Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 1: Rebellie

Waarin Cassandra's leven op zijn kop komt te staan en haar verhaal begint

Linkse vuistslag, hoge rechtse schop, voorwaartse schop... De houten dummy, waar Cassandra haar vechtsport op oefende, kreeg het zwaar te verduren. Hij was met zijn voeten in de vloer verankerd, maar toch zwiepte hij heftig heen en weer.

Cassandra deed nog een linkse schop en een paar snelle stoten en eindigde het zogenaamde gevecht met een achterwaartse schop, recht in het starre gezicht van de arme dummy. Met een luide krak brak de nek doormidden, het geluid nogal luguber echoënd door de zaal. Het hoofd bleef aan één vezeltje hangen en zwaaide lichtjes heen en weer. Cassandra zuchtte diep. Wat zouden haar ouders denken als ze weer een nieuwe dummy vroeg? Het was niet de bedoeling dat ze zo goed was in vechtsport, maar ze kon het niet laten om drie keer zo vaak te trainen als mocht. Het was fijn om alle stress af te reageren.

Hijgend ging ze zitten. Het was een goed idee om nu maar eens te stoppen. Vermoeid trok ze het elastiekje uit haar haar, een piepje smorend toen een paar haartjes, die om het elastiekje geklit waren, uit haar hoofd werden getrokken. Haar pony was drijfnat. Voorzichtig streek ze het meeste zweet weg en leunde naar achteren op het bankje.

Het was acht uur en het paleis was nog doodstil en donker. Dat was ook de bedoeling, want ze wilde niet dat haar ouders achter het trainen kwamen. Ze zouden boos worden, zeggen dat het niet bij een prinses paste, dat vrouwen andere, nuttige dingen moesten leren. Nuttig... Vechtsport was nuttiger dan naaien in een samenleving waarin de vrouw als object werd gezien.

Om negen uur zouden haar ouders een bediende sturen om haar uit bed te halen. Dus ze had nog een uur om terug te komen in haar kamer. Met een zucht stond ze op. Ze kon hier wel blijven zitten, maar ze was liever voor de zekerheid ruim op tijd terug. En dan kon ze zelf alvast haar kleding aantrekken, in plaats van dat haar dienstmeisjes aan haar rokken zaten te frunniken.

Op haar tenen sloop ze door de koude, gladde gang naar haar kamer. Het paleis was het mooiste gebouw uit de hele Waternatie, een en al torentjes, bogen, pilaren, gangen en zalen. Het was uit de gletsjer daarachter gehouwen waardoor de temperatuur altijd rond de tien graden schommelde. Het was nog kouder geweest als er niet honderden waterstuurders in de kelder de taak hadden om het ijs bevroren te houden en de lucht warm. Maar voor Cassandra was de kou niets nieuws; als je je hele leven erin doorbracht wende het.

Die dag was er een belangrijke vergadering, herinnerde ze zich nu, waar ze heen moest. Het was ongewoon voor een vrouw, laat staan een meisje, om een belangrijke positie te bekleden, maar haar broertje Yuuga was nog te jong. Als hij oud genoeg was, zou hij al Cassandra's verantwoordelijkheden overnemen. Haar hart kromp ineen toen ze bedacht hoe onschuldig hij nu nog was, jong en zorgeloos. Dat zou allemaal binnenkort veranderen.

Ze liep naar de paspop en tilde voorzichtig de blauwe omslagjurk eraf. Hij was zwaar, gemaakt van de beste zijde. De rokken ruisten toen ze hem op de grond legde en uiteen vouwde. Een golvenpatroon decoreerde de onderzijde en de band was paars, versierd met het Waternatie-embleem. Ze drapeerde de jurk om haar lichaam en deed de band eromheen. Hij zat als gegoten, zoals altijd. Daar zorgde haar moeder wel voor.

Met kleine stapjes liep ze naar de spiegel. Haar moeder was wat mode betrof een wonder. De blauwe zijde complimenteerde haar ogen en het model van de kimono-achtige jurk benadrukte haar slanke figuur. Met een borstel kamde ze alle klitten die nog over waren van het trainen uit haar haar. Als laatste deed ze haar ketting om haar nek, de ketting met het yin-yangsymbool. Yin en yang, waar Cassandra weleens over had gelezen, sprak haar aan. Het zwarte stond voor het vrouwelijke en de kern was het witte mannelijke. Het witte deel stond voor het mannelijke en had als zwarte kern het vrouwelijke. Alsof ze gelijk waren.

Het was een onwaarschijnlijke droom, een fantasie die natuurlijk van geen kanten klopte. Maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen het ding weg te doen. Misschien bleek ooit dat vrouwen net zo goed waren als mannen.
Misschien zouden ze ooit als een vlinder uit een cocon komen kruipen.

Waarschijnlijk niet.

Zuchtend draaide ze zich weg van de spiegel.
Er werd zachtjes op de deur geklopt. Dat was haar dienstmeisje. Had ze hier echt een uur gezeten? Wat ging de tijd toch snel. Ze richtte zich op. "Binnen."

Het was Ruka, het kleinste dienstmeisje. Ze had zacht bruin haar en donkere ogen die Cassandra deden denken aan die van een hert. Haastig boog het meisje en streek haar rokken glad. "U moet gaan, majesteit. Het ontbijt staat klaar."

Ze knikte. "Ik kom eraan." Met een laatste blik op de kamer draaide ze zich om en sloot de deur.

————

"Tijd om te gaan." Haar vader, Yang, staarde haar over de rand van zijn wijnglas aan. Nu al wijn? Hij had blijkbaar niet zo'n goede nachtrust gehad.

Haar moeder verzamelde haar rokken en stond op. "De vergadering begint om tien uur. Sta even stil, Cassandra. Spirits, wat heb je met je band gedaan? Nog iets losser en je kimono valt uit elkaar." Met kleine stapjes waggelde ze naar Cassandra toe en trok de band zo hard aan dat alle lucht uit haar longen werd geperst. "Zo. Dat ziet er beter uit."

Ook haar vader stond nu op en richtte zich op in zijn volledige lengte. Hij was groot en imposant, met zwart lang haar en een sikje. Zijn ogen waren pikzwart en meedogenloos, en zijn gezicht was hard en hoekig. Hij keek altijd neer op mensen, maar ze wist niet of dat eraan lag dat hij zo lang was of dat zijn karakter door zijn uiterlijk heen straalde. Ze rilde toen ze terugdacht aan de keren dat ze de fout in was gegaan. Yang strafte niet mild.

"Cassandra, ik neem aan dat je je lessen hebt geleerd. Vertel me eens wat over de rol van de vrouw in onze samenleving," zei Yang hooghartig.

O ja, haar lessen.

Ze keek haar vader niet aan, want dat zou onbehoorlijk zijn, maar stond wel rechtop. Ze haalde zich de pagina's van het boek weer voor de geest en haalde diep adem. Voorzichtig maar met vaste stem begon ze: "Vrouwen worden zwakker geboren dan mannen. Daarom mogen ze geen element sturen. Vrouwen die een element sturen moeten worden geëlimineerd, doordat zij een gevaar voor de samenleving vormen. Vrouwen zijn in alle opzichten lager dan mannen, en zij moeten te allen tijde respect tonen aan hun man."

Nian, haar moeder, knikte eensgezind. Cassandra's stem haperde een beetje; ze kon niet inzien hoe Nian zo goed kon zijn, zo onderdanig en vrouwelijk. Cassandra had altijd moeite met het concept gehad; ze kon maar niet begrijpen waarom het zo was, dat vrouwen zwakker waren. Natuurlijk, vanbuiten was ze perfect; onderdanig en lief. Maar diep vanbinnen kon ze niet begrijpen waarom zij niet zou mogen sturen, waarom zij niet zou mogen vechten. Ze besefte natuurlijk hoeveel geluk ze had, dat haar ouders haar überhaupt al de kans gaven voor het beoefenen van taekwondo en karate.

Ze moest stoppen met vragen stellen en er gewoon op vertrouwen, dat haar ouders het beter wisten.

Toen ze klaar was, glimlachte Yang koud. "Goed. Voor de volgende keer wil ik dat je de wetten over ons rechtssysteem uit je hoofd leert. Ik ben tevreden."

Hij leek ook tevreden, niet trots, maar tevreden met wat hij zijn dochter had ingestampt.

Cassandra keek naar beneden en stak haar handen in haar mouwen.

Nian zuchtte licht. "Kom Yang, we gaan." Ze nam Yangs arm en keek bewonderend naar hem op. Haar ogen waren fletsblauw, groot en glanzend. Haar haar was muizig bruin en opgestoken in een ingewikkelde knot vol haarornamenten. Ze was klein, al stak ze nog steeds boven Cassandra uit, en haar middel was onnatuurlijk dun, het resultaat van dag en nacht een korset. Ze gehoorzaamde Yang altijd, was het altijd met hem eens, zelfs al sloeg hij haar elke avond. Als Cassandra niet kon slapen echoden Nians schreeuwen door de gang. Het was afschuwelijk. Iedereen wist het, maar het onderwerp was taboe en Nian onderging Yangs geweld in stilte. Het kon haar niet eens schelen, leek wel. Alles voor haar man.

Hoe deed ze het? Hoe deed ze het toch?

In gedachten verzonken liep Cassandra achter ze aan, de trappen af, door het paleis. Hun voetstappen weerklonken hard in de kale gangen terwijl ze zich naar de Grote Zaal haastten, en toen naar de uitgang.

Er stond al een gondel klaar, en een menigte dromde op de kade om de leden van het koningshuis te zien. Het was nog donker, zoals het altijd was in de polen in de winter. Lantaarns verspreidden een blauwachtig licht.

Een ijverige gondelier peddelde hen voort terwijl de mensen in doodse stilte knielden als de gondel langskwam. Cassandra zat recht en keek star voor zich uit. Een fluistering ging door de menigte als ze langskwam.

Cassandra had blond haar. Het was heel bijzonder in de Waternatie. Ze wist niet hoe ze eraan kwam, met het bruine en zwarte haar van haar ouders, maar het was altijd het eerste wat mensen opmerkten en het maakte meteen dat ze opviel in een menigte. Zodanig wist ze dat de mensen over háár fluisterden, over háár schoonheid. Een tevreden glimlachje deed haar mondhoeken omkrullen. Ze was de perfecte prinses, en ze was er trots op.

Ze voelde haar moeder achter haar ongeduldig schuifelen. Nian ging heel ver voor schoonheid, en Cassandra wist bijna zeker dat Nian jaloers op haar was. Het maakte haar een beetje ongemakkelijk, en gaf haar tegelijkertijd een soort voldoening waarvan ze wist dat het niet aardig was. Maar gelukkig kon Nian niet in haar hoofd kijken.

Het Staatsgebouw kwam opdoemen, in al zijn glorie. Het bouwsel was versierd met het Waternatie-embleem en twee watervallen flankeerden de ingang.

Op dat moment stootte de gondel tegen de kade. Lakeien kwamen aanrennen om de boot vast te meren. Nian pakte Yangs arm weer en stapte elegant uit de boot. Cassandra volgde.
Langzaam staken ze het plein over naar het grote gebouw. Ze voelde de ogen van duizenden mensen op haar rug branden. Met haar kin omhoog volgde ze haar ouders tot ze eindelijk bij de deuren waren.

Twee waterstuurders maakten een gebaar naar links en de deuren van ijs schoven langzaam met een piepend geluid opzij. De stuurders bogen naar Yang en knikten naar Nian en Cassandra, en sloten toen de deuren toen weer achter hen.

Ze waren nu aangekomen in een grote zaal. Een kring van stoelen was gearrangeerd in het midden van de zaal. Daarachter ruisten watervallen. De symbolen van de vier elementen waren in de muur gehouwen, elk een eigen muur, en de stoelen daarvoor waren in de kleur van elke natie. Cassandra liet haar ogen over het geheel glijden. Rood voor de Vuurnatie, geel voor de Luchtnomaden, groen voor het Aarderijk en blauw voor de Waterstam. Tenminste, dat waren de officiële namen. De meeste mensen noemden het gewoon Luchtnatie, Waternatie, Vuurnatie en Aardenatie.

Er zaten al een aantal Luchtnomaden klaar en een paar mannen van de Aardenatie zaten rustig met elkaar te praten. Yang leidde Cassandra naar haar stoel en ging voor haar zitten. Hij gaf Nian een zoen en gebaarde naar de deur. Nian schuifelde glimlachend naar buiten, Cassandra bij de mannen achterlatend. Cassandra zuchtte licht en leunde naar achteren.

Langzaam druppelde de hele vergadering binnen. Luchtnomaden in wapperende, oranjegele gewaden. Vuurnatiegeneraals in pompeuze, rood-zwarte uniformen. De Aardekoning in een kimono en een vreemde groene hoed. Blijkbaar was iedereen aanwezig, want Yang stond op en schraapte zijn keel. Het werd stil in de zaal.

"Beste heren," begon Yang, Cassandra compleet negerend. "Hierbij verklaar ik deze vergadering voor geopend. We gaan het vandaag hebben over de handel tussen de naties. We hebben allemaal gemerkt dat het handelscontact de afgelopen jaren is gestegen. Nieuwe plaatsen en nieuwe bronnen worden ontdekt en banden worden gesmeed. Ik vind dat wij ons actief moeten richten op het laten opbloeien van die handel. Deze vergadering gaan we de opties bespreken, maar ook de rollen van de leiders van de naties in deze processen en de rollen van de boeren.

Als tweede onderwerp gaan we het hebben over de positie van de vrouw in verschillende naties. Ik ben van mening dat we een gezamenlijke afspraak moeten maken zodat de samenleving voor immigranten niet afwijkt van hun complete mensbeeld, dat ze in hun vaderland hebben gekregen. Laten we onze standpunten verdedigen en kijken of we vandaag wel tot een overeenkomst kunnen komen." Er klonk lichte irritatie door in Yangs stem; de onderhandelingen waren al weken bezig. Cassandra wist dat hij vurig wenste dat iedereen zijn standpunt kon opvatten, maar de vrouwen van de Luchtnomaden waren als wilden opgevoed en waren te dom om de waarheid in te zien: vrouwen waren nou eenmaal niet gelijk aan mannen.

Dat was tenminste wat Nian Cassandra had verteld toen ze er een tijdje geleden naar had gevraagd.

Yang praatte door en door over een heleboel onderwerpen waar ze al maanden over spraken vol moeilijke termen en Cassandra merkte dat haar blik afdwaalde. Ze liet haar ogen over de Luchtnomaden glijden, de oude, grijsharige mannen en zelfs een paar vrouwen, die met oprechte interesse luisterden naar wat Yang te zeggen had. Ze leken zich niet druk te maken over het feit dat Yangs standpunten volledig indruisten tegen hun hele cultuur en luisterden gewoon.

Plotseling viel haar blik op een jongen die eruit sprong. Ze voelde iets van verontwaardiging toen ze zag hoe hij erbij zat: een lange jongen van vijftien, zestien jaar, die onderuitgezakt op zijn stoel zat en verveeld rondkeek. Hij had zijn ene been over zijn andere gedrapeerd, het toonbeeld van een soort luie elegantie.

Ze kon het niet laten hem te bestuderen. Hij had het lichaam van een danser of iemand die aan vechtsport deed: slank, gespierd en soepel, en ze kon om de een of andere reden haar hoofd niet wegdraaien. Hij was knap, zo knap dat ze zich eraan ergerde. Hij zat daar alsof de hele wereld van hem was! Maar ze mocht haar emoties niet tonen. Het was maar een jongen. Ze wilde net resoluut wegkijken toen hij haar recht aankeek. Twee diepbruine ogen boorden zich uitdagend in de hare.

Haar adem stokte en ze voelde haar wangen dieprood worden. Nee! Wat was ze aan het doen? Hoe lang staarde ze al naar hem? Wist hij het? Eigenlijk zou ze nu van Nian haar ogen moeten neerslaan en onaangedaan wegkijken, maar iets in haar zei haar dat hij haar als zwak zou zien. En om een of andere reden wilde ze dat niet. Haar ogen schitterden fel en ze tilde haar kin nog iets hoger op.

De wenkbrauwen van de jongen gingen iets omhoog, maar hij wendde ze niet af. Het oogcontact duurde nu wel erg lang, maar ze wilde niet de eerste zijn om weg te kijken. Zijn knappe schuine ogen boden meer uitdaging dan haar hele leven tot nu toe had gedaan. Ze voelde een vreemde rilling door haar heen gaan en probeerde het branden van haar wangen tegen te gaan.

Schaam je! snauwde ze tegen zichzelf. Ze had zich in jaren niet zo laten gaan, en het was allemaal zijn schuld. Wist hij wel wie ze was? Hoe durfde hij een prinses zelfs maar aan te kijken!

"Prinses, u moet spreken."

Ze schrok zo erg, dat ze bijna piepte. Net wist ze nog op haar lip te bijten. Dit was belachelijk, ze moest zich focussen. Ze had ergere dingen meegemaakt.

Ze staarde recht voor zich uit en draaide zich toen om naar de man die had gesproken. Met een hooghartig knikje stond ze op en liep sereen naar de spreekstoel.

Ze was perfect, de perfecte prinses, en een of andere stomme jongen ging daar niks aan veranderen. Haar wangen waren weer normaal, voelde ze. Tevreden begon ze haar betoog.

Ze praatte voor een kwartier, over de vrouw en handelscontracten, alles door elkaar. Ze had de toespraak zo vaak geoefend, dat ze haar blaadje negeerde. Ze kon het volledig op de automatische piloot. Met rustige stem verdedigde ze de standpunten van haar vader, ja, ze was het er mee eens, ja, de vrouw was gewoon zwakker geboren en dat was jammer, nee, ze was niet ongelukkig in haar rol, want ze zag in dat verschil moest bestaan en iemand de man toch moest dienen. Toen ze klaar was kreeg ze een waterval van applaus. Ze zag een paar meelijdende gezichten bij de Luchtnomaden maar zelfs zij klapten luid. Rustig ging ze zitten. Yang zou tevreden zijn.

De volgende spreker kwam op, een vrouw van de Luchtnatie. Ze was een van de jongere mensen, rond de dertig jaar, met witblond haar dat naar achteren was getrokken om een blauwe pijl op haar voorhoofd te laten zien, die aangaf dat ze een Luchtstuur-meesteres was: iemand die Luchtsturen volledig onder de knie had. Ze kuchte en het werd stil in de zaal.

"Dames en heren," zei ze vriendelijk, "ik wil het gaan hebben over de standpunten van de Waternatie. Wij Luchtnomaden zijn het daar niet mee eens. We weten allemaal dat de Waternatie vrouwen ziet als minderwaardig aan mannen. Dat is belachelijk en dat kunnen we niet tolereren."

Yang zakte verveeld achterover op zijn stoel. Maar Cassandra bleef rechtop zitten. Deze vrouw had iets, een uitstraling, die maakte dat Cassandra zich waakzaam voelde. Ze sprak overtuigend en haar stem klonk gemeend.

"Wij vinden, dat vrouwen gelijk zijn aan mannen. Wij vinden, dat vrouwen gelijke kansen verdienen. Vrouwen zijn even slim, even capabel, ja, zelfs even sterk als mannen."

Een man stak verwoed zijn hand op. "Dat is niet waar!"

"Nee?" De vrouw keek kalm rond. "Normaal gebruiken wij Luchtnomaden geen geweld, maar blijkbaar kan niets anders tot jullie doordringen. Ik wil dat de sterkste man hierheen komt. Ik daag hem uit voor een gevecht."

Yang ging rechtop zitten, zijn ogen glinsterend als edelstenen. Dit trok zijn aandacht.

Een bonkige vuurstuurder stond op. Zijn armen waren een en al spier en hij flexte zijn vingers. "Ik vernietig je." Twee vlammen gloeiden op in zijn handpalmen. Cassandra wachtte totdat Yang ze zou inlichten over de regels: vechten is niet toegestaan in de vergaderzaal; maar hij deed niets.

"Laten we vechten zonder sturing," zei de vrouw kalm. "Om te bewijzen dat we ook lichamelijk even sterk zijn."

"Prima." De man grijnsde en doofde zijn vuurtjes. De vrouw wachtte kalm af.

Ineens denderde de man op haar af. De vrouw greep zijn pols en maakte een draaiende beweging met haar arm, waardoor hij met een daverende klap op de ijsvloer landde. Zijn ogen rolden in zijn kassen. Toen zat de vrouw al op hem met haar vuist recht boven zijn neus.

Cassandra merkte dat ze aan haar nagelriemen peuterde van de zenuwen. Ze voelde een golf van opluchting en bewondering toen ze zag hoe snel en efficiënt de vrouw hem had gevloerd.

Onaangedaan stond de vrouw weer op en liep terug naar de spreekstoel. "Iemand nog twijfels? De Waternatie behandelt vrouwen als beesten, als slaven. Dit kan toch niet goed zijn? Vrouwen in de Waternatie mogen niet werken, niet zelf hun echtgenoot kiezen, niet sturen. En als op elk van deze wetten een overtreding wordt gemaakt, kan de vrouw de dood verwachten. De dóód."

Ze rilde en de hele menigte draaide zich als een man om om naar Yang te kijken. Hij zag rood en zijn zwarte ogen flitsten vervaarlijk.

De vrouw stapte af van de spreekstoel en liep met een zekere tred naar Yang toe. "Waternatie-meisjes wordt vanaf hun geboorte aan ingestampt dat vrouwen minderwaardig zijn en moeten dienen. Neem de jonge Cassandra hier."

Cassandra's mond viel open en ze klemde haar vingers om de leuning van de stoel. Ging de vrouw haar er ook nog in betrekken?

Het klonk zo logisch, wat ze zei. Zo goed. Maar het kon toch niet? Alles, Cassandra's hele leven, was gebouwd rondom die ene waarheid: mannen moeten worden gediend.

Ze was sterk, ze was slim. Maar... kon ze ook een leider zijn, een onafhankelijk persoon?

Het begon haar een beetje te duizelen. Misselijk drukte ze haar vingers tegen haar slapen.

De vrouw ging onverstoorbaar verder. "Hoe kan het dat een meisje zo jong, met zoveel overtuiging de woorden uitspreekt die haar eigen kooi vormen? Hoe kan iemand zo jong zo slim zijn, maar toch haar eigen vonnis uitspreken alsof het zo hoort? Wat hebben haar ouders, haar cultuur, met haar gedaan?"

Alle mensen begonnen door elkaar heen te praten. De wereld draaide voor Cassandra's ogen en het geluid in haar oren zwol aan. Wiebelig stond ze op, excuseerde zich en haastte zich naar de deur van het vertrek. Niemand luisterde echt naar haar. Iedereen dromde om de vrouw en ze hoorde Yangs woedende stem boven het tumult uitkomen.

Met een hoofd vol gedachtes en gevoelens liep ze door de gangen. Was het waar? Wat moest ze in hemelsnaam geloven? Haar eigen verstand of haar ouders, die zoveel ouder waren en haar zo genereus hadden opgevoed?

Yang gebruikte haar, besefte ze. Hij gebruikte haar overtuigingskracht, haar complete geloof, haar onschuld, om mensen te laten inzien dat zijn mening de juiste was. Haar broertje Yuuga was te jong om te spreken op vergaderingen, ja, maar Yang had een vrouw nodig om vol vuur zijn standpunt te verdedigen. En dat was zij. O, wat was ze naïef geweest.

Maar had ze iets anders moeten verwachten van haar harde, gemene vader?

Nee, zo mocht ze niet over hem denken. Hij had haar opgevoed.

Rillerig plensde ze wat water in haar gezicht bij de wastafel. Ze beet op haar lip om het trillen te stoppen. Ze mocht niet huilen, nooit huilen. Dat was nutteloos. Wat was het hele punt van gevoelens eigenlijk?

Ze ademde diep in en uit, leunend op de wastafel. Zo bleef ze even staan tot de zwarte waas voor haar zicht was verdwenen en ze weer vrijuit kon ademen.

Plotseling hoorde ze iets. Een voetstap. Ze schoot overeind en droogde haar gezicht af met haar mouw. Al haar spieren spanden zich aan.
Ze hoorde een groep mensen aankomen door de gang. Behalve hun voetstappen maakten ze geen geluid. Iets vertelde haar dat ze moest vluchten, maar ze kon nergens heen.

Voorzichtig kwam ze los van de wasbak en zette een paar stappen achteruit. De deur van het toilet was nog dicht en de klink bewoog niet. Buiten de deur was het ook stil. Gespannen wachtte ze.

"Volgens mij ging ze hier in," zei een mannenstem fluisterend.

"Sttt," zei een andere stem dwingend. De deurklink ging langzaam naar beneden. Cassandra verstijfde.

Toen zwaaide de deur open. "Hallo, mevrouw Lao," zei de man die naar binnen stapte. Vijf mannen kwamen na hem de ruimte in. Ze hadden een beleefde glimlach op hun gezicht.

Cassandra keek hen kil aan. "Dit is een vrouwentoilet. Wat komen jullie hier doen?"

"Och meisje toch, we kwamen alleen om een bericht door te geven," zei de man semi-verbaasd. "Je vader heeft ons gestuurd. Je moet ons vertrouwen."

Haar vader stuurde nooit mannen naar haar toe. Mannen in dienst van een vrouw was vreemd. Dat zou hij nooit doen. Achterdochtig hief Cassandra zich op. "Nee."

"Wat zei je daar nou?" De man sperde zijn ogen wijd open van verbazing, alsof ze een kind was.

"Ik zei nee." Ze keek hen dreigend aan. "Ik ga niet mee. Verlaat deze ruimte nu, of anders roep ik de bewaking."

De man zette een stap dichterbij, te dichtbij. Ze kon zijn stinkende adem op haar gezicht voelen. "Ik ben bang dat de bewaking tijdelijk niet beschikbaar is," grijnsde hij. Hij stak een kop boven haar uit en was waarschijnlijk minstens twee keer zo zwaar als zij. Plotseling greep hij haar kimono. Ze wilde geschrokken achteruit deinzen maar hij had haar stevig vast. Met zijn ruwe knokkels streek hij over haar wang. "Kom hier, prinses-"

Haar arm vloog voordat haar gedachten hem konden stoppen. De man werd vol in zijn gezicht geraakt. Geschokt struikelde hij naar achteren, zijn hand over zijn neus geklemd. Bloed sijpelde tussen zijn vingers door. "Mijn neus," stamelde hij schor. Met hysterische woede keek hij op. "Dus je hebt pit. Geen probleem, tegen zes mannen houd je het niet lang uit. Pak haar!"

De mannen doken op haar af. Cassandra voelde zich vreselijk kwetsbaar in haar zware kimono, die haar belette om te schoppen of snelle bewegingen te maken. Ze zou het met haar vuisten moeten doen. En er waren zoveel mannen dat ze allemaal na één klap bewusteloos zouden moeten zijn. Anders zou Cassandra worden overweldigd.

Zo snel ze kon sloeg ze er één tegen zijn slaap en ontweek twee anderen. Ze elleboogde er één in zijn ribben en sloeg naar het gezicht van een andere, maar hij dook weg. Ze moest langzaam terrein prijsgeven en werd in een hoek gedreven. Haar adem ging gejaagd en haar hersenen draaiden op volle toeren. Wat wilden ze van haar? Als ze haar wilden verkrachten, er waren veel makkelijker doelwitten dan de prinses. Waarom vielen ze haar aan? Wat zou er gebeuren als ze haar overweldigden? Daar durfde ze niet aan te denken. De mannen lachten en sneerden. De bloedneus zwalkte naar haar toe. "Vrouwen zijn zo sterk? Haha, laat me niet lachen! De Luchtnatievrouw was vast een uitzondering, kijk maar naar jezelf! Maak je maar geen illusies dat je sterk bent, schatje. Het is de harde, trieste waarheid: je bent het niet."

Cassandra balde haar vuisten en keek hem recht aan. "Herhaal dat eens."

"Je bent zwak. Word niet zo boos, je hebt het zelf beweerd! Iemand weet niet wat ze wil!" sneerde de man sarcastisch.

"Nee, jullie weten niet wat goed voor jullie is!" snauwde ze.

"Ah, mooi!" Plotseling was er een stem dichtbij haar oor. Ze wervelde om en sloeg per ongeluk haar haar in het gezicht van de jonge ambassadeur met de bruine ogen, die haar zo lang had aangekeken. Niet hij! Wat kwam hij hier doen?

"Jij weer!" snauwde ze.

"Wat nou, jij weer? Ben je niet blij om me te zien?" De jongen hing nonchalant over de wasbak. "Ik hoorde allemaal klappen dus ik kwam even kijken of er niet iets aan de hand was. Gaat het? Kwamen ze hard aan?"

"Wat?" Ze slaakte gefrustreerd een kreet. "Jij bent echt dom! Zie je daar, die man met een bloedneus? Mannen krijgen niet zomaar een bloedneus. Dat heb ik gedaan."

"Nee! Heb je iemand een bloedneus geslagen?" zei de jongen semi-geschokt. "Ik had eerlijk gezegd wel meer verwacht. Je komt zó sterk over."

Zijn sarcasme was te dubbelzinnig. Ze snapte niet wat hij bedoelde. Sarcasme in sarcasme. Wie was deze jongen? "Wat jij verwacht kan mij niks schelen," siste ze. En met een vloeiend gebaar trok ze de band van haar kimono weg en smeet het complete zijden ding in zijn gezicht. Het voelde goed om van het extra gewicht af te zijn, en in haar onderjurk kon ze veel beter vechten. Ze ging in de vechthouding staan. "Nog één keer. Wie gaat er weg?"

Het bleef akelig stil.

Toen kwamen ze van alle kanten op haar af. Ze verwachtten niets van een klein tienermeisje. Mooi, dan had ze het voordeel van de verrassing.

Voordat de eerste man met zijn ogen kon knipperen lag hij door een rondwaartse tegen zijn slaap bewusteloos op de grond. Cassandra draaide om en schopte een andere man met een achterwaartse in zijn buik. Hij plofte drie meter verder tegen de muur. Tevreden keek ze de jongen aan. "Wat zei je ook alweer?"

De jongen lachte nerveus. "Haha, ik had je een beetje onderschat. Maar wacht maar-"

Cassandra dook opzij om de slag van één man te ontwijken maar een andere sprong meteen op haar af. Hij haalde uit met zijn vuist en ze kon haar handen niet op tijd omhoog krijgen om de slag te blokkeren...

"Kijk uit!" schreeuwde de jongen. Hij maakte een draaiende beweging met zijn handen en de man werd door een krachtige windvlaag achteruit geslagen. Hij klapte met een ziekelijk geluid tegen de muur en gleed langzaam naar beneden.

"Bedankt," zei Cassandra oprecht verbaasd. Ze had niet verwacht dat de Luchtnomade haar ging helpen. Blijkbaar zat er toch iets goeds in hem. Heel, heel diep verstopt.

Ze wilde dat ze ook een element kon sturen. Het was zo handig. Maar ze kon het niet, dus ze moest stoppen met klagen. Ze had tenslotte haar vechtsport.

En ondertussen begon dit gevecht iets langer te duren dan ze wilde. Ze trapte één man tegen zijn kaak en een andere tegen zijn slaap met een vliegende zijwaartse schop. Nog in de lucht landde ze haar voeten op de laatste man, de bloedneus, en hij vloog achterover en landde met gesloten ogen op de grond.

Tevreden keek ze rond. En dat was dat.

Toen merkte ze dat die ambassadeur weg was.

"Hey!" Kwaad verhief ze haar stem. "Luchtstuurder, kom terug! Waar zit je?"

Hij stak zijn hoofd om de hoek met een zelfvoldane grijns op zijn gezicht. Cassandra gebaarde met haar handen. "Je laat mij achter met deze rotzooi?"

"Inderdaad," zei hij. "Nou, tot ziens dan maar." Hij glipte de hoek om.

"Wacht! Ik weet niet eens je- naam," eindigde ze zachter, teneergeslagen naar de grond kijkend. "O, laat ook maar."

Verwarrend joch. Knap, arrogant, charmant, manipulatief joch.

Ze schudde wild haar hoofd heen en weer. Wat was ze aan het doen? Ze was nog nooit zo door iemand afgeleid. Dit was niet goed. Focus, bezwoer ze haarzelf. Verpest alsjeblieft niet je perfecte reputatie.

Maar ze voelde zich verre van perfect die avond. Het was allemaal zijn schuld.
En wat wilden die mannen in godsnaam met haar doen?

In gedachten verzonken ging ze op de grond zitten naast de bewusteloze mannen en wachtte tot iemand haar zou vinden en de hel los zou barsten.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro