° ba - aber (Konjunktion)

° badan klin - Loyalität schwören (Verb, transitiv)

° badan op - dienen (Verb)

° badannes - Loyalität, Treue, Dienst (Nomen)

° badas - wunderbar, wunderschön (Adjektiv)

° bag - Bett (Nomen)

° baga - Feind (Nomen)

° bak daun - sich weigern (Verb)

° bak op - zurückgehen, zurückbleiben, zurückfallen (Verb)

° bakkova - Kleider, Kleidung

° bakon - (anatomisch) Rücken; Säule, Grundsatz (Nomen)

° baman - Rache (Nomen)

° ban au - verlassen; verbannen (Verb)

° ban op - verlassen (Verb)

° ban we - entfernen, wegnehmen (Verb)

° bana - Flagge (Nomen)

° banau - verbannt sein (Adjektiv)

° bandragen - Blasphemie (Nomen)

° bandrona - Botschafter (Nomen)

° bangeda - Botschaft (Nomen)

° bants - verlassen (Verb)

° bash op - schaden (Verb)

° beja - bitte (als Appell, Bitte oder Flehen; Nomen)

° beja daun -  bitten, plädieren (Verb)

° bezer - liebste (Adjektiv)

° bida - ein wenig, einige (Adjektiv)

° biga - groß, größer (Adjektiv)

° bilaik - als, wie; sein (Hilfsverb)

° bis - Bestie, Tier (Nomen)

° biskova - Pelz (Nomen)

° bitam - genug; sehr viel (Adverb)

° biyo - sagen (Verb)

° blid au - bluten (Verb)

° bliden - erhellt, beleuchtet (Adjektiv)

° blinka - Auge (Nomen)

° bloka - Schild (Nomen)

° bluma - Blume (Nomen)

° bon au - Schrei (Nomen)

° bos - gut, großartig, talentiert (Adjektiv)

° bos op - brechen (Verb)

° bosh - [bezeichnet die Mehrzahl von etwas] (Adjektiv)

° bouda - Stein, Fels (Nomen)

° brana - neu (Adjektiv)

° branwoda/branwada - wortlos, nutzlos (Adjektiv)

° breik au - befreien, frei (Verb)

° briyon - schlau (Adjektiv)

° bro - Bruder (Nomen)

° brolgeda - Schlachtfeld (Nomen)

° broukas - arm (Adjektiv)

° buk au - rennen (Verb)

° buka - Läufer (Nomen)

° bushhada - Feigling (Nomen)