➵ hoofdstuk 10
De Dwergen keken niet op van hun werk. Ik deed erg mijn best om alles zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen, maar alleen Gandalf leek dat te zien. Ik zorgde dat elke Dwerg een bordje had en legde al het bestek netjes op zijn plaats.
'Opgepast, Elf!' Een Dwerg wrong zich langs mij af, richting de keuken. Hij duwde zijn armen lomp tegen mijn middel terwijl hij dit deed, waardoor ik bijna op de tafel gedrukt werd. Ik gromde geïrriteerd, terwijl ik het laatste mes neer legde. Steeds meer Dwergen kwamen om de tafel heen staan. Ze namen mokken en manden mee uit Bilbo's keuken. Een Dwerg kwam zelfs aan met een klein, houten dienblad met een klein kopje en een theepot met, nu nog warme, thee. De Dwerg zelf had zijn witte haar aan de zijkanten en achterkant naar elkaar toe gevlochten. Hij had een volle, ronden baard die maar net voorbij zijn kin ging. Hij doeg een gestreept jasje met bordeauxpaarse en roodlila tinten. De bloes, die hij onder het jasje aan had, was aubergine kleurige. Zijn broek was donkerbruin en hij droeg licht bruine laarzen. Om zijn middel droeg hij een grote riem om zijn jasje dicht te houden.
'Pardon, meneer Gandalf,' zei de Dwerg zachtjes. Gandalf keek op van de tafel en draaide zich in zijn richting.
'Wilt u een kopje kamillethee?' Hij tilde de theepot op en schonk langzaam wat thee in voor hem.
'Nee,' besloot Gandalf. 'Dankje Dori, doe mij maar een rood wijntje.' Hij glimlachte lief naar de Dwerg, die blijkbaar Dori heette, en liep daarna met gebogen hoofd onder de deur opening door. Hij stond nu weer in de studeerkamer.
'Ga eens iets nuttigs doen,' bromde een Dwerg, terwijl hij me richting de studeerkamer duwde. Ik sloeg zijn handen weg en draaide me abrupt om. Ik deed mijn mond open om iet tegen hem te zeggen, maar de wijze woorden van Lyraesel hielden me tegen. Ik sloot mijn ogen en haalde een keer diep adem. Met gebalde vuisten liep ik achter Gandalf aan.
'Nee!' Riep Bilbo, terwijl hij de studeerkamer in rende. 'Niet mijn prijswinnaars!' Hij greep een mandje tomaten vast en begon er aan te trekken. Na twee keer hard trekken had hij het mandje in handen. Een andere Dwerg kwam nu de kamer in gerend. Ik liep snel een stukje aan de kant. De Dwerg stopte voor Gandalf en begon in zijn eigen taal tegen hem te praten. De taal heette Khûzdul. De taal van de Dwergen. Dit was een taal die ik niet kon verstaan. De Dwerg maakte er ook verschillende gebaren bij, maar ik kon er niks uithalen.
De zwarte haren van de Dwerg stonden alle kanten op. Er staken plukken grijs tussen uit. Ook in zijn lange, zwarte baard zaten grijze plukken. Zijn lange snor had hij gevlochten. Hij droeg een lange, bruine jas die bij elkaar werd gehouden door zijn leren wapenriem. De jas was zo lang, dat ik zijn shirt niet meer kon zien. Zijn broek had dezelfde kleur als zijn jas, maar zijn schoenen waren net een tint donkerder.
Gandalf kreeg een lach op zijn gezicht.
'Je hebt helemaal gelijk, Bifur,' grijnsde Gandalf. Hij draaide zich in mijn richting. Eerst lachte hij maar plotseling stond zijn gezicht ernstig. Alsof hij net besefte dat hij iets was vergeten.
'Wat is er?' Vroeg ik. Gandalf zuchtte een keer diep.
'We komen één Dwerg te kort,' mompelde hij. Verward keek ik om me heen. Er liepen al zo veel Dwergen rond. Ik kon me niet bedenken dat er nog een bij moest komen.
'Wie missen we?' Vroeg ik. Ik bekeek alle voorbij komende Dwergen. Van een paar wist ik de namen, maar ik zag dat ik er nog veel moest leren. Ik verwachtte dat Gandalf mijn vraag zou beantwoorden, maar ik zat fout. Hij negeerde mijn vraag volledig. Hij richtte zich op een Dwerg die tegen de muur leunde. De Dwerg had alleen haar aan de achterkant en de zijkant van zijn hoofd. Bovenop was hij kaal. Blauwe tekens waren op zijn hoofd te zien. Hij had een lange, bruine baard en zijn snor krulde naar de zijkanten. Hij droeg een reebruine jas. Zijn schoenen en zijn broek waren in de zelfde kleur. Over zijn schouder was een laag bond gelegd. Alles werd bij elkaar gehouden door een riem die om zijn schouders liep. Ook om zijn middel droeg hij een leren riem.
'Hij is laat,' zei de Dwerg, terwijl hij een slok nam van het vat, dat hij in zijn handen had, nam.
'Meester Dwalin,' mompelde Gandalf terwijl hij langzaam naar hem toe liep. Ik had geen zin om nog langer naar Dwergen te luisteren. Ik liep daarom richting Bilbo. Hij kwam net de studeerkamer in lopen en staarde met een bezorgd gezicht naar alle Dwergen die langs liepen. Dori, de Dwerg die Gandalf eerder thee bracht, liep langs mij af.
'Gandalf!' Riep hij. Gandalf keek op en draaide zich in de richting van Dori.
'Een glaasje rode wijn, zoals u vroeg,' zei hij, terwijl hij het glaasje overhandigde. 'Hij heeft een fruitig geur.' Ik wrong me tussen Dori en Gandalf door en liep richting Bilbo. Hij legde zijn handen op zijn hoofd en zuchtte hulpeloos.
'Heel de kast is leeg,' zuchtte Bilbo. Hij sloeg zijn ogen neer en liet zijn handen weer langs zijn lichaam hangen. Ik draaide me om en wierp een snelle blik op de tafel. De hele tafel stond vol met eten. Ik kon de lege borden er niet tussen uit zien komen. De meeste Dwergen zaten al aan de grote tafel. Sommigen van hem waren zelfs al begonnen.
'Eten!' Schreeuwde een van de Dwergen. De laatste Dwergen kwamen vanuit de keuken naar de tafel. Ze namen allemaal plaats en begonnen met opscheppen. Ook Gandalf liep richting de tafel. Langzaam kwamen de gesprekken tussen de Dwergen op gang.
Zuchtend liep ik richting het bureau. Hier stond mijn eten nog steeds op. Ik pakte een broodje en brak een stuk af. Ik nam een grote hap en stopte de rest nog even terug in het mandje.
'Moet jij niets eten?' Vroeg ik aan Bilbo, terwijl ik het mandje met brood naar hem uit stak. Bilbo gaf mij geen antwoord. Hij draaide zich om naar de volle tafel vol eten.
'Ik kan dit stukje zo in zijn mond gooien,' zei Bofur grijnzend. Ik hoorde een Dwerg hard lachen.
'Dat lukt je nooit van zo'n afstand!'
'Wedden?' Bofur trok een wenkbrauw op en pakt het eten wat steviger vast. 'Bombur.' De Dwerg, die eerder de kazen naar de tafel had gebracht, keek op.
'Vangen!' Bofur gooide het eten naar Bombur. Hij opende zijn mond en ving het eten op. De Dwergen lachten en joelden. Ik zuchtte.
'Wat een varkens,' mompelde ik. Bilbo grijnsde kort naar me en liep daarna de keuken in. Hij staarde naar zijn lege voorraadkast. Ik had medelijden met hem. De Dwergen waren zo ongeveer anderhalf uur binnen en meteen plunderden ze zijn voorraadkast. Daar had hij ook niet om gevraagd.
'Valaina!' Riep Gandalf. Hij draaide zich om in zijn stoel en glimlachte vrolijk. Met zijn vinger maakte hij een krommende beweging. Met tegenzin liep ik naar hem toe.
'Kom je niet bij ons zitten?' Vroeg hij verbaasd.
'Bij jullie?' Ik keek de kamer rond. Een blond harige Dwerg sprong op de tafel. Hij had twee vlechten die naast zijn hoofd hingen. Hij had een klein sikje en een dunne snor die hij ook had gevlochten. Hij droeg een lange donkerbruine jas die aan de randen verkleed was met bond. Met een leren riem hield hij deze dicht. Onder zijn jas droeg hij een broek en een paar laarzen in de zelfde kleur.
Hij zette zijn voeten behendig tussen het eten en liep zo over de tafel.
'Wil iemand wat bier?' Vroeg hij aan alle Dwergen. Hij hield zijn vat omhoog terwijl hij iedereen langs ging. Ik hoorde zijn naam van verschillende Dwergen komen: Fili. De Dwergen grepen wat eten vast en gooide dat naar de benen van Fili. De Dwergen konden alleen niet zo goed richten. Een stuk ei kwam tegen mijn schouder aan. Geschrokken staarde ik naar beneden. Het ei had een vlek achter gelaten.
'Nee,' zei ik bedeesd. 'Ik kom absoluut niet bij jullie zitten.' Ik liep bij de tafel weg en leunde tegen de muur buiten de kamer. Ik hield Bilbo een beetje in de gaten. Hij stond nog steeds bij de voorraad kast en staarde maar wat voor zich uit.
'Bilbo,' zei ik zachtjes. Hij reageerde niet. Ik kwam overeind en liep langzaam op hem af. Ik legde mijn hand op zijn schouder en zuchtte.
'Hou nog even vol,' zei ik. 'Ze zijn vast bijna klaar.'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro