Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 27: Aarde, water, bliksem

Waarin een experiment een beetje uit de hand loopt en Yoru eindelijk praat

Training nummer drie. Ik hield het bij in mijn gedachten. Yoru ging vooruit, alhoewel ze langzaam was. Ze was een constante, geduldige leerling die liever met kleine stapjes vooruit ging. Ik leerde haar alles wat ik wist over hung gar, wat niet bijzonder veel was. Gelukkig was dat voldoende voor haar. Ze perfectioneerde de simpele bewegingen. De stijl viel haar redelijk makkelijk. Langzaam, afwachtend, kalm, betrouwbaar.

Yoru was erg goed in de standen, maar de rest vond ze lastig. Er zat nog weinig kracht in haar bewegingen. Een gebrek aan zelfvertrouwen, misschien, of een gebrek aan de wil om te vechten. Want Yoru had genoeg kracht. Ergens binnenin haar zat een kern van staal. Op een of andere manier kwam ze instinctief weer over alles wat er met haar gebeurde heen. Bleef proberen. Bleef doorzetten. Opnieuw en opnieuw werd ze gekwetst, maar ze bleef zichzelf en weigerde te veranderen voor anderen.

Daar zou ik iets van kunnen leren, bedacht ik. Ik veranderde altijd voor anderen. Het was mijn instinct, ik deed niets anders. Ik paste me aan, zei lieve woorden, manipuleerde en loog. Alleen maar zodat mensen me aardig zouden vinden. Ik had het nodig. Ik kon er niet zonder.

Ik zuchtte en beet op mijn lip. In ieder geval, we drukten op en deden samen conditieoefeningen.

Ik probeerde haar duidelijk te maken dat vluchten of bevriezen niet de enige opties waren. Je kon vechten, je moest terugvechten om te overleven. Alleen weerstand bieden was niet genoeg.

Mocht ik dat eigenlijk wel zeggen? Ik dacht terug aan Yang. Hoe hij me had geslagen in de Waternatie. Zes mannen had ik verslagen in de badkamer. Zes. Maar tegen één man kon ik niet eens zeggen wat ik vond. Tegen één man kon ik niet opstaan. Hoe had ik me zo door Yang laten mishandelen? Waarom had ik dat gedaan?

De waarheid: ik was bang voor mijn pleegvader. Ik zou het zo nog een keer kunnen laten gebeuren. Ik was niet sterker dan eerst. De angst was gebleven, achtervolgde me nog steeds in mijn dromen.

Ik was bang, bang voor mijn pleegvader.

Ik zuchtte en streek verwilderd mijn haar achter mijn oor. "Tijgerstand, Yoru." Ze gleed in de tijgerstand, haar benen wijd. Ik checkte of ze stevig stond, wat natuurlijk zo was. Ik zou haar niet om kunnen krijgen, en geen enkele vijand zou dat kunnen. Maar ze zouden haar nog steeds pijn kunnen doen.

Ik schudde mijn hoofd. "Yoru, we moeten echt beginnen met het leren van die stoten. Het is cruciaal dat je ook leert om aan te vallen."

"Ja..." zei Yoru. Ik hoorde tegenzin in haar stem.

"Kom maar," glimlachte ik. "Laten we samen de eerste vorm doen."

Yoru haalde diep adem en begon de stappen door te lopen. Perfect geplaatst, maar langzaam en zonder kracht. Ik schudde mijn hoofd en schopte vloeiend mijn been tot haar borst. Haar blok was te laat en had geen zin. Ik hield mijn been daar en tikte lichtjes tegen haar sleutelbeen. "Te laat. Zie je nu hoe belangrijk het is dat je snel en krachtig bent? Kijk naar mij. Je blok schiet uit. Je spant je arm aan en zet hem vast."

Ik ging in de houding staan en voerde de vorm uit. Krachtig en vloeiend. Mijn draaien berekend, precies uitgebalanceerd door jaren oefening. Het enige dat je hoorde was het ruisen van mijn kleding terwijl ik stootte, draaide, schopte, blokte...

"Hai girls!" Mijn hart maakte een sprong toen Tess uit de bosjes kwam springen. Ze keek me met een grote grijns aan. "Schrokken jullie?"

Ik schudde mijn hoofd. "Nee. We zijn aan het trainen, Tess." Ik keek haar moordlustig aan. "Kun je ons met rust laten?"

"Blijf maar, hoor," zei Yoru. Was haar blik nou licht ondeugend? Ze keek me vlug aan. "We zijn met niks belangrijks bezig."

"Yoru!" riep ik verbaasd uit. Had ze nou net sarcasme gebruikt?

"Wat is er aan de hand, Tess?" zei Yoru vlug, bijna beschaamd door haar opmerking.

Tess' gezicht werd plotseling serieus. "Nou, kijk. Cass is natuurlijk jou aan het lesgeven met vechtsport, zonder element, dat weet ik, maar ik dacht, het is vast wel handig dat ik, aangezien je in een gevecht toch het beste je element kunt gebruiken, daar kun je uiteindelijk iemand toch wel het meeste pijn mee doen, dat weet ik uit ervaring..."

"Wat is er, Tess?" zei ik stern.

"Ik heb ook iets wat ik aan Yoru kan leren!" jubelde ze.

"Wat dan?" Mijn stem was licht achterdochtig. Ideeën van Tess liepen niet altijd even goed af.

Tess haalde diep adem. "Ik kan haar leren om bliksem te redirecten!" Ze flapperde met haar armen. "Cool toch?"

"Tess!" protesteerde ik.

"Wat is dat?" zei Yoru kleintjes.

"Dat kun je niet menen, Tess," begon ik. "Yoru is nog te zwak en het is levensgevaarlijk. Zelfs ik heb er moeite mee en ik ben een waterstuurder!"

Tess negeerde me en keek Yoru aan. "Ik, als dat geweldige supercoole kind dat ik ben, kan bliksemsturen!"

Yoru staarde haar geschokt aan. "Bliksem?"

"Ja! Cool hè!" Tess sprong op en neer. "Kijk." Ze concentreerde zich en ik hoorde het gezoem al op komen zetten. Yoru's ogen werden groot en ze stapte achteruit. Ineens was er een bol blauwe energie tussen Tess' handen. Ze trok er een sliert energie uit en sleepte hem door de lucht. Het leek wel donkerder te worden om ons heen en de lucht trilde. Uiteindelijk liet ze de bliksemschicht los en hij schoot de lucht in.

Ineens was de atmosfeer weer die van een zonnige middag.

Yoru keek alsof ze een spook had gezien. "Hoe... hoe deed je dat?"

Tess glimlachte vergenoegd. "Ik ben goed, ik weet het."

Ik haalde diep adem. "Bliksem redirecten betekent dat als je geraakt wordt door de bliksem, je hem weer uit je lichaam kunt leiden zonder dat het schade aanricht. Het is heel moeilijk."

"Cassandra gaat het nu demonstreren!" blafte Tess. "Cass, ga klaar staan."

"Maar ik heb water!" zei ik haastig. "Yoru straks niet!"

"En daarom ga jij het zonder water doen," zei Tess kordaat.

"Wat? Tess, nee!" Ik hief mijn armen op. Ze glimlachte kort. "Je bent de avatar, het komt wel goed. Doe gewoon hetzelfde als met je water, joh!"

Ik zweeg. Mijn hart fladderde in mijn borst, probeerde te ontsnappen. In gedachten hoorde ik Kyo's stem. Vertrouwen is de sleutel. Ik moest vertrouwen op mijn kracht. Mijn lichaam bevatte ook water. Het was gewoon hetzelfde, probeerde ik mezelf wijs te maken.

Toch begon ik sneller te ademen toen ze de bal van bliksem vormde. Ik voelde Yoru's bange ogen op me. Dit had ik eerder gedaan. Ik had het eerder gedaan. De lucht zoemde. Tess trok slierten bliksem door de lucht. Het zag er adembenemend uit, maar daar mocht ik me nu niet op focussen. Ik vernauwde mijn ogen, mijn lichaam gespannen maar mijn geest helder, in opperste concentratie, mijn reactievermogen op scherp.

Tess knipoogde naar me en liet de bliksem los. Ik was er klaar voor. Ik volgde mijn instinct, de bliksem vangend met mijn wijs- en middelvinger, dezelfde vingers waarmee Tess haar bliksem had gemaakt. Ik voelde de kracht door me heen lopen, zoals chi. Ik voelde hoe het langs mijn buik naar mijn andere arm liep.

Ik forceerde de elektrische energie uit mijn vingers en schoot de bliksemstraal recht omhoog.

Het geknetter doofde. Ik zag zwarte vlekken.

Mijn hele lichaam trilde. Met slappe benen ging ik op de grond zitten, mijn adem oppervlakkig. Ik voelde me ontzettend kwetsbaar, maar ik was niet dood. Het was me gelukt.

Mijn spirits. Ik drukte mijn handen in de aarde om de duizeligheid weg te jagen. "Nu jij, Yoru," lachte ik trillerig.

Ze was bleek, maar zei niets. Met een berustende uitdrukking ging ze in de houding staan. Ik kon bijna voelen wat ze dacht. Ze moest dit kunnen. Ze moest het proberen.

Tess ging naast Yoru staan en verplaatste haar benen. "Het is belangrijk dat je niet te gespannen bent, anders beschadigt de bliksem je spieren." Ze glimlachte naar de lichtelijk ontzette Yoru. Ik kon zien dat Yoru erdoor uit haar evenwicht raakte, ze was niet gewend om los te staan.

Dit voelde niet goed. Ik wilde Yoru stoppen, maar dat voelde als haar keuze bekritiseren. Het was haar beslissing. Ik moest vertrouwen. Niet zo paranoïde zijn.

Tess glimlachte en ging klaarstaan. "Ben je er klaar voor?"

Yoru knikte geluidloos. Ze stond al beter, haar houding meer ontspannen. Tess begon de bliksem te genereren in haar hand en ineens werd ik afgeleid. Daar, tussen de bomen, scheerde een zwarte vogel. Een zwarte zwaan. Ik zag hem in mijn ooghoeken, maar toen ik me verder wilde omdraaien was hij verdwenen. Een enorm gevoel van onrust overviel me. Ik keek weer om en zag hoe Tess haar bliksem afschoot.

"Stop!" Ik stormde naar voren, maar Yoru ving de bliksem al op. Ze werd achteruit gesmeten en de bliksem schoot uit haar andere arm. Ze kromp ineen en viel in een balletje op de grond. Stuiptrekkend bleef ze liggen.

"Yoru!" krijste Tess. Ik rende op het kwetsbare lichaampje op de grond af. Nee, nee, nee, nee, nee!

Ze was mijn zusje, ze was de avatar, wat hadden we gedaan? Ze mocht niet dood!

Tess zakte op de grond en greep Yoru's pols. Even was ze heel stil. Toen ontspanden haar schouders. "Ze leeft nog." Ik kon het wit helemaal rondom Tess' irissen zien. Ik bleef als versteend staan. Tess sprong overeind en snauwde: "Kom op, heel haar dan! Je hebt toch heelkrachten?"

Ik wilde terugsnauwen. Het was haar schuld dat Yoru bewusteloos was. Ze had wel dood kunnen zijn! Maar dat zou niets helpen, helemaal niets. Ik viel neer op mijn knieën en trok mijn water tevoorschijn. Ik was vreemd kalm. Voorzichtig haalde ik haar kleding weg, legde het water op haar borst en zocht naar haar chi. Al heel gauw had ik grip en mijn water gloeide blauw op.

Ik voelde de energiepaden door haar lichaam en probeerde te zoeken naar een zwakke plek. In haar buik zat een enorme knoop opgekropte energie, pulserend en schrijnend. Ik wilde hem gaan ontrafelen, maar het was moeilijk. Ik sloot mijn ogen om Tess en het bos uit mijn gedachten te blokkeren.

Ineens riep Tess: "Ze is wakker!" Ik opende vlug mijn ogen, een grijns van opluchting op mijn gezicht. Ik keek Yoru stralend aan, maar ze begon te spartelen.

Ik hapte naar adem. "Wacht, Yoru, ik ben bijna klaar!"

"Laat me met rust!" Ze sprong doodsbang op, deinsde weg van ons. Mijn water viel op de grond. In een flits zag ik haar rug. Een wirwar van wonden, zweepslagen, opgezette littekens. En in het midden, schuin over haar rug, een niet geheelde wond, met een rode korst erop.

Tess flapte eruit: "Bij de draken, wat is er met je rug gebeurd?"

Ik kon mijn ogen niet van haar afhalen. "Spirits, Yoru..." Ik beet op mijn lip.

"Waar is dat gebeurd?" riep Tess uit. Ze sloeg haar armen over elkaar. "Waarom heb je het ons nooit verteld?"

Yoru trilde. Ze trok haar tuniek weer over haar schouders. "N-niets. Het... het is niets!"

Ik schudde mijn hoofd met een smekende blik in mijn ogen. "Yoru, nee. Kom hier. We willen je helpen. We zijn niet boos. Alleen geschrokken." Mijn stem trilde een heel klein beetje. "Wie zou je zoiets aandoen?"

Yoru was papierwit. Ze deinsde nog een klein stukje achteruit, leek bijna op het punt te staan om gewoon weg te rennen. "Niemand... Het is mijn eigen schuld."

Ik keek in haar ogen om te zien of ze het meende. Tess greep mijn arm en keek Yoru met grote ogen aan. "Huh, dat kan toch niet? Heb je jezelf echt pijn gedaan?"

"Nee, suffie, natuurlijk niet!" snauwde ik tegen Tess. Niemand kon dit bij zichzelf doen. Ik keek Yoru aan, probeerde de van angst verbleekte ogen te doorgronden. "Ik kan je helpen," zei ik smekend. "Je moet ons vertrouwen." Ik glimlachte weemoedig naar Tess. "We moeten elkaar vertrouwen. Hoe gaan we dit ooit doen als we elkaar niet
vertrouwen?" Ik klonk nu bijna vertwijfeld. "We zijn de avatar. We zijn zusjes. We..." Ik slikte en keek Yoru aan. "We zullen je geen pijn doen. Nooit!"

Yoru keek terug en liet haar ogen zakken. Ze geloofde me niet. Verdomme. "Ik... ik heb het zelf veroorzaakt. Als ik nooit ongehoorzaam was geweest was het nooit gebeurd. Als ik naar vader had geluisterd, had hij me nooit pijn gedaan."

Zie je, het was haar vader. Ik wist het wel. Shu Beifong. Wat haatte ik die man. Nog steeds voelde ik zijn mes langs mijn gezicht suizen bij het Lentebal. Hij had mij, de prinses, kunnen doden. In een seconde had hij die beslissing gemaakt.

Tess trok een gezicht. "Maar je vader deed toch slechte dingen? Als je vader jou pijn deed, verdiende hij ongehoorzaamheid, toch?" Ze begreep er duidelijk niets van.

Ik glimlachte naar Yoru. "Tess heeft gelijk. Ouders horen hun kinderen geen pijn te doen. En wat jouw vader deed was slecht. Hij heeft de avatar vermoord. Hij heeft Fu pijn gedaan. En alleen maar omdat die mensen in zijn ogen verkeerde dingen deden. Wat had jij gedaan dat verkeerd was? Je eigen hart volgen?"

Yoru schudde radeloos haar hoofd. "Ik weet het niet... Misschien hebben jullie gelijk."

"Natuurlijk hebben we gelijk!" riep Tess uit. Ze grinnikte. "Kom hier!"

Voorzichtig liep Yoru naar Tess. Tess trok haar in een bottenkrakende omhelzing. "We zijn er voor je."

Ik glimlachte warm. Ik voelde me een beetje buitengesloten, kijkend hoe Tess Yoru knuffelde. Maar iedereen wist dat ik te snel jaloers was.

"Je hart volgen is nooit verkeerd," zei ik bemoedigend. "Tess en ik zijn ook allebei weggerend van onze ouders. Omdat ze het verdienden." Ik wisselde een blik uit met Tess. Ze grijnsde naar me.

"Nu moeten wij elkaars familie zijn," zei ik zacht. Ik kwam weer terug op wat ik wilde zeggen. "En daarvoor moeten we elkaar vertrouwen, goed? Aan ons kun je alles vertellen. Hoe je bent ontsnapt, waarom je gewond bent."

Yoru knikte voorzichtig. Langzaam begon ze: "Kyofu en ik zijn een paar weken geleden ontsnapt met de hulp van twee bediendes." Ze slikte. "We gingen via de poort, en we waagden de gok en begonnen gewoon te lopen. Zo snel mogelijk." Ze zoog haar lippen naar binnen. "Maar ineens zag ik vader staan en..."

Het viel me op dat ze nog steeds vader zei. Yoru was niet iemand van makkelijk veranderen.

"En hij zag er zo vreemd uit. Het was alsof hij een spook had gezien, alsof zijn hele wereld voor zijn ogen werd verwoest." Yoru's stem klonk verstikt. "Ik stopte en keek hem aan. Ik keek hem gewoon aan. Als ik dat niet had gedaan was dit misschien nooit gebeurd."

Ik keek haar mild aan, probeerde niet te oordelen. Ik was al blij genoeg dat ze eindelijk praatte. Tess' ogen glansden enthousiast. "Ga door..."

"Ik rukte mijn ogen van hem weg en begon weer te rennen," fluisterde Yoru. "Ik zag Kyofu en Emi en Aiko. Ze liepen voor me. Ik was qua afstand het dichtst bij vader, maar toen hij naar buiten kwam stuurde hij zijn stenen niet op mij. Hij wilde Kyofu vermoorden. Hij... hij..." Yoru's ogen liepen vol met tranen. Kalm zei ze: "Ik duwde Kyofu aan de kant en de stenen raakten mij."

Ik haalde diep adem. Shu, de aardestuurder. Bereid om zijn eigen zoon te doden. En Yoru had zichzelf opgeofferd. Tess naast me keek Yoru verward aan. "Emi en Aiko?"

"De bediendes," zei ik vlug. Ik had medelijden in mijn stem toen ik zei: "Wat naar..." Ik wist niet echt wat ik moest zeggen om mijn gevoelens uit te drukken. "Het is wel echt heel dapper dat je dat deed," zei ik zacht.

"Ja, inderdaad," zei Tess vol bewondering. "Maar waar zijn die bediendes nu dan? Zijn die ook doodgemaakt door je vader?"

Dat was bot. Ik ramde mijn elleboog in haar zij en siste: "Niet tactisch, Tess!"

Ze piepte. "Woeps!"

Yoru leek het niet heel erg te vinden en glimlachte bitter. "Het maakt niet uit. Maar... er gebeurde nog iets tijdens de ontsnapping. Toen ik was geraakt, rolde ik van de marmeren trappen af en toen Kyofu en Emi bij me waren raakte ik in paniek. Wat als vader achter ons aan zou komen? En het volgende moment..."

Ze verzamelde moed. "Het volgende moment dat ik me kan herinneren vlieg ik in de lucht en heb ik geen controle meer over mijn eigen lichaam. Ik kan alleen maar toekijken hoe ik een enorme muur van aarde creëer tussen mij en vader. Emi en Aiko zijn daarom weggegaan, omdat... omdat ik een monster ben." Ze staarde beschaamd naar haar voeten.

Dacht ze dat ze bezeten was? Ik kon haar niet met zekerheid zeggen dat het niet zo was. Niemand wist wat de avatar zijn eigenlijk inhield. Maar wat ik wel wist, was dat Yoru's beschrijving bekend klonk.

Ik drukte mijn hand tegen mijn mond. "Yoru... Dat was de avatar state!" Ze keek verbaasd op. Ik ging kalm door, mijn wirwar aan gevoelens onderdrukkend. "En ik... Ik heb ook zoiets meegemaakt."

Tess keek verward van mij naar Yoru. "Heb ik iets gemist?"

"Nee, nee. Ik weet zeker dat jij ook een keer in de avatar state zal komen!" zei ik sussend. Ik beet op mijn lip en bestudeerde de bomen. Een eekhoorntje schoot omhoog over een stam.

Zachtjes zei ik: "Ik was in één van de grachten in de IJsstad gesprongen - het is een lang verhaal voor een andere keer - en toen kwam er een boot. Ik werd geraakt door de schroef en raakte buiten bewustzijn. Toen rees ik ineens boven het water uit in een enorme draaikolk. Ik kon pas één dag watersturen! Ik zette mezelf af op de kant, maar het was niet... alsof ik het zelf deed. Het was iets anders dat mijn lichaam bestuurde. Later zei de man die het had gezien dat mijn ogen gloeiden. Zoals bij de avatar." Ik frunnikte aan mijn mouw. "Zonder de avatar state had ik hier misschien niet gestaan." Dan zou ik vermalen zijn door die schroef.

"Zie je wel, jullie zijn geen monsters," zei Tess beledigd. "Het is gewoon de avatar state. Die hebben we vast van onze vader geërfd. Tenminste, jullie. Ik weet niet of ik ooit in de avatar state zal komen." Uit haar stem sprak lichte teleurstelling en koppigheid. Dezelfde koppigheid als na onze eerste keer spirit world. Ze geloofde niet dat ze het kon.

"Natuurlijk wel," zei ik warm. "We zijn zusjes. Jij bent de avatar. Spirits, je hebt bliksemsturen uitgevonden! Je kunt niets anders zijn dan de avatar. Jij komt vast nog wel een keer in de avatar state."

Tess glimlachte dankbaar naar me. Opgelucht bijna. Tess overtuigde je met bewijs, en dit was precies wat ze nodig had.

Yoru glimlachte ook naar ons beiden en schuifelde met haar voet over de grond. "Misschien moeten we terug naar het kamp."

"Ja." Ik streek mijn kimono glad en draaide me om. "Laten we gaan."

Tess grijnsde. "Toppie! Alle draken op een satéstokje, wat een zware gesprekken altijd maar. Laten we wat lol gaan hebben!"

Ik lachte naar haar. Tess, Yoru... Ik was zo dol op ze allebei, hoe kort ik ze ook kende. Tess sloeg haar armen om mij en Yoru en trok ons tegen haar aan. En voor één keer voelde ik me niet ongemakkelijk.

Yoru zag er weer oké uit, een beetje bleek misschien en haar haar zag eruit alsof er een bom ontploft was. Waarschijnlijk door de elektriciteit.

We slenterden terug naar het kamp. In de verte zag ik dat de zon al onder begon te gaan. De gouden stralen vielen verblindend tussen de boomstammen door en schenen in onze ogen. De lucht was dieproze.

Yoru keek me aan en fluisterde: "Ik heb geen spijt dat ik de avatar ben... En nog bedankt voor het helen. Het spijt me dat ik zo reageerde."

Ik knikte. "Maakt niet uit."

Tess lachte. "Zijn we een team? Yeah, we zijn een team en we gaan de wereld redden!"

Yoru keek me even aan en glimlachte toen. "Ja. We gaan de wereld redden. Samen."

Samen? Was dat... was dat een ja?

Had ze besloten om met ons mee te gaan? Mij te geloven, zich in te zetten voor het grote goed, haar hart en nieuwsgierigheid te volgen in plaats van alleen maar te overleven?

Ik maakte een huppel tussen mijn passen door. Ik besefte dat ik voor het eerst sinds tijden optimistisch was over wat de toekomst inhield.

Ik en mijn zusjes, we hadden zoveel krachten, en samen waren we alleen maar sterker. Wat er ook in onze toekomst zou gebeuren, of onze pleegouders ons zouden proberen terug te halen, we nog meer spirits zouden tegenkomen, of wat dan ook ons zou proberen tegen te houden, we waren sterk genoeg.

We vertrouwden elkaar. Wij drieën, wij waren de avatar. En we gingen alles doen om de balans in deze wereld te herstellen.

Ik glimlachte naar de zonsondergang.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro