11.1
Vaag hoorde ik wat geluiden op de achtergrond, ik wilde mijn ogen openen maar mijn spieren werkten niet mee. De geluiden werden echter steeds duidelijker. Uiteindelijk begon ik woorden te onderscheiden, woorden die zinnen werden. Ze smeekten me om wakker te worden.
Wacht, wakker worden? Was ik niet dood. Met een ruk schoten mijn ogen open, mijn spieren werkten dus weer. Ik keek meteen in de bezorgde blauwe ogen van mijn vader. 'Moira?' vroeg hij snikkend. 'Ja?' zei ik. 'We dachten dat je dood was. Gelukkig heeft je harnas je gered.' bracht hij snikkend uit.
Ineens herinnerde ik me weer wat er gebeurd was, een pijl had me recht in het hart geraakt. Eigenlijk niet helemaal, hij ketste slechts af op de plek waar mijn hart zat. Ik had geluk gehad dat ik mijn harnas aan had gehad anders was ik nu morsdood geweest. Leuk feitje, mijn leger was corrupt.
Hoe kan ik oorlog voeren met een corrupt leger? 'Vader, heeft u de dader te pakken gekregen?' vroeg ik. 'Ja, hij zit nu in de gevangenis wegens poging tot moord.' antwoordde hij. 'Wie was het?'
'Een jonge meerman met vuurkrachten, ik geloof dat hij Ash Tinder heet.' zei mijn vader. Nou Ash Tinder, bereid je maar voor op een bezoekje van de prinses in hoogsteigenpersoon.
'Hoe kan ik oorlog voeren met een leger dat mij wil vermoorden?' vroeg ik. 'Ze willen je niet allemaal vermoorden, enkel Ash wilde dat. De rest is loyaal aan Valeria.'
'Hoeveel dagen nog tot de oorlog?' vroeg ik. 'Een dag.' antwoordde mijn vader. Ik had een hele dag geslapen? Of beter gezegd ik was een hele dag buiten bewustzijn geweest? Balen.
'Er is trouwens nog iets wat je moet zien, blijkbaar is Venna's verjaardag eerder dan dat ze dacht.' zei mijn vader.
Een meermin met een roodpaarse staart kwam de kamer binnen zwemmen, een Magiemeermin. Toen ik beter keek zag ik dat deze meermin eigenlijk best wel veel op Venna leek. 'Venna?' bracht ik verbaasd uit. 'Ja, ik ben het.' zei ze stralend.
Ze was dus een Magiemeermin, die zijn ook niet veelvoorkomend. 'Laat eens wat zien.' zei ik tegen haar. 'Dat jij nou de Varlir bent wil niet zeggen dat ik mijn krachten ook al gelijk onder controle heb vanaf dag één.' zei ze met een lach op haar gezicht.
Daar zat wat in, als Varlir had ik de beheersing van de krachten er zowat cadeau bij gekregen. 'Dus je vecht niet mee in de oorlog?'
'Jawel, vooral met mijn zwaarden.' antwoordde ze tot mijn opluchting maar ook bezorgdheid. 'Oké, dan zie ik je morgen op het slagveld.' zei ik met een niet gemeende glimlach. Ik had geen zin in die oorlog maar dat leek me ook niet zo gek.
Ik voelde me al stukken beter en dus kwam ik uit bed. 'Ik moet Ethan maar eens gaan opzoeken, hij zal vast doodongerust zijn.' zei ik. Mijn vader knikte en ik zwom weg, richting Ethan. Onderweg pikte ik nog wel snel mijn harnas mee en trok het aan. Nu was ik tenminste goed beschermd. Mijn zwaarden hingen ook kruislings op mijn rug. Ik wist dat ik ze niet nodig zou hebben bij Ethan, maar ze stelden me gerust.
Ik kwam bovenwater en zag dat Ethan aan het ijsberen was op het strand. Er liep al een vrij diepe cirkel over het zand. Ik floot naar Ethan, een felle, harde toon. Ethan keek meteen op en zag mij. Ik zag hoe zijn gezicht opklaarde en hij weer vrolijk keek.
Ik zwom naar het strand toe en liet mijn benen terugkomen. Het zag er vast vreemd uit, ik met een harnas en daarom deed ik het ook even uit. Zo ook de zwaarden.
'Ik denk niet dat ik ruzie met jou wil krijgen.' zei Ethan, kijkend naar mijn wapenuitrusting. 'Daar heb je helemaal gelijk in.' antwoordde ik met een grijns. 'Waar ben je geweest?' vroeg Ethan bezorgd. 'Iemand pleegde een aanslag op mijn leven, mijn harnas heeft me gered alleen ik ben wel lang buiten bewustzijn geweest.'
Ik zag hoe Ethan verschrikt naar me keek. Toen kwam hij dichter naar me toe en gaf me een knuffel. 'Ik dacht dat ik je kwijt was.' zei hij verdrietig. 'Gelukkig ben ik er nog.' zei ik met een grijns. Ik knuffelde Ethan terug. Ik weet niet waarom, maar het voelde gewoon vertrouwd.
Zo bleven we nog even staan tot ik merkte dat de zon al aan het zakken was. 'Ethan, morgen wordt je 16 en dan ga je niet, ik herhaal niet het water in. Je zou je eigen doodvonnis tekenen.' zei ik bezorgd. 'Ik zal niet het water ingaan, prinses.' zei hij met een plagerige grijns. Ik rolde met mijn ogen. 'Als je het ook maar echt niet doet. Ik moet gaan, een goede nachtrust voor een oorlog is wel zo nuttig.' zei ik terwijl ik nep gaapte.
'Veel succes morgen!' riep Ethan me na. 'Dankje! Jij alvast fijne verjaardag!' riep ik terug. Ik rende de zee in en ik werd weer een meermin. Zo snel als ik kon zwom ik naar het paleis, ik had nog een bezoekje aan Ash Tinder te brengen.
Eenmaal onderweg naar de kerkers botste ik tegen mijn vader op. 'Waar ga je heen?' vroeg hij. 'Ik ga een bezoekje brengen aan de persoon die mij probeerde te vermoorden.' antwoordde ik.
'Oké, maar maak het niet te laat hè?' zei hij, typisch vadergedrag. 'Nee, tuurlijk niet.' zei ik terwijl ik wegzwon. 'Wacht Moira! Ik moet je nog wat vertellen!' riep mijn vader me na. Ik draaide me om en vroeg me af wat hij me te vertellen had. 'Wat is er?' vroeg ik. 'Je ketting werd paars vlak voor je geraakt werd.' zei hij. Dit betekende dus dat mijn ketting het gevaar liet zien, niet mijn staart, haar of ogen. Dit was geweldig nieuws en best handig aangezien mijn ketting nooit veranderde als ik wel veranderde.
Ik vervolgde mijn weg naar de kerkers en eenmaal in de kerkers zwom ik door tot ik de cel van ene Ash Tinder had gevonden. Hij was inderdaad een Vuurmeerman en hij had pikzwart haar. Hij draaide zijn hoofd en keek me recht in de ogen aan. Zijn ogen waren net als de zonsondergang, rood met tinten oranje. Wacht! Vergeet niet dat hij je probeerde te vermoorden! Maar hij is wel een knappe moordenaar. Ach wat hield ik mezelf voor, moordenaar is moordenaar.
Blijkbaar staarde ik gewoon naar hem zonder iets te zeggen want hij begon ineens te praten. 'Dus hoe lang ga je me nog aan staren? Ik weet dat ik knap ben maar je hoeft het er nog niet zo in te wrijven, dat is best gemeen eigenlijk.' zei hij. Hij keek naar zijn nagels alsof ze de belangrijkste dingen op aarde waren. 'Nee, ik moet met je praten.' herpakte ik mezelf. 'O ja en waar wil het prinsesje me dan over spreken?' vroeg hij, nog steeds kijkend naar zijn nagels. 'Waarom probeerde je me te vermoorden?' vroeg ik boos. 'O dat is eigenlijk best simpel. Je hebt ons 15 jaar in de steek gelaten en nu kom je ineens aanzetten alsof je er altijd al geweest bent. Je help een land te besturen en te redden waarvan je zelf niet eens het bestaan af wist tot voor kort. Je weet bijna niks over deze wereld.' riep hij. Hij keek me nu recht aan en ik hem. 'Wacht maar, ik zal jou eens laten zien wat ik kan.' zei ik waarna ik wegzwom.
Zijn woorden raakten me, maar ik kon hem niet laten zien dat ze dat deden en dus zwom ik snel weg voor ik tranen in mijn ogen zou krijgen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro