? Hoe bedoel je?"
Mijn stem haperde even. Waarom reageerde hij zo? De avatar was slecht, toch? Onzeker begon ik:
"De avatar terroriseerde de wereld met zijn elementenkrachten, toch? Hij was half spirit en wilde de hele mensheid onder zijn duim hebben. Als hij in de avatar state kwam, vermoordde hij iedereen op zijn pad."
"Cassandra..." Kyo verborg zijn handen in zijn haar. "Wat hebben ze je verteld?"
Ik dacht aan Shu, die samenzweerderig naar me toe boog. "Dit blijft ons geheimpje, hè?" Shu, Yang en een zekere Lee hadden de avatar gedood.
Wat voor onzin kletste Kyo? Niemand kon beweren dat de avatar goed was.
"Hij heeft zoveel mensen vermoord! Hoe kun je nou zeggen dat hij niet slecht is?" riep ik uit.
"Wie heeft je verteld dat hij zoveel mensen heeft vermoord? Dat is namelijk niet zo!" gromde Kyo. Zijn ogen flitsten van woede.
"Hoe weet jij dat?"
"Dat weet ik omdat ik hem persoonlijk kende," snauwde Kyo.
"Je... wat?"
"De avatar was een Luchtnomade. Ik ben Luchtnomade. Leg de link." Kyo keek me met grote ogen aan. "Verdomme, Cassandra, ik kende hem! Ik ben onder hem opgegroeid. Hij was menslievend, deed zo zijn best om de vrede te bewaren. Niemand weet hoe en waarom hij stierf."
Ik keek hem met een nietszeggende blik aan. "Sorry, Kyo, maar dit geloof ik gewoon niet. Waarom zou ik jou wel geloven en mijn ouders niet?"
Ik aarzelde even. Ging ik mijn troefkaart gebruiken? Maar ik had Shu beloofd...
Nee, ik moest Kyo overtuigen. De Waternatie zat misschien fout over vrouwen, maar de avatar was slecht. Hij moest wel slecht zijn. Waarom zouden mijn ouders anders liegen? Maar ze logen niet, het was de waarheid. Of zij zagen het als de waarheid.
Was dit weer een foute opvatting van hen over de wereld? Hoe geïsoleerd was de Waternatie van de rest, dat Yang zulke ideeën kon ontwikkelen? Of was de Luchtnatie juist geïsoleerd? Of...
Het duizelde me. Ik wreef tegen mijn slapen. "Kyo, hoe heb jij de avatar dan gezien? Wat staat er in de schoolboeken van de Luchtnatie?"
Hij keek me uitdagend aan. "Al duizenden jaren heeft de avatar bestaan. De avatar is de belichaming van goedheid, de brug die spirits en mensen verbindt. De avatar beheerst alle elementen en gebruikt die voor het goede. Nog nooit is een avatar slecht geweest. Dat komt door de spirit in hem, de spirit van goedheid, die zorgt dat zijn corrupte menselijke natuur het niet overneemt en de avatar niet machtswellustig wordt. Zijn hele leven houdt de avatar de wereld in balans en vrede. Na zijn dood reïncarneert hij in een nieuw persoon, op de volgorde van elementen: eerst een water-avatar, dan aarde, dan vuur, dan lucht. Zo wordt de wereld beschermd tegen kwade mensen en spirits samen.
Als de avatar ernstig wordt bedreigd, komt hij of zij in de avatar state. Daarin krijgt hij de kracht van alle avatars voor hem. Dat zijn immers zijn oude reïncarnaties, waar hij nog altijd contact mee zal kunnen maken. In de avatar state gloeien zijn ogen op en is hij bijna niet beïnvloedbaar door mensen."
Triomfantelijk keek hij me aan en zijn uitdrukking veranderde naar ongeloof.
"Elke Luchtnomade kent dit," riep Kyo. "Uit zijn hoofd! De avatar is het toppunt van goed, de brug tussen de spirits en de mensen. De persoon die alle vier naties verbindt."
Ik schudde mijn hoofd. Brug tussen spirits en mensen? Spirits waren monsters. We hadden geen brug nodig, we hadden een muur nodig.
Kyo keek me geagiteerd aan. "Snap je? Hij gebruikt zijn krachten om kwaad te verslaan en de Naties te behoeden voor oorlog. Zijn avatar state is een defensiemechanisme, datgene wat voorkomt dat de avatar wordt gedood en de wereld in chaos vervalt. En dat is helaas wat er nu is gebeurd. Vroeg je je niet af waarom de onderhandelingen al jaren duren? De naties raken geïsoleerd. Er is niets om ze te binden. Er is een machtsvacuüm ontstaan, alle edelen vechten om de macht. Iedereen wil de absolute heerser zijn over de wereld. Jouw vader, een groep edelen uit Ba Sing Se-"
"De Dai Li, toch?" vroeg ik voorzichtig.
"Ja, de Dai Li. Wow, nu weet je veel!" Dat was sarcasme, helaas. "De Dai Li, waar Shu Beifong ook inzit," zei Kyo bitter. "De Vuurheer, Nihizashi, samen met generaal Chan, willen ook de macht. Alleen de Luchtnomaden doen niet mee aan de gekte. Wij treuren nog steeds. En we zoeken nog steeds, in de hoop dat we de avatar vinden. Hij zal wel niet dood zijn, want anders zou hij allang zijn gereïncarneerd in de Waternatie."
"Hij is niet gereïncarneerd," zei ik kwaad. "Hij is vermoord in de avatar state. Door mijn vader."
"Wa-wat? Hoe weet je..."
"Mijn vader, Shu Beifong en Lee Chan van de Vuurnatie." Ik slikte. "Ze hebben hem opgejaagd en vermoord in de avatar state. Ik weet niet hoe. Ze vertelden het me bij het Lentebal. In vertrouwen." Ik beet op mijn lip en mijn ogen begonnen te branden. "Ik kan het niet geloven, dat de avatar goed is. Waarom denk je dat ik jou nu op je woord zou vertrouwen? Dat de avatar slecht is, is alles wat ik mijn hele jeugd heb gehoord. Wat je zegt kan niet kloppen." Ik keek hem wanhopig aan. "Waarom?"
"Cass..." Het koosnaampje was vreemd troostend. "Je ouders deden het niet om te liegen. Ze geloofden echt dat de avatar slecht was. Je kunt er niets aan doen."
"Maar hoe weet ik nou aan welke kant ik moet staan? Ik weet toch nooit zeker of de avatar goed of slecht is? Want hij is dood," zei ik verbitterd. "We kunnen het niet meer checken."
"Je moet me vertrouwen," zei Kyo. "Je moet wel. Je staat aan dezelfde kant als hij." Hij liet even een stilte vallen en haalde diep adem. "Omdat de avatar je vader is."
"Nu praat je echt onzin." Ik keek hem fel aan. "Yang is mijn vader en Nian mijn moeder. Zo simpel is het. Maar je hoeft niet te gaan liegen zodat ik aan jouw kant kom staan. Ik geloof niet in de idealen van de Waternatie. Anders zou ik toch ook niet weggegaan zijn? Ik ga heus wel met je mee." Dit was belachelijk.
"Het is geen leugen, Cassandra. De avatar is je vader." Kyo keek me uitdagend aan. "Moeilijk te geloven, niet waar?"
"Oh, en hoe is dat dan gebeurd? Leg dat maar eens uit," bitste ik.
"Met alle plezier," glimlachte hij vreugdeloos. "Jij werd geboren in de Luchtnatie, samen met twee zusjes. Een drieling. Jullie waren alledrie luchtstuurders. Je vader was Yangchen, de avatar. En je moeder was Tashi. Ze waren ontzettend gelukkig samen.
Je vader had het erg druk. Er waren veel mensen die meer land en meer macht wilden. Je vader moest schermutselingen voorkomen en zorgen dat er geen oorlog uitbrak. Het was een zware taak. Hij was lang weg.
Ik kan het me niet zelf herinneren, ik was toen nog maar een baby. Maar op een gegeven moment kwam je vader niet terug van zijn reizen. Niemand wist wat er was gebeurd. Je moeder en een escort van Luchtmeesters zochten de hele wereld af. Hij was het laatst gesignaleerd op een vergadering in de Waternatie. Maar Yangchen was spoorloos."
Ik keek hem aan, nog steeds niet onder de indruk. "En wat is je bewijs?"
Kyo fronste naar me. "Laat me even mijn verhaaltje af vertellen. Nu weet ik dus dat Yang Lao een team heeft gemaakt met Shu Beifong en Lee Chan, allebei zeer vooraanstaande en machtige mannen. Met zijn drieën hebben zij de avatar dus vermoord." Zijn stem klonk schor. "Ik denk dat je de motivatie wel snapt. Zij wilden wereldheerschappij, en de avatar stond hen in de weg. Dus vermoordde Yang de avatar in zijn avatar state. Zo was hij verzekerd van geen verdere reïncarnaties. Maar hier komt het vreemde."
"Nog vreemder?" zei ik laconiek.
Hij negeerde me. "Nadat de avatar was verdwenen, begonnen jij en je twee zusjes vreemd te doen. Jij begon plotseling te watersturen, en ene zusje te aardesturen en je andere zusje te vuursturen. Jullie bleven toch jullie luchtstuurkrachten houden. Tashi was stomverbaasd. Maar ze besefte ook wat het betekende. Jullie waren bijzonder. Jullie waren misschien zelfs de oplossing voor de wereldchaos. Jullie waren feitelijk met zijn drieën de avatar.
Als degenen die de avatar hadden gedood achter jullie mysterieuze krachten zouden komen, redeneerde Tashi, zouden ze jullie als gevaar zien en jullie doden. Want wie kon er nou twee elementen tegelijk sturen?
Tashi ging naar de Vergeten Vallei in de Vuurnatie. Daar woonde een spirit die mensen een andere identiteit kon geven: de Moeder der Gezichten. Ze smeekte de spirit om een oplossing.
De Moeder van Gezichten voorspelde dat jullie grootse dingen gingen doen. Ze weigerde om jullie identiteit te veranderen. Wel gaf ze Tashi drie flesjes. Ze vertelde Tashi dat die jullie elementenkrachten tijdelijk zouden verhullen en jullie herinneringen over de Luchtnatie zou wissen. Maar het effect zou rond jullie vijftiende uitgewerkt zijn.
Tashi moest haar kinderen bij drie pleeggezinnen onderbrengen. Tashi deed wat de spirit gezegd had. Ze bracht jou naar de Waternatie. Wat een paradox dat jij juist bij de man terechtkwam die de avatar had gedood. Dat wist Tashi natuurlijk niet." Kyo zweeg, in gedachten verzonken.
Ik had een heleboel vragen. "Maar ik kan al watersturen terwijl ik niet eens vijftien ben," zei ik zacht.
"Blijkbaar waren je waterstuurkrachten sterker dan de spirit dacht," zei Kyo. Hij staarde nog steeds in de verte.
"Maar wie zijn mijn zusjes dan? Hoe is het hen vergaan? Heb ik nog andere familie in de Luchtnatie? Wat doen we nu? Ben je daarom naar de Waternatie gekomen? Komen mijn luchtstuurkrachten ooit nog terug? En..." Ik keek hem recht aan. "Hoe weet ik dat je de waarheid spreekt?"
"Tashi heeft in de Luchtnatie een drankje waardoor je je geheugen weer terugkrijgt."
"Mijn luchtstuurkrachten ook?"
"Nee. Die moet je zelf weer ontdekken."
Natuurlijk.
"Ik geloof je nog steeds niet," zei ik toonloos. "Ik kan je niet geloven. Je bent eigenlijk maar een vreemde die van alles kan beweren."
"Waarom bleven je waterstuurkrachten dan zo lang verborgen? Geef toe, alles past. We hebben je nodig. Ik en Tashi en de hele Luchtnatie. De wereld heeft je nodig. Geef me alsjeblieft een kans. Ga mee naar de Luchtnatie, dan zul je zien dat ik niet heb gelogen. Daar kan ik je herinneringen teruggeven." Zijn stem klonk zacht, smekend. "Waar kun je anders heen? Ga met me mee, dan zal ik het aan je bewijzen."
Ik wendde mijn gezicht af.
Plotseling herinnerde ik me iets. Toen ik ontsnapte uit de IJsstad, was ik in het water gesprongen. Ik werd door het roer van een schip geraakt en was buiten bewustzijn. Toen rees ik plotseling op uit het water door een draaikolk. Het watersturen was onvoorstelbaar makkelijk gegaan, alsof ik niet de kracht van één maar van wel honderd waterstuurders in me had. En de man had beweerd dat mijn ogen gloeiden. Kon het...
Was ik in de avatar state geweest? Daarin kreeg de avatar opeens abnormaal veel kracht. En zijn ogen begonnen te gloeien. En hij kwam in een andere staat van bewustzijn, alsof al zijn personaliteit verdween. Het enige wat overbleef was kracht. De kracht van alle avatars voor hem, gebundeld.
Ik had er geen aandacht aan besteed. Mensen waren nou eenmaal rare wezens. Maar nu ik eraan terugdacht leek het me opeens wel heel erg sterk dat het een fout van de man was geweest.
Mijn spirits... De avatar state?
Ik was de dochter van de avatar. En samen met mijn drielingzusjes moest ik de wereld tot vrede brengen en een nieuwe avatarcyclus starten.
Het begon me te duizelen. Het hoefde niet waar te zijn. Misschien had die man wel echt een bril nodig. Misschien had hij het verkeerd gezien. Maar het paste zo perfect. De puzzel paste zo perfect. Alle stukjes klopten.
Het zweet brak me uit. Ik beet op mijn lip en balde mijn vuisten om mijn emoties binnen te houden. Was het woede, angst, verdriet? Ik wist het zelf niet eens.
"Ik geloof je niet, Kyo. Het kan niet. Ik ga niet met je mee," zei ik koud. Niet huilen, niet huilen. Emoties op slot.
"Lieg niet tegen me," zei Kyo bits.
"Ik loog niet!"
"Oh nee? Ik zie in je ogen dat jij ook inziet hoe logisch alles is. Je bent goed in liegen, Cassandra, maar niet goed genoeg voor mij."
"Ik denk dat ik ga slapen," zei ik kattig. Ik kwam onvast overeind en begon terug over het dek te lopen, naar de kajuit. De zon was inmiddels helemaal onder en de donkere hemel was gevuld met sterren. Dezelfde sterren als in de Waternatie. Ik onderdrukte een droge snik en wilde de deur opentrekken, toen ik plotseling een koele hand om mijn pols voelde.
"Cass, wacht."
Ik keek om. Kyo hield zijn gebalde vuist voor hem uit. "Ik heb nog iets voor je." Hij opende langzaam zijn vuist. Op zijn handpalm lag een zilveren kettinkje met een gladde blauwe steen in de vorm van een druppel.
"Dit is een cadeau van Tashi," zei hij kalm. "Ik moest zeggen dat het haar speet dat ze jullie verliet, en dat het alleen voor je eigen veiligheid was."
Ik kon niets uitbrengen. Dus pakte Kyo het kettinkje maar op en legde het om mijn hals. Hij frunnikte een eeuwigheid met het slotje. Eindelijk kreeg hij het dicht. Zijn hand veegde licht langs mijn hals toen hij hem terugtrok. Even zag ik iets van verlegenheid in zijn ogen, toen werden ze weer hard.
"Morgen zal ik al je vragen beantwoorden. Ik denk dat het nu beter is als je gaat slapen."
Ik knikte. Vanbinnen dansten vlinders in mijn buik, maar mijn hoofd was akelig koud. Het was niet leuk om te leren dat bijna mijn hele leven een leugen was geweest. Met de verkeerde ouders.
Ik opende gedecideerd de deur. Kyo bleef een beetje hulpeloos achter. Even ontmoetten mijn ogen de zijne. Ik kon niks nuttigs bedenken om te zeggen en er was een ongemakkelijke stilte.
"Je ogen passen bij de steen," zei Kyo tenslotte maar. "Slaap lekker."
"Slaap lekker," zei ik vlug en ik sloot de deur.
Oh nee, waarom had ik in spiritsnaam slaap lekker gezegd? Hij ging nog lang niet slapen, hij ging vast nog de laatste hand leggen aan de boot. Wat was er toch met me aan de hand?
Ik leunde achterover tegen de muur en blies uit. Naar bed dan maar. Het was negen uur 's avonds, zei de houten, kunstig bewerkte klok aan de muur. Vroeg, maar het zou gênant zijn om nu toch niet te gaan slapen nadat ik dat Kyo had verteld.
Ik ging de kamer in en koos een hangmat uit. Schuldig schoof ik de sobere tassen van de Luchtnomaden opzij en gooide mijn kleding in een hoekje. De hangmat zag er erg wiebelig uit, maar ik zou het wel overleven. Als Kyo het kon, kon ik het ook.
Ik klom voorzichtig in de hangmat, mijn best doend om niet tegen de kast ernaast te stoten. Toen ik goed ging liggen stootte ik toch nog hard mijn hoofd. Ik slikte een verwensing in en sloot mijn ogen. Het was vreemd dat de boot niet meer schommelde.
Morgen zouden we op pad gaan. Morgen zou het avontuur pas echt beginnen. Ik had er zin in, maar toch kneep mijn hart samen bij de gedachte dat ik nooit meer thuis zou komen. Dat ik Yuuga en mijn ouders nooit meer zou zien. Dat was, als ze me niet achterna kwamen.
Ik zoog scherp mijn adem in. Kyo had me dus alleen maar met hem meegesleept omdat het moest, niet omdat hij het zelf wilde. Omdat het moest van mijn biologische moeder. Stelde dat me teleur? Misschien een beetje.
Je mag niet teleurgesteld zijn, zei ik tegen mezelf. Straks hecht je je nog aan hem. En dat is niet veilig. Met niemand. Ook hij zal je verraden, in de steek laten. Zoals iedereen. Ook hij heeft geen moeite om je om te ruilen voor een flinke zak geld. Want onder die titel van prinses ben je een imperfect, menselijk meisje.
Niemand mag dat van me denken, schoot door me heen. Nooit. Ik moet perfect zijn. Mensen moeten me nodig hebben, ik moet onmisbaar zijn. Ik moet altijd meer waard zijn dan hen: slim, vriendelijk, emotioneel sterk en altijd bereid te helpen met de obscure zaakjes van mensen. Zo gaat het bij de edelen, zo gaat het in de wereld.
Mijn slaperige brein linkte dat met het watersturen. Morgen trainen, was het laatste wat ik dacht. Toen viel ik in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro