Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

3.Tot de laatste traan part 2

3.Tot de laatste traan part 2

Bloed. Overal was er bloed. Het beeld werd wazig voor mijn ogen. Alles vervaagde, als een uitgelopen waterverf schilderij. Ik voelde hoe de grond op me afkwam. En toen ik in aanraking kwam met de grond, zag ik nog net hoe een schim op me afkwam. Toen werd alles zwart.

Tien uur eerder

'Waar gaat de wereld toch naartoe...,' zuchtte mijn vader terneergeslagen, alvorens hij een slok van zijn koffie nam. Daarna gooide hij de krant op de keukentafel. Mijn moeder die naast hem een boterham met kaas zat te eten, keek hem vragend aan.

Hij beantwoordde haar vragende blik door te zeggen: 'Een moeder heeft haar baby in kokend water gelegd omdat ze het beu was dat hij zeven weken aan een stuk huilde.'

'Dat meen je niet!' riep mijn moeder verbouwereerd uit. 'De baby is zeker dood?'

'Nee, maar de huid is zeer ernstig beschadigd en de kans is groot dat hij dood zal gaan.'

Ik hield me heel de tijd stil en keek toe hoe mijn ouders een gesprek begonnen over mensen die niet goed wijs waren. Ondertussen zat ik mijn stuk chocoladecake op te eten die mam vrijdag nog had gemaakt. Het zou me beter smaken moesten ze over iets anders bezig zijn. Maar opeens veranderden ze van onderwerp, waardoor ik me bijna verslikte. 'De zus van een vriendin van mij was vroeger getrouwd geweest met een gestoorde gek. Hij sloeg haar voor niks. Ze durfde dit aan niemand te vertellen, uit angst. Uiteindelijk heeft hij haar dood geslagen.'

'Een man die een vrouw slaagt noem ik geen man meer,' zei mijn vader hoofdschuddend en dronk zijn mok leeg.

Straks overkomt mij dit ook, schoot het door mij heen. Ik zag het zo gebeuren. Derek was ertoe in staat. En hij had nu een reden om mij te vermoorden, ik had hem bedrogen. Twee paar ogen keken me opeens bezorgd aan.

'Gaat het Alison? Je ziet opeens zo wit?' zei mijn moeder en pakte een nieuwe snee wit brood uit de broodzak. Ik zag er waarschijnlijk net zo wit uit.

Het was beter dat ik ze het vertel. En dat we samen naar de politie gaan, voordat er iets ergs gebeurde. Voordat het te laat was. 'Mam, pap...' Door mijn serieusheid begonnen ze nog ernstiger te kijken. Mam legde het snee brood op haar bord en vestigde al haar aandacht op mij. Op dat moment ging de bel.

'Ja, Alison?' vroeg pap, de bel totaal negerend.

Maar als ik het ze vertel, breng ik ze dan ook niet in gevaar? Straks doet Derek ze nog wat aan. Hij was daar echt toe in staat.

Derek had me al eerder bedreigd: "Als je dit aan iemand verteld, maak je het alleen maar erger voor jezelf. En dan ben ik noodgedwongen ook de mensen te straffen van wie je houdt."

Ik kon geen kant meer op. Ik wou niet het risico lopen mijn ouders in gevaar te brengen.

'Ik doe wel open,' zei ik en stond op.

Met snelle passen stapte ik naar de kleine hal, voorzien van lichtgrijze muren met de donkerhouten meubelen. Tsja, mijn vader had de kleine hal mogen inrichten.

Derek stond voor mijn neus toen ik de deur opende. Alsof je van de duivel sprak.

Een brok vormde zich in mijn keel, ik probeerde mijn angsten weg te slikken maar het lukte niet. 'Well hallo, my love,' zei hij glimlachend en drukte een kus op mijn lippen.

Hij trok zich terug toen hij merkte dat ik niet terug kuste.

Even kneep hij zijn ogen samen en zag ik iets van boosheid in zijn ogen fonkelen, maar dat was al snel verdwenen toen mijn moeder achter me kwam staan.

'Hey, Derek! Alles goed?' van de ernstige moeder van daarnet, was niks meer te bespeuren. Ze was één en al vrolijkheid, zoals altijd.

'Nu ik mijn schat weer zie gaat het al veel beter.' Hij glimlachte liefdevol naar mij. Een glimlach die me bijna liet kotsen. Mijn moeder keek van mij naar Derek en dan terug naar hem. 'Jullie zijn voor elkaar gemaakt!' glunderde ze.

'Dat weten we en ik zal haar ook nooit meer laten gaan.' Ik huiverde en hij pakte mijn klamme hand. Hij kneep er waarschuwend in. Alsof hij wilde zeggen: doe of zeg iets liefs, of je gaat eraan.

'Ik hou van hem,' zei ik dan maar glimlachend om hem tevreden te stellen. Ik probeerde het welgemeend te zeggen, maar mijn stem klonk hol. Nep blij. Maar niet dat mijn moeder daar wat van merkte.

Ze klapte enthousiast in haar handen en haar glimlach deed haar gezicht stralen.

'Ik kom je een lift geven naar school,' zei Derek en wees daarbij naar zijn zwarte motor die op de stoep geparkeerd stond.

'Ik pak mijn tas,' zei ik en ik liet een flauwe glimlach zien alvorens ik naar binnen liep om mijn rugzak te pakken die in de keuken lag.

Mijn vader was net de tafel aan het afruimen.

'Wie had er aangebeld?' vroeg hij en zette de borden in de afwasmachine.

'Derek. Hij geeft me een lift naar school.'

'Handig. Zo'n gratis taxi,' grijnsde mijn vader en pakte mijn bord vast met het half opgegeten stuk chocolade cake. 'Ik zou dat maar opeten, je weet hoe je moeder is als je haar zelfgemaakt eten verspilt. Ook al is het maar een stukje chocoladecake.'

Ja, zo was ze. Ze vond het erg dat er mensen in de wereld waren die geen eten hadden, en dat er dan zoveel mensen waren die hun eten achteloos weggooide. Ze vond het zeker niet fijn als ik iets weggooide wat ze zelfgemaakt had. Dus nam ik het stukje cake en begon het verder op te eten terwijl ik mijn rugzak pakte. 'Bye, pap.'

'Dag en tot vanavond! Wees voorzichtig op de motor.'

Ja, ik zal zeer voorzichtig zijn zonder helm op, dacht ik in mezelf.

Derek en mam waren druk in gesprek over iets. Iets wat ik niet kon volgen toen ik de hal terug binnen wandelde. Ik propte het laatste stukje cake in mijn mond en deed mijn jas aan. Derek eindigde het gesprek met mijn moeder toen hij vroeg of ik klaar was om door te gaan. Wanneer ik knikte liepen we naar de motor. 'Dag schat!' zei mam. In plaats van de deur te sluiten bleef ze toekijken hoe ik achterop op de motor stapte.

Derek gaf me zijn helm. Ik fronste mijn wenkbrauwen.

'Het is gevaarlijk zonder helm,' zie hij luid genoeg zodat mijn moeder het kon horen.

Ik dacht terug aan vrijdag, toen hij zijn helm niet wilde afgeven.

Dit was allemaal toneel voor mijn moeder.

'En jij dan?' vroeg mam die het had gehoord.

'Ik red me wel,' zei hij en maakte een wegwuivend gebaar met zijn hand.

'Niks daarvan! Wacht, ik heb nog een helm in de garage liggen. Ik ben zo terug.' En weg was ze. Derek zuchtte geïrriteerd.

'Waar was je,' zei hij uit het niks.

'Huh?'

'Waar was je zaterdag van 13 uur tot 16 uur?'

Hij draaide zich naar me om, en keek me onderzoekend aan.

Toen was ik bij Jamie... Shit, shit, shit! Zou hij het weten?

'Hoezo?' probeerde ik mijn antwoord op zijn vraag uit te stellen.

'Ik belde aan om kwart na één. Je moeder zei dat je net weg was. Later belde ik nog eens aan om half vier. Je was nog steeds niet thuis. Ik besloot te wachten voor je huis. Om 16 uur was je er nog niet en toen was ik maar naar huis gegaan. Nu beantwoord je mijn vraag. Waar. Was. Je?' Zijn stem klonk koel, haast dreigend.

Dit kon een test zijn. Mijn moeder kon hem veel of weinig verteld hebben. Wie weet wist hij dat ik bij Jamie was geweest, en testte hij nu of ik loog of niet.

Maar ze kon het ook vaagjes gehouden hebben. Dat ik bij een vriend was of zo.

Daarom besloot ik het op safe te spelen en de halve waarheid te vertellen.

'Ik was bij een klasgenoot om te werken aan ons werkstuk van school.'

'Welke klasgenoot?'

Nu moest ik wel liegen, ik had geen andere keuze. Wat hoopte ik dat mijn moeder niet te veel had weggegeven, anders kon dit heel pijnlijk voor me worden.

'Jessica. Je weet wel, dat ene meisje dat tijdens een lachbui bijna een hele glas cola op je had uitgeproest, toen we samen op café gingen.'

Derek ging ook met mijn vrienden om, hij wilde alles van me weten. Met wie ik omging. Wat voor band ik ermee had. Of ik ook maar durfde met een jongen om te gaan.

Hij had de macht over mijn leven. Ik was zijn marionettenpop, en hij moest maar de touwtjes laten vallen en ik was dood. Ingespannen hield ik mijn adem in, afwachtend of hij het geloofde of niet.

Hij lachte kort. 'Ja, dat weet ik nog. Je moeder vertelde me ook dat je bij een klasgenoot was.'

Ik kon weer ademhalen. Hij geloofde het!

Op dat moment kwam mijn moeder terug met een felblauwe helm en gaf die aan Derek.

'Het is misschien een opvallende helm, maar zo is het tenminste veiliger.'

Derek bedankte haar kort en zette de helm op. Ik nam zijn voorbeeld.

Ik zwaaide nog even naar mijn moeder toen de motor startte en we van haar weg reden.

We stopte vlak voor mijn school. Ik zette zijn helm af en gaf die aan hem. De helm rook naar zijn aftershave, dat ik vroeger altijd zo lekker vond ruiken, maar nu vond ik dat het stonk.

Ook hij zette de felblauwe helm af en wilde me een afscheidskus geven. Maar nog voordat zijn lippen in aanraking kwamen met de mijne, schreeuwde er iemand: 'Jij klootzak!'

Jamie kwam als een woeste stier op ons afgelopen.

Mijn ogen werden groot. Dit is niet goed.

Derek herkende hem meteen van vrijdag en kon nog net van zijn motor stappen alvorens Jamie voor hem stand hield. 'Jamie, doe dit niet,' zei ik angstig, haast smekend.

Nog nooit had ik Jamie zo woest gezien. Hij bleef gefocust in de ogen van Derek kijken. Jamie ademde luidruchtig en Derek stond daar maar. Rustig, tot mijn verbazing.

De spanning was om te snijden, en ik stond daar maar. Ik had geen idee wat ik moest doen.

'Jamie?' zei ik dan maar.

Ik trok eindelijk de aandacht van zijn gifgroene ogen.

Zijn groene ogen zagen er niet meer uit zoals zaterdag. Ze deden me niet meer denken aan het bos, waar ik eerder in verdwaalde. Ze deden me eerder denken aan de ogen van Derek, wanneer hij van plan was met te slaan. Dat ik dat in de ogen ontdekte van Jamie, beangstigde me.

En wat ik vreesde wat er zou gebeuren, gebeurde ook.

'Wat moet je?' vroeg Derek arrogant.

'Wat ik wil? Wil je weten wat ik wil?!' schreeuwde hij zo luid dat het de aandacht trok van de mensen op de speelplaats.

Derek bleef rustig, keek hem enkel minachtend aan. Hij was niet bang, dat was hij nooit. Hij was dan ook een kop groter dan Jamie, maar dat schrok Jamie niet af.

'Ik. Wil. Wat. Jij. Voelt. Wat. Je. Haar. Hebt. Aangedaan.' Hij pauzeerde bij elk woord, zodat het goed kon doordringen bij Derek alvorens hij met zijn vuist in zijn gezicht sloeg.

Dit had Derek niet zien aankomen.

Ik deed wat stappen naar achter en schudde ongelovig mijn hoofd.

Dit gebeurde niet echt, dit gebeurde niet echt, probeerde ik mezelf toe te spreken.

De volgende slag van Jamie was in zijn buik. Derek klapte dubbel van de pijn.

'Vind je dit leuk, hmm? Bitch!' Nog voordat Jamie nog eens kon slaan hield Derek in één reflex zijn vuist tegen, met zichtbaar gemak.

Nu kwam de Derek naar boven waar ik zo bang voor was.

Woede nam zijn lichaam over, maakte hem sterker. Het gloeide in zijn ogen, zijn mond was vertrokken tot een smalle streep. Hij gaf Jamie een grove duw en die viel nog net niet op de grond. Ik zag dat hij verbaasd was door zijn kracht.

'Waar moei jij je mee, kleine etter!' riep Derek en gaf hem nog een duw en nog één. Jamie zette steeds stappen naar achter en probeerde telkens zijn evenwicht te bewaren.

Maar de laatste duw was er te veel aan en hij viel op de grond.

Derek begon hem te schoppen.

Ondertussen hadden heel wat leerlingen van de school ons omringd. Mobieltjes werden naar boven gehaald en alles werd vereeuwigd op hun gsm. De pijn, het ziekelijk onrecht dat Derek me bijna elke dag aandeed werd gefilmd. Alleen deed hij nu Jamie pijn, de jongen waar ik verliefd op was.

Haat. Dat is het enige wat ik nog voelde voor Derek.

Ik wist mijn stem terug te vinden. 'Stop!'

Natuurlijk deed hij verder. Jamie wist terug recht te krabbelen en sprong op Jamie. Ze rolde over de grond. Omstaanders begonnen te joelen.

Ik moest iets doen. Maar dat was al niet meer nodig, want een leerkracht kwam tussenbeide. Er waren twee sterke jongens nodig om Derek van Jamie te trekken.

Ook al had Jamie een paar raken klappen gekregen, durfde hij nog te schreeuwen: 'IK MAAK JE KAPOT, ZOALS JE HAAR KAPOT HEBT GEMAAKT, KLOOTZAK!'

Derek zei niks, zijn ogen gingen naar mij. Nog nooit had hij zo kil naar mij gekeken.

Was dit de dood dat ik in de ogen keek? Er was niks menselijks meer aan.

'Ik weet niet wat er tussen jullie gaande is maar vecht niet voor onze school! Doe het maar ergens anders. En jij-' de leerkracht keek Derek aan.

'Scheer je weg! Je hebt hier niks te zoeken.'

Derek leek hem niet te horen en bleef mij alleen maar aankijken.

'Ik ben rustig, jullie kunnen me nu wel los laten,' zei hij kalm, maar de ondertoon in zijn stem verraadde dat hij alles behalve rustig was.

De twee jongens lieten hem los, en nog voordat hij naar zijn motor stapte, keek hij me nog een laatste keer woest aan. Hij was alles aan het uitvissen. Hij begon de puzzelstukjes op zijn plaats te leggen.

'Kan ik jou ook los laten?' vroeg de leerkracht aan Jamie.

Hij knikte stug. Ik keek toe hoe Derek zijn helm opzette, en de motor startte.

De felblauwe helm die nog achterop de motor lag, viel op de grond. Het vizier van de helm brak bij de val. Maar dat was nog lang niet zo gebroken als ik straks ging zijn.

Een uur en tien minuten voordat het gebeurd.

Nog tien minuten en het laatste lesuur was gedaan.

Jamie was naar huis gegaan na het gevecht. Mijn vriendinnen hadden me bekogeld met vragen. Waarom had Jamie in hemelsnaam gevochten met Derek? Ik had alle vragen ontwijkend beantwoord. Hoe zou het met Jamie gaan? Maar hier zat ik dan, machteloos te wachten op de bel.

Maar wat zou er met me gebeuren als de bel ging? Reken er maar op dat Derek klaar stond om me een lift te geven. Een lift naar de dood?

Angst kneep bijna mijn keel dicht en ik had moeite met ademhalen.

Mevrouw Juis, die al op de hoogte was gebracht van het gevecht, keek me bezorgd aan.

'Gaat het Alison?'

Alle ogen van de klas waren nu op mij gericht en ik kreeg het nog benauwder.

Ik stond op. 'Sorry, ik moet even naar het toilet,' zei ik en nog voor dat de leerkracht kon reageren, pakte ik mijn rugzak en snelde het lokaal uit. Ik keek op mijn horloge, nog acht minuten voor de bel.

Nu was het mijn kans. Ik liep naar de nooduitgang. Wanneer ik daar was aangekomen was het nog zes minuten voor de bel. Ik kwam uit aan de achterkant van de school. Een hek stond me in weg, maar ik liet me niet kennen en klom erover. Nu stond ik op straat, dit was een serieuze omweg naar mijn bushalte, maar zo kon ik Derek ontwijken. Voorlopig toch.

Twintig minuten voor dat hét gebeurd.

De bus stopte aan mijn halte en ik stapte af.

Ik keek angstig om me heen. Geen Derek te bespeuren.

En net op dat moment moest mijn gsm afgaan.

Derek!

Opnemen of...?

Ik slikte en besloot niet op te nemen. Ondertussen stapte ik in snelle passen naar mijn huis. Mijn moeder was thuis. De kans was kleiner dat hij me wat ging aandoen in het bijzijn van haar. Ik ging haar alles vertellen. Dat had ik 's morgens al moeten doen.

Samen konden we dan naar de politie gaan. Ze gaan Derek oppakken en dan... Dan is de pijn eindelijk gedaan.

Maar ik was er niet gerust op. Bij het kleinste geluidje dat ik hoorde draaide ik me om. De ene keer was het maar een fietser, dan weer een wandellaar met zijn hond.

En opeens hoorde ik een motor brullen. Ik schrok zo hard da ik bijna een hartaanval kreeg.

Maar weer was het Derek niet. En eindelijk liep ik mijn straat in.

Terwijl ik door mijn straat liep probeerde ik me voor te bereiden op het gesprek.

Hoe zou ik beginnen? "Ja, mam. Derek mishandeld me al maanden en ik kan het niet meer aan. Zullen we naar de politie gaan?"

Nee, beter niet zo beginnen. Ze zal een hartaanval krijgen.

Maar kennelijk hoefde ik me niet voor te bereiden op het gesprek, want toen ik mijn huis binnen stapte was ze nergens te bespeuren.

'Mam?' riep ik door het huis.

Geen antwoord. Ik stapte de keuken binnen om mijn rugzak te dumpen, en toen viel mijn oog op een briefje dat aan de koelkast hing.

Hey lieverd!

Je vraagt je waarschijnlijk af waar ik ben. Oma heeft gebeld. Er zijn weer eens problemen met haar computer. Ik ga dus naar haar toe om haar te helpen. Er staat nog chocoladecake op het aanrecht en er is ook nog brood en beleg. Ik kom zo snel mogelijk weer naar thuis.

Liefst, mam.

Stond er in ordelijk handschrift op het briefje.

Waarom vandaag toch? Waarom nét vandaag?

Ik handelde snel. Ik deed alle ramen en deuren op slot. Wanneer ik dat had gedaan kwam mijn gsm weer tot leven. Derek belde weer. Nogmaals legde ik af en belde mijn moeder op.

'Kom op, neem alsjeblieft op,' mompelde ik binnensmonds.

Ik kwam op haar voicemail terecht.

Ik was niet van plan alles in te spreken in haar voicemail en besloot dit dus maar te zeggen: 'Kom alsjeblieft snel naar huis. Ik-' Ik kon mijn zin niet afmaken, want ik hoorde opeens luid gebonk op de voordeur.

'O, nee. Hij is daar,' zei ik met trillende stem, haast huilend. Dit was het dan. Sowieso ervan overtuigd dat hij met gemak binnen kon geraken.

Ik had liever op een andere manier afscheid genomen van mijn moeder, maar het kon niet anders. 'Mam,' zei ik nu met vaste stem, terwijl het bonzen nog altijd luid door het huis klonk.

'Ik hou van je, je bent een fantastische moeder. Zeg tegen pap d-dat ik o-ook van hem hou,' snikte ik nu luid. Ik wilde nog zoveel meer zeggen, maar het bandje op de voicemail zat vol. 'Doe open!' schreeuwde Derek. 'Ik weet dat je thuis bent!'

Wat moest ik nu doen?

Het noodnummer bellen!

Met trillende vingers drukte ik het nummer 112 in. Maar doordat ze zo trilden, had ik pas bij mijn derde poging het juiste nummer ingevoerd. Ik hoorde het rinkelen van kapot glas.

O, nee! Hij had het glas in de hal gebroken!

'Noodnummer 112, waarmee kan ik u helpen?' klonk de stem aan de andere kant van de lijn.

Met de gsm tegen mijn oor rende ik de badkamer in. Ik wilde het op slot doen, maar toen drong het tot me door dat dat slot kapot was.

'Ik wil niet dood!' zei ik in paniek.

'Wat is je naam?' zei de hulpverlener kalm. Hoe kon hij zo kalm blijven?

Ik negeerde zijn vraag. 'Kom me alsjeblieft redden. Hij-hij gaat me vermoorden,' snikte ik.

Voetstappen klonken door het huis. Ze kwamen steeds dichterbij.

'Rustig, probeer kalm te blijven. Adem in en adem dan weer rustig uit. De politie is al onderweg, maar het zal een kwartier duren voordat ze ter plaatsen zijn.'

'Dan is het te laat,' zei ik wanhopig. Het laatste restje hoop dat ik had, verdween.

En op dat moment kwam een andere Alison naar boven.

De voetstappen stopten voor de badkamerdeur.

'Bent u daar nog?'

Ik antwoordde niet meer en legde mijn gsm op de rand van het bad.

Snel pakte ik uit de kast een scheermesje en hield dat achter mijn rug.

De deur vloog open, en daar stond hij, furieus.

Nog nooit had ik hem zo kwaad gezien. Het monster in hem was naar boven gekomen, erger dan ooit. 'Slet,' was het eerste wat hij zei.

Ik was bang, heel bang. Maar dit keer zal en moest ik terug vechten, voor mijn leven. Voor mezelf. Voor Jamie. Maar vooral voor mijn ouders.

Ik moest dit overleven en ik zal dit overleven.

'Mij niet binnen laten, stomme trut! En wat heb je allemaal aan dat joch verteld?'

Hij zette een stap in mijn richting, ik omklemde het handvat van het scheermesje stevig. Nog steeds hield ik het vast achter mijn rug.

'Dat je me slaagt. Me pijn doet. Me vernedert. Mijn leven kapot maakt.'

Hij werd nog bozer en al snel stond hij vlak voor me.

'Ik had je gewaarschuwd, dat je dit aan niemand mocht vertellen. En toch ben je zo dom het wel te doen. Aan een jongen dan nog wel! Laat me raden, je was zaterdag niet bij Jessica, maar bij dat joch! Je hebt tegen me gelogen! Vuile hoer! Je zal hiervoor boeten!'

Hij pakte me bij mijn keel en toen haalde ik uit met het scheermesje. Het sneed in zijn wang en geschrokken liet hij me los. Derek had nu een snee in zijn wang, druppels bloed liepen over zijn gezicht.

'Dat heb je zonet niet gedaan...'

Nu hij daar zo stond, geschrokken, zag ik mijn kans. Ik duwde hem opzij en liep de badkamer uit.

Ik rende de trap op. Als een op hol geslaagde gek rende hij achter me aan.

Ik dacht aan de zus van de vriendin van mijn moeder. Die was doodgeslagen door haar man. Voelde zij zich ook zoals ik me nu voelde? Bang, machteloos, kwaad, wanhopig...

Had ze ook zoals ik teruggevochten? Of liet ze zich doen, zoals ik me al die andere keren had laten doen?

Op mijn slaapkamer was wel een slot, maar nog voordat ik die kamer bereikt had, had hij me te pakken.

Hij pakte me bij mijn enkel en ik schoof uit. Derek sleurde me de trap af, terwijl hij me vast had aan mijn enkel. Mijn hoofd bonkte op elke trede.

'Slet, kutwijf. De pijn die je tot nu toe gevoeld hebt, zal niks zijn tegenover wat ik je nu ga aandoen.' Ik voelde over heel mijn lijf verschrikkelijk veel pijn, omdat hij me de trap had afgesleurd.

Hij sleurde me naar de keuken, daar liet hij me los.

Ik kon niet recht krabbelen. Elk litteken, blauwe plek en kras deed verschrikkelijk veel pijn.

'Je hebt waarschijnlijk al gehoord over dat krantenartikel, met die baby die in kokend water werd gelegd,' zei hij duister.

Hij pakte een grote pot uit de schuif en deed daar water in. Daarna zette hij het op het vuur en zette het op de hoogste stand. 'Baby of geen baby, jij zal even veel pijn voelen, bitch.'

'Je kan wegrennen, vluchten. Nu het nog kan,' zei ik met zwakke stem.

'Haha, dat zou je wel willen hé? Waarom zou ik vluchten?'

'De politie is onderweg.'

Met alle kracht die ik in me had wist ik recht te krabbelen.

Hij liep in grote stappen op me af en pakte me bij mijn nek.

'Godverdomme! Waarom doe je dit? Waarom maak je alles kapot tussen ons? Ik hou van je, maar je geeft me geen andere keus. Nu moet ik je pijn doen.' Hij omklemde mijn keel steviger en ik sloeg met mijn handen in het rond, in de hoop hem te raken. Ik raakte zijn schouder, maar dat deed hem niks. Hij gooide me letterlijk tegen de muur. Ik voelde een scherpe steek in mijn rug en mijn hoofd begon te bonken. Nog meer pijn. Daar lag ik dan op de grond, vertrokken in pijn, niet in staat me te verdedigen. Hij was te sterk.

Daarna pakte hij de pot met inmiddels kokend water.

Net op het moment dat hij de inhoud op mij wilde uitkappen, hield een stem hem tegen.

'Dat zou ik niet doen als ik jou was.'

Daar stond Jamie, in de deuropening van de keuken, met een jachtgeweer op Derek gericht. Ik herkende het jachtgeweer. Het hing boven onze schouw in de woonkamer. Tien jaar geleden ging mijn vader wel eens op jacht. Het wapen was niet geladen, maar dat wist Derek niet.

'Zet de pot terug op het vuur. Een verkeerde beweging en ik schiet je lelijke kop eraf.'

Hij deed wat Jamie hem beval te doen. De pot stond weer op het vuur. De gifgroene ogen van Jamie keken even naar mij. 'Alison...Wat heb je haar aangedaan? Vuile klootzak!' Opeens deed Derek iets onverwachts. In grote stappen liep hij op Jamie af.

Jamie zijn ogen werden groot en hij haalde de trekker over. 'Shit,' mompelde Jamie toen het tot hem doordrong dat het wapen niet geladen was. Derek sloeg Jamie en het wapen viel op de grond.

Jamie probeerde zich te verdedigen, maar Derek was veel te sterk. Steeds harder sloeg hij Jamie. Ik hoorde hem pijnlijk kreunen.

Ik moest iets doen, voordat hij hem dood sloeg!

Met het restje kracht dat ik in me had, kroop ik naar de schuif. Derek merkte dit niet. Hij was te druk bezig met Jamie een pak rammel te geven en al zijn aandacht ging daar naar toe.

Pijn. Dat is wat mijn lichaam uitschreeuwde. Toch vocht ik door. Ik trok me recht door het aanrecht vast te pakken. Met trillende handen en een duizelig hoofd pakte ik een groot scherp mes uit de schuif. Met dit mes zat mijn moeder vrijdag nog de chocolade te snijden. Opeens kreeg ik terug wat kracht, aan de gedachten dat ik dit voor eeuwig en altijd kon stoppen. In grote passen liep ik op Derek af, die nog steeds bovenop Jamie lag.

'Dit is voor alle pijn die je mij hebt bezorgd, klootzak.' Derek draaide zich naar me om. En toen hij zag dat ik een scherp mes vast had, verdween alle woede uit zijn ogen. Er was nu angst in te lezen, angst die hij altijd in mijn ogen vond. Nu was het omgekeerd. En dan kwam zijn woede weer, in een flits was de angst verdwenen.

Hij stond op, en ik schrok toen ik Jamie zijn toegetakelde gezicht zag.

Derek ademde luidruchtig in en uit. 'Wat ga je doen? Hmm? Me vermoorden? Voze trut!' Maar opeens was hij enkele seconden afgeleid, door Jamie opeens zijn voet vast hield. In die ene seconde dat hij even afgeleid was, deed ik het. Het mes ging dwars door zijn buik. Bloed stroomde uit de wonde. Met open mond keek hij me aan. 'Dit is al de pijn samen, alle pijn dat ik elke dag moest doorstaan, dat jij me elke dag aandeed. Maar nu is het voorbij,' zei ik voordat ik nog eens uithaalde met het mes, dit keer recht door zijn hart. De plaats waar hij me het hardst geraakt had.

Met het mes nog steeds in zijn lichaam viel hij op de grond.

Zoveel bloed. Ik werd misselijk, de duizeligheid kwam weer opzetten. Ik stapte naar het aanrecht, en probeerde mijn evenwicht te bewaren. Bloed. Overal was er bloed. Het beeld van een bloedende Derek en een toegetakelde Jamie prikten op mijn netvlies toen alles wazig werd. Alles vervaagde, als een uitgelopen waterverf schilderij. Ik voelde hoe de grond op me afkwam. En toen ik in aanraking kwam met de grond, zag ik nog net hoe een schim op me afkwam. Toen werd alles zwart.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro

Tags: