Hoofdstuk 6: Thuisfront
Fronsend liep ik achter generaal Meral aan. Het was nog erg vroeg op de ochtend, zoals verwacht lagen Ashlynn en Jurian beiden nog op bed, en de eerste lichtstralen hadden het aardoppervlak pas net beroerd. De generaal had daar geen problemen mee en ik moest toegeven dat ik na een onrustige nacht al een poosje wakker had gelegen toen ik hem in onze ontbijtzaal aantrof.
Meral was heel specifiek geweest in de verwoording van zijn boodschap. Zodra ik er klaar voor was, moest ik hem volgen om een urgente boodschap van het thuisfront in ontvangst te nemen. Het feit dat ik hiervoor werd aangesproken, en niet mijn wederhelft, deed mij vermoeden dat het hier om een zekere achtergebleven grensengel ging. Dat zorgde ervoor dat ik mij haastte met mijn ontbijt en ik mij met enkele minuten alweer had verborgen in de kraag van mijn winterjas.
We liepen door de verlaten steegjes van het dorp. Ik nam het niemand kwalijk dat ze de straat nog niet op gingen op dit tijdstip met deze temperaturen. Ondanks dat vermeden we de hoofdweg, om ervoor te zorgen dat de kans op opvallen geminimaliseerd werd. Waar we ook heen gingen, Meral wilde niet dat we gevolgd werden.
Toen we aan het rand van het dorp kwamen, bij een op het oog verlaten schuur, kwam ik erachter wat er speelde. Zeker toen ik een van Merals soldaten achter een raam zag staan.
'Ik denk dat je al hebt kunnen raden wie er contact met je zoekt?' bromde de generaal toen hij mij voorliet bij de ingang van de schuur.
Ik sloeg mijn capuchon af en knikte eerbiedig naar de saluerende soldaten. 'Ik vermoed Gabe?'
Meral sloot de deur zachtjes en maakte een opmerking naar zijn drie aanwezige soldaten, waarna deze hun post en daarmee ook de ruimte verlieten. Hij wenkte naar een vreemde koffer die op de tafel stond en wachtte tot ik op de tafel leunde voordat hij deze opende. In een hoog tempo voerde Meral twee codes door, waarna de koffer opensloeg. Het was vreemd om het technische apparaat te zien na enkele maanden zonder techniek.
'Ik zie je denken, maar het werkt niet op elektriciteit, want dat hebben we niet,' merkte Meral op.
'Wat is het überhaupt?' vroeg ik terwijl ik naar de knoppen keek. Het zou in de buurt kunnen komen van een laptop, maar dan zonder scherm. Een toetsenbord in een koffer, eerder.
'Een communicatiestation,' verklaarde Meral, waarna hij zijn hand op de deksel van de koffer legde.
Dat deed hij niet zomaar, want met die beweging leek hij het hele gebeuren te activeren. Schijnbaar zat er iets van een scanner in de koffer die op zijn handafdruk had gereageerd. Er kwam een helder, blauw licht om de toetsen van het apparaat tevoorschijn. Er klonk een klein, kort pieptoontje.
'Het werkt op magie. Licht en duister. Het herkent ook direct de persoon die het apparaat activeert, zolang diens bloed in het systeem is opgenomen. Dat wil eigenlijk zeggen dat iedereen die al eens in aanraking is gekomen met de artsen in de zevende dimensie met dit apparaat kan werken,' lichtte hij toe. 'Het is een systeem waarmee contact gelegd kan worden met eenzelfde systeem waar dan ook. Het is dimensie overschrijdend.'
'Dat klinkt nuttig,' merkte ik op, terwijl ik nog steeds niet begrijpend naar het apparaat keek. Ik kon niet bedenken hoe ik hiermee contact kon krijgen met Gabe.
'Dat is zeker nuttig,' beaamde Meral, terwijl hij enkel toetsen in begon te drukken. 'Vooral met soldaten in andere dimensies. Op deze manier hebben we contact kunnen houden.'
Opnieuw klonk de kleine, korte pieptoon. Gevolgd door de robotachtige woorden: "Gabe, grensengel, landhuis, hoofdlocatie in de zevende dimensie wordt gecontacteerd."
'Dat is een mondvol,' grinnikte ik.
'Je kan de zoekopdracht zo specifiek maken als je zelf wilt,' zei hij. 'Hoe specifieker de opdracht, hoe veiliger de communicatie. Op deze manier kan alleen Gabe ons contactverzoek accepteren.'
Ik boog mij wat dichter naar het apparaat. 'Interessant.'
Het veroorzaakte een lichte hartverzakking toen Gabe's gezicht met een blauwe gloed verscheen. Ik deinsde een stukje achteruit en keek verbluft naar de grensengel die een dimensie verder zat. Naast hem zat Merida. Ze keek net zo nieuwsgierig terug. De twee wederhelften waren aan hun slaperige blikken ongetwijfeld wakker gebeld door de generaal. Een onwaarschijnlijk koppel, maar al een eeuwigheid samen. Ja, het klopt, ze waren een hele lange poos gescheiden geweest, maar dat had niets uitgemaakt.
Achter mij hoorde ik een deur open gaan en ik zag Meral de ruimte verlaten met de woorden: 'Roep maar als je klaar bent.'
Ik knikte naar hem, greep een stoel en zakte er op neer. 'Zeg me alsjeblieft dat je goed nieuws hebt, Gabe,' zuchtte ik. 'Geloof me, ik kan wel wat goed nieuws gebruiken.' Wetende dat Gabe overal doorheen zag, hoefde ik geen schijn op te houden.
Hij fronste, maar ging er niet op in. 'Ja en nee.'
'Nou, dat klinkt veelbelovend,' zei ik terwijl ik op mijn ijskoude handen ging zitten.
'Feline, je ziet er uit als een wrak,' merkte Merida op, waarna ze uitdagend grijnsde.
'Hé, jouw aanwezigheid wordt weer gewaardeerd, heb je niets beters te doen?'
Gabe grinnikte en duwde zijn wederhelft aan de kant. 'Wieberen. Grote mensen praat.'
Merida rolde met haar ogen en verdween daadwerkelijk uit beeld, al betwijfelde ik of ze de ruimte daadwerkelijk zou verlaten.
'Jurian is erachter gekomen, trouwens,' merkte ik ongemakkelijk op. 'Laten we zeggen dat hij verre van geamuseerd was toen hij te weten kwam dat jij het ook wist.'
'Nou, het is maar goed dat ik het wist,' haakte hij in. 'Er zijn wat dingen gebeurd in het landhuis sinds jullie vertrek. Klaar voor een achtbaan aan informatie?'
'Als je maar snel bent, want de temperaturen zijn hier een stuk minder aangenaam dan daar,' rilde ik. Ik was niet van plan om nog een keer onderkoeld te raken, al was dat op deze plek wat minder waarschijnlijk. Binnen de muren van de schuur werd ik niet geteisterd door de snijdende wind en temperatuur die net boven het vriespunt lag. Vergeleken met gisteren, was het hier bijna lekker.
'Mijn onderzoek begon heel onverwachts, eigenlijk,' zei hij, terwijl hij vermoedelijk tussen enkele papieren rommelde. 'Het toeval wilde dat ik op een ochtend in de keuken was en een bijna gestreste kok aantrof. Nou ja, je weet het, onze kok en stress komt niet vaak voor. Toen ik hem ernaar vroeg, bleken twee van zijn hulpen te zijn verdwenen. Dat klinkt misschien nog niet zo vreemd, tot ik erachter kwam dat deze twee vertrokken zijn op het moment dat jullie ook vertrokken waren.' Hij had klaarblijkelijk gevonden wat hij zocht. 'De kok is een fijne man en hij bleef maar doorratelen over zijn twee vermiste hulpen. Daarbij liet hij ook vallen dat ze zijn wereld o zo hadden verrijkt met nieuwe kruiden en dat jij klaarblijkelijk zo'n fan was van deze kruiden.'
Ik trok mijn hand onder mijn been vandaan om een verdwaalde pluk haar achter mijn oor te strijken. 'Dat klopt, mijn eten was de laatste tijd wel wat gekruider en ik vond het een goede toevoeging. Waarom is mijn eten belangrijk, Gabe?'
'Ik vond ook niet zo snel een link, tot ik de kruiden onderzocht. Kruiden waarvan ik even later ook sporen vond op jouw kamer. Feline, ik denk dat je vergiftigd bent.'
Met een diepe frons keek ik naar hem. 'Wat? Met als doel om mijn vuur weg te nemen in plaats van mij te vermoorden?'
'Wat nou als ze je niet willen vermoorden, maar willen verzwakken?' Hij haalde een hand door zijn toch al warrig zittende haar. 'Ik weet het niet goed, Feline, maar dat is wat ik vond. Gif. Misschien willen ze je verzwakt hebben voor een aanval op het landhuis? Of een aanval op jullie? Misschien zijn Scarlett en Clay sterker dan we denken.'
Ik tikte ongeduldig met mijn voet op de grond. 'Dan hebben we een groter probleem dan we vermoeden. Als die twee hulpen, dan wel mogelijke verraders, vermist zijn, dan is de kans heel groot dat Scarlett en Clay weten dat wij hier zijn.'
Gabe knikte kort.
'Gabe, zoek alle mogelijk verraders op en zet ze vast. Contacteer Meral wanneer je meer informatie hebt.'
'Ik heb nog meer informatie,' merkte hij rustig op. 'Ik zei dat ik ook goed nieuws had.'
Ik trok een vragende wenkbrauw op.
'Het gif heeft je vuur niet verwijderd, Feline,' zei hij. 'Ik herken de stoffen, de kruiden die erin zitten. Het verzwakt, maar het doet niet teniet.'
In mij voelde ik iets oplaaien. Niet mijn vuur, maar wel iets anders wat er toe deed. Hoop.
'Het zit nog ergens in je, maar je moet het zien aan te wakkeren,' zei hij met een klein glimlachje. 'Sluit hem niet buiten, Feline. Ik durf er om te wedden hoe hij heeft gereageerd, maar je hebt hem nodig.'
Ik haalde mijn handen door mijn gezicht. 'Vertel me iets wat ik nog niet wist.' Ik kon mijn wederhelft mijn rug niet toekeren. Niet na alles waar we ons doorheen hadden gevochten.
'Wellicht kan hij jouw vlam weer doen aanwakkeren als je er voor open staat. Ik vermoed dat het makkelijker moet zijn, nu het gif niet meer wordt toegediend.'
'Bedankt, Gabe, ik weet niet wat we zonder je zouden moeten,' zei ik gemeend dankbaar.
'We houden het thuisfront veilig,' knikte hij. 'Ik zal de verdwijning van de twee hulpen nader onderzoeken. Doe voorzichtig!'
'Jullie ook,' knikte ik.
Gabe verbrak de verbinding en ik liet mijzelf tegen de rugleuning van mijn stoel zakken. We hadden ons misschien meer problemen op de hals gehaald dan we hadden gedacht.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro