Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 55: Trouw

Feline

Mijn handen trilden, mijn ademhaling was oppervlakkig. De adrenaline werd me te veel en ik durfde er om te wedden dat ik binnen nu en enkele minuten mijn maaginhoud op de vloer zou legen. Ik kon niet meer. Mentaal en fysiek. Dit had onze poort naar huis moeten zijn. Dit... Deze gang... Het was niet meer dan een doodlopend pad. Ik was te hoopvol geweest, mijn hoofd en hart waren al in de eerste dimensie geweest. In de achtste dimensie. 

Elora leunde tegen de zware deur en ontfermde zich met haar krachten over het slot. Een tijdelijke, magische begrenzing. Zodat we de laatste paar minuten konden nadenken. 

Voor ons pulseerde het malumkristal. Het had meerdere scherven verloren. Onder het kristal lagen zwarte splinters. Misschien hadden we het niet helemaal bij het verkeerde eind gehad. Misschien was dit kristal wel de poort. 

Er streek een ijskoude wind langs mijn gedachten en ik keek naar Jurian, die mij taxerend opnam. Inmiddels trilden niet alleen mijn handen meer en ik sloeg mijn armen om mij heen. Toen ik ook hem goed opnam, zag ik een scherf van het kristal in zijn handen. 

'Toen ik hierheen kwam heb ik gezworen dat ik terug zou komen, met jou,' zei hij, waarna zijn blik naar Elora dwaalde. 'Een extra reiziger kan geen kwaad.' 

Elora had inmiddels een bezwering op het slot geplaatst. Met een diepe frons keek ze naar het slot, ze hield haar handen er naar opgericht, alsof ze zich erop zou storten zodra het zou bewegen. Maar buiten het onophoudelijke gebons en gedreun en de krassende nagels, leek er niets met de deur te gebeuren. Toen ze de scherf van het malumkristal in Jurians hand zag, slaakte ze een beverige zucht van opluchting. 

Ik keek naar het grote kristal. 'Moeten we daar nog iets mee? Er moet een reden zijn dat die monsters bij deze deur waren.' Een vriendelijke aanraking leek mij een kleine duw in mijn rug te geven. Alsof ik op het goed pad zat.

'Ik wil er liever niet achter komen,' merkte Elora stug op. Ze stond inmiddels naast ons, haar handen in haar zij gepland. 

Jurian had ons dimensieamulet weer om zijn nek gehangen. Hij zocht naar iets om zijn hand aan te snijden en kreeg van Elora een klein mesje, dat ze schijnbaar ergens uit haar prachtige jurk had gevist. 

Mijn blik bleef op het hart van de schaduwdimensie gericht, terwijl een naar gevoel aan mij knaagde. Als dit de poort was, de poort die kapot ging, dan moesten we daar iets mee. Iedere scherf die hij verloor, was een extra portaal naar de eerste dimensie. Een grotere kier tussen de twee dimensies. 

Toen Jurian ons amulet activeerde, vergat ik dat alles. Niet alleen werd ik aangetrokken tot de amulet, ook weerklonk er één woord glashelder in mijn hoofd. Thuis. 

'Ben je er klaar voor?' vroeg hij aan mij.

Ik knikte en keek toe hoe hij glimlachend de scherf ophief. Er trok een krachtgolf door de gang toen de scherf de amulet raakte. De scherf spatte uiteen. Er gebeurde niets. 

Er verscheen geen portaal.

Nee...

Met grote ogen keek Jurian naar de amulet. Zijn blik verplaatste zich naar zijn hand, waar zojuist de scherf was geweest. Daarna keek hij verwilderd om zich heen. Er was geen portaal.

Ik bracht mijn handen naar mijn hoofd. Verslagen liet ik het tot mij doordringen. De woorden vormden zich op mijn tong, maar ik kreeg ze niet uitgesproken. Ik kon enkel verbijsterd toekijken terwijl Jurian op het kristal afbeende en daar een scherf van de grond plukte. Een tweede poging die niets uithaalde. Het waren slechts splinters en er gebeurde helemaal niets terwijl hij met steeds meer kracht en frustratie de kleine stukjes in het hart van ons amulet probeerde te steken. 

Op het moment dat Jurian zich op zijn knieën liet vallen, hoorde ik Elora trillend concluderen: 'Dit is het... Dit is waar het eindigt.' 

Het was als een steek in mijn hart. Toen ik haar aankeek had ze de kroon van haar hoofd gehaald. Het sprankje hoop op het slagveld dat ze met zoveel kracht had gedragen. Het was dof geworden. Net zoals haar ogen. 

Het waren de woorden die ik niet uit had kunnen spreken. Ik voelde hoe de suizende kracht van de dimensieamulet wegviel toen Jurian deze van zijn nek trok. Hij liet het op de grond vallen en het brak mijn hart om hem zo te zien. Zo kwetsbaar. Zich zo bewust van de naderende, duistere realiteit. 

Elora wreef vermoeid door haar ogen. Daarna wenkte ze met haar hoofd naar Jurian. Ze gunde ons een moment samen voordat we de monsters onder ogen moesten komen. Een confrontatie die ons ongetwijfeld fataal ging worden. Zelf zakte Elora met haar rug tegen de deur op de grond.

Ik haalde diep adem, veegde de opgekomen tranen uit mijn ogen en onderdrukte de misselijkheid voordat ik naar Jurian liep. Hij staarde naar het kristal. Er stond geen verslagenheid meer in zijn ogen. Alleen nog maar diepe haat. Ik wilde niet weten wie hij allemaal vervloekte op dit moment. Of dat hij misschien zichzelf nog het hardste onderuit haalde. 

Zijn schaduwen dwaalden langs mijn enkels toen ik naast hem knielde. 'Voor de goede orde, Declan is een ware klootzak.' Ik veegde mijn neus af aan mijn hand. 

De woede verdween uit zijn ogen en hij keek verbaasd op. 'Wat zeg je nu?' 

'Je broer, Declan, is een ware klootzak,' herhaalde ik. 'En Edeline is een uit de hoogte gevallen snob. Je ouders kunnen hun eigen graf graven, want hun volk zal het niet voor ze doen. Als we dood gaan, wil ik dat tenminste gezegd hebben.' 

Er kwam een kleine fonkeling in zijn ogen. 'En Roan?'

Ik haalde mijn schouders lichtjes op. 'Oh, Roan is wel aardig.' 

Hij snoof lachend. 'Fijn om dat nog even te weten, Feline. Ik waardeer het.' 

'Heb jij nog iets op je hart wat je kwijt moet? Voordat dat hart uit je lichaam wordt gerukt?' 

Jurians gezicht vertrok in een bedenkelijke frons. 'Ik slaap niet graag met je.' 

Ik trok mijn wenkbrauw op. 'Daar heb ik anders heel andere herinneringen aan.' 

Hij grijnsde. 'Je neemt teveel ruimte in als je slaapt. Een tweepersoonsbed is voor twee personen, Feline.'

Nu grijnsde ik ook. 'Ik heb mijn ruimte nodig.'

'En je snurkt.'

'Dat is niet waar.' 

Jurian lachte zachtjes en haalde diep adem. 

'Ik hoop dat die waardeloze broers van je hun kracht herpakken en Katherine afmaken,' merkte ik op. 'En als onze vrienden terug gaan naar de achtste dimensie, hoop ik dat Katana niet over onze dimensie gaat heersen.' 

'Grote goden, nee, absoluut niet.' 

Ik keek hem schuin aan. 'Moet je je voorstellen. Katana aan de macht. Dat zou pas een rotzooitje worden. Zelfs Calum zou niets te zeggen hebben.'

De deur waar Elora tegenaan zat, aan de andere kant van de lange gang, kraakte een keer luid. De grensengel prevelde woorden die ik hier niet kon verstaan. Haar krachten sijpelden naar het slot. 

'Gabe zou het moeten doen,' zei Jurian. 'Hij weet meer dan gezond voor hem is, maar heeft een heldere blik.' 

Ik overdacht zijn woorden en knikte toen instemmend. 'Ja, dat zou een goede optie zijn. Helaas kunnen we dat niet doorseinen.'

Jurians knieën raakte die van mij toen hij voor me kwam zitten. 'Ik zag een andere toekomst voor ons.' 

Mijn hand ging naar de zijne. Hij kneep zachtjes. 'Ik ook,' fluisterde ik. 'Ergens op een verre, rustige plek. Weg van de oorlog. Weg van het bloedvergieten.'

Hij knikte langzaam. 'Ik had je veel meer willen laten zien. Ik had je vaker naar je eigen kant van het bed willen duwen, waarna je mij heel creatief zou vervloeken.'

Ik lachte zachtjes. 'Ik had je graag een keer willen verslaan in een krachtmeting.' 

Opnieuw een luide kraak. Elora's gezicht verstrakte. Het einde naderde.

Jurian schraapte zijn keel. 'Er was nog iets wat ik had willen doen.' Zijn hand gleed in de zak van zijn broek. Toen hij zijn hand weer liet zien, glommen er twee gouden ringen in zijn hand.

Mijn mond werd droog en mijn handen begonnen weer te trillen. 

Jurian keek stug naar de ringen. 'Het is iets heel menselijks eigenlijk. Ik bedoel, we hebben onze wederhelftband. Een band die ons eigenlijk al verbind.' Een van zijn mondhoeken vertrok in een glimlach. 'Maar ik wilde het officieel maken. Een kleine steek onderwater naar mijn ouders, naar de hele, vervloekte eerste dimensie.' Nu vond zijn blik de mijne. Ik zag de pijn in zijn ogen. 'Maar vooral een blijk van mijn liefde voor jou. Iets wat niemand ons meer zou kunnen afnemen, wat de toekomst ook zou brengen.' 

De tranen welden op in mijn ogen. Ik kreeg geen woord meer over mijn lippen.

'Want ik hou met heel mijn wezen van jou, Feline,' zei hij met zoveel kracht dat er een rilling over mijn rug kroop. 'Alleen van jou. Ik zou alle dimensies doorkruisen om jou te vinden. Jij bent mijn vuur. Mijn zwakte en mijn kracht. En ik wil niet dat je slechts mijn wederhelft bent.' 

'Stel de vraag,' zei ik ademloos. Ik keek recht in zijn ogen, in zijn ziel die hij blootlegde. 

Hij keek me uitdagend aan. 'Je zit dan wel een beetje met mijn hufterige familie opgescheept.'

'Stel de vraag, idioot.' De wereld om mij heen leek te verstommen. Ik kon mijn blik alleen nog maar naar zijn lippen verplaatsen. Wachtend op de woorden die moesten komen. 

'Trouw met me. Het is geen vraag.' Hij hield zijn hand met de fonkelende ringen tussen ons in.

'Moet ik hem zelf om doen?' vroeg ik met een lichte irritatie. 

Hij trok een plagende wenkbrauw op. 'Is dat een ja?'

'Natuurlijk is dat een ja.' 

De wereld mocht nu vergaan en ik zou het niet eens merken. Het moment waarop Jurian met een vaste hand een gouden ring met een glanzende rode steen om mijn vinger schoof, was het moment dat ik compleet in elkaar stortte. Dit was de toekomst die we hadden kunnen hebben. Geen wederhelften, maar man en vrouw. Het koste mij dan ook genoeg moeite om de andere ring, die Jurian nog uitnodigend voor zich uit hield, om zijn vinger te schuiven. Eenzelfde als die om mijn ringvinger blonk, maar met een blauwe steen, in plaats van een rode. Vuur en ijs.

Ik rechte mijn rug en viel hem om de nek. Ik klemde mijn armen stevig om hem heen. 'Bedankt dat je mij dit nog hebt gegeven.'

'Beeld je maar in dat we in Ammolite zijn,' fluisterde hij in mijn oor, terwijl zijn hand over mijn rug streek. 'Op het hoogste punt van het paleis, net na een regenstorm. De daken glansen door de edelstenen. Dat is waar ik je te huwelijk vroeg.'

'Dat was waar ik ja zei,' zei ik net zo zachtjes. De tranen stroomden over mijn gezicht. 

Het was even doodstil. Alsof de monsters achter de deur hun krachten verzamelden om de laatste slag uit te delen. Om door de deur heen te breken. Wat op die stilte volgde, was iets heel anders.

'Dat is een huwelijk wat ik wel kan zegenen.' 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro