- 19 -
Wat een klootzak, dacht ze toen ze naar buiten stapte en tegelijk haar jas aantrok en meteen dichtritste. Ze schudde haar hoofd nadat ze de hele situatie van daarnet door haar gedachten liet glijden. Ze voelde hoe ze het van binnen vanzelf warm kreeg, bij het idee dat de knappe Tyson vlak bij haar stond en ze hem had aangeraakt.
Maar snel schoof ze die gedachten opzij en liep ze in één rechte lijn naar de fietsenstalling waar haar trouwe vervoersmiddel op haar stond te wachten. Ze keek om zich heen en zag her en der, poeltjes met water van het gesmolten sneeuw. Zodra ze langs één van de plasjes liep, zag ze aan de rand van het plas, dat het niet lang meer zou duren voordat het ging bevriezen.
Het temperatuur was nu wel zo laag gedaald dat het haar niet zou verbazen dat haar hele buurt de volgende dag er wit zou bij gaan liggen.
Zodra ze haar handen om het stuur van haar fiets klemde, schoot ze kort in de lach. Ze besefte dat ze al dankbaar mocht zijn dat deze roestbak haar van A naar B kon vervoeren, terwijl men pas tevreden zouden zijn als ze een auto hadden. Zodat ze geen kou onderweg hoefden te lijden.
Als ze eenmaal uit de fietsenstalling was, keek ze kort over het schoolplein en kreeg ze gemengde gevoelens in haar onderbuik. Haar gevoelens vertelden haar dat ze er stiekem op hoopte om hem naar buiten te zien komen, maar was ze ergens toch ook opgelucht dat hij haar voor vandaag gewoon liet gaan.
Snel begon ze de trappers van haar fiets in te trappen en hoorde ze het welbekende krakende geluid van haar fietsketting terwijl ze vooruit begon te komen. De route van de school naar de kringloop was één van haar vaste routes. Ze besloot eerst maar eens bij de kringloop te gaan kijken voor leuke kerstspulletjes. Ze wist, nu de Kerstdagen eraan kwamen, deze in de uitverkoop zouden zijn. En ze wilde er als een van de eerste erbij zijn, want dan kon ze nog tenminste uit leuke spulletjes kiezen.
Licht hijgend kwam ze aan bij een licht verwaarloosde buurt. Even keek ze om zich heen en zag ze het welbekende gebouw op de hoek staan die omgeven werd door een paar lege panden met het hout voor de ramen getimmerd. Iets verderop zag ze een paar mensen met elkaar roken, maar gaf ze er verder geen aandacht aan.
Rillend stapte ze naar binnen, nadat ze haar fiets met dubbele sloten had afgesloten. Ze trok haar sjaal iets losser als ze ook een winkelmandje pakte en ze haar handschoenen erin gooide. Zodra ze door de poortjes kwam, zag ze meteen her en der leuke spulletjes die ze graag meteen naar huis wilde nemen.
Maar ze moest slim omgaan met haar geld. Ondanks haar buffer al wat was geslonken doordat ze aan de zwerver uitgaf, had ze nog wel een paar dollartjes die ze kon gaan uitgeven. Ze volgde de bordjes die aangaf dat er achterin het pand de uitverkoop voor Kerstspulletjes was. Blij en nieuwsgierig van de opwinding maakte ze een korte danspas en begon ze te lopen. Maar onderweg zag ze ineens in haar ooghoek een mooi voorwerp staan en hield ze halt.
Ze reikte haar hand naar het voorwerp en pakte ze het bolvormige accessoire in haar hand en begon ze te glimlachen. Ze schudde hem door elkaar en keek ze naar de sneeuwbol in haar hand, wiens sneeuw omhoog was gedwarreld.
Voorzichtig legde ze de sneeuwbol in haar winkelmandje voordat ze verder liep naar achteren. Ze voelde zich blij als ze zag dat ze ruim keus had uit de voorraad die de rijkere mensen hadden gedumpt bij de kringloop.
Met een aardig gevuld winkelmandje rekende ze af bij de kassa en werd ze nog blijer toen ze zag dat ze er maar weinig aan hoefde uit te geven. Ze verheugde zich bij het idee dat ze haar kleine kamertje zo meteen gezellig kon versieren. En heel misschien ook wel de gezamenlijke woonkamer, ondanks er bijna niemand kwam.
Een blije grijns sierde haar lippen als ze haar tasje om haar arm drapeerde, terwijl ze naar buiten stapte. Toen ze naar haar fiets toe draaide, zag ze ineens iets roods in haar blikveld hangen en draaide ze haar hoofd nieuwsgierig om. Ze fronste haar wenkbrauwen als ze net precies kon zien, hoe een duur uitziend rode auto met een hoop lawaai uit haar blikveld wegsjeesde.
Met een zucht haalde ze haar schouders onverschillig op, ontgrendelde ze haar fiets en ging ze op weg. De volgende stop was..., de supermarkt.
Twee aardig volle tassen hingen er aan haar armen als ze haar studentenhuisje binnenstapte en legde ze de twee tassen voorzichtig op grond neer. Haar ene tas bestond uit de spulletjes van de kringloop en de andere uit afgeprijsde producten van de supermarkt. Ze glimlachte bij het idee dat ze die voedselproducten zo op de kop kon tikken, aangezien niemand ze wou kopen als ze bijna over de datum waren. Ze wist dat ze alleen maar naar de cijfertjes keken, maar wist ze wel hoe ze met het voedsel moest omgaan. Ze liet zich niet zo snel op de stang jagen door de supermarkten.
Als ze zich eenmaal had ontdaan van haar jas, schoenen, sjaal en handschoenen, begaf ze zich naar de woonkamer en trof ze natuurlijk weer een hele bende troep aan op het aanrecht in de keuken. Ze rolde haar ogen als ze ook stilstond en begon te luisteren of ze niet alleen thuis was.
Maar zoals zo vaak was ze alleen en waren de anderen erop uit. De andere drie studenten kwamen eigenlijk alleen hier om te slapen, en soms om ook andere dingen te gaan doen die ze liever niet had willen horen. Tsja..., dat krijg je als je mannelijke huisgenoten hebt.
Ze keek op de klok in de woonkamer en zag ze dat het al bijna half zeven was. Ze verbaasde zich erom dat ze zo lang was weggebleven en begon ze zich ineens af te vragen waar de zwerver nu zou kunnen zijn. Heel even dacht ze aan haar opa terug, die op de boerderij woonde en ook hard werkte voor zijn kost. Haar opa was nogal afhankelijk van zijn koeien en de melkprijs van de fabrieken.
Snel stopte ze haar boodschappen in haar kamer weg en haalde ze als laatste, een bakje instant-noodles uit haar tas vandaan en besloot ze deze vanavond maar eens te gaan eten. Ze zette de waterkoker meteen aan en bereidde ze na een aantal minuten, haar voedsel.
Na een eerste hap te hebben genomen van het snelle kant-en-klare voedsel, slaakte ze een tevreden zucht als ze voor kort haar oogleden sloot. Daarna liep ze met een vork in de ene en het bakje in de andere, naar de woonkamer en liep ze naar het raam.
Het raam had ook een vensterbank waarop je kon zitten en had ze er een tijd geleden, aangename kussens geplaatst die ze regelmatig gebruikte om lekker te gaan zitten.
Ze nestelde zich tussen de dikke, zachte kussens en trok ze haar been op de vensterbank als ze ook haar rug tegen het brede raamkozijn aan leunde. Ze zag buiten hoe de straat er rustig bij lag en zag ze iets verderop, hoe een jongen een meisje stond te kussen.
Ze glimlachte even bij het aanschouwen van het stel. Ze wendde haar blik van het stel af, keek ze naar haar eigen bakje met eten en slaakte ze onderweg een zucht. Wat zou het fijn zijn om iemand te hebben die zich over jou ontfermt.
En heel even schoten haar gedachten zomaar terug naar eerder van deze dag. Hoe vlak hij bij haar stond..., hoe Tysons warme adem lichtjes in haar gezicht blies...en hoe goed zijn spieren onder haar hand voelden...
'Nee!' Siste ze tegen zichzelf als ze kort, boos met haar hoofd schudde. Ze prikte verwoed met haar vork in haar bakje met noedels als ze deze daarna ook ietwat ruw in haar mond stopte totdat iets haar blik ving en ze opzij keek.
Snel slurpte ze de noedelsliert naar binnen als ze met grote ogen keek naar de persoon die beneden, voor haar raam stond.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro