Hoofdstuk 2: Huisarrest
Waarin Cassandra een keuze maakt
"Je bent een meisje!" Yang was zo woest dat hij bijna niet meer kon praten. "Ik dacht dat je eindelijk je plaats had geleerd, maar blijkbaar had ik het mis. Ik kan niet geloven dat jij de Waternatie-prinses bent! Je bent een schande voor het koningshuis!" Briesend en vol onmacht hief hij zijn armen ten hemel.
Cassandra zweeg en staarde naar de muur van de kamer.
Yang bracht zijn gezicht dicht bij het hare. "Kijk me aan."
Ze keek op, recht in de harde zwarte ogen starend. Yang krulde zijn lip minachtend om. "Je krijgt straf, maar dat had je waarschijnlijk wel bedacht. Dit gedrag, vechten als een wilde, is een prinses onwaardig, nee, een vrouw onwaardig!"
Cassandra klemde haar kaken op elkaar en dreef haar nagels in haar handpalmen, maar ze kon zichzelf niet helpen. Het was zo onrechtvaardig! "Wat had ik dan moeten doen?" snauwde ze. "Me laten verkrachten en mishandelen?"
"Alles beter dan dit," siste Yang. "Je zet je reputatie op het spel, en je weet dat vele jonge vrouwen jouw voorbeeld volgen. Wat zal er gebeuren als ze jouw gedrag gaan overnemen? Nou?"
"Dan zullen jullie merken hoe zwak die vrouwen wel niet zijn als ze zich hebben vrijgevochten van deze dictatuur!" De woorden tuimelden haar mond uit, woorden die jarenlang opgesloten hadden gezeten in een donker hoekje van haar brein. Verschrikt sloeg ze haar hand voor haar mond.
Maar het was al te laat. Yangs pupillen verkleinden, hij richtte zich op en de klap trof haar vol in haar gezicht. Ze werd op de grond gesmeten door de kracht en lichtflitsen schoten door haar blikveld. Snakkend naar adem probeerde ze overeind te komen, maar een nieuwe klap trof haar. Ze proefde bloed, ze had haar lip stukgebeten in haar pogingen om niet te gillen. Zachtjes jammerend krulde ze op tot een balletje en ontving klap na klap. Ze voelde blauwe plekken opwellen op haar huid en het regende slagen over haar rug. Ze kon niets doen, ze was geparalyseerd van angst. Ze kon alleen maar wachten tot het voorbij was, ogen stijf dichtgeknepen.
Na een minuut stopte Yang, zwaar hijgend. Er zat bloed op zijn handen, waar zou ze bloeden? Ze kon het niet eens meer voelen. Ze huilde nog steeds niet, maar haar ogen brandden. Angstig kroop ze op en probeerde uit Yangs buurt te komen. In stilte haatte ze zichzelf. Ze kon zes mannen neerslaan maar tegen één man, haar vader, kon ze niet op. Ze was bang voor hem, al haar hele leven. Bang voor haar eigen vader.
Yang greep haar schouder en trok haar ruw overeind. "Volgende keer houd ik me niet in," fluisterde hij met raspende stem in haar oor. Toen smeet hij haar terug op de grond.
Cassandra's hoofd klapte tegen de vloer en ze schreeuwde het uit. Yang stond koeltjes op, liep de kamer uit en smeet de deur zo hard dicht, dat de muren trilden en kleine barstjes verschenen in het ijs.
Rillend kroop Cassandra naar de muur en ging er met opgetrokken knieën tegenaan zitten. Ze verbeet de pijn en probeerde haar ademhaling onder controle te krijgen. Ze zag nu waar ze bloedde, op de zijkant van haar hoofd was een schaafwond. Yang was nog nooit zo kwaad geweest in haar bijzijn. En hij had haar nog nooit echt geslagen. Zo moest Nian zich voelen, maar dan elke avond.
Ze voelde een steek in haar hart. Ze had altijd minachting gevoeld voor Nian omdat die niet tegen Yang opkwam, maar ze kon het zelf niet eens. Ze begreep het nu. Het overdonderde je volledig, bevroor je.
Ze dacht terug aan wat ze tegen Yang had gezegd. Ze was het er nog steeds mee eens. Yang was gewoon paranoïde, bang dat vrouwen zijn onafhankelijkheid af zouden pakken. De gebeurtenissen van de afgelopen dagen schoten door haar hoofd, de Luchtnatievrouw, de gemene opmerkingen van de ambassadejongen, Nian en Yang.
Yang was bang voor vrouwen. Als vrouwen echt van nature zwak zouden zijn, zou hij nooit bang hoeven te zijn dat ze in opstand kwamen.
Was hun onderdanigheid aangeleerd en niet aangeboren?
De grootte van de realisatie bracht haar een beetje van stuk. Het was keiharde logica. Vrouwen waren niet van nature zwak, anders zouden ze ook niet onder de duim gehouden hoeven te worden. Het was allemaal poppenkast, propaganda van de mannen die de leiders van deze wereld waren en dat graag zo wilden houden.
————
De deur barstte open en Nian stormde naar binnen. "Cassandra Ingui Lao! Wat is er bij de spirits gebeurd?"
Cassandra keek met brandende ogen op. "Yang."
Nian zuchtte en probeerde even woorden te vinden. Uiteindelijk kwam ze naast Cassandra hurken. "Niet klagen, schatje," zei ze zo monter mogelijk. "Dat gebeurt. Het is onderdeel van je plicht als vrouw. Hij zal vast een goede reden hebben gehad."
Dit was wel het laatste dat ze op dit moment wilde horen. Nian kon naar de maan lopen met haar plichtsgevoel en onderdanigheid. "Ga weg," zei Cassandra, haar stem trillend.
Nian verstarde. "Wat zei jij daar, jongedame?"
"Alstublieft, ga weg," smeekte ze. Haar schouders begonnen te schokken.
Vanbinnen ging er een alarmbel af. Waar was ze mee bezig? Ze was niet zwak, en ze zou zeker niet gaan huilen voor Nian. Ze moest kalm en sereen en emotieloos zijn. Zelfcontrole.
Ze kneep haar ogen stevig dicht tot alle tumult haar binnenste had verlaten.
Ze keek op. "Het spijt me, moeder. Ik liet me gaan, het was niet de bedoeling. Ik heb gewoon wat rust nodig."
"Ik begrijp het," zei Nian. "Iedereen heeft wel zijn slechte dagen." Moederlijk klopte ze op Cassandra's schouder.
Vanbinnen keerde haar hele wezen zich tegen het idee, maar toch zei ze langzaam: "Kunt u mijn excuses ook aan vader geven?"
Ze moest praktisch zijn. Hoe naar het ook was, ze wilde niet dat Yang boos zou blijven.
"Natuurlijk, Cassandra." Nian stond op en liep kalm naar de deur. Even aarzelde ze en ze draaide zich toch even om. "Cassandra, de overtuigingen van de Luchtnatie, dat zijn allemaal leugens die ze zichzelf voorhouden. Laat je er niet door meeslepen, het zal nooit op iets goeds uitdraaien. En wat je vechtsport betreft, het is tijd om daarmee te stoppen."
Resoluut draaide ze zich om en de deur klikte dicht, Cassandra geschokt achterlatend.
De overtuigingen van de Luchtnatie, dat zijn allemaal leugens die ze zichzelf voorhouden. Nee, dit leven was een leugen. Vrouwen waren niet zwak. Ze wist het nu zekerder dan ooit, en ze had de Luchtnatievrouw als voorbeeld.
Yang had zijn eigen, verstikkende bubbel gecreëerd in de Waternatie, vol leugens en propaganda. Eén ding wist ze heel zeker: ooit, als de gelegenheid zich aandiende, ging ze hier weg om nooit keer terug te keren.
————
"Cassándra!" Het was Nians zangerige stem. Ze klopte licht op de deur.
Cassandra stond op om de grendel van de deur te halen. Het enthousiaste hoofd van haar moeder kwam tevoorschijn. "Dit is je laatste dag. Je huisarrest is bijna voorbij!"
"Hoera," zei Cassandra uitgeblust.
Haar kamer was als straf helemaal ontruimd en ze had drie weken huisarrest gehad. Alleen het bed stond er nog. De verveling was ondraaglijk geweest: geen boeken, geen papier, penseel of inkt, geen naaigerei, niets. Ze had haar tijd verdaan met rondlopen en praten met de koivissen in de fontein. Ze wist dat ze niet terug zouden praten, maar er was de minuscule mogelijkheid dat ze haar konden verstaan. En het doodde de tijd.
Yang was elke dag gekomen om met haar te praten over de vrouw. Misschien had hij door dat ze minder zeker was in haar overtuigingen dan vroeger en probeerde hij haar te hersenspoelen. Of hij wilde de toespraak van de Luchtnatievrouw tenietdoen. In elk geval was het nogal irritant, want Cassandra was geen kind meer. Ze wist wat ze wilde en Yang kon daar weinig aan veranderen. Het was te laat voor hersenspoelen. De boodschap van de vrouw was voor altijd in haar geheugen gegrift.
Iedereen is gelijk.
"Ik heb een geweldige mededeling!" kirde Nian. "Het Lentebal komt er weer aan!"
Al was er in de Waternatie vrij weinig verschil tussen de temperaturen, in de zomer was de zon op en in de winter onder, doordat ze zo ver op de noordpool zaten. Vooral winters waren erg demotiverend, als het constant donker was. Daarom was er een groot bal als het lente werd en de zon weer voor de eerste keer boven de horizon uitkwam. Om te vieren dat het licht was.
Nian klapte verrukt in haar handen. "Belangrijke personen uit alle naties zullen er zijn: edelen, rijken, koningen, ambassadeurs..."
Cassandra's hart sprong even op en ze dacht aan die arrogante ambassadeur van de vergadering. Zou hij er ook zijn? Hij zou het in ieder geval een stuk minder saai maken op het bal.
"Na wat overleg hebben we besloten dat jij ook mag gaan, en zometeen komen de ontwerpers voor de jurk!" jengelde Nian trots.
"Wordt het een uitgebreide jurk, moeder?" polste Cassandra voorzichtig. Het ontwerpen kon uren duren, en ze keek er niet bepaald naar uit, al was het beter dan op haar kamer zitten en niets doen.
"Hij wordt schit-te-rend!" jubelde Nian. "Je wordt de mooiste van het hele bal - na mij!"
Oppervlakkige, zelfvoldane Nian. Cassandra toverde een glimlach op haar gezicht ondanks haar afkeer. "Bedankt, moeder. Dit maakt me zo gelukkig!" Ze had niet eens meer moeite met de leugen. Liegen was een cruciale vaardigheid als je wilde overleven in een maatschappij waar het kleinste vergrijp al kon worden gestraft. Ze kon nu met een koud hart liegen. Het voelde niet eens meer anders dan normaal praten.
Nian greep haar arm en ze liepen door het paleis, een paar trappen opzij en een brug over tot ze bij een andere toren waren. Cassandra hield de deur voor Nian open en volgde haar naar binnen.
Daar was de naaikamer. In het midden stond een enorme tafel gevuld met lappen zijde en klossen garen. Scharen lagen overal en aan de wand hing een prikbord vol ontwerpen. Een paar paspoppen gekleed met de mooiste kimono's die Cassandra ooit had gezien stonden in een hoek.
Nian veegde geïrriteerd een paar rollen zijde aan de kant om wat tafelruimte vrij te maken. "Ga hier maar zitten. Ik haal Taqu voor het ontwerpen. Hoe kan die man er altijd zo'n puinhoop van maken hier? Misschien moet ik hem ontslaan." Nijdig beende ze weg.
Cassandra liet haar vingers over de gladde stoffen glijden en bekeek een paar schetsen die nog her en der verspreid lagen. Een bepaalde lap stof trok haar aandacht. Hij was dun en soepel en gleed bijna als water door haar vingers. De zijde was puur wit, bijna witter dan sneeuw. Voorzichtig pakte ze hem op en legde hem naast haar neer.
Algauw kwam Taqu aanlopen met een nogal chagrijnige Nian. Ze kibbelden luid. Taqu was een van de weinigen die het zich kon veroorloven iemand van de koninklijke familie tegen te spreken. Hij was de beste ontwerper van de Waternatie en Nian had eigenlijk geen zin om hem te ontslaan. Daarvoor gaf ze teveel om jurken, en Taqu's jurken waren de mooiste.
"De oude afmetingen kloppen niet meer, ik weet bijna zeker dat uw maat is veranderd," zei Taqu voorzichtig.
"Waar heb je het over?" snauwde Nian. En toen zei ze geagiteerd tegen zichzelf: "Ik had dat zeehondenvlees niet moeten eten, dat zal het zijn geweest." Bezorgd legde ze haar handen om haar middel om te kijken hoe dun ze was.
Cassandra wendde haar ogen af en Taqu liep met een glimlach op zijn gezicht naar haar toe. "Prinses. Ik begrijp dat je volgende jurk spectaculair moet zijn. Voor het Lentebal, toch?"
Ze knikte koeltjes. "Dat klopt. Ik vind deze stof erg mooi." Ze trok de glanzende witte zijde naar zich toe. "Wat is het?"
"Je hebt een goede smaak. De fijnste zijde uit de Vuurnatie, gesponnen door een speciale rups die alleen rondom de spiritpoelen voorkomt. Daarna geweven, geweekt in rozenwater en geperst."
Ze glimlachte. "Hij is prachtig."
Hij schoof met een glimlach papier en potlood naar haar toe. "Ik neem aan dat je hem zelf wilt ontwerpen? Zoals altijd?" Cassandra wist dat hij een zwakke plek voor haar had omdat ze er altijd op stond om zelf de beginschets te maken. En omdat ze het ook goed kon.
Voorzichtig begon ze te tekenen, zachte lijnen neerzettend op het papier. Wijde mouwen, wapperende stof, strak om haar middel en heupen en uiteindelijk uitwaaierend bij haar onderbenen.
Taqu glimlachte tevreden. "Altijd weer schitterende ideeën. Ik vind het goed! We gaan eraan werken. Nog een paar kleine veranderingen... Maar het is een goed ontwerp. Je figuur komt mooi uit!"
Ze onderdrukte de neiging om "weet ik" te zeggen. Ze had er heus wel over nagedacht.
Hij stond op en begon mensen te roepen en stoffen te pakken. Cassandra wachtte, met haar vingers op de tafel tikkend. Na een tijdje kwam Nian kwam naar haar toe met een hemelsblauwe stof die haar ogen feller maakte. "Deze wil ik gebruiken. Vind je niet dat hij leuk staat?"
Cassandra knikte. "Hij staat schitterend."
"Ik dacht aan een wijde rok," begon Nian, maar Taqu kwam ertussendoor lopen. "Cassandra. Kijk eens naar dit."
Hij hield een schets omhoog en een aantal stoffen. De witte zijde die ze al had uitgekozen, maar ook een heel diep paarse stof die fel glansde en een donkerblauw dik brokaat. Langs de rand van de stof hield hij een fijn wit bont. "Dit wordt een mantel. Deze clips"- hij hield twee blauwe edelstenen met een gouden rand omhoog met veiligheidsspelden op de achterkant -"maken de mantel vast aan je jurk." Hij wapperde de schets voor haar neus. Ze zag een band om mijn middel toegevoegd met een strik achterop met twee linten die achter het model aan wapperden.
"Mooi," zei ze zacht.
Zijn ogen glansden. Hij riep zijn werksters en overhandigde ze de stoffen en het ontwerp. "Aan het werk, dames!"
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro