Hoofdstuk 56: De godin
Feline
We werden kort verblind door een fel, wit licht. Jurian verstijfde en Elora's mond viel open.
'Wat doe jij hier?' wist ik alleen uit te brengen.
De vrouw met de zwarte haren verscheen als een geest. Haar stralende amulet met de zachte, vredige, blauwe gloed hing op haar borst.
'Je klinkt verbaasd, Feline, maar de vorige keer was ik er ook toen je aan de rand van de dood stond,' zei ze vriendelijk.
Jurians blik schoot naar mij. 'Jij hebt de godin ontmoet?'
Ik opende mijn mond, maar er kwam niets zinnigs uit. Er kwam sowieso maar weinig uit. Dit was de godin? Zij die in het verre begin samen met haar wederhelft de dimensies had gesticht?
'Grote goden,' sprak Elora, die op was gestaan.
De godin grinnikte en liet een golf van kracht los die het bonzen op de deur deed stoppen. De deur zelf was omgeven door een wit licht. Geen monster wat daar doorheen zou breken.
'Ik heb niet veel tijd,' merkte de godin op. 'Maar ik wil jullie alle drie een uitweg gunnen. Daar staat wel iets tegenover.'
Jurian stond op en hielp vervolgens mij omhoog. Mijn benen voelden nog ietwat instabiel en Jurian, die dat perfect aan leek te voelen, liet mij niet los. Misschien was dat ook wel voor zichzelf, want hij keek vol ongeloof naar de godin.
'Wat is het?' vroeg Elora, die als eerste haar tong had gevonden.
De godin glimlachte liefelijk naar haar, haar blik dwaalde af naar de kroon in de licht bevende handen van de patrones. De godin klakte met haar tong en hield haar hoofd scheef. 'Zet hem op, Elora. Je verdient hem meer dan je strijdkameraden.' Daarna draaide ze zich naar het hart van de schaduwdimensie. Haar gezicht betrok.
De wit met gouden jurk van de godin was als een weelderige oceaan toen ze naar de grote, pulserende steen liep. Toen ze haar hand erop legde, leek er een rimpeling in de realiteit te zijn. Daarmee leken ook de randen van haar lichaam te vervagen.
'Ze breekt,' zei ze ontzettend kalm. 'Er zijn teveel scherven in de dimensies.' Met een ernstig gezicht keek ze naar ons. 'Ik wil dat de scherven teruggebracht worden. Pas wanneer ze met het hart versmolten worden, zal de poort sluiten.' De godin hief haar handen en de splinters die op de grond lagen leken in het kristal gezogen te worden. 'Enkele scherven zijn al gebruikt om portalen mee te maken. Wanneer de scherven worden gebruikt voor andere doeleinden dan het samensmelten met het hart, zullen ze dat doel dienen en zichzelf vernietigen. Dat betekent dat de poort nooit meer helemaal gesloten kan worden.' De splinters waren verdwenen. Enkele barsten die eerder nog in het grote kristal hadden gezeten, leken gedicht te zijn.
'Maar je zei net dat we de scherven terug moesten brengen om ze met het hart te versmelten, om zo de poort te sluiten,' zei ik voorzichtig.
De blauwe ogen van de godin namen mij van top tot teen op. Ze was zo sereen. 'Dat klopt. Er zijn nog ongeveer tien scherven in de andere dimensies, waarmee we een heel eind kunnen komen. Katherine heeft er een paar, maar er komt ook nog een nieuwe vijand op jullie pad. Een vijand die niet onderschat mag worden.'
'Wie?' vroeg Jurian. Ik voelde enige irritatie. 'Wie is het?'
Het lichaam van de godin leek verder te vervagen met dat de seconden voorbij gingen. 'Dat kan ik niet zeggen. Ik kan niet goed voelen wie het is. Ik denk dat mijn wederhelft hem in bescherming neemt.' Haar hand ging naar haar gloeiende amulet. 'Het is belangrijk dat Katherine en deze andere persoon niet met elkaar in aanraking komen. Deze vijand heeft ook scherven, daar ben ik zeker van. En ik ben bang dat mijn wederhelft hem heeft verteld hoe hij het hart van de schaduwdimensie kan dupliceren.'
'Wat zeg je nou?' Ik struikelde over mijn woorden.
De godin schudde haar hoofd. 'Een gevaarlijke manoeuvre waarmee de poort van de schaduwdimensie geheel geopend kan worden.' Ze keek naar haar handen die vervaagden. 'Mijn kracht is niet groot genoeg. Ik kan hier niet blijven. En jullie ook niet.' Ze haalde haar amulet van haar nek en hield haar handpalm op, waar een klein kristal op verscheen. 'Maak hiermee een poort naar de eerste dimensie. Versla Katherine, neem haar de scherven af.'
Ze keek ons allemaal individueel aan. Kort, doordringend en vredelievend. Haar geestesaanraking raakte mij op mijn voorhoofd.
'Sluit de poort en doe het snel. Ik ben bij jullie.'
De amulet viel toen de godin verdween en Elora wist hem nog net op te vangen voordat het de grond zou raken. Met grote ogen keek ze naar de amulet. De kracht die zich erin schuil hield, was weerzinwekkend. Het sluimerde nog steeds om ons heen. Het kleine kristal raakte de grond met een heldere tik.
Ik knipperde. En nog eens. Ik kon maar moeilijk bevatten wat er gebeurd was. Als dat de godin was, dan had zij mij teruggestuurd toen ik in de geestenwereld was geweest. Ik keek naar de glanzende ring om mijn vinger. Ik had op het punt gestaan mijn leven op te geven. Ze had mij lang genoeg tegengehouden zodat Jurian mij terug kon trekken naar het leven.
Jurian liet mij niet los toen hij zich voorover boog om de edelsteen op te rapen. Hij wilde het aan Elora geven, maar zij schudde haar hoofd en reikte de amulet op haar beurt naar mij.
'Jij moet het doen, Feline,' zei ze, en ze pakte mijn hand om de amulet erin te drukken. 'Ik denk dat ze dat zou willen.'
De godin zou dat willen. De godin die niet alleen in de geestenwereld bij mij was geweest. Ze had me vaker bijgestuurd en bevestiging gegeven. Dit was niet de eerste keer dat ze zich aan mij had laten zien en ik had het nare voorgevoel dat het ook zeker niet de laatste keer zou zijn.
Ik keek naar de amulet in mijn hand en slikte. Zijdelings keek ik naar Jurian. 'Als we hier vandaan zijn, moeten we praten.'
Jurian fronste, maar knikte. Daarna reikte hij mij het kristal aan.
Met Elora's mesje sneed ik een oud litteken in mijn hand open. Er trok een rilling over mijn rug en ik klemde mijn kaken stevig op elkaar. Daarna liet ik mijn bloed op de edelsteen in de amulet druppelen. De kracht die zich schuil hield in de kleine steen klauwde om zich heen. Vastberaden om alle duisternis weg te vagen. De amulet van de godin haarzelf.
Het was alsof haar kracht mijn lichaam in sijpelde. Mijn duisternis werd spartelend teniet gedaan toen haar licht alles in mijn lichaam beroerde. Ik had me er geen voorstelling bij gemaakt. Misschien had ik verwacht dat de kracht van de godin genezend was. Een fijne, verlichtende energie. Niet deze drukkende, overweldigende kracht. Het was veel te veel voor mij. Het was alsof mijn lichaam uit elkaar werd gescheurd.
Het licht droop van mijn huid als zweetparels. Ik moest haar magie wel gebruiken, wilde ik niet gesloopt raken. Ik voelde zelfs mijn eigen licht fel protesteren. Mijn vuur werd zonder genade onderdrukt. Het enige wat ik kon doen, was mezelf focussen op het openen van het portaal en het langzaam afvoeren van het verwoestende licht.
Jurian omklemde mijn hand met de zijne, kuste de kloppende ader bij mijn slaap en stak toen de scherf van het kristal in het levendige hart van de amulet. Daarmee kwam het bloed uit zijn verse wond in aanraking met de amulet.
Samen, fluisterde hij via onze band.
Ik had niet gerealiseerd dat ik de muur om mijn gedachten had laten vallen. Of dat hij zich er met zijn kundige kracht langs op had gewerkt. Maar ik knikte gespannen.
Samen, antwoordde ik.
De kracht nam wat af en ik zag Jurian overweldigd raken. Hij moest al het licht nu ook ervaren en dat kon voor iemand die zo lang samen had gewerkt met zijn duisternis niet fijn zijn.
Maar Jurian bewoog zich al richting het portaal. Elora stapte er als eerste doorheen. Daarna volgden wij ook.
De reis door het portaal was duizelingwekkend en niet goed voor mijn al onrustige maag. Ik wist niet of ik ergens tijdens die reis overgaf, of dat dat pas gebeurde toen ik met mijn handen en knieën de koude stenen van de paleisvloer weer raakte. Waarschijnlijk allebei. Het voelde in ieder geval als een flinke opluchting toen alle spanning en adrenaline samen met het taaie vlees wat ik van Elora had gekregen op de smetteloze vloer viel. Toen ik Jurians aanraking en Elora's aanwezigheid voelde, smeet ik de amulet van de godin op de grond. Haar overheersende lichtmagie viel meteen weg.
'De eerste keer dat ik demonisch vlees at, viel het mij ook niet goed,' merkte Elora op, die met een bleek gezicht tegen de muur leunde.
Ik wilde iets zeggen, maar gaf nog een keer over terwijl Jurian ervoor zorgde dat het niet allemaal in mijn haren zou komen. Toen ik mezelf weer onder controle had, zei ik: 'De volgende keer mag jij dat ding activeren.'
Elora keek naar de amulet die nu verderop in de opslagruimte lag. 'Ja, bij nader inzien houd ik het toch bij mijn kroon in plaats van zo'n leuke ketting.' Haar kroon glansde weer nu ze deze weer droeg.
Met mijn handen op mijn bovenbenen, kwam mijn lichaam tot bedaren. 'Ik ben helemaal klaar met die portalen.'
Jurian snoof en liet mijn haren los, waarna hij mij overeind hielp. 'Ik ben bang dat dit niet ons laatste portaal was.' Hij keek om zich heen. 'Ik denk dat we in de buurt van de dienstvertrekken zijn.'
'Dus wat is het plan?' vroeg Elora. Haar gezicht kreeg langzaam weer wat kleur en ze rekte zich uit. Dit was duidelijk een onverschrokken krijger.
Ik haalde heel diep adem, sorteerde mijn gedachten en keek ze toen een voor een aan. De stralende, onverschrokken krijger uit de vijfde dimensie en de onbevreesde, krachtige demonenprins uit de achtste dimensie.
Ferm knikte en ik wendde mij tot Jurian. 'Allereerst moeten we onze vrienden bevrijden. Zitten ze in de kerkers?'
Hij knikte. 'Ja, maar waarschijnlijk wemelt het van de huurlingen in het paleis. Katherine heeft haar eigen privéleger meegenomen. Het wordt niet makkelijk om er doorheen te komen.'
'Dan moeten we een afleiding creëren,' zei Elora. 'Dat doe ik wel.'
Bedenkelijk keek ik haar aan. 'Weet je het zeker?'
Ze grijnsde. 'Ik moet haar nog even laten zien dat er niet met mij, of met mijn dimensie, te sollen valt. Bovendien denk ik dat het verstandiger is dat ik ga. Als ze jullie ziet breekt meteen de hel los.' Ze tikte op haar kroon. 'Bovendien heb ik de godin haarzelf aan mijn zijde staan, dus wat kan er nou helemaal gebeuren?'
Ik glimlachte en wenkte naar de amulet. 'Neem die dan ook maar mee. Zorg voor afleiding, maar ga niet het gevecht aan.'
Ze knikte, overbrugde de afstand naar de amulet en pakte deze op. Daarna liep ze naar de deur. 'Tijd om de slang af te maken.' Ze zweeg, luisterde bij de deur en zette die toen op een kiertje. Kort inspecteerde ze de omgeving. Toen ze er zeker van was dat het veilig was, keek ze nog even om. 'We zien elkaar snel.'
Er viel een zekere energie weg toen Elora verdween en ik hoopte dat ze gelijk had. En ik hoopte dat de godin haar een steuntje in de rug zou geven.
'Laten we gaan,' zei Jurian. 'We kunnen maar beter zo snel mogelijk de anderen bevrijden, voordat Elora de tent afbreekt.' Hij draaide zich naar de deur.
Ik wierp een blik op de ring om mijn vinger, twijfelde even, maar zei toen toch: 'We moeten praten, Jurian. Over wat er gebeurd is in de zevende dimensie.'
~~~
Ik ga even van deze gelegenheid gebruik maken om enthousiast te zijn over de nieuwe covers van The Fallen Ones en The Risen Ones! Hebben jullie ze al gespot? Met oog op de toekomst vond ik dat het tijd werd voor nieuwe covers. Ik ben er in ieder geval heel erg blij mee!
Oké, dat was het weer. Groetjes!
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro